No. 53. Woensdag 25 Juni 1902. 1® Jaargang. FEUILLETON. Wedergevonden. Brieuen, stukken en advertentiên te zenden aan den Redacteur-Administrateur van „Z ELAN DIA" te Zuiddorpe. Zij, die zich tegen 1 Juli op ons blad wenschen te abonneeren, ontvangen de nog tot dien tijd ver schijnende nummers gra tis. Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren. Inzending van advertentiên vóór 3 ure op den dag der uitgave. Buitenlandsch Overzicht. Ij ANDIA Prijs per 3 maanden i franco per post 75 cent. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs slechts f 2,50 Voor Nederland en voor België frs. 6,50. Aan deze uitgave is verbonden een GEÏLLUSTREERD ZONDAGSKLAD tegen den prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden. Advertentiên t van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10. BijQdriemaal, plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden bij vooruitbetaling geplaatst voor AO cent per advertentie. Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie. De Ramp op Martinique. Schrikkelijke bijzonderheden over de ramp van St. Pierre worden thans mede gedeeld door den eenigen eigenlijken ge- getuige, den kapitein der Roddam, die op de reede lag en slechts half verbrand en verkoold de open zee heeft weten te be reiken. Kapitein Freemann schrijft ,,De uitbarsting klonk dof en zwaar. Ik zag naar den berg en bemerkte, hoe de zij de zich opende en een groote zwarte wolk eruit borrelde, die op St. Pierre toerolde. De aanblik was vreeselijk Ik moest denken aan een kat, die een muis bespringt. Toen de wolk de stad naderde, werd zij grooter en grooter en nam den vorm van een waaier aan. Er scheen mij nauwelijks een minuut sedert de ontploffing verloopen te zijn toen de wolk reeds over de baai veegde en de Roddam trof. Het schip leg de zich op zij, alsof het door een reuzen- hand geslagen werd Toen de wolk naderde, sprong ik in 't kaartenhuis. Daar bleef ik eenige oogenblikken, maar kwam tot het inzicht, dat het hier gold snel of in 't geheel niet te ontsnappen. Ik liep er weer uit én door een regen van vuur en stof naar voren. Het gelukte mij, de an kerketting van de ankerspil los te maken. Wij verloren het anker met 135 vadem ketting. Toen ik naar de brug terugstrom- pelde, kreeg ik bij iederen stap een nieuwe brandwond Mijn handen waren zoo 15.) Haastig liep ik door wat mij eene groo te zaal toescheen, kwam in de keuken en beproefde een van de vensters te openen. Toen ik bemerkte, dat ik het gemakke lijk van binnen kon opschuiven, haalde ik voor het eerst, sedert ik op het gebroken glas op den zolder was neergekomen, rui mer adem, keerde vervolgens terug en o- pende de deur van den keukenschoorsteen om er in te kijken. Zooals ik half verwachtte, vond ik een hoop half verkoolde lompen, die aanduid den, waar de schelmen hunne bovenklee- ren hadden verbrand, en toen ik verder zocht, haalde ik uit do asch een ring te voorschijn. Of zij zich al of niet bewust waren te hebben beproefd hem op deze wijze te vernietigen, weet ik niet, maar ik stak hem dankbaar in mijn zak voor den dag, dat hij als bewijsstuk noodig mocht zijn. Toen ik nu niets meer van belang in dien hoek vond, vroeg ik mijzelf af, of ik koelbloedig genoeg was om in den kelder neer te dalen. Ik kwam eindelijk tot het besluit, dat het meer was, dan van ie mand in mijn toestand kon verwacht wor den, wierp een laatsten blik op de voch tige, sombere muren om mij heen en sprong toen met een zucht van verlichting uit het keukenvenster in de open lucht. verbrand, dat ik het stuurtoestel niet be wegen kon, doch dit gelukte mij met de ellebogen. Den eerste en tweede officier kon ik niet vinden. Een matroos vertelde mij, dat 10 man der equipage dood waren en 17 over boord gesprongen. Meer dan een uur dreven wij in 't donker. Elke paar minuten gingen aan 't strand vaten rum, die ter verzending gereed lagen, in vlam men op en maakten mij daardoor mogelijk, het strand te zien. Het stof viel dicht en zonder onderbrekinghet drong mij in oogen, neus en ooren. Het gevoel van ver stikking was erger dan de pijn der brand wonden en de vreeselijke hitte Ik herinner mij vaag, dat ik zuchtte,,Mijn God, hoe langen tijd heb ik noodig om te sterven" Van den ondergang der stad verhaalt hij nog: „De bevolking van St. Pierre stierf niet terstond. Toen de Roddam dichter bij het strand werd gedreven, zag ik honderden half waanzinnige mannen en vrouwen door de vlammen der zuidelijke stad heen en weer rennen. Groote menigten stortten zich in de feitelijk kokende zee." Dit laatste biedt ons de verklaring, waar om zoo weinig lijken zijn gevonden. AMERIKA. Woestelingen. Een gewapende hoop grauw is een ko lenmijn in de buurt van Williamstown (Virginië) binnengedrongen, om 25 del vers te dwingen het werk neer te leggen. Toen de mijnwerkers dit niet wilden doen, slingerden de aterlingen dynamiet in de mijn, zoodat er een ontploffing plaats had. Vijf werklieden kwamen om. Op het oogenblik dat de overledenen uit de mijn bovenkwamen, werden zij ont vangen met revolverschoten, zoodat vele anderen gewond werden. TURKIJE. Eeit profeet. De sultan van Turkije is ten zeerste ont steld door de voorspelling van een bejaar den en hoogvereerden Mohammedaanschen profeet, die te Constantinopel woont. Eenige dagen geleden was de profeet op Ik zou er op kunnen zweren, dat ik, terwijl ik sprong, eene deur in het oude huis op zijne hengsels hoorde draaien en zachtjes dichtgaan. Met eene rilling kwam ik tot het besluit, dat het uit den kqlder kwam. Vele en strijdig waren mijne gedachten op den terugweg naar Melville. Maar bo venal kwam ik tot het aangename bewust zijn, dat ik, bij de behandeling eener ge heimzinnige zaak, zooals dikwijls het ge val is, toevallig den sleutel gevonden had tot eene andere van nog meer gewicht, en daarmee een punt van uitgang dat zeer tot mijn voordeel kon strekken. Want de belooning, die gezet was op de aanhouding der Schoenmakers, was groot, en de mo gelijkheid, dat ik degene was, die de au toriteiten op hun spoor zou brengen, scheen, na hetgeen deze dag opgeleverd had, min stens zeer waarschijnlijk. In allen gevalle besloot ik het gras niet onder mijne voeten te laten groeien, eer ik mijn chef in kennis had gesteld, van wat ik dien dag gezien en gehoord had in het oude toevluchtsoord dezer twee ont snapte boeven. Toen ik bij de herberg te Melville kwam en hoorde dat de heer Blake daar een uur geleden veilig was teruggekeerd, nam ik den waard tc-r zijde en vroeg, wat hij mij kon mededeelon omtrent het huis der twee beruchte rooveis Schoenmaker, waar ik voorbij was gereden op mijn terugweg o- ver de heuvels. »Wel komaan," antwoordde hij, «dat is audiëntie bij den sultan, en bitter wee- nend voorspelde hij den ondergang van het Ottomaansche rijk en de verdeeling van Turkije onder de Christen mogendheden. Abdul Hamid was geheel terneêr gesla gen door deze profetie en bleef uren lang, nadat de profeet hem had verlaten, in diep gepeins verzonken. SDANJE. Katholicisme in Spanje. De afgetreden Spaansche minister Cana- lejas, een der hevigste kerkvervolgers, reist het land door om anti-godsdienstige meetings te houden. Nu hem dat niet al te best gelukt, heeft hij zich aangesloten bij het uitvaagsel der Maatschappij om ge weld te gebruiken en de revolutie te pre diken. Canalejas ageert in hoofdzaak tegen de Congregaties. Bij het godsdienstloos gedeel te van het Spaansche volk geniet hij een geestdriftvolle ontvangst. In Valencia een stad toch reeds zwaar gedrukt onder de belastingen, oogstte hij bij de arbeidersbe volking groote toejuichingeveneens te Valencia, waar de Kamer van Koophandel hem een feestmaal aanbood. Ook in Spanje's ..volkrijkste stad, Bar celona, de eerste handelsstad, bereidt men nu een schitterende ontvangst aan Cana lejas. Men kan hieruit afleiden hoe ver de ka tholieke bevolking van Spanje gebracht is op den weg der onverschilligheid. FRANKRIJK. De Zweinlellirnm. De elementen die de geldswaarde van een kunstwerk bepalen zijn vooruit nog moeielijker te schatten, dan bij andere koopwaren het geval is. De schilderijen van mevrouw Humbert werden dezer da gen verkocht, en de eerste partij is heen gegaan voor prijzen, die nooit zouden be dongen zijn zonder de eigenaardige om standigheden, die tot deze publieke verkoo- ping aanleiding hebben gegeven. Niet al leen de roem der kunstenaars, maar nog meer de faam van mevrouw Humbert maakt de stukken, die in haar salons hebben gehangen, tot een begeerlijk bezit. De opbrengst van den eersten verkoop- grappig. Ik heb juist dien heer boven een hoop vragen beantwoord omtrent dat zelfde oude ding, en nu komt gij er weer mee aan juist alsof dat bouwvallige hol het eenige belangwekkende was, wat wij hier hebben." «Misschien is dat wel waar," zeide ik lachend. «Juist nu de couranten vol zijn van die schelmen, moet alles, wat betrek king heeft op hen, natuurlijk wel hoogst belangrijk zijn." En ik drong weer bij hem aan om mij de geschiedenis te vertel len van het huis en de twee dieven, die het bewoond hadden. «Wel," zeide hij, «wij weten niet veel van hen, en toch misschien een beetje te veel voor hun hals. Er was een tijd, toen niemand hen van veel kwaad verdacht, ofschoon men wel vermoedde, dat zij hot met geldzaken niet zoo heel nauw namen. Zij hielden daar in dien tijd eene herberg, maar toen zij zoo duidelijk overtuigd wer den van den diefstal aan de Rutland bank, heb ik meer dan één man hooren zeggen, dat hij de Schoenmakers altijd verdacht had van schelmen te zijn en er werd zelfs gezinspeeld op iets ergers dan roof. Maar niets dan die eene misdaad is hun bewe zen en daarvoor werden zij, zooals gij weet, voor twintig jaar naar de gevange nis gezonden. Twee maanden geleden zijn zij ontsnapt en dat is het laatste, wat van hen bekend is. Het is een mooi spande vader is slechts een zooveel grooter schurk dan de zoon, als hij jaren ouder is." «En de herberg? Wanneer is die geslo ten dag is fr. 614,910. Een klein stukje van Henner, getaxeerd op fr. 500, ging voor fr. 2750. Een stuk van Baudryfr. 25.000; twee stukken van Corot, fr. 49,000 elk, een Daubigny fr. 50,500. DUITSCHLAND. Merkwaardige woorden. De Duitsche keizer heeft een bezoek ge bracht aan Aken, waar hij in den histo- rischen Munster, op de plek waar Karei de Groote gezalfd en gekroond werd, de volgende merkwaardige woorden heeft ge sproken „Hier staat naast mij generaal baron von Loë, een trouw dienaar zijns heeren en der Pruisische koningen. Hjj werd door mij gezonden naar Rome, naar het jubi leum van den Heiligen Vader. „Toen hij mijne gelukwenschen en mijne jubileumsgeschenken overhandigde en in vertrouwelijk gesprek met den H. Vader vertelde hoe het bij ons in Duitschland stond, antwoordde Z. H.: „dat het Hem verheugde, te kunnen verklaren, dat ge neraal von Loë steeds den vroomheidszin der Duitschers, en vooral van het Duit sche leger had hoog gehouden. Z. H. kon hem echter nog meer zeggen en verzocht hem, het zijnen Keizer mee te deelen: het land in Europa, sprak de H Vader, waar nog tucht en orde heersch- te, waar nog eerbied voor de overheid en eerbied voor de Kerk bestond, het land waar ieder katholiek ongestoord en vrij zijn geloof kan dienen en zijne geloofs voorschriften naleven, dat is alleen het Duitsche Rijk." (Levendige toejuichingen.) „Mijnheeren, deze woorden geven mij het recht van te zeggen, dat beide eere diensten in mijn rijk een groot doel voor oogen moeten houden de vreeze Gods en den eerbied voor de Kerk te onderhouden en te sterken. „Want, of wij ook moderne menschen zijn en leven en streven en een doel na jagen op dezen of genen weg, ieder is ver loren, die niet zijn leven op den grondslag van den godsdienst stelt. „Daarom leg ik op dezen dag, op deze plaats, die niet alleen tot spreken, maar ook tot gelooven stemt, de belofte af, dat ik het gansche volk en het gansche rijk, «Terstond na hunne gevangenneming." «Is die later weer geopend? «Maar eens, toen er een paar détectives uit Troy kwamen om een onderzoek, zoo als zij" het noemden, in te stellen." «Wie heeft den sleutel?" «O, dat is meer dan ik u kan zeggen." Ik durfde niet vragen in hoeverre mij ne vragen verschilden van die van den heer Blake, en dit punt ook zelfs niet aan roeren. Ik was nu vooral verlangend zon der uitstel naar New-York terug te kee- ren daarom betaalde ik mijne rekening, bedankte den waard, besteeg, zonder op de omnibus te wachten, mijn paard weer en keerde terstond naar Putney terug, waar ik gelukkig genoeg den avondtrein nog kon halen. Den volgenden morgen te vijf uur was ik te New-York, waar ik mijn programma dadelijk uitvoerde, door naar het hoofdbureau te gaan en mijne vermoedens aangaande de verblijfplaats der Schoenmakers mede te deelen. Dit bericht werd met belangstelling aangehoord, en ik had de voldoening dienzelfden dag twee man naar het noorden te zien vertrekken met bevel de gevangenneming der twee beruchte schelmen, waar zij ook gevonden mochten worden, te bewerkstelligen. VIII. Dien avond had ik een gesprek met Fanny over de zijpoort. Zij kwam buiten, toen zij mij zag naderen, met verschrikte oogen en zichtbaar ontsteld. «O", riep zij uit, «zoo iets, alk ik van daag gehoord heb 1" mijn leger, mij zeiven en mijn huis onder de bescherming stel van Hem van wien gezegd wordter is geen heil buiten God en die zeide: Hemel en aarde zullen ver gaan, doch mijne woorden zullen eeuwig leven." SAKSEN. Do nieuw© Koning. De nieuwe Koning van Saksen, George, gelijkt in vele opzichten op zijn overleden broeder. Hij is evenals deze van ganscher harte soldaat. Zijn militaire bekwaamheden zijn geble ken op zijn rit met zijn brigade ruiterij door de Karpathen en vier jaren later bij Nouart, op de hoogten van Sedan en bij Villiers. Onder zijn goede eigenschappen noemt men zijn vlijt. Ook nu nog, op zeventigjarigen leeftijd, behoort hij tot de werkzaamste menschen. Hij moet als officier voor zijn soldaten gevoelen en heeft dan "ook tien jaren ge leden een scherpe verordening uitgevaar digd tegen het mishandelen van soldaten. Ook in het parlement is hij veel op den voorgrond gekomen. Volgens de Saksische grondwet, worden de prinsen bij hun meerderjarigheid lid van de Eerste Stendenkamer. Koning George is daar voorzitter van de financieele commissie geweest, het belang rijkste lichaam uit de Kamer. Hij vatte zijn taak steeds zeer ernstig op, heeft dikwijls belangrijke hoofdstukken van de begrooting tot in bijzonderheden doorgewerkt en er in de Kamer verslag over uitgebracht. Reeds als student te Bonn was George een goed spreker. In de Eerste Kamer muntte hij uit door zakelijkheid, beknoptheid en helderheid, eigenschappen die in het hedendaagsche Duitsch moeilijker te beruiken zijn dan in eenige andere taal. Behalve in financieele vraagstukken voelde hij zich goed thuis in grondwette lijke kwesties.. Gelijk hij uit zichzelven eenvoudig en zuinig is, verlangt hij ook dat op de be-> grooting alle onnoodige uitgaven vermeden zullen worden. Kortgeleden was hij veertig jaren lang »Nu", zeide ik, «wat dan? Laat het mij ook hooren." Zij legde de hand op het hart. «Ik ben nog nooit zoo bang geweest", fluisterde zij; «ik dacht, dat ik flauw zou vallen. Die elegante dame een woord als misdaad te hooren gebruiken «Welke elegante dame?" vrA ik haar in de rede. «Wees toch zoo goed niet in het midden van 't verhaal te beginnen ik zou gaarne alles hooren.'' «Wel", zeide zij, een beetje tot bedaren komend, «juffrouw Daniels had vandaag bezoek, eene dame. Zij was gekleed «Och kom", viel ik voor de tweede maql in, «dat kunt gij wel weglaten. Zeg mij maar, hoe haar naam is en bekommer u niet om die bijzonderheden." «Haar naam?" riep het meisje eenigszins scherp uit. «Hoe zou ik haar naam kunnen weten? Zij heeft mij niet een bezoek ge bracht." «Hoe zag zij er dan uit? Gij hebt haar gezien, veronderstel ik?" «En vertelde ik u dat niet, toen gij mij in de rede vielt? Zij zag er uit als eene vorstin, werkelijk zulk eene voorname dame als ik nooit gezien heb, met haar fluweelen kleed, dat over den grond sleep te, en haar diamanten zoo groot als «Was zij donker?" vroeg ik. «Haar haar was zwart en hare oogen ook, als gij dat bedoelt." «En zij was heel lang en zag er trotsch uit?" Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 1