BIJVOEGSEL Zaterdag 21 Juni 1902 Eene zaak van belang voor ouders van toekomstige dienstplichtigen en voor die jongelieden zelve. Vele ouders zien op tegen het oogen- blik waarop hun zoon het ouderlijk huis zal moeten verlaten en de uniform zal moeten gaan dragen, en terecht. Behalve de zedelijke gevaren, waaraan de jeugdige nrilitairen blootstaan wan neer zij verkeeren in eene voor hen ge heel vreemde omgeving, dikwijls in eene stad gelegen in eene hun onbekende landstreek, brengt het dienen stoornis in menig bedrijf, waarin de zoon moei lijk of niet gemist kan worden, schaadt het den jongeling zelve door zijne op leiding te onderbreken of doet het de inkomsten van het huisgezin dalen, om dat de zoon geen geld meer inbrengt. Toch hebben de ouders en de jonge lingen zelve het gedeeltelijk in hunne macht om zoowel de zedelijke gevaren als de financieele schade te beperken. Het middel daartoe is het getuigschrift dat wordt uitgereikt aan jongelieden die eenige geoefendheid in de behandeling van het geweer hebben verkregen vóór zij in dienst treden, welk getuigschrift den dienstplichtige aanspraak geeft op plaatsing bij het korps en in het gar nizoen zijner keuze. In korte trekken zal hier worden me degedeeld wat er gedaan moet worden om dat getuigschrift te verwerven. In de door den Minister van Oorlog vastgestelde „Regeling van het voorbe reidend militair onderricht" is onder meer bepaald 1. Onder voorbereidend militair onderricht begrijpt deze regeling het elementair praktisch en theoretisch on derwijs in den dienst der infanterie en der Vesting-Artillerie, dat door officieren en minder kader van het leger wordt gegeven aan jongelieden buiten den troep, cjje zich tot het ontvangen van dat on derwijs vrijwillig aanmelden. 2. Het voorbereidend militair on derricht heeft in het algemeen ten doel, door locale oefening, die zooveel moge lijk aansluiting zoekt bij het schoolon derwijs in de gymnastiek, de. bekend heid te bevorderen met de eenvoudigste militaire exercitiën, terwijl het tevens leert kennen de algemeene plichten van den soldaat. Dat onderricht strekt bovendien om hen, die de verbintenis wenschen aan te gaan als vrijwilliger voor het reser vekader, in de gelegenheid te stellen zich de voor die verbintenis gevorderde bedrevenheid in de behandeling van het geweer eigen te maken en voorts tot opleiding van toekomstige militieplich- tigen, die aanspraak wenschen te ver krijgen op plaatsing bij het korps en in het garnizoen hunner keuze, of die zich tijdens hun verblijf onder de wapenen, wenschen toe te leggen op het erlangen van eenen graad. 3. Het voorbereidend militair on derricht vormt eenen cursus, die loopt over twee achtereenvolgende winter- tijdperken, telkens van ongeveer half October tot ultimo Februari en gedu rende ten minste 3 uren per week. 4. Het voorbereidend militair on derricht is kosteloos voor de deelnemers en kan worden gevolgd door jongelie den van 16 tot 24-jarigen leeftijd. Het wordt zoo de daarvoor benoodigde localiteit beschikbaar of tegen billijke voorwaarden te verkrijgen is gegeven: a. in plaatsen waar Infanterie of Vesting-Artillerie in garnizoen ligt en in die, waar ten behoeve van de oefe ningen van het reservekader instruc teurs van het leger beschikbaar wor den gesteld, indien daar ten minste 5 adspiranten voor het reservekader of in het geheel ten minste 10 deelnemers de lessen volgen b. in andere plaatsen, dan die sub. a bedoeld, indien daar ten minste 5 ad- spiranten voor het reservekader of in het geheel ten minste 20 deelnemers de lessen volgen. 5. De aanmelding tot deelneming aan het voorbereidend militair onder richt geschiedt jaarlijks vóór 1 Juli, in de bij 4 bedoelde garnizoensplaatsen bij den commandeerende-officier der In fanterie of der Vesting-Artillerie en in de overige plaatsen bij den burgemeester. Van het hiervoren gegeven uittreksel van de door den Minister van Oorlog vastgestelde „Regeling van het voorbe reidend militair onderricht" zijn de 2, 3, 4 en 5 voor ouders en jongelingen van het meeste belang. Hieronder zal getracht worden deze toe te lich ten, waardoor vele belanghebbenden, die afkeerig zijn van het lezen van of- ficieele taal of die deze niet al te best begrijpen, er toe gebracht zullen wor den om mede te werken tot het oprich ten, in hunne gemeente, van eene klas se waaraan voorbereidend militair on derricht kan gegeven worden. Beschouwen wij de laatste helft van 2, dan kunnen wij daar lezen „Het voorbereidend militair onderricht strekt „voorts tot opleiding van toekomstige „militieplichtigen, die aanspraak wen schen te verkrijgen op plaatsing bij „het korps en in het garnizoen hunner „keuze." Aanspraak op plaatsing bij het korps hunner keuze beteekent dat de dienst plichtige, zoo daartegen geene overwe gende bezwaren bestaan, geplaatst wordt bij het Regiment Infanterie of Vesting- Artillerie, waaraan h ij de voorkeur geeft. Hij kan dus aanspraak doen gelden, bij voorbeeld: op plaatsing bij het Regi ment Grenadiers en Jagers, bij een door hem te noemen Regiment Infanterie of bij een door hem te noemen Regiment Vesting-Artillerie. Aangezien de jongeling dus de keuze van een der hier genoemde Regimen ten heeft en deze allen tot de onbere den wapens behooren, kan hij zelf dus invloed uitoefenen op den duur van zij nen eersten oefeningstijd. Deze tijd is voor de onbereden wapens gesteld op ten hoogste acht en een halve maand, voorde bereden wapens (Cavalerie, Veld- Artillerie of Rijdende-Artillerie) op ten hoogste achttien maanden Ook heeft de dienstplichtige aanspraak op plaat sing in het garnizoen zijner keuze. Hij kan dus, met zeer groote kans op in williging, bv. verzoeken geplaatst te worden bij de Infanterie te Bergen- op-Zoom, bij de Vesting-Artillerie te den Helder, bij de Infanterie te Naar- den enz. Niet alleen kan dus de jon geling invloed uitoefenen op den duur van zijnen diensttijd, hij kan ook, wan neer zijne ouders in of dicht bij eene garnizoensplaats wonen, zijn voorkeur voor dat garnizoen te kennen geven met zeer groote kans dat zijn verzoek ingewilligd wordt. Indien hij geplaatst wordt in een garnizoen dicht bij zijne woonplaats gelegen, heeft hij het voor uitzicht de Zondagen bij zijne familie te kunnen doorbrengen zonder dat daar aan groote uitgaven verbonden zijn en zonder dat veel tijd met reizen verloren gaat, terwijl de ouders in dat geval een wakend oog op hunnen zoon kunnen houden en kunnen weten op welke wijze hij zijn vrije dagen en avonden doorbrengt. De wijze waarop de genoemde voor- deelen verkregen kunnen worden, is aangegeven in 3. In die is ver meld dat gedurende twee achtereenvol gende winters, van half October tot einde Februari les gegeven wordt in de eenvoudigste exercities en theorie over militaire onderwerpen gehouden wordt. Per week wordt gedurende ten minste 3 uren onderricht gegeven. De uren waarop het onderwijs gegeven wordt, worden door de militaire autoriteit in overleg met den burgemeester geregeld meestal zal dit onderricht over twee avonden in de week verdeeld worden. Bij de vaststelling der dagen en uren zal ook rekening gehouden moeten wor den met de diensten door de onderof ficieren in hun garnizoen te verrichten en zooveel mogelijk ook met de wen schen van de leerlingen. Ook houdt he bepalen der oefen ingsdagen en uren verband met het beschikbaar zijn van een lokaal waar het onderricht gege ven kan worden dikwijls wordt hier voor een schoollokaal aangewezen, som tijds een of andere vergaderzaal. In 4 is o. a. vermeld dat het mili tair onderricht kosteloos is voor de deel nemers. De onkosten drukken zelfs niet op de Gemeente, doch worden door het Rijk gedragen. In diezelfde is vermeld dat het on derricht kan worden gevolgd door jon gelieden van 16- tot 24-jarigen leeftijd. Deze bepaling is vooral voor kleine ge meenten van groot belang, in verband met de bepaling sub b 4. De eisch dat er in eene gemeente, waar geen Infanterie of Vesting-Artil lerie in garnizoen ligt, 20 deelnemers de lessen moeten volgen, zou kleine gemeenten van het voorbereidend mi litair onderricht uitsluiten, indien de termijn van toelating niet zoo ruim ge steld was. Met eenigen goeden wil kan nu in betrekkelijk kleine gemeenten een cursus gehouden worden, vooral wan neer aan dien cursus wordt deelgeno men door personen die, hetzij wegens broederdienst, hetzij wegens andere re denen, niet militieplichtig zijn. Aangezien de (ermijn van aanmelding thans weder aangebroken is en met 1 Juli sluit (zie 5), is het noodig spoedig de handen in een te slaan, opdat in een zoo groot mogelijk aantal gemeenten het voorbereidend militair onderricht gege ven kan worden. J. N. Vervolg Provinciaal Nieuws. Landbouw. Gemengd Nieuws. VAX ZELANDIA VAX SLUISKIL. Aan het festival te Bou- cliaute van Zondag li. namen 11 muziek gezelschappen, daartoe uitgenoodigd, deel. Had het schoone weder van 's morgens vele vreemdelingen er heen gelokt, 's na middags, nadat de gezelschappen eene mu zikale wandeling door het dorp gemaakt hadden, begon het zoo hard te regenen, dat een ieder een schuilhjekje opzocht en het muziekfeest gedeeltelijk in duigen viel. Niettegenstaande den onophoudelijken re gen speelde elk muziek toch zijne stuk ken af. Zoo ook kweet het muziekgezel schap «Samenwerking" van Sluiskil zich van zijne taak en gaf bewijzen, hoe het in den laatsten tijd door de uitstekende leiding van den heer Bouman, den direc teur, door den volhardenden ijver der wer kende leden vooruit was gegaan. Moge het zoo in bloei blijven toenemen, dan voorzeker zal «Samenwerking," dat op 't punt was ten grave te gaan, eens de trots van Sluiskil worden. Sluiskil had bij de premieverloting te Bouchaute, het geluk ook een premie van 25 francs te winnen. KOEWACHT. Nu de prijs van het vet en mager vee in België gestegen is, en daardoor de vraag naar Hollandsch vee toegenomen, neemt de smokkelhandel in vee steeds grooter uitbreiding aan. Men wacht nu niet meer tot de avond of nacht aangebroken is om het vee over de grenzen te voeren, o neen op klaar lichten dag ziet men de mannen met één of twee schoone koeien over de grenzen drijven. Van aanslagen hoort men betrek kelijk weinig. Het schijnt, dat de smok kelaars zulke goede voorzorgen nemen, dat het voor de ambtenaren bijna onmo gelijk is de daders op heeterdaad te be trappen. NIEUW-NAMEN. Verleden Zondag was het feest aan de haven. Ondanks het slechte weder waren er vele menschen te been. Onze fanfaren maatschappij «De Schelde Zonen" vergezeld van een 70 tal harer leden bracht volgens jaarlijksch ge bruik een bezoek aan de bewoners van de Koningin Emma polder. Aan de haven werd de maatschappij welkom geheeten door de bemanning van het schip «Louisa Constantia," dat geladen met kolen in de lossing lag, door het seinen der vlaggen en het lossen van salutschotenverder werd aldaar van de fanfaren een concert gegeven door het uitvoeren van eenige muziekstukken tot groot genoegen der aanwezigen. Onder de talrijke bezoekers telde men vele landbouwers, die benieuwd waren om den nieuwen polder, vooral wat den oogst aangaat, eens to bezichtigen, en geen wonderslechts vijf jaar geleden werd de Emmapolder ingedijktals men thans dit gewezen en toen niets opbren gend schor doorwandelt dan staat men verwonderd, hoe op zulken betrekkelijk korten tijd hetzelve in rijke akkers kan herschapen worden, in gronden, die den beschouwer met verbaasdheid slaan voor wat de opbrengst betreft der voortreffelij ke landbouwproducten, tevens zijn er reeds een groot getal woningen gebouwd (waar onder 9 herbergen.) Men treft er ook aan twee prachtige, zeggen wij liever: twee model hofsteden, die aan den Weledelen heer Hombach van Hulst toebehooren. Men kan hieruit besluiten, dat die indijking on eindig veel nut heeft opgeleveid aan alle soort van ambachtslieden en vooral aan den werkersstand. Ook in den Prosper- polder waar men eertijds niets anders dan weide zag is de verbetering zeer merk waardig, in denzelven zijn sedert ruim twee jaar veertien hoeven bijgebouwd. In onze streek bestaat er dus wezenlijk voor uitgang. OOSTBURG, 15 Juni. Hedenmiddag bood de Tragel een ongewoon schouwspel Een massa volk vereenigd om eene be schonken vrouw. En wie was die vrouw? Dezelfde, die te Eede den tramconducteur zooveel last veroorzaakte. De vorige week Donderdag of Vrijdag had ze weer haar intrek genomen bij haar wettigen echtvriend, na een afwezigheid van misschien meer dan een jaar. De kermisvreugde schijnt haar echter in 't hoofd geslagen te zijn, althans reeds Za terdagmorgen werkte de huiselijke ma chine niet goed meer. Na Zaterdag hier en daar een pintje of borreltje gekocht te hebben, heeft ze in den daaropvolgenden nacht, om te beginnen, de ruiten stuk ge slagen in 's mans woning. Deze, een sul van een kerel, het hier goed bekende Keesje, raakte hiervan zoo van streek, dat ook hij op zijne beurt zijn heil zocht in «een klaartje met suker." Ten slotte echter werd door de politie een eind gemaakt aan de scène. Haar werd gratis logies bezorgd op eene plaats, waar zij tijd en gelegenheid vinden zal om haar roes uit te slapen en over haar dolle streken na te denken. 's-HEERENHOEK. Dat de hondenkar een gevaarlijk ding is voor vele paarden, werd ook Vrijdag, hier weer bewezen. Een paard, gespannen voor een tilbury van den landbouwer P. K. schrok zoodanig van zulk een voertuig dat het op hol sloeg. Weldra kwam het tegen een paal te recht, zoodat het rijtuig kantelde en deer lijk gehavend was. Het paard nu naar huis willende loopen, werd hierin verhinderd door C. B., die het vatte en naar het dorp terugvoerde. Dit ongeval had echter ernstige gevol gen kunnen hebben. Over «len annleg van wei- en hooilanden en kuntsweiden. Of de uitgestrektheid eener aan te leg gen weide groot of klein zal zijn, hangt van zeer veel omstandigheden af. De schaarste der arbeiders, de daardoor stei- gende arbeidsloonen, de hooge prijzen van het vee, de dalende suikerprijs, dat alles maakt, dat in den laatsten tijd meer werk gemaakt wordt van de weide en meer wei- en hooilanden en kunstweiden aan gelegd worden. Een enkel woord over de ze weide- en hooilanden is dus zeker niet overtollig. De tijd, dat de weiden niet be mest werden is voorbij. Men heeft inge zien, dat ook de weideplanten moeten gevoed worden en de ervaring heeft ge leerd, dat de hoedanigheid en hoeveelheid van het gras en het hooi in evenredigheid zijn met de zorg en moeite, met de kos ten voor bemesting aan de weide besteed. Een eerste voorwaarde voor het goed slagen bij het aanleggen van kunstweiden is een zorgvuldige voorbereiding van den grond. Voor een vlakke ligging draagt men zorg door het afgraven van hoogten en het vallen der laagten, bij het eerste zooveel mogelijk den ondergrond wegne mende de bovengrond moet in de eerste gevallen op de oorspronkelijke plaats blij ven. Doch in de eerste plaats moet de grond goed van onkruid gezuiverd en goed bemest worden. Het is duidelijk, dat de bodem van een wei- of hooiland, wanneer het gras en de andere weideplanten er eenmaal opstaan, als die van een gewoon bouwland moeten bewerkt worden. De grond kan niet opengemaakt wor den om de meststoffen te ontvangen, m.a.w. de mest kan niet ondergeploegd worden. Het. is dus in de eerste plaats noodig in den bodem alle stoffen te bren gen, die voor den groei der weideplanten noodig zijn en wel in zoodanigen vorm, dat de voedende bestanddeelen, langzaam en geregeld aan de planten ten goede ko men. Men moet op dit punt onderscheid maken tusschen tijdelijke, zoogenaamde kunstweiden, die na enkele jaren weder omgeploegd worden in blijvende graslan den. Beschouwen wij eerst de kunstwei den De b"dem van deze weiden blijft wel zoo los, dat de zuurstof der lucht er in kan doordringen en de temperatuur in de bovenste lagen stijgt als het buiten war men wordt. De salpeterverwarming kan dus bij de aanwezigheid van stikstofhou- dende bestanddeelen in zulk een bodem zeker plaats hebben. Het is dus wensche- lijk, dat de bodem van zulke kunstweiden voor de zaaiïng der weideplanten bemest wordt met een meststof, waarin de stik stof aanwezig is in een vorm, die lang zaam tot salpeter wordt, waaraan de plan ten zich het tweede en ook het derde jaar nog voeden kunnen. Daarvoor komt naast stalmest in de eerste plaats in aan merking de Deru-Guano, die de stikstof bevat in den amoniakvorm, een stof die door den bodem wordt geabsorbeerd d. w. z. vastgehouden, tot zij in salpeter over gaat. Die Peru-Guano moet gegeven wor den in den opgelosten vorm, het moet dus zoogenaamde opgeloste PeruG-uano zijn. En wel, omdat ook aanstonds de grassen er reeds nut van moeten hebben. Op zand gronden zal het in de meeste gevallen goed zijn, dat er bovendien nog een zeke re hoeveelheid Kali (waarvoor Kaïniet uit stekend past) gebruikt wordt. Op bodems, die aangelegd worden tot blijvende wei landen, moeten wij rekening houden piet het vrij algemeen bekende feit, dat, wan neer men veel stikstofhoudende mest ge bruikt, de groei der grassen zoo welig wordt, dat de vlinderbloemige gewassen, de klavers, geheel onderdrukt worden en dat, wanneer enkel phosphorus en Kali gegeven wordt, de vlinderbloemen zich meer ontwikkelen en bij zoo eenzijdige be mesting de grassen onderdrukken. Het fun dament, dat, alvorens de weide aan te leggen, in-den grond moet worden ge bracht, kan dus anders niet zijn, dan een volledige meststof een die én stikstof én phosphorus én kali bevat. Peru-Guano ei gent zich hiertoe uitstekend. Misschien is het in dit geval altijd wel beter de ruwe Peru-Guano te nemen. Op vochtige en moerassige gronden is dat zeker altijd aan te raden. Wanneer de weide eenmaal gevormd is, kan men met gier, chilisalpeter enz. begieten of bestrooien. Ook moet men niet vergeten nu en dan fijne kalk over de weide te strooien. Als de wei meer dan twee of drie jaar oud is, is Guano niet aan te be velen. Zij zou niet in den grond dringen of slechts voor een gedeelte. Gier en chi lisalpeter zijn daarvoor beter geschikt. Maar voor den aanleg van weiden, van welken aard ook en op welke soort grond het moge geschieden, is Peru-Guano de aangewezen meststof. Zij vormt een klein kapitaal van voedsel, waaraan de planten jaren genoeg hebben, waaruit ze stikstof, phosphorus en kali tot zich kunnen ne men. De hoeveelheid, die men voor den aanleg moet nemen, hangt natuurlijk af van den aard van den grond en de hoe veelheid meststof (stalmest), die men ge bruikt en varieërt tusschen 400 en 600 KG. per H.A. Het hengstveulendepót te Bergen-op- Zoom werd ook in de Eerste Kamer ter sprake gebracht. Werd dit depót door den heer Bultman bestreden, het werd verdedigd door de heeren Van Lier en Welt, die vonden dat wel degelijk vele landbouwers vertrouwen hebben in de hengsten, die uit het depót te Bergen-op-Zoom komen. Tegenover den heer Bultman houden deze leden dan ook staande, dat het depót te Bergen-op-Zoom wel nut sticht en het goed is dat Bergen-op-Zoom in den strijd mede concurreert. In België zijn alle eigenaars, pach ters, huurders, vruchtgebruikers of andere grondgebruikers verplicht, te beginnen met 1 Juni en tot 1 October 1902, op doeltref fende wijze den bloei der distels te ver hinderen, de distels uit te roeien of te vernietigen op de gronden bij hen in ge bruik of bezit. Bij gebreke van nakoming van deze bepaling, wordt op last van den betrokken burgemeester van ambtswege tot uitroeiing en vernietiging overgegaan en op kosten van de overtreders onver minderd eene boete, loopende van 5 tot 15 francs. De gewone Rijkskeuringen van dek hengsten van ten minste 2'/» jaar oud zijn vastgesteld als volgt Op Maandag 1 Sept te Middelbug; Dinsdag 2 Oostburg; Woensdag 3 Kattendijke; Donderdag 4 Zierikzee; Vrijdag 5 St. Maartensdijk Zaterdag 6 Hulst. Wij meenen goed te doen er aan te her inneren 1°. dat de aangifte van de ter keuring aan te bieden hengsten moet geschieden ten minste drie weken voor de keuring schriftelijk, onderteekend en vrachtvrij aan den heer G. A. Vorsterman van Oyen, Se cretaris der Provinciale regelingscommissie te Aardenburg, met opgave van: a. naam en woonplaats van den eige naar en houder; b. naam, ouderdom, ras, kleur en bij zondere kenteekenen van den hengst, be nevens, zoo deze in een stamboek is inge schreven, stamboek en stamboeknummer; c. zoo mogelijk afstamming van den hengst zoowel van vaders- al van moeders zijde en naam en woonplaats van den fokker; 2°. dat inschrijvingsbiljetten voor de keuringen, op vrachtvrije, schriftelijke en onderteekende aanvrage, aan.eigenaren en houders van hengsten door den Secretaris der Regelingscommissie verstrekt zullen worden. Een goede vangst. Men schrijft uit den Haag De politie heeft in den afgeloopen nacht een goede vangst gedaan. Omsteeeks half één bemerkten de twee rechercheurs van het hoofdbureel, Warris en Koningkramer, in de Surinamestraat twee mannen, die verdacht in de buurt rondslopen.

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 5