BIJVOEGSEL
Zaterdag 5 Juli 1902.
De Koningin te Sehaumburg.
Gemengd Nieuws.
VAX
VAX
De Lokal-Anzeiger heeft naar aanleiding
van het verblijf van Koningin Wilhelmina
op het slot Sehaumburg een bijzonderen
correspondent naar dit idyllische Duitsche
plaatsje gezonden.
Aan zijn zeer sympathiek gesteld schrij
ven van 27 Juni ontleent de Tel. het vol-
gen de r
De dood, die in den laatsten tijd zoo her
haaldelijk aan de tronen van Europa's
heerschers verwijlde, heeft ook die van de
jonge Koningin van Holland aangeraakt,
maar de kracht van haar jong leven heeft
gezegevierd en wat een zwaar doorgestaan
lijden nog in het gestel van H. M. ach
terliet, wordt nu door de genezende lucht
van Sehaumburg genezen.
De macht der natuur schiep hier een
vrede, die rust ademt.
Hoog boven alles uit verheft zich de
Sehaumburg. Aan de tinnen wapperen de
Hollandsche en Waldeksche kleuren, ele
gante equipages snellen langs de anders
zoo stille woudwegen, de helmpunten van
de gendarmen schitteren in het zonlicht
een waarschuwing«Verboden weg" is
aan een boom aangebracht, een daarbij
aangeslagen bord draagt een aanhaling
van een politie-verordening van 27 Mei
1902 gedateerd, luidende«De toegang
langs de trappen van het beambtengebouw
is verboden" in het kort, ook hier ont
breken de kenteekenen niet die aan een
verblijf van vorsten, zelfs op 't rustigste en
meest afgelegen plekje grond, een officieel
uiterlijk geven.
Twee vorstinnen wonen hier, en dat be
merkt men ook aan het aanwezige gevolg
en het dienstpersoneel, dat, allen tezamen
gerekend, dus hofdames, kamerheeren, se
cretarissen autoriteiten en kamerjuffers
veertig neuzen telt.
Balduin Stein, dat alleen aan de nabij
heid van bet slot Sehaumburg zijn spoor
wegstation te danken heeft, is ondanks de
marmergroeven toch een echt achterhoek
dorp. Maar daar achter vindt men een
merkwaardig stuk romantiek. Reusachti
ge ruïnen verheffen zich om wier breede
muren de klimop een groen kleed wikkelt.
Een bescheiden rotsbeekje ruischt langs de
boomen, een kleine bron murmelt in het
groen, en men zou het waterstraaltje niet
ontdekken, als er niet een marmeren plaatje
was opgesteld, met in gouden letters het
raadselachtige woord «kjamki."
Wat dit woord beduidt? Het is samen
gesteld uit de eerste letters van de namen
van hen, die hier de huwelijksfeesten van
den aartshertog Jozef van Oostenrijk, welke
door zijn huwelijk eens in het bezit van
het slot Sehaumburg kwam, bijwoonden.
Zij waren hertogin Ivlementine van Co-
burg, Aartshertog Jozef, hertog August van
Coburg, Koningin Marie van België, Vor
stin Klotilde en Aartshertog Istvon.
Aan den zoon van Aartshertog Jozef,
hertog Stephan, dankt de Sehaumburg zijn
mooien parkaanleg en in het vóorpark
staat een reusachtige lindeboom, waaron
der Koningin Wilhelmina haar lievelings
zitje koos en vanwaar zij kalm al de be
weging kan gadeslaan, door haar verblijf
veroorzaakt.
De achterzijde van het park is verpacht.
Daar bevindt zich het hotel «Waldecker
Hof," daar concentreert zich het toeristen
verkeer, hier wacht men of de equipages
ook voorbij zullen komen, en wordt met
veel belangstelling elk Hollandsch hofrij
tuig begroet, waarin dames zitten.
Zoo uitgebreid de hofhouding van de
Hollandsche Koninginnen is, zoo eenvou
dig is zij echter ook.
Er wordt geen vorstelijke tafel gehou
den, men ziet geen keur van spijzen, geen
pronk van zilver, neen, men discht een-
voudigen kost op, brreid door den waard
uit het «Waldecker Hof" en zijn huis
vrouw. De schotels verschillen maar wei
nig van die, welke de gasten en toeristen
krijgen.
Óm 8 uur ontbijten de Koninginnen,
om l'/s uur n.iu. volgt een maaltijd, sa
men gesteld uit soep, twee vleezen en com
pote, en 's avonds te 9 uur een diner,
waarbij weer soep, visch en vleesch op het
menu staan.
De Koningin leeft hier, trots haar groot
gevolg, niet als een rijke vorstin, veel
meer als een gefortuneerde jonge vrouw
van deftigen stand. Om het geheele slot
hangt het waas van een idylle.
Het is grappig te vernemen, dat de ge
meente Sehaumburg vier-en-dertig zielen
telt, en toch een eigen burgemeester, een
eigen onderwijzer, een eigen school heeft.
Vijf leerlingen gaan eiken morgen ter
schole, zoodat de onderwijzer voor een
groote klasse staat. Hij heeft dan ook reeds
vijf-en-veertig jaren dienst. Men kan zich
den man denken hoe hij na schooltijd zijn
groote pijp rookt, zittend voor zijn wo
ning aan den lommerrijken weg.
Daar klinkt «De Koningin komt' en
alle stilte, alle rust is voorbij. Iedereen
komt naar buiten, men dringt en duwt
om een goede plaats te krijgen; politie in
uniform en politie in burgerkleeding ver-
toonen zich om de orde te bewaren. Men
mag alleen rechts van den weg staan.
Het touw, dat de laan het slot afsluit,
valt en langzaam rolt een rijtuig nader,
op den bok waarvan naast de rijkbetreste
koetsier een heer in rok en witte das zit.
Schuchter en bedeesd wordt gegroet.
De dames maken een buiging, de hee-
ren nemen de hoeden af, Koningin \V il-
helmina en Koningin Emma groeten vrien
delijk terug.
De jonge Vorstin draagt een witten
stroobioed, een zilvergrijs costuum en een
rooden parasol. Zij ziet er weer als een
jong meisje uit, alieen geeft een melan
choliek trekje een bijzondere bekoorlijk
heid aan haar mooi gezichtje.
De Koningin-Weduwe is-geheel in het
zwart gekleed. Zij kijkt door haar grooten
bril met vroolijke blikken rond.
Vijf wielrijders volgen onmiddellijk na
het rijtuig. Zij zien met een strafrechter
lijk air om zich heen.
De rijtoeren van de Koninginnen duren
drie, vier uren, en soms laat Koningin
Wilhelmina rijtuig en wielrijders in den
steek om te voet verder te gaan door de
bosschen en dalen.
Koningin Wilhelmina gevoelt zich hier
niet alleen wel maar geheel thuis. Zij doet
niet meer als een herstellende, maar als
iemand, die geheel genezen is. Zij stijgt
vlug, zonder iemands hulp uit het rijtuig
en zij wandelt met vasten tred.
Van den Rijn, van de Lahn, uit alle
plaatsen in de omgeving komen de men-
schen als ter pelgrimsvaart naar Balduin-
stein en Sehaumburg en het is alsof ieder
een hier in de buurt met vreugde het be
sef ronddraagt, dat Koningin Wilhelmina
op Duitschen grond genezing vond.
Verdronken. Uit Leiden meldt men
Een viertal huzaren verlustigden zich
met roeien op het breede Galgewater.
Door hun groote onvoorzichtigheid kantel
de het ranke vaartuigje, waardoor alle
vier in het water geraakten, met het
noodlottig gevolg, dat slechts drie perso
nen levend op het droge werden gebracht.
Een student maakte zich nog bijzonder
verdienstelijk door in het diepe water te
springen het was hem echter niet moge
lijk den inmiddels reeds gezonken huzaar
te redden.
Er wordt gezegd dat de drank niet
vreemd aan het ongeluk is.
Reis om de wereld. Rudolf Hanslian met
vrouw en een baby zijn in een kinderwa
gen vertrokken den 12den September 1900
van Weenen om een voetreis door Europa
te doen. Zondag is hij te Weenen terug
gekeerd. Het gezelschap heeft in het ge
heel ongeveer 15000 mijlen afgewandeld.
De kinderwagen had van wind en weer
veel geleden, en kwam in een deerniswaar-
digen toestand terug.
Adrenaline. Zoo heet een stof,
welke eerlang wellicht een groote roi
zal spelen in de geneeskunde. Zij is in
Amerika getrokken uit kleine klieren,
die zich in de nabijheid der nieren
(„renes") bij zoogdieren bevinden. Daar
uit heeft men zeer kleine witte kris
tallen gehaald, bitter van smaak en in
water oplosbaar. Zij hebben de eigen
schap van zelfs bij zeer sterke verdun
ning samentrekkend te werken op de
bloedvaten. De stof is daarom van zeer
groot nut als bloedstelpend middel,
vooral bij operaties op nauwe bloed
rijke plekken, als in den neus en aan
de oogen. Bovendien zou een adrena-
line-oplossing wonderen verrichten bij
neusverkoudheid en „hooikoorts' Een
watje, gedrenkt met een oplossing van
1 op 5000 en in den neus geschoven,
zou in 5 minuten door de samentrek
kende werking de lastige kwaal ver
helpen Het klinkt haast te fraai om
geloof te verdienen. (Hbl.J.
Vorstelijke gift. H. M. de Koningin
heeft f 100 beschikbaar gesteld als bijdra
ge in de kosten van overtocht naar Nieuw-
Mexico van een Groningschen letterzetter,
die daar herstel hoopt te vinden van zijn
borstkwaal.
Ook een beleediging. Een vrouw uit het
grensdorp Suderwick, die een grensbe
ambte als «kommies" aanriep, een titel,
dien ook wij voor onze grensbeambten be
zigen, is door de rechtbank te Munster in
hooger beroep wegens beleediging tot een
boete van 3 mark veroordeeld.
Een vreemde gast. Men meldt
uit den Haag:
Toen de eigenaar van het hotel en
café-restaurant Neuf, Stationsweg al
hier, 's morgens de benedenzaal binnen
trad, kwam hij tot de ontdekking, dat
hij een gast in huis had gehad, die
zich niet voor „logies" bij hem had
aangemeld.
Hij Youd n.l. achter het buffet een
man' die zich rustig te slapen had ge-
legd.
Wakker geschud, verklaarde deze in
den afgeloopen nacht door het stukslaan
van een keukenraam in de zaal te zijn
gekomen, zich te goed te hebben ge
daan aan bier, om vervolgens zijn bed
in te richten op de plaats, waar hij
's morgens gevonden werd.
Het onderzoek door de politie inge
steld wees echter uit dat zijn bewerin
gen juist waren. Er v\ordt niets ver
mist en op den verdachte, die voorloo-
pig ter beschikking van den commis
saris van politie wordt gehouden, is
ook niets gevonden.
Van 't dak gevallen. Een 16-
jarige koperslager, J. de Z., is bij zijn
werk te Etten van het dak van de
pastorie gevallen. De jongen kwam met
het hoofd op een ijzeren hek terecht
en is, zonder tot bewustzijn te zijn ge
komen, een uur later overleden.
Uit oude dagen. Prof. Dörpfeld werd
door een ingezetene van den Haag in staat
gesteld navorschingen te doen naar het
paleis van Odysseus, die evenwel nog
niet tot het gewensclite resultaat hebben
geleid.
Thans wordt mededeeling gedaan van
eene veelbelovende ontdekking, gedaan
door een Hollandschen archaeoloog te Ar-
gos. Dr. Volgralf (zoon van den onlangs
te Utrecht benoemden professor) heeft na
melijk in deze oude koningsstad, die in
ouderdom met Mykene in Tiryns wedij
vert, en in de geheele Grieksche geschie
denis zulk eene belangrijke rol speelde,
opgravingen begonnen, waarbij hoogst
merkwaardige „cyclopische" bouwwerken
dergelijk als die te Mykene, werden
blootgelegd. Een nauwgezet en langdurig
onderzoek is noodig. De bovenbedoelde
Haagsche ingezetene heeft zich weder be
reid verklaard de kosten van dit onder
zoek te dragen.
Een kerk verplaatst.
Echt Amerikaansch natuurlijk! Te
Chicago heeft men even een groote
lerk opgenomen en verplaatst.
Enkele jaren geleden was dichtbij de
Emmanuelkerk het groote hotel Metro-
pole" gebouwd en toen het te laat was
werd pas opgemerkt, dat de kerktoren
de voornaamste kamers uit het hotel
zoo donker maakte, dat zij zoo goed als
geen waarde meer hadden. De eige
naars van het hotel deden daarom aan
de gemeente der kerk het voorstel, de
kerk op hun kosten een eindje te ver
schuiven. De gemeente bewilligde hier
in voetstoots, omdat hierdoor de kerk
ook een betere ligging zou krijgen. De
onderneming zelf was in technisch op
zicht een zeer vermetele daar het
niet te doen was om een door scheids
muren aaneengetimmerd gebouw, maar
om een groote, holle ruimte zonder
pilaren in beweging te zetten, waarbi
kleine verschuivingen naar verschillende
kanten de gevaarlijkste gevolgen na
zich zouden kunnen sleepen. De „Deut
sche Bauzeitung" doet daarom van deze
voor architecten buitengewoon belang
rijke kerkverschuiving uitvoerige mede-
deelingen. De kerk zelf bestaat volgens
deze courant uit gehouwen steen, is
28.3 M. breed en 49 M. diep, de gevel
van het hoofdfront bereikt eene hoogte
van 30.5 M. boven het niveau der straat,
de toren stijgt tot 68.6 M. hoog en is
tot aan 27.4 M. hoogte van massieve
sternen gebouwd. Het gewicht der kerk
met den toren wordt berekend op 133.000
centenaren. Het stuk, dat de kerk verzet
zou moeten worden, bedraagt 15.3 M.
De bezwaren van de onderneming waren
daarom des te grooter, omdat boven
het hoofdportaal een groot draai mc
venster is, en ook het geheele gebouw
zich volstrekt niet in bijzonder goeden
toestand bevond, want de noordelijke
gedeelten waren onregelmatig tot 10 cM.
uitgezakt, en aan den zuidelijken zijgevel
was het dak 13 cM daarvan afgeweken.
Niettegenstaande dit alles, waren twee
ondernemers (house-movers) bereid het
werk te wagen, en tegen het deponeeren
van een waarborg ten bedrage van
125 000 gulden werd het aan een van
hen opgedragen. De technische bijzon
derheden van al hetgeen werd aange
bracht om gevaarlijke spanningen en
verdraaiingen te verhinderen, interessoe-
ren alleen den vakman; men kan hier
volstaan met op te merken, dat om het
gebouw slechts 13 mM. op te lichten,
niet minder dan 1579 dommekrachten
in gelijke, langzame beweging aan het
werk gesteld moesten worden. Daarbij
waren 150 arbeiders werkzaam, van
wie ieder 8—10 dommekrachten te be
werken had. Op een gefloten signaal
snelde iedere arbeider van het eene naar
het andere, aan zijn zorgen toevertrouw
de wertuig en voerde iederen keer een
kwart-omdraaiing uit. Daarop volgde
het in beweging zetten in horizontale
richting op zware balken, die even
wijdig aan de noordelijke lengtezijde der
kerk waren aangebracht. Deze beweging
werd bewerkstelligd door 60 domme
krachten tusschen de dwarsbalken en
de bovenste vloerlagen van den onder
bouw. Het in beweging brengen tot
aan de nieuwe plek nam in zijn geheel
zes dagen in beslag. Deze arbeid werd
zoo zorgvuldig uitgevoerd, dat er zelfs
geen afbrokkelen van de buitenste
versiering der muren plaats had; boven
dien werden verdere zakkingen der mu
ren onmogelijk gemaakt en werd door
de verschuiving de soliditeit van het
geheele gebouw dus aanmerkelijk ver
hoogd.
Bepaald verbazingwekkend Ameri
kaansch.
Zwaarbeproefde vrouw. Te Ul-
sen (PrJ in de nabijheid van Nieuw-
Schoonebeek kwam dezer dagen zekere
W. D., op treurige wijze om het le
ven. Bij 't naar boven voeren nl. der
grondstof langs een hellend vlak door
middel van een hulpspoor, raakte de
wagen achter de locomotief los, vyaar-
door D., die zich beneden bevond, de
beide beenen werden verbrijzeld. Toen
zijne vrouw hem in het ziekenhuis te
Lingen, waarheen hij vervoerd was,
een bezoek wilde brengen, was de on
gelukkige reeds overleden. En toen de
arme moeder thuiskwam was ook het
oudste harer beide zieke kinderen ge
storven.
- Ook een bad. Maandag tegen
den avond bracht zekere Van de W.,
wonende in de Tolbrugstraat, te 's Her
togenbosch heel wat vroolijkheid te
weeg.
Wellicht onder den invloed van
Bacchus zijnde, begaf hij zich gekleed
te water in de binnendieze, loopende
tusschen Tolbrugstraat en Markt-straat,
en doorwaadde die, naar hartelust
zingende en zoo nu en dan eens kopje
onder gaande, tot aan de Gasthuisstraat.
Daar werd hij opgewacht door een
grooten hoop vólk, voor een groot deel
bestaande uit de straatjeugd.
Met de jas over het hoofd sprong hij
vroolijk druipnat en beslikt de straat
over, totdat hij agenten van politie
ontmoette, die het beter oordeelden den
man onder dak te brengen.
Ongelukken.
Terwijl te Tilburg vier arbeiders
bezig waren boven op den grooten
gashouder, dezen te reinigen, wierpen
zij gekscherende elkander met allerlei
voorwerpen, met het gevolg, dat een
werkman door een anderen zoodanig
aan het hoofd werd getroffen met een
stuk hout, dat hij bewusteloos neer
stortte en boven van den gashouder
viel. De ongelukkige verkeert m levens
gevaar.
De landbouwer J. Verwijmeren te
Beek (L.) reed gisteren staande op zijn
kar overde tramlijn. De tram van
Breda, die juist aankwam, kon niet
tijdig genoeg stoppen, met het gevolg
dat de kar tot splinters vloog, het paard
gedood en de voerman zoo verwond
werd, dat hij gisterochtend overleed.
Te Haarlem is een jongetje van
vijf jaar, dat met lucifers speelde, in
brand geraakt en levensgevaarlijk ge
wond opgenomen in het St. Elisabeth's
gasthuis.
Te Pineiro (Orenso, Spanje) is,
terwijl iemand werd begraven en een
lijkdienst werd gehouden, de bliksem
in een kapel bij het kerkhof geslagen;
25 personen werden gedood en 35 zwaar
gekwetst.
Vergeetachtige schilders. Een paar aar
dige anecdoten van twee beroemde Engel-
sche schilders vertelt een Engelsch tijd
schrift. De gevierde schilders William Po-
wel Frith, lid der «Royal Company",
had in zijn jeugd een portret van zich zelf
geschilderd, waarvan echter het bestaan
geheel vergeten was, toen een vriend hem
op een goeden morgen in zijn atelier
een bezoek bracht en beweerde, dat een
voortreffelijk portret van hem in een klei
nen winkel in Great Portland Street was
tentoongesteld. Het ziet er wel is waar
lang niet zoo uit, als gij zelf zijt, merkte
de vriend op, maar voor een paar jaar kan
het wel geleken hebben. Ga het zelf eens
zien. Frith ging en vond zijn eigen werk,
dat hij voor 45 jaar gemaakt had, en hij
besloot het te koopen, hoewel hij zich in
het geheel niet meer herinnerde het ge
schilderd te hebben. «Ah, een portret" zei
de Frith tot de vrouw in den winkel, na
dat hij eerst aandachtig eenige andere stuk
ken bekeken had. «Wiens portret is dat?"
«Het is het portet van den beroemden
schilder Frith, door hem zelf gemaakt."
«Die moet toch ouder zijn" zeide Frith.
«Ja, maar eens was hij zoo jong" ant
woordde de vrouw. «Hum, het is niet veel
bijzonders." De vrouw kwam hiertegen op
en vroeg 20 pond voor de schilderij. Frith
zette een verbaasd gezicht. «Het heeft ons
bijna evenveel gekost," zeide de vrouw
zonder haar gezicht te vertrekken, «wij
verdienen er slechts weinig aan. En wat
de schilderij zoo kostbaar maakt, is dat
de schilder reeds lang gestorven is". Ge
storven?" riep Frith verbaasd uit. «Ja ge
storven, hij heeft zich doodgedronken, mijn
man is bij de begrafenis geweest."
Ook Sir Joshua Reynolds, een beroemd
portretschilder uit de 18e eeuw, vergat het
bestaan van een van zijn stukken. Burke
kwam in het bezit van dit stuk, bracht
het aan den schilder, en deed het voorko-
men alsof het 't werk was van een jon
gen kunstenaar, die bij Reynolds om raad
kwam vragen. Reynolds zag er lang naar
en vroeg: Is de schilder een vriend van
u?" »Ja," antwoordde Burko. »Nu" zeide
Reynolds: «ik acht mijzelf werkelijk niet
in staat een oordeel uit te spreken. Het
is tamelijk goed, maar of het goed genoeg
is, dat de jonge man zich geheel aan de
kunst kan wijden, dat kan ik niet zeggen."
Sir Joshua had zijn eigen werk geheel ver
geten.
Postspoed. Een briefkaart, op
31 Aug. 1897 uit Hagen naar Dussel-
dorf gezonden, is zoo wat vijf jaar on
derweg geweest. Eerst op 16 Mei 1902
kwam" de kaart te voorschijn en wel
te Rio de Janeiro! Vandaar zond
men haar naar Dusseldorf terug, doch
ze kon hier blijkbaar niet besteld worden.
Dezer dagen kreeg de afzender de kaart
als onbestelbaar terug. Maar de geadres
seerde kreeg haar ten slotte toch in
handen, want zij was sedert bijna
5 jaar de vrouw van den afzender!
Een geheimzinnige moordge
schiedenis interesseert gansch Denemar
ken sedert eenige weken. Een jong
meisje, dat bij Hjortshoj en Jutland op
een laten avond langs een eenzamen
landweg kwam, is het slachtoffer.
Voor de opsporing van den moordenaar
waren niet de minste aanwijzingen en
men wilde het onderzoek reeds opge
ven. Echter liet men nog eens eenige
rechercheurs uit Kopenhagen komen,
wier onderzoek het gevolg had, dat de
96jarige vader van het vermoorde meis
je, de eigenaar van een boerderij, werd
gearresteerd.
Voorspoedig. De vrouw van een
metselaar te Ostende is bevallen van
twee meisjes en een jongen. Dat zijn
no. 4, 5 en 6 in 26 maanden; no. 1
en 2 waren tweelingen.
Hij kent zijn talen. Een landlouper werd
ergens voor een politiebeambte geleid, die
met vreemde talen zijn hoofd niet erg ver
moeid heeft. Op de gebruikelijke vragen
volgt het antwoord:
Je ne comprends pas, monsieur.
Spreek je Fransch?
Je ne comprends pas, monsieur.
Spreek je Duitsch?
Je ne comprends pas, monsieur.
Spreek je Engelsch?
Je ne comprends pas, monsieur.
Woedend roept de dienaar v d. H. Her
mandad, die intusschen een voor hem lig
gend woordenboek heeft doorgebladerd
Allez, chemin, payscoureur.
Op het politierapport werd geschreven
na den kerel in vier talen te hebben on
dervraagd, die hij geen een van allen
machtig was, heb ik hem weggezonden."
C Historisch.)
Journalistiek in 't verre Westen.
«Varkens, schietijzers en hoofdartikels."
Onder dezen titel schrijft een Ameri
kaansch blad uit het Verre Westen, de
Arizona Kicker Het is ons verre van
aangenaam tegen de zeden en gewoon
ten van onze stad te velde te moeten
trekken maar wij kunnen toch niet
nalaten onzen medeburgers te verzoe
ken hun varkens uit de buurt van het
bureau der courant te houden. Terwijl
wij ons gisteren bezig hielden met het
schrijven van een hoofdartikel over de
stabiliteit onzer staatsinstellingen, had
een dar varkens van senator Max Bri
de zich een weg tot onder ons bureau
gebaand en krabde en schuurde zich
den rug tegen de balken onder onze
voeten. Wij waren genoodzaakt om het
beest met een bezemsteel op zijn huid
te komen en zoo weg te jagen. Nau
welijks waren wij weer gezeten, of wij
werden wederom gestoord door het bin
nentreden van een langen lummel van
cowboy. Hij hield zijn revolver in de
hand en vroeg ons of wij de redacteur
der Kicker en de schrijver van het ar
tikel over het bal bij Baboock waren.
Wij hadden namelijk onze afkeuring
te kennen gegeven over de wijze waar
op de waard, bij gelegenheid van dit
bal, behandeld was, daar men hem een
voudig overhoop had geschoten, omdat
hij aan een cowboy, die hem nog 80
dollars schuldig was, verder crediet
weigerde. Toen wij zeiden van ja, be
gon dit gemeen individu op ons te
schieten maar wij waren er op be
dacht geweest. Wij bukten ons en daar
wij ongelukkig ons schietijzer niet bij
de hand hadden, grepen wij onze wa
terkruik, waarin wij gewoonlijk het
voor het samenstellen van onze cou
rant benoodigde bier halen, en wier
pen die met zulk een kracht en met
zooveel handigheid naar zijn verstands-
kist, dat hij als wijlen Goliath ter aar
de stortte. De 7 dollars en 80 centen,
die wij in den zak van den verslagene
vonden, behielden wij, om daarvan een
nieuwe kruik aan te schaffen en als
schadeloosstelling voor de schade, aan
den wand toegebracht. Door al deze
stoornissen waren we zoo afgeleid, dat
het ons niet mogelijk was het hoofd
artikel te voltooien] Daarom is het,
dat de Kicker er heden geen geeft.
Trouwens maken wij aan al onze vij
anden bekend,.dat wij van lieden af
aan ons schietijzer bij ons zullen dra
gen en er niets in zien om het, waar
"noodig, onmiddellijk te gebruiken.
Ook grijpen wij deze gelegenheid aan