BIJVOEGSEL Zaterdag 5 Juli 1902. De Koningin te Sehaumburg. Gemengd Nieuws. VAX VAX De Lokal-Anzeiger heeft naar aanleiding van het verblijf van Koningin Wilhelmina op het slot Sehaumburg een bijzonderen correspondent naar dit idyllische Duitsche plaatsje gezonden. Aan zijn zeer sympathiek gesteld schrij ven van 27 Juni ontleent de Tel. het vol- gen de r De dood, die in den laatsten tijd zoo her haaldelijk aan de tronen van Europa's heerschers verwijlde, heeft ook die van de jonge Koningin van Holland aangeraakt, maar de kracht van haar jong leven heeft gezegevierd en wat een zwaar doorgestaan lijden nog in het gestel van H. M. ach terliet, wordt nu door de genezende lucht van Sehaumburg genezen. De macht der natuur schiep hier een vrede, die rust ademt. Hoog boven alles uit verheft zich de Sehaumburg. Aan de tinnen wapperen de Hollandsche en Waldeksche kleuren, ele gante equipages snellen langs de anders zoo stille woudwegen, de helmpunten van de gendarmen schitteren in het zonlicht een waarschuwing«Verboden weg" is aan een boom aangebracht, een daarbij aangeslagen bord draagt een aanhaling van een politie-verordening van 27 Mei 1902 gedateerd, luidende«De toegang langs de trappen van het beambtengebouw is verboden" in het kort, ook hier ont breken de kenteekenen niet die aan een verblijf van vorsten, zelfs op 't rustigste en meest afgelegen plekje grond, een officieel uiterlijk geven. Twee vorstinnen wonen hier, en dat be merkt men ook aan het aanwezige gevolg en het dienstpersoneel, dat, allen tezamen gerekend, dus hofdames, kamerheeren, se cretarissen autoriteiten en kamerjuffers veertig neuzen telt. Balduin Stein, dat alleen aan de nabij heid van bet slot Sehaumburg zijn spoor wegstation te danken heeft, is ondanks de marmergroeven toch een echt achterhoek dorp. Maar daar achter vindt men een merkwaardig stuk romantiek. Reusachti ge ruïnen verheffen zich om wier breede muren de klimop een groen kleed wikkelt. Een bescheiden rotsbeekje ruischt langs de boomen, een kleine bron murmelt in het groen, en men zou het waterstraaltje niet ontdekken, als er niet een marmeren plaatje was opgesteld, met in gouden letters het raadselachtige woord «kjamki." Wat dit woord beduidt? Het is samen gesteld uit de eerste letters van de namen van hen, die hier de huwelijksfeesten van den aartshertog Jozef van Oostenrijk, welke door zijn huwelijk eens in het bezit van het slot Sehaumburg kwam, bijwoonden. Zij waren hertogin Ivlementine van Co- burg, Aartshertog Jozef, hertog August van Coburg, Koningin Marie van België, Vor stin Klotilde en Aartshertog Istvon. Aan den zoon van Aartshertog Jozef, hertog Stephan, dankt de Sehaumburg zijn mooien parkaanleg en in het vóorpark staat een reusachtige lindeboom, waaron der Koningin Wilhelmina haar lievelings zitje koos en vanwaar zij kalm al de be weging kan gadeslaan, door haar verblijf veroorzaakt. De achterzijde van het park is verpacht. Daar bevindt zich het hotel «Waldecker Hof," daar concentreert zich het toeristen verkeer, hier wacht men of de equipages ook voorbij zullen komen, en wordt met veel belangstelling elk Hollandsch hofrij tuig begroet, waarin dames zitten. Zoo uitgebreid de hofhouding van de Hollandsche Koninginnen is, zoo eenvou dig is zij echter ook. Er wordt geen vorstelijke tafel gehou den, men ziet geen keur van spijzen, geen pronk van zilver, neen, men discht een- voudigen kost op, brreid door den waard uit het «Waldecker Hof" en zijn huis vrouw. De schotels verschillen maar wei nig van die, welke de gasten en toeristen krijgen. Óm 8 uur ontbijten de Koninginnen, om l'/s uur n.iu. volgt een maaltijd, sa men gesteld uit soep, twee vleezen en com pote, en 's avonds te 9 uur een diner, waarbij weer soep, visch en vleesch op het menu staan. De Koningin leeft hier, trots haar groot gevolg, niet als een rijke vorstin, veel meer als een gefortuneerde jonge vrouw van deftigen stand. Om het geheele slot hangt het waas van een idylle. Het is grappig te vernemen, dat de ge meente Sehaumburg vier-en-dertig zielen telt, en toch een eigen burgemeester, een eigen onderwijzer, een eigen school heeft. Vijf leerlingen gaan eiken morgen ter schole, zoodat de onderwijzer voor een groote klasse staat. Hij heeft dan ook reeds vijf-en-veertig jaren dienst. Men kan zich den man denken hoe hij na schooltijd zijn groote pijp rookt, zittend voor zijn wo ning aan den lommerrijken weg. Daar klinkt «De Koningin komt' en alle stilte, alle rust is voorbij. Iedereen komt naar buiten, men dringt en duwt om een goede plaats te krijgen; politie in uniform en politie in burgerkleeding ver- toonen zich om de orde te bewaren. Men mag alleen rechts van den weg staan. Het touw, dat de laan het slot afsluit, valt en langzaam rolt een rijtuig nader, op den bok waarvan naast de rijkbetreste koetsier een heer in rok en witte das zit. Schuchter en bedeesd wordt gegroet. De dames maken een buiging, de hee- ren nemen de hoeden af, Koningin \V il- helmina en Koningin Emma groeten vrien delijk terug. De jonge Vorstin draagt een witten stroobioed, een zilvergrijs costuum en een rooden parasol. Zij ziet er weer als een jong meisje uit, alieen geeft een melan choliek trekje een bijzondere bekoorlijk heid aan haar mooi gezichtje. De Koningin-Weduwe is-geheel in het zwart gekleed. Zij kijkt door haar grooten bril met vroolijke blikken rond. Vijf wielrijders volgen onmiddellijk na het rijtuig. Zij zien met een strafrechter lijk air om zich heen. De rijtoeren van de Koninginnen duren drie, vier uren, en soms laat Koningin Wilhelmina rijtuig en wielrijders in den steek om te voet verder te gaan door de bosschen en dalen. Koningin Wilhelmina gevoelt zich hier niet alleen wel maar geheel thuis. Zij doet niet meer als een herstellende, maar als iemand, die geheel genezen is. Zij stijgt vlug, zonder iemands hulp uit het rijtuig en zij wandelt met vasten tred. Van den Rijn, van de Lahn, uit alle plaatsen in de omgeving komen de men- schen als ter pelgrimsvaart naar Balduin- stein en Sehaumburg en het is alsof ieder een hier in de buurt met vreugde het be sef ronddraagt, dat Koningin Wilhelmina op Duitschen grond genezing vond. Verdronken. Uit Leiden meldt men Een viertal huzaren verlustigden zich met roeien op het breede Galgewater. Door hun groote onvoorzichtigheid kantel de het ranke vaartuigje, waardoor alle vier in het water geraakten, met het noodlottig gevolg, dat slechts drie perso nen levend op het droge werden gebracht. Een student maakte zich nog bijzonder verdienstelijk door in het diepe water te springen het was hem echter niet moge lijk den inmiddels reeds gezonken huzaar te redden. Er wordt gezegd dat de drank niet vreemd aan het ongeluk is. Reis om de wereld. Rudolf Hanslian met vrouw en een baby zijn in een kinderwa gen vertrokken den 12den September 1900 van Weenen om een voetreis door Europa te doen. Zondag is hij te Weenen terug gekeerd. Het gezelschap heeft in het ge heel ongeveer 15000 mijlen afgewandeld. De kinderwagen had van wind en weer veel geleden, en kwam in een deerniswaar- digen toestand terug. Adrenaline. Zoo heet een stof, welke eerlang wellicht een groote roi zal spelen in de geneeskunde. Zij is in Amerika getrokken uit kleine klieren, die zich in de nabijheid der nieren („renes") bij zoogdieren bevinden. Daar uit heeft men zeer kleine witte kris tallen gehaald, bitter van smaak en in water oplosbaar. Zij hebben de eigen schap van zelfs bij zeer sterke verdun ning samentrekkend te werken op de bloedvaten. De stof is daarom van zeer groot nut als bloedstelpend middel, vooral bij operaties op nauwe bloed rijke plekken, als in den neus en aan de oogen. Bovendien zou een adrena- line-oplossing wonderen verrichten bij neusverkoudheid en „hooikoorts' Een watje, gedrenkt met een oplossing van 1 op 5000 en in den neus geschoven, zou in 5 minuten door de samentrek kende werking de lastige kwaal ver helpen Het klinkt haast te fraai om geloof te verdienen. (Hbl.J. Vorstelijke gift. H. M. de Koningin heeft f 100 beschikbaar gesteld als bijdra ge in de kosten van overtocht naar Nieuw- Mexico van een Groningschen letterzetter, die daar herstel hoopt te vinden van zijn borstkwaal. Ook een beleediging. Een vrouw uit het grensdorp Suderwick, die een grensbe ambte als «kommies" aanriep, een titel, dien ook wij voor onze grensbeambten be zigen, is door de rechtbank te Munster in hooger beroep wegens beleediging tot een boete van 3 mark veroordeeld. Een vreemde gast. Men meldt uit den Haag: Toen de eigenaar van het hotel en café-restaurant Neuf, Stationsweg al hier, 's morgens de benedenzaal binnen trad, kwam hij tot de ontdekking, dat hij een gast in huis had gehad, die zich niet voor „logies" bij hem had aangemeld. Hij Youd n.l. achter het buffet een man' die zich rustig te slapen had ge- legd. Wakker geschud, verklaarde deze in den afgeloopen nacht door het stukslaan van een keukenraam in de zaal te zijn gekomen, zich te goed te hebben ge daan aan bier, om vervolgens zijn bed in te richten op de plaats, waar hij 's morgens gevonden werd. Het onderzoek door de politie inge steld wees echter uit dat zijn bewerin gen juist waren. Er v\ordt niets ver mist en op den verdachte, die voorloo- pig ter beschikking van den commis saris van politie wordt gehouden, is ook niets gevonden. Van 't dak gevallen. Een 16- jarige koperslager, J. de Z., is bij zijn werk te Etten van het dak van de pastorie gevallen. De jongen kwam met het hoofd op een ijzeren hek terecht en is, zonder tot bewustzijn te zijn ge komen, een uur later overleden. Uit oude dagen. Prof. Dörpfeld werd door een ingezetene van den Haag in staat gesteld navorschingen te doen naar het paleis van Odysseus, die evenwel nog niet tot het gewensclite resultaat hebben geleid. Thans wordt mededeeling gedaan van eene veelbelovende ontdekking, gedaan door een Hollandschen archaeoloog te Ar- gos. Dr. Volgralf (zoon van den onlangs te Utrecht benoemden professor) heeft na melijk in deze oude koningsstad, die in ouderdom met Mykene in Tiryns wedij vert, en in de geheele Grieksche geschie denis zulk eene belangrijke rol speelde, opgravingen begonnen, waarbij hoogst merkwaardige „cyclopische" bouwwerken dergelijk als die te Mykene, werden blootgelegd. Een nauwgezet en langdurig onderzoek is noodig. De bovenbedoelde Haagsche ingezetene heeft zich weder be reid verklaard de kosten van dit onder zoek te dragen. Een kerk verplaatst. Echt Amerikaansch natuurlijk! Te Chicago heeft men even een groote lerk opgenomen en verplaatst. Enkele jaren geleden was dichtbij de Emmanuelkerk het groote hotel Metro- pole" gebouwd en toen het te laat was werd pas opgemerkt, dat de kerktoren de voornaamste kamers uit het hotel zoo donker maakte, dat zij zoo goed als geen waarde meer hadden. De eige naars van het hotel deden daarom aan de gemeente der kerk het voorstel, de kerk op hun kosten een eindje te ver schuiven. De gemeente bewilligde hier in voetstoots, omdat hierdoor de kerk ook een betere ligging zou krijgen. De onderneming zelf was in technisch op zicht een zeer vermetele daar het niet te doen was om een door scheids muren aaneengetimmerd gebouw, maar om een groote, holle ruimte zonder pilaren in beweging te zetten, waarbi kleine verschuivingen naar verschillende kanten de gevaarlijkste gevolgen na zich zouden kunnen sleepen. De „Deut sche Bauzeitung" doet daarom van deze voor architecten buitengewoon belang rijke kerkverschuiving uitvoerige mede- deelingen. De kerk zelf bestaat volgens deze courant uit gehouwen steen, is 28.3 M. breed en 49 M. diep, de gevel van het hoofdfront bereikt eene hoogte van 30.5 M. boven het niveau der straat, de toren stijgt tot 68.6 M. hoog en is tot aan 27.4 M. hoogte van massieve sternen gebouwd. Het gewicht der kerk met den toren wordt berekend op 133.000 centenaren. Het stuk, dat de kerk verzet zou moeten worden, bedraagt 15.3 M. De bezwaren van de onderneming waren daarom des te grooter, omdat boven het hoofdportaal een groot draai mc venster is, en ook het geheele gebouw zich volstrekt niet in bijzonder goeden toestand bevond, want de noordelijke gedeelten waren onregelmatig tot 10 cM. uitgezakt, en aan den zuidelijken zijgevel was het dak 13 cM daarvan afgeweken. Niettegenstaande dit alles, waren twee ondernemers (house-movers) bereid het werk te wagen, en tegen het deponeeren van een waarborg ten bedrage van 125 000 gulden werd het aan een van hen opgedragen. De technische bijzon derheden van al hetgeen werd aange bracht om gevaarlijke spanningen en verdraaiingen te verhinderen, interessoe- ren alleen den vakman; men kan hier volstaan met op te merken, dat om het gebouw slechts 13 mM. op te lichten, niet minder dan 1579 dommekrachten in gelijke, langzame beweging aan het werk gesteld moesten worden. Daarbij waren 150 arbeiders werkzaam, van wie ieder 8—10 dommekrachten te be werken had. Op een gefloten signaal snelde iedere arbeider van het eene naar het andere, aan zijn zorgen toevertrouw de wertuig en voerde iederen keer een kwart-omdraaiing uit. Daarop volgde het in beweging zetten in horizontale richting op zware balken, die even wijdig aan de noordelijke lengtezijde der kerk waren aangebracht. Deze beweging werd bewerkstelligd door 60 domme krachten tusschen de dwarsbalken en de bovenste vloerlagen van den onder bouw. Het in beweging brengen tot aan de nieuwe plek nam in zijn geheel zes dagen in beslag. Deze arbeid werd zoo zorgvuldig uitgevoerd, dat er zelfs geen afbrokkelen van de buitenste versiering der muren plaats had; boven dien werden verdere zakkingen der mu ren onmogelijk gemaakt en werd door de verschuiving de soliditeit van het geheele gebouw dus aanmerkelijk ver hoogd. Bepaald verbazingwekkend Ameri kaansch. Zwaarbeproefde vrouw. Te Ul- sen (PrJ in de nabijheid van Nieuw- Schoonebeek kwam dezer dagen zekere W. D., op treurige wijze om het le ven. Bij 't naar boven voeren nl. der grondstof langs een hellend vlak door middel van een hulpspoor, raakte de wagen achter de locomotief los, vyaar- door D., die zich beneden bevond, de beide beenen werden verbrijzeld. Toen zijne vrouw hem in het ziekenhuis te Lingen, waarheen hij vervoerd was, een bezoek wilde brengen, was de on gelukkige reeds overleden. En toen de arme moeder thuiskwam was ook het oudste harer beide zieke kinderen ge storven. - Ook een bad. Maandag tegen den avond bracht zekere Van de W., wonende in de Tolbrugstraat, te 's Her togenbosch heel wat vroolijkheid te weeg. Wellicht onder den invloed van Bacchus zijnde, begaf hij zich gekleed te water in de binnendieze, loopende tusschen Tolbrugstraat en Markt-straat, en doorwaadde die, naar hartelust zingende en zoo nu en dan eens kopje onder gaande, tot aan de Gasthuisstraat. Daar werd hij opgewacht door een grooten hoop vólk, voor een groot deel bestaande uit de straatjeugd. Met de jas over het hoofd sprong hij vroolijk druipnat en beslikt de straat over, totdat hij agenten van politie ontmoette, die het beter oordeelden den man onder dak te brengen. Ongelukken. Terwijl te Tilburg vier arbeiders bezig waren boven op den grooten gashouder, dezen te reinigen, wierpen zij gekscherende elkander met allerlei voorwerpen, met het gevolg, dat een werkman door een anderen zoodanig aan het hoofd werd getroffen met een stuk hout, dat hij bewusteloos neer stortte en boven van den gashouder viel. De ongelukkige verkeert m levens gevaar. De landbouwer J. Verwijmeren te Beek (L.) reed gisteren staande op zijn kar overde tramlijn. De tram van Breda, die juist aankwam, kon niet tijdig genoeg stoppen, met het gevolg dat de kar tot splinters vloog, het paard gedood en de voerman zoo verwond werd, dat hij gisterochtend overleed. Te Haarlem is een jongetje van vijf jaar, dat met lucifers speelde, in brand geraakt en levensgevaarlijk ge wond opgenomen in het St. Elisabeth's gasthuis. Te Pineiro (Orenso, Spanje) is, terwijl iemand werd begraven en een lijkdienst werd gehouden, de bliksem in een kapel bij het kerkhof geslagen; 25 personen werden gedood en 35 zwaar gekwetst. Vergeetachtige schilders. Een paar aar dige anecdoten van twee beroemde Engel- sche schilders vertelt een Engelsch tijd schrift. De gevierde schilders William Po- wel Frith, lid der «Royal Company", had in zijn jeugd een portret van zich zelf geschilderd, waarvan echter het bestaan geheel vergeten was, toen een vriend hem op een goeden morgen in zijn atelier een bezoek bracht en beweerde, dat een voortreffelijk portret van hem in een klei nen winkel in Great Portland Street was tentoongesteld. Het ziet er wel is waar lang niet zoo uit, als gij zelf zijt, merkte de vriend op, maar voor een paar jaar kan het wel geleken hebben. Ga het zelf eens zien. Frith ging en vond zijn eigen werk, dat hij voor 45 jaar gemaakt had, en hij besloot het te koopen, hoewel hij zich in het geheel niet meer herinnerde het ge schilderd te hebben. «Ah, een portret" zei de Frith tot de vrouw in den winkel, na dat hij eerst aandachtig eenige andere stuk ken bekeken had. «Wiens portret is dat?" «Het is het portet van den beroemden schilder Frith, door hem zelf gemaakt." «Die moet toch ouder zijn" zeide Frith. «Ja, maar eens was hij zoo jong" ant woordde de vrouw. «Hum, het is niet veel bijzonders." De vrouw kwam hiertegen op en vroeg 20 pond voor de schilderij. Frith zette een verbaasd gezicht. «Het heeft ons bijna evenveel gekost," zeide de vrouw zonder haar gezicht te vertrekken, «wij verdienen er slechts weinig aan. En wat de schilderij zoo kostbaar maakt, is dat de schilder reeds lang gestorven is". Ge storven?" riep Frith verbaasd uit. «Ja ge storven, hij heeft zich doodgedronken, mijn man is bij de begrafenis geweest." Ook Sir Joshua Reynolds, een beroemd portretschilder uit de 18e eeuw, vergat het bestaan van een van zijn stukken. Burke kwam in het bezit van dit stuk, bracht het aan den schilder, en deed het voorko- men alsof het 't werk was van een jon gen kunstenaar, die bij Reynolds om raad kwam vragen. Reynolds zag er lang naar en vroeg: Is de schilder een vriend van u?" »Ja," antwoordde Burko. »Nu" zeide Reynolds: «ik acht mijzelf werkelijk niet in staat een oordeel uit te spreken. Het is tamelijk goed, maar of het goed genoeg is, dat de jonge man zich geheel aan de kunst kan wijden, dat kan ik niet zeggen." Sir Joshua had zijn eigen werk geheel ver geten. Postspoed. Een briefkaart, op 31 Aug. 1897 uit Hagen naar Dussel- dorf gezonden, is zoo wat vijf jaar on derweg geweest. Eerst op 16 Mei 1902 kwam" de kaart te voorschijn en wel te Rio de Janeiro! Vandaar zond men haar naar Dusseldorf terug, doch ze kon hier blijkbaar niet besteld worden. Dezer dagen kreeg de afzender de kaart als onbestelbaar terug. Maar de geadres seerde kreeg haar ten slotte toch in handen, want zij was sedert bijna 5 jaar de vrouw van den afzender! Een geheimzinnige moordge schiedenis interesseert gansch Denemar ken sedert eenige weken. Een jong meisje, dat bij Hjortshoj en Jutland op een laten avond langs een eenzamen landweg kwam, is het slachtoffer. Voor de opsporing van den moordenaar waren niet de minste aanwijzingen en men wilde het onderzoek reeds opge ven. Echter liet men nog eens eenige rechercheurs uit Kopenhagen komen, wier onderzoek het gevolg had, dat de 96jarige vader van het vermoorde meis je, de eigenaar van een boerderij, werd gearresteerd. Voorspoedig. De vrouw van een metselaar te Ostende is bevallen van twee meisjes en een jongen. Dat zijn no. 4, 5 en 6 in 26 maanden; no. 1 en 2 waren tweelingen. Hij kent zijn talen. Een landlouper werd ergens voor een politiebeambte geleid, die met vreemde talen zijn hoofd niet erg ver moeid heeft. Op de gebruikelijke vragen volgt het antwoord: Je ne comprends pas, monsieur. Spreek je Fransch? Je ne comprends pas, monsieur. Spreek je Duitsch? Je ne comprends pas, monsieur. Spreek je Engelsch? Je ne comprends pas, monsieur. Woedend roept de dienaar v d. H. Her mandad, die intusschen een voor hem lig gend woordenboek heeft doorgebladerd Allez, chemin, payscoureur. Op het politierapport werd geschreven na den kerel in vier talen te hebben on dervraagd, die hij geen een van allen machtig was, heb ik hem weggezonden." C Historisch.) Journalistiek in 't verre Westen. «Varkens, schietijzers en hoofdartikels." Onder dezen titel schrijft een Ameri kaansch blad uit het Verre Westen, de Arizona Kicker Het is ons verre van aangenaam tegen de zeden en gewoon ten van onze stad te velde te moeten trekken maar wij kunnen toch niet nalaten onzen medeburgers te verzoe ken hun varkens uit de buurt van het bureau der courant te houden. Terwijl wij ons gisteren bezig hielden met het schrijven van een hoofdartikel over de stabiliteit onzer staatsinstellingen, had een dar varkens van senator Max Bri de zich een weg tot onder ons bureau gebaand en krabde en schuurde zich den rug tegen de balken onder onze voeten. Wij waren genoodzaakt om het beest met een bezemsteel op zijn huid te komen en zoo weg te jagen. Nau welijks waren wij weer gezeten, of wij werden wederom gestoord door het bin nentreden van een langen lummel van cowboy. Hij hield zijn revolver in de hand en vroeg ons of wij de redacteur der Kicker en de schrijver van het ar tikel over het bal bij Baboock waren. Wij hadden namelijk onze afkeuring te kennen gegeven over de wijze waar op de waard, bij gelegenheid van dit bal, behandeld was, daar men hem een voudig overhoop had geschoten, omdat hij aan een cowboy, die hem nog 80 dollars schuldig was, verder crediet weigerde. Toen wij zeiden van ja, be gon dit gemeen individu op ons te schieten maar wij waren er op be dacht geweest. Wij bukten ons en daar wij ongelukkig ons schietijzer niet bij de hand hadden, grepen wij onze wa terkruik, waarin wij gewoonlijk het voor het samenstellen van onze cou rant benoodigde bier halen, en wier pen die met zulk een kracht en met zooveel handigheid naar zijn verstands- kist, dat hij als wijlen Goliath ter aar de stortte. De 7 dollars en 80 centen, die wij in den zak van den verslagene vonden, behielden wij, om daarvan een nieuwe kruik aan te schaffen en als schadeloosstelling voor de schade, aan den wand toegebracht. Door al deze stoornissen waren we zoo afgeleid, dat het ons niet mogelijk was het hoofd artikel te voltooien] Daarom is het, dat de Kicker er heden geen geeft. Trouwens maken wij aan al onze vij anden bekend,.dat wij van lieden af aan ons schietijzer bij ons zullen dra gen en er niets in zien om het, waar "noodig, onmiddellijk te gebruiken. Ook grijpen wij deze gelegenheid aan

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 5