1 BIJVOEGSEL ng. Zaterdag 19 Juli 1902. r! \NSE rdag amid- vIoee- ik ei in a lontë zul Landbouw. er reu Gemengd Nieuws. ftlerd Uit het leven van een straatmuzikant, ÏEIiiWi VAX 8, ndsch i mee en g< Kilc >01. Men schrijft ons: Door den Belgischen Minister van Land bouw is voor eenigen tijd aan de verschil lende commissies en landbouw-vereenigin- gen een vragenlijst gezonden met het doel het oordeel der landbouwers te leeren ken- 3 ged nen over den tegenwoordigen toestand van den handel in landbouwproducten, over de moeilijkheden, welke deze handel ont- moet en over de middelen die tot verbete ring van den hedendaagschen toestand kunnen leiden. De provinciale landbouwmaatschappij van 9 Oost-Vlaanderen heeft om aan dit verzoek te voldoen, in hare algemeene vergadering eene bijzondere commissie benoemd, aan wie opgedragen werd na grondig onder zoek en ernstige bespreking een verslag SE t op te maken. Dit verslag is thans ver- ,n dei schenen. Daar de bewoners dezer streken p zijn met België, doch vooral met Oost-\ laan- daag\ deren het geheele jaar door een levendige handel in landbouwproducten drijven, zoo meenen wij de lezers van dit blad een dienst te bewijzen door hen bekend te >m ge maken met het oordeel van de commissie ndsch' omtrent den invoer in eenige artikelen in Nederland. Vooreerst bespreekt zij natuurlijk den in- ekern voer Van rundvee. De commissie vindt dat het allernoodzakelijkst is, dat er verande ring komt in het bestaande stelsel van in voer van vee uit Nederland, waarbij het vet vee begunstigd wordt boven het melk- ertwa vee. Het vet vee betaalt namelijk alleen de invoerrechten, terwijl voor de melk koeien boven de douanerechten nog betaald moeten wordende kosten van keuring, in spuiting en van quarantaine, die op onge veer 50 francs per koe wordt geschat. Om het kweeken van gerst in België te bevorderen, stelt de commissie voor een invoerrecht te heffen op de gerst, evenals dit tegenwoordig op de haver geschiedt en tevens de rechten op het mout te verhoogen. Wat de beetwortelen betreft, is zij voor het behoud van den tegenwoordigen toe stand, mits de teruggave der rechten aan de Belgische landbouwers, die gronden in Nederland bebouwen, van toepassing blijve. Volgens het eenparig oordeel der commis sie "moeten de bestaande rechten voor de boter, de melk en de kaas behouden blij ven en moet België zijn recht bewaren ze desnoods te verhoogen. De vrije invoer van groenten bedreigt volgens de commissie ernstig de Belgische groententeelt, die zich goed aan het ontwikkelen was en die vroeger schoone winsten afwierp. Deze teelt heeft dringend noodig beschermd te worden, dus maar weer invoerrechten Ook voor het vlas moet volgens de com missie een invoerrecht geheven worden, want zegt ze: ,,Ilet vlas uit Nederland en Frankrijk, waar de teelt beschermd wordt komt in België vrij binnen en doet eene noodlottige mededinging aan onzen vlas teelt." Ook wenscht ze een invoerrecht op de hop ter wille van Nederland, „dat ons hop zendt van geringe hoedanigheid. De inge voerde Hollandsche hop wordt door wei nig nauwgezette handelaars verkocht als Belgische en doet aldus de inlandsche Imp geringschatten." Men ziet dus, de commissie wil maar alle mogelijke vreemde landbouwproducten belasten" zeker niet tot voordeel van ons, grensbewoners. Men schrijft ons uit Koewacht: Dezer dagen lazen wij, dat in het nabu rige Zuiddorpe eenige Belgen weer jacht maken op die onschuldige en tevens nut tige dieren, welke den naam van kikvorsch dragen. Naar aanleiding van dit bericht willen wij een en ander uit het leven van den kikvorsch mededeelen om daardoor te doen zien, dat deze diertjes eene betere behan deling verdienen. De kikvorsch is, evenals vele Nederlan ders en Belgen, voor zijn nat en zijn droog, waarom hij door de geleerden amphibie genoemd wordt, hetgeen zooveel wil zeg gen, als dat de kikker overal thuis is. De kikvorsch is een heel aardig diertje, dat nooit iemand ecnig leed deed, doch in tegendeel door alle eeuwen heen de we tenschap en den landbouw gewichtige diensten heeft bewezen. Zoo is hij voor vele jareu zoo welwillend geweest de ge leerden tot de uitvinding van het galva- nisme te brengen en tegenwoordig onder gaat hij zonder kik of mik allo mogelijke operaties alleen om de geneeskundigen van dienst te zijn. Ook aan den landbouw bewijst hij onbe taalbare diensten. Zijn morgen-middag-en avondmaal bestaat hoofdzakelijk uit wor men, slakken en andere diertjes, welke bij den boer met zwart krijt staan aange- teekend. En toch is de kikvorsch ondanks die goede eigenschappen bij de wet niet onder de nuttige diersoorten opgenomen. Wel hebben wij een vogelenwet, die al lerprachtigst wordt uitgevoerd, maar een kikvorschenwet bestaat er niet. Dan draagt de Belgische Minister van Landbouw den kikvorsch een beter hart toe. Hij toch heeft het vangen en dooden der kikkers streng verboden. Menigeen zal zich vaak afgevraagd heb ben, wat is toch de oorzaak, dat de mensch, die steeds het nuttige op prijs weet te stel len, den kikvorsch te vuur en te zwaard vervolgt. De kikkers hebben dikke- met vleesch bezette dijbeenderen, welke voor de Fran- sche magen eene bijzondere lekkernij schij nen te zijn en dit is de oorzaak van den vroegtijdigen en geweldadigen dood van duizenden groengerokte springers, die an ders wellicht omgeven door bloedverwan ten en vrienden op hun eigen bed zouden gestorven zijn. Het vangen geschiedt met een schepnet, korf of mand soms ook wel met de bloote hand; maar op welke wijze de kikvorsch ook zijne vrijheid kwijtraakt, het looptal- tijd op den dood van het diertje uit. Zon der vorm van proces wordt de arme kik ker gedood en in stukken gesneden. Het grootste deel zijns lichaam wordt wegge worpen alleen de achterpooten worden netjes schoongemaakt, bij 12 paren aan dunne stokjes geregen en daarna tusschen ijs in manden gepakt en per spoor naar Frankrijk of Zwitserland gezonden. Behalve de gastronomische mensch zijn ook de ooievaars en palingen verzot op een kikkerboutje en werken daartoe mede om den kikvdrsch van de aarde te doen ver dwijnen. Toch zal dit zoo gemakkelijk niet gaan, daartoe neemt de kikvorsch zelf tij dig zijne maatregelen. te van den dag, als kinderen uit een andere wereld, met hun gitzwart haar en hun donkere oogen, flonkerend van jeugd en Zuidelijken gloed,of ginds, voorbij het Piazetta, aan den voet van den leeuw van Venetië,die ranke gondeltjes, van waaruit het bekoorlijk mandolinenspel en de zilveren stem der lieve zangeressen of der Italiaansche knapen tusschen het gemurmel der a- vondkoeltjes toeruischten over de blin kende wateren en dan uit de droomerige verte weer die wondere ge bouwen, als tooverpaleizen drijvend op de fantastieke wateren, waarover de maan en de sterren hun goud en zil ver sprenkelden dat alles was als een sprookje uit een geestenwereld. Ik zou er kolommen en kolommen voor voldichten, om de poëzie van Ita lië te bezingen. Doch genoeg Ik wandelde, zooals ik zei, over 't Sint-Marcus-plein Bergen en dalen ontmoeten elkaar niet, doch menschen wel. Dit bleek ook hier weer. Ik wilde juist mij. hotel opzoeken, toen ik tusschen de mierende menigte, een mijner kennissen, een Amsterdamsch journalist, tegen 't lijf liep. «Kerel, kerel, jij ook hier? Dat waren de eerste woorden waar mee twee hollandsche collega's hun verassing en blijdschap uitten hier in den vreemde. «Waar ga je naar toe «Ik was juist van plan af te druipen, zei ik, en wat jij?" «Kom, kerel, op dit uur en in deze stad? In Groot Mokem zou je 't niet doen, wel?" «Het is waar, je hebt gelijk, antwoord de ik." We liepen samen op, stapten druk Onze belangstelling in den ouwen straatmuzikant was opgewekt, en werd nog levendiger toen we 'm een me daillonnetje zagen voor den dag halen, het heftig en hartstochtelijk aan z'n lippen drukken en 'm hoorden knar sen «Schande, Ssssschande 1 Ssschande, Slot volgt. Een afschaffer. Te Veendam heeft de heer F. G. Petersen, predikant bij de Chr. Ger. gemeente aldaar, in de kerk bekend gemaakt, dat hij voortaan niet meer op begrafenissen zal komen waar sterke drank geschonken wordt. Een aardige geschiedenis van het exercitieveld doet in Duitsche militaire kringen de ronde. Een éénjarig vrijwilli ger, een jongmensch van geld, had geen eigenlijke o-beenen, maar wel veel aanleg tot dat euvel. Hoeveel moeite hij ook deed om kaarsrecht te staan, er bleef altijd een klein boogje tusschen zijn knieën. Het scherpe oog van den onderofficier merkte dit mankement weldra op. Hij haalde een markstuk uit zijn zak en drukte dit den eenjarige tusschen de knieën, die hij tege lijk met geweld tegen elkaar boog. „Nu zal ik je wat zeggen, éénjarige" zeide hij daarop met een boos gezicht „over vijf minuten kom ik terug. Wee je gebeen te als je het muntstuk dan niet meer tnsschen je knieën hebt zitten De rampzalige éénjarige gevoelde wel dra dat hij deze positie geen minuut lang kon uithouden. Hij overlegde spoedig hoe hij aan het dreigende onweer ontsnappen zou. Daar viel hem een gelukkig idee in Toen de vijf minuten bijna om waren D P JU- het markstuk was al lang op den grond Op zekeren tijd van 'tjaar voelt de kik- I pratencj bet van wandelaars en wande- I gevallen bukte hij snel, raapte het geld -*g-W| -:-u I faargters wemelend plein over, en zoch- 1 w "°k ten vóór 't café, tusschen de zware ko lommen, onder de eeuwenoude gewel ven, een stoeltje. Het was druk in 't café. De kelners liepen af en aan, om de gasten te ververschen en 't was een ge- ons van menschen, een grooten bijen- nde- lijke ij dit heb aden aan- toen toen hem den elaat ïaam 'j el ijk mij j*i- ucht, lg te reeds itand t na- elaat zorg- jj ><»p. taan- |j iteld, zijn s een i van Twijl baan. id af- Long-r thma, de en enz. I lacon. BEE- ALG. F eeren 1ENS IR te enen- Lams- ;T te berg; j t; M. LIEK- V DE i. A. DIX- JSSE j Spui Koe- pse te vorseh iets in zich geboren worden, wat wij menschen liefde noemen en daartoe gedreven gaan de kikvorschen uit vrijen. Onder langdurige omhelzingen zweren de geliefden elkander eeuwige liefde en trouw; maar alsof zij het van de menschen hadden afgezien pas zijn de wittebroodsweken voorbij of het mooie is er af en weldra la ten zij elkaar links liggen. Dat zelfzuchtig karakter van den kik vorsch straalt zelfs door in de verhouding van de ouders tot de kinderen. Dat eier- leggen is eigenlijk het eenige, wat eene moeder voor hare kinderen doet. Het uitbroeien laat zij aan de lieve zon over, die dan wel zoo goed is dit zaakje voor hare rekening te nemen. En zijn de kinderen eenmaal voorspoedig ter wereld gekomen, dan is er geen vader of moeder die hunne eerste schreden op het pad der deugd leidt of hen waarschuwt voor de listen en lagen, die aan een argeloozen kikker in eén sloot gelegd kunnen wor den. De kleintjes, die er eerst zeer vreemd uitzien, zwerven hulpeloos rond en dragen om hun zonderlingen vorm den minder weiluidenden naam van «dikkoppen Langzamerhand, als ontfermde zich de na tuur over die verlaten weezen, krijgen de dikkoppen achter- en voorpooten en spoedig hebben zij, wat een kikvorsch noodig heeft om fatsoenlijk door de wereld te komen. Dat zij daarvoor hunne ouders geen grein tje dankbaarheid verschuldigd zijn, begrij pen de kleinen ook goed; want geen één is er, die er aan denkt een reis door poel en plas te doen om de oude lui te gaan opzoeken. Ofschoon er dus geen familieband onder de kikvorschen bestaat, leven zij toch heel gezellig en prettig bij elkaar. Na de ge wone dagtaak komen zij vriendschappelijk bijeen en onder kout en zang wordt de avond doorgebracht. Soms geven zij groote concerten, waartoe de voornaamste zangers en zangeressen onder de kikvorschen wor den uitgenoodigd en deze concerten zou den voorzeker minder eentonig zijn, als er wat meer Addi Patti's onder waren doch het zijn allemaal dillettanten. tiddorp DOOR 1*. X. lïrouns. Ik was in Venetië, de goddelijke stad van Italië, de Koningin der meren, waarvan ik in mijn kinderjaren reeds droomde, als ik over haar schoonheid las. Ik kon me niet begrijpen, dat die droom mijner jeugd thans was vervuld, en toch was het zoo. We waren juist teruggekeerd van een gondeltochtje naar 't eiland Lido, dat daar ligt als een vlottend paradijs op de zilveren meren. 't Was een prachtige Mei-avond, en ik wandelde over het Piazza San Mar co. Alles om me heen scheen me een hemelsch droom beeld. Die sombere antieke paleizen, in hun mysterieuze grootschheid, verrijzend in 't'gouden maanlicht... en daar ron dom, in felle tegenstelling, die Itali aansche schoonen, drentelend in hun lichte toiletjes over 't plein, na de hit- _orf gelijk. Trouwens er waren veel vreemde lingen in Venetië. Het was er drukker in 't café dan bij drukke gelegenheden bij „Kras" of in „Mille Colonnes." Onze gesprekken omvatten al aan stonds een halve wereld, en we zaten recht gezellig tusschen die opgewekte Zuidelijke beweging, toen er een bejaar de straat-artiest op 't tooneel verscheen, die met begeleiding van guitaar-spel een deuntje ten beste gaf, en daarop een collecte hield onder de menigte. Hier en daar rammelde een geldstuk je in het koperen busje, als loon voor het triestig en eentonig gezang van den half versuften muzikant, die geen Ita liaan leek, maar in zijn wezen het type droeg van een echten Amsterdamschen jood. Nu, een jood is en blijft een jood, al zwerft hij hier of ginds, en altijd en overal draagt hij met zich het kenmerk van zijn stam uit het verre Palaestina, waar eeuwen geleden in de groote en schitterende dagen van Israëls macht, de wieg van zijn voorgeslacht heeft ge schommeld in eigen rijk, aan eigen li ciJircl Van tafeltje tot tafeltje sloffe de ouwe voort, en stak ook eindelijk ons met z'n vettige, knokkelige hand, het busje toe, om het loon voor z'n liedje. Aan een der tafeltjes naast ons liet een Italiaan zijn geldstukje in 't gleuf je glijden, terwijl hij den zanger toe voegde „Asjeblieft, ouwe jood, en zorg dat je 't lichtje van den Sabbath niet uitblaast." Eenigzins verbijsterd keek de ouwe op. Dan kwam een valsche en pijnlijke trek op zijn geel en gluiperig gezicht en door z'n smerig baardje murmelde iets als een vloek. En zich tot ons wendend, schudde hij zijn grijzen kop, terwijl zijn oogen vochtig werden. Zijn'oogen schenen medelijden af te smeeken, maar tusschen z'n lippen knarste andermaal iets als een vloek. Wij begrepen niet, waarom den jood bij dat woord zoo'n mengeling van woede en droefheid tevens overviel «Zorg dat je 't lichtje niet uitblaast van den Sabbath," herhaalde hij met dof fe stem, nog woedender en tevens nog pijnlijker en triesDger voor zich uitsta rend. Bijna wezenloos stond hij daar, als verlamd door een plotselinge beroerte, die hem scheen getroffen te hebben, bij 't hooren van dat gezegde. Wij wisten wel, dat een jood met geen licht mag spelen op den Sabbath, maar zou een straatzanger zóó fijn zijn, dat hij, om een overtreding der wet van dén Rabbi, zoo ontzettend veel be rouw zou gevoelen De Italiaan aan 't tafeltje naast ons, nam intusschen geen notitie meer van den armen kunstenaar, maar was weer in een levendig en druk gesprek met zijn gezellen. stuk op, stak het in zijn zak en drukte in de plaats ervan een vijfmarkstuk tus schen zijne knieën. De sergeant komt met een vervaarlijk gezicht terug, maar op eens nemen zijne trekken een lieflijke uitdrukking aan. Ge noeglijk glimlachend haalt hij het vijl- markstuk tusschen de knieschijven van den slimmen éénjarige vandaan met de goedige opmerking: „Komaan, éénjarige, wat zit er een kracht in je botten, wat heb je me dat stuk breed uitgedrukt." - De Latijnsche beambten-beleedi- ging. Voor een Parijschen rechter verscheen dezer dagen een arme dui vel, die wegens landlooperij en belee- diging van een beambte aangeklaagd was. Hij was gearresteerd, toen hij op een der boulevards op een bank sla pende werd gevonden. «Wij vroegen hem," had een gestjenge politie-b'e- ambte in zijn proces-verbaal geschre ven, «waarom hij op die bank sliep; hij antwoordde ons met beleedigingen in de Latijnsche taal." «Kent gij dan Latijn vroeg de rechter den aange klaagde. «Ik ben candidaat in de phi- lologie," antwoordde de arme stakker. Bekent gij, dien beambte beleedigd te hebben?" «Ik heb hem niet beleedigd. Hij vroeg mij, waarom ik onder den blooten hemel overnachtte. Ik ant woordde hem of sprak veel meer tot mij zelf: Felix qui potuit rerum cog- noscere causas." (Gelukkig hij die de oorzaken der dingen kan kennen, m. a. w. «Ik wou dat ik het zelf wist.") De rechter lachte: hij was humanist en sprak den man vrij. Men verzekert zelfs, dat hij den armen candidaat eene kleine aanstelling verschaft moet heb ben. Een brutaal voorstel (als 't waar is) werd dezer dagen aan Koning Eduard's geneesheeren gedaan door een ondernemer van cinematografen. Hij was zoowat van dezelfde gestalte als de Koning, deed hij opmerken; het zou hem niet verwonderen, zoo hij dezelfde kwaal had Welnu, wat lette de heeren hem juist X) te opereeren als ze Z.M. gedaan hadden? En wat zou 't hinderen als een photograaf daarbij met zijn toestel tegenwoordig was? Hij zou goed betalen. Bleek hij de opera tie niet noodig te hebben, wel, dan moes' ten de heeren maar «doen alsof'hij zou er geen cent minder om betalen. Het is zonderling, maar «de heeren" bedank ten. Men Aan een groot gevaar ontsnapt meldt uit Maastricht De officier van justitie bij de rechtbank alhhr, mr. Hanlo, is gisterenavond aan een groot gevaar ontsnapt. Met zijne echt- genoote en kinderen van de buitensocië teit „Slavante" in een met één paard be spannen rijtuig huiswaarts keerende schrikte het paard nabij het zijkanaal voor een paar fietsen, wierp den koetsier van den bok en ging met het lemoen ervan door. Gelukkig geraakte het rijtuig be klemd tusschen twee telefoonpalen, zoo dat het niet kon uitwijken en dus ook niet in het kanaal kon geslingerd worden Mr. Hanlo en zijn gezin kwam er dus ongedeerd af. Minder goed ging het den koetsier, die van den bok werd geworpen en wien men onmiddellijk de genademid delen der stervenden toediende. Geconsta teerd werd een armbreuk. Van een kip. De heer W. H. Halle Six-Mille-Battom (Samoe), deelt in het bekende Engelsche weekblad „Nature", het volgende eigenaardige door hem waar genomen feit mede: „Een onzer kippen verdween den lsten Mei op eens spoorloos. Daar wij wisten, dat zij legde, zochten wij eenige dagen overal, maar vonden haar niet. Totdat zij eindelijk werd ont dekt broedend op hare eieren, die zij had gelegd in het nest van een eekhoorntje boven in een pijnboom, ongeveer 16 voet boven den beganen grond. Gedurende de nog overige 11 dagen van haar broeitijd zag men de kip dagelijks eenmaal, van tak op tak springend, van hare hooge zitplaats naar beneden komen en weer naar boven klauteren. Later kwam ze maar om den anderen dag naar beneden. Den 22sten Mei vond men de kip, met zes levende en twee doode kuikentjes, onder den boom; jammer genoeg was er niemand bij tegenwoordig geweest, toen zij naar beneden kwam. De kip was ech ter niet te bewegen in een gewoon hoen derhok haar intrek te nemen. Eindelijk slaagde men er in haar, met hare kuikens intrek te doen nemen in een ouden spoor wagen, die in den omtrek van het hoen derpark stond. Een pijnboomboschje, waarin talrijke eekhoorntjes hunne nesten hebben gebouwd beschut het hoenderpark voor den Noor denwind. Verscholen in dat boschje kon men nu zien, hoe de kip het aanlegde, om met hare kuikens van uit den spoorwagen op den grond te komen. Zij spreidde namelijk den staart uit waarop hare zes kuikens plaats namen en zoo klauterde zij naar beneden. Het valt niet te betwijfelen of zij heeft op dezelfde wijze hare kuikens van den 16 voet hoo- gen boom naar beneden gebracht, waar schijnlijk echter één voor één of per paar" Ondenoijzers en fietsen. De raad der gemeente Schoterland besloot aan het hulp personeel bij het onderwijs de verplichting op te leggen binnen een half uur afstand te wonen van de school, waarin het werk zaam is. Dit besluit is het gevolg van het toenemen van het gebruik der fiets door dit personeel, om in een ander dorp bij familie of kennissen te wonen. De betrokken onderwijzers hielden eene vergadering om te bespreken, wat in de zen te doen. Onder hen zijn ook gehuwd onderwijzers, die bij uitvoering van hee besluit zouden moeten verhuizen, en som migen hunner bewon en nueen eigen huist je. Toch moest men erkennen geheel in den geest der brochure, uitgegeven door den Bond van Nederlandsche Onderwij zersdat de bepaling is in het belang van onderwijs, dat ook de gemeenteraad oorop stelde. De uitvoering zou echter voor menigen in functie zijnde grooten last en kosten veroorzaken, waarom besloten werd zich te wenden tot Gedeputeerde Staten met verzoek maatregelen te nemen om aan de in functie zijnde onderwijzers en onder wijzeressen ontheffing te verleenen. Uitvinclersgeluk. Vele uitvindin gen die een vermogen opgeleverd hebben, schijnen hoogst onbelangrijk en vorderen geeneilei vooratgaande studie en ook geen groole uitgaven. Zoo heeft voor ongeveer zeslig jaar le Parijs een uitvinder meer dan 100,000 frcs verdiend, door uil een licht stuk pa pier, dat door drie draden samenge houden werd, een valscherm te vervaar digen, dat buitengewoon succes had. Een andere uitvinding zonder eenig praetiscl' nut, die der rolschaatsen, heeft niet mi' dan vijl millioen voor haar bezitter o bracht Kerdey Kannedy, de uitvi van het nestelbeslag, zou hiermede i millioen verdiend hebben. De Ander van de veilgheidsspelden, die klaa. blijke- liik zijn model op een Pompejaansch fresco tond en bel geniale idee had het te palenieereti, verdiende hierdoor met gemak ongeveer 60 millioen; ook de uit vinder van de stalen ve< r verwierf zich een reuzenvermogen. Het klinkt bijna or geloofelijk dat iemand verscheidene jare lang 250,000 frs inkomen kon hebben doordat bij een met een springveer voor- zienen bal fabriceerde en een ander bijna 6 millioen door stukken metaal, die aan de hakken en de voorpunien van schoen zolen bevestigd werden, om ze tegen slij ten te vrijwaren. Dierenmishandeling. Een af schuwelijk feit van dierenmishandeling heelt onlangs plaats gehad te Hoogeveen bij een zending varkens, die, bestemd voor Engeland, vervoerd werd naar Hoek van Holland Er was bij de ^"vriend van een ander ras, en om te jqjen dat dit tijdens hel transport r pejn. zou gaan vechten, werden henWjk toe> trek de oogen uiigestokert.rvarjn,; gesteld onderzoek toonde aan, noemen. ?g hij- was geschied: lo. omdat he,(1 meer kon zien; 5o. omdat veel pijn" zou hebben om n.myne voe_ varkens te gaan. Ijou ze te Eindelijk. Te 's Cravenhaleumd. den trein uit Middelburg dorv hij nu, wachters begeleid, binnengeK-tende, dat die, na tot 4 jaar gevange veroordeeld aan de hand'ntwoordde ik. ters wist te ontsnappen'»^ vervolgd. weken schuil te houd

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 5