KAPITALEN BOEKENINSPAN
BEESTIALEN:
hst.
Landbouwhalm:
'mWt
LevensverzeRering-Bank „Amsterdam",
DE SPION.
Sint Jan in Eremo.
Bepalingen
Merinos Sajet.
Merinos Sajet.
Si Spegoriu$-Elad,
"iV MEER!!!
Abdijsiroop
Winkelinventaris, als:
Een treurig bestaan!
3
GGGGGGQGG0GG0GOOGOGGOGGGGGGGGGG
1 ar;f-i.5o &f- o,851
Kantoren te AMSTERDAM en EINDHOVEN.
des Zondags GEEN kijkdag.
Wegens uitscheiding van
bedrijf
BeurwADRIAANSÉ ti
«1» Itinsdag 20 Alei a. s.,
voorm. 10 ure, ten verzoeke en aan het
woonhuis van den heer C. v. GASSEN
te St. Jansteen (dorp), publiek verkoo-
pen
diens geheelen
KruidenierswarenManufacturen,
Borstelwerk, enz., Toog, Buffetten,
enz. HUISRAAD Vrachtkar, 2-
manstilbury (pas nieuw), Pannen,
Planken, Maïs.
Voor/s(circa 2 uur) 70 aren KLA
VERS in 3 koopen in den polder
Absdale bij het dorp.
Zie biljetten.
VERKOOPING VAN EEN
De Notaris E. DAUWE te Eecloo,
zal met bevoegd ambt ten verzoeke van
den heer J. Th. HENDRIKSE te IJzen-
dijke, als lasthebber van den heer The-
odoor van DAMME-WIJFFELS, te Sint
Jan in Eremo, op diens hofstede nabij
de Klapkote aldaar publiek verkoopen
op
bruine Merrie, 10 jaar met
veulen, bruine Merrie, 6 jaar,
met veulen, zwarte Merrie,
10 jaar met veulen, vosse Merrie 5
jaar met veulen, bruine Merrie 7
jaar, met veulen, bruine Merrie 6
jaar met veulen, bruine Merrie 4
jaar, met veulen, grijze Merrie 10
jaar, bruine Merrie 8 jaar, vosse
Merrie 4 jaar, vossen Ruin 12 jaar,
bruine Geldersche Merrie 5 jaar,
(gfschikt voor twee diensten,) brui
ne Merrie 2 jaar, vossen Ruin, 2
jaar, bruinen Ruin 2 jaar, bruinen
Ruin 1 jaar, bruine Merrie 1 jaar,
vosse Merrie 1 jaar, bruinen Ruin
1 jaar, zwarte Merrie 1 jaar, brui
ne Merrie 1 jaar;
16 bekalfde Koeien en Vaar-
zen, 10 éénjarige Runderen,
ie 3 tweejarige vette Stieren, 2
éénjarige vette Stieren, 2 tweeja
rige vette Vaarzen, 4 vette vare
Koeien, 14 Kalveren, 15 Zeugen dik
van of met biggen, 150 Hoenders
en Hanen.
6 sterke Menwagens met
ijzeren assen, 2 driewielskar-
ren, Aalbak en Pomp, 7
vlaamsche Ploegen, 3 waalsche
Ploegen, 1 Sacks Ploeg 18 ijzeren
en houten Eegden, 2 Holblokken,
Molbord, 2 Sleden, 2 Schroobakken,
2 Loofmolens, 5 Ladders, Zeilen,
Zeefden, Schoppen, Vorken, Rie
ken, Kuipen, Zolderwagen, Zakken
2 Windmolens, 2 Sleephorden, 2
Kruiwagens, eene groote partij es
sen Zwingen en Eegtanden Fateau,
5 nieuwe gedraaide Menreepen, 200
Guanobalen, Spekkist, Meelkisten,
10000 Widouwwissen, Bascule met
gewichten, Schapersperkeen
Triemkar op ressorts en dozijn
Stalbanden.
Voorts Eenige Huismeubelen,
Tafels, Stoelen, Koper-, Tin-, Ijzer
werk, Manden, Emmers, Vaten,
Karn, Mutsaards en Brandhout,
nieuw gezaagde Houtwaren ge
schikt voor Wagenmakers, 5000
kilogrammen Aardappelen, 10000
kilogrammen Koebeeten en wat
verder zal aangeboden worden.
Wegens uitgebreidheid der ver-
Het gebruik van MERINOS SAJET neemt steeds toe, dank zijne
sterkte en goed blijven van kleur, dus huismoeders en dames gebruikt
steeds
Ter Boekdrukkerij van het St. JACOBS-GODSHUIS te Haarlem is verschenen
Tijdschrift ter bevordering van Kerkelijke Toonkunst
XXVIIste JAARGANG, Afl. 1/3: Jan.-Maart.
I*rljs i»er Jaargang f 1.50 Franco per post 1,7O.
Dit tijdschrift verschijnt in maandelijksche afleveringen, welke, behalve hoofdar
tikelen en verschillende mededeelingen op het gebied van kerkelijke toonkunst, alle
berichten en verslagen betreffende de St. Gregorius-Vereeniging bevatten.
Ongeveer maandelijks ontvangen de inteekenaren tevens eene muziek-bijlage vaD
nieuwe kerkelijke gezangen, door de beste kerkelijke toonzetters gecomponeerd.
lïij aflevering 3 werd verzonden eene muziekhijlage be
staande in een motet voor 4-steinmig; gemengd koor en or^el,
l»ij gelegenheid van het 25-jarig; Pontificaat van Z. H. Paus Leo
XIII, getiteld „Tn es Petrus", muziek van ELI1. JON. FRANSSEN.
Allen, die tot bevordering van den waren kerkzang willen medewerken, worden
uitgenoodigd zich op dit tijdschrift te abonneeren.
Bestellingen worden door alle boekhandelaren aangenomen.
SL
De Nieuwe London
Dépots
te Axel bij F. Dieleman Ter
Neuzen bij D. de Vos; Hulst bij
JV Warnier; Sas van Gent
bij Gebr. Govaert ZuidcLorpe
bij Pr. Apers Overslag bij Ch.
Steenput Oostburg bij de fir
ma A. J. Bronswijk; IJzendij-
ke bij de wed. L. J. Bevin
Middelburg bij W. Govers, coif
feur Vlissingen bij A. Salet
Goes bij de wed. J. de Poor
ter; Kruiningen bij C. de
Munck Zierihzee bij M. S.
Polak.
Directeuren:
Mr. N. C. M. SMITS VAN OIJEN, te Eindhoven.
J. E. J. BONNIKE, te Amsterdam.
Commissarissen:
G. VAN DER AA, Directeur der Amsterdam-Londen-Verzekering-Maatschap-
ij, te Amsterdam L. M. BONNIKE, Industrieel, Amsterdam F. COENEN
id dnr Gedeputeerde Staten van Limburg, Weert j P. CRAMER, lid der 'firma
A. Hendrichs Co., reeders en kooplieden, AmsterdamR. J. C. F. KOLF
SCHOTEN, lid van den Gemeenteraad, Arnhem E. LAANE, lid der firma W.
Laane, bankier te Roosendaal en Bergen op ZoomL. C. J. VAN OGTROP
lid der firma H. J., VAN OGTROP Zoon, Commissionnairs in Effecten té
AmsterdamW. H. PIJLS, oud-lid der Eerste Kamer te Maastricht Jhr L
F. C. H. M. RIDDER DE VAN DER SCHUEREN, Wethouder te Zevenaar
F. W. B. Baron SLOET TOT EVERLO, Arts te Hilversum; L. J. M. VAN
WAESBERGHE-JANSSENS, lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland te Hulst.
Verzekering tot elk bedrag,
zoowel op eigen als op eens anders leven.
Pensioenen, Lijfrenten, Studiebeurzen, Spaar verzekeringen.
Billijke Premiën. Voor (leelige Polisvoorwaarden.
Nadere inlichtingen, Tarieven, Jaarverslagen enz., gratis te bekomen aan de
Kantoren te Eindhoven of Amsterdam.
kooping zal des voormiddags 10 uren
met de buitenliggende voorwerpen,
brandhout, houtwaren, aardappels, bee-
ten, worden aangevangen om des na-
mfddags 1 ure met "het beestiaal te
beginnen.
De ouderdom der paarden wordt
gewaarborgd.
Orgeldraaiers en Liedjeszangers
worden op het terrein niet toegelaten.
Koopen van tien francs en daarbene
den moeten kontant worden betaald.
Onbekende hoopers moeten solvabe
le borgen stellen.
ZEGT HET VOORT.
Waarde, 31 Maart 1901.
Mijn goede Vriend
Wat ik geleden heb door de Asth
ma is niet te beschrijven. Benauwd
heden, onuitsprekelijke benauwdhe
den tot berstens toe kwelden mij da
gelijks. Lusteloos, afgemat sleepte ik
mij voort, tot dat ik als door een won
der Gods bij toeval bij mijne buren een
advertentie las van 'uwe Abdijsi
roop. Ik had al zooveel ingenomen,
dat ik ook dit eens wenschte te pro-
beeren, nu kan ik U mededeelen, dat
na het gebruik van vier flesschen, de
pijnen verminderen, het hoesten en
benauwdheden ophouden en ik niet
genoeg dankbaar kan zijn voor deze
redding wil mij, opdat ik geheel ge-
neze, nog vijf flesschen zenden.
(get.) Jakoba Schouwenaar.
te Waarde ten huize van F. Levijn.
is het eenig tot dusverre bekend af
doend middel tegen Borst- en Long
aandoening, Engelsche ziekte, asthma,
kinkhoest, slijmhoest, verouderde en
hardnekkige verkoudheden, enz. enz.
Oencraai-Depot
II. 1. Akker, V.Alkemadestr. 11, Rotterd
Prijs /"I»-» /"«&,- en /4t,50 per flacon.
Verkrijgbaar bij VAN OVERBEE-
KE— Leunis te Ter Neuzen; ALG.
BEGHEIJN te Sluiskil; de heeren
DE FOUW te Hoek M. RIEMENS
te ZaamslagP. DE RU1JTER te
Othene P. WULLEMS te Groenen
dijk J. VAN DORSSELAAR te Lams-
waarde; CONST. DANCKAERT te
Hulst; A. WILLEMS te Zandberg;
C. VERHAAK te Sas van GentM.
KIEBOOM te Westdorpe D. KRIEK-
AERT te RapenburgD. VAN I)E
VELDE te ZuiddorpeL. B. A.
ROLFF Lz. te AxelJ. VAN DIX-
HOORN te AxelP. J. KRUIJSSE
te AxelADR. DE RUIJTER te Spui
gem. Axel; H. I.ISEBAERT te Koe
wacht V. WIJNEAernoudtse te
Philippine.
Mengelwerk.
(Het volgende is hel verhaal i-an
een Boer, die als marskramer zich
toegang wist te verschaffen tot, een
der Engelsche kampen ten einde
zich op de hoogte te stellen van de
sterkte der Engelschen.)
Zoodra ik mij in de nabijheid van
't vijandelijke kamp bevond, kwam een
ruiterij-afdeeling op mij af.
Ik was gekleed als een gewone Boer,
maar droeg een pak met koopwaar op
den rug.
De patrouille stond onder het bevel
van een luitenant, die recht op mij
toereed en mij toesnauwde
Wie zijt ge P En waar moet ge
naar toe P
Dat zou mijn eerste proef zijn.
Aller oogen waren op mij gericht,
en toen ik niet an'woordde, hoorde ik
iemand zeggen
- Die kerel is doofstom. Hij heeft
juist een gezicht als een strijkplank.
Zeer vleiend, dacht ik bij mij zel
ve, terwijl ik met het onnoozèlste ge
laat op een meegenomen schalie schreef
Wat verlangt ge?
Ik gaf de schalie aan den luitenant,
die daarop antwoordde:
Wie zijt ge? En waar gaat ge
naar toep
Ik noemde mijn naamThomas Van
Dijk, en deelde hem mee, dat ik mars
kramer was.
De officier verlangde mijn pas te zien
maar ik vertelde hem, dat men mij
dien eenige dagen geleden bij een over
val ontstolen had. Hij zag mij een
oogen blik wantrouwend aan en zeide
toen, dat ik door kon gaan.
Vlak voor mij lag het kamp maar
elke poging om thans nog van rich
ting te veranderen, zou mij in nog
grooter gevaar brengen. Ik' liep dus
door in de aangewezen richting.
En dat was mijn geluk, want spoe
dig bespeurde ik, dat een der ruiters
mij op den voet volgde. Ik liet mij
echter niet verrassen, maar deed alsof
ik niets bemerkte, hoewel hij zoo dicht
achter mij reed, dat ik den adem van
zijn paard in mijn nek voelde.
Eindelijk werd ik door een schild
wacht aangehouden. Ik gaf hem mijn
schalie, waarop ik mijn naam en be
roep geschreven had, en een oogenblik
later stond ik voor den officier van de
wacht.
En thans werd ik met zooveel over
leg op de proef gesteld, dat ik mij ze
ker verraden zou hebben, als ik niet
op alles voorbereid was geweest.
- Hier is een doofstomme man, ie
mand zonder pas zeide mijn geleider
tot den officier, die bezig was te schrij
ven.
«All right", antwoordde deze,
zonder op te zien, en terwijl de soldaat
zich verwijderde, wendde hij zich half
naar mij toe, zeggendeGa even op
zij; ik ben dadelijk klaar.
Hij zeide dit op zulk een ongedwon
gen toon en zijne beweging was zóó
natuurlijk, dat ik voelde, hoe mijn
spieren onwillekeurig trilden, als om
dit bevel op te volgen. Had ik slechts
één voet verzet, dan was ik verloren
geweest.
Maar toen ik niet de minste bewe-
gfng maakte, nam hij mij nauwkeu
rig op en begon mij vervolgens te on
dervragen. Ik gaf hem de inlichtingen,
die hij verlangde, en terwijl de schalie
van hand tot hand ging, kwam een
kapitein binnen.
Mijn ondervrager wendde zicli nu
tot hem.
Ik heb hier een doofstomme, sprak
hij. De man beweert dat hij een mars
kramer is, die in het kamp zaken komt
doen. Maar dat slag van volk is niet
te vertrou w en. Hij zegt ook, dat hij
een pas van Buller heeft gehad, doch
dat men hem dien onlangs bij een
schermutseling ontstolen heeft. Zie I er
zijn bloedvlekken op de mouw van zij
nen jas.
Hij zeide dit weer op zulk eeu na
tuurlijken toon, dat ik mij bijna verra
den had. Ik knipte met de oogen, maar
sloeg den blik niet neer. Daarop nam
hij de schalie en schreef, dat ik tot het
verwisselen van de wacht in het kamp
mocht blijven, maar mij dan hier bij
den wachthebbenden officier moest aan
melden.
Ik kreeg toen wat te eten, verkocht
ongeveer ne helft van mijne waren en
kon blijven rondloopen, nadat ik mijn
rapport weer aan den nieuwen officier
had laten zien. De soldaten hielden mij
voor hetgeen, waarvoor ik mij uitgaf,
Sommigen hadden medelijden met mij,
anderen hielden mij voor' den Sek.
Eens, toen ik even op den grond
lag geknield om mijn pak los te ma
ken, werd er een pistool vlak achter
mij afgeschoten, tot mijn geluk had
ik den haan hooren spannen.
Eindelijk bevond ik mij vlak voorde
stelling, die ik moest opnemen
en zonder veel moeite werd het mij
duidelijk, dat deze bij een bestorming
niet voldoende verdedigd kon worden.
Ik had nu mijn doel bereikt en tracht
te mij dus zoo snel mogelijk uit de
voeten te maken, wat mij aanvanke
lijk gelukte.
Maar spoedig werd ik weer door een
patrouille aangehouden en thans voor
den generaal gebracht. In zijne tent
bevonden zich verscheidene officieren.
Nauwelijks had ik mijn rapport afge
geven, of een hunner, een militaire
lok ter, fluisterde den chef iets in het
oor. Ik begreep, dat dit mij gold.
Na verloop van eenige minuten wend
de de generaal zich naar mij en sprak
op ongedwongen toon;
Laat mij nu eens hooren, wat ge
te vertellen hebt.
De dokter zag mij vast en onderzoe
kend aan. De minste beweging zou
bem niet ontgaan zijn.
Kom hier! bulderde de generaal.
Ik bleef onafgebroken staren naar
het gevest van zijn sabel, die hij voor
zich op de tafel had gelegd, verroerde
mij niet, voordat hij mij met teekens
aan het verstand had gebracht, dat ik
naderbij moest komen.
Toen gaf ik hem mijne schalie. Hij
vroeg, waarom ik geen pas had en
waar ik heen wiide. Ik vertelde wat
er met mijn pas was gebeurd en dat
ik naar B... had willen gaan om nieu
we waren in te koopen. De generaal
scheen tevreden, maar de dokter, die
een nauwkeurig opmerker scheen te
zijn, was nog niet overtuigd. Ik hoorde
hoe hij aan de overigen zijn twijfel
meedeelde.
Die anderen boezemden mij geen
vrees inmaar ik gevoelde, dat ik mij
tot het uiterste zou moeten inspannen
om den dokter te verschalken.
De strikken, die hij mij spande, mo
gen onbeduidend schijnen, maar het
vereischte al mijne tegenwoordigheid
van geest en de inspanning van al
mijne zenuwen om mijn geheim voor
zijn scherpen blik te bewaren.
Eensklaps stond hij op, liep naar
mij toe, klopte mij vriendelijk op den
schouder en zeide:
Steek uwe tong eens uit.
Ik klemde mijne tanden op elkaar
om mijne tong terug te houden.
Sta recht! klonk het gebiedend.
Ik stond in gebogen houding: het
korte bevel trof mij als een zweepslag,
maar ik verroerde geen spier.
De dokter scheen nu boos te worden.
Een halve minuut lang zag hij mij
doordringend aan en wendde zich toen
tot de anderen:
Hij vertelt, dat hij zijn pas is
kwijtgeraakt, maar ik zou daar nog
wel wat meer van willen weten.
Welke dag was dat p
Hij keerde zich om en zag mij vra
gend aan. Indien ik mij niet op alles
had voorbereid, ik ben er zeker van,
dat mijn tong mij toen een poets zou
gespeeld hebben.
Zijne herhaalde, mislukte pogingen
deden de anderen in lachen uitbarsten.
Ik schreef nu op mijne schalie:
Wat verlangt u? Mijnheer denkt
toch niet, dat ik een vluchteling ben p
Ik denk dat ge een bedrieger zijt,
schreef hij. terug.
Daarop antwoordde ik;
Het is al treurig genoeg om te
zijn zooais ik ben, zonder dat men om
mij behoeft te lachen of kwaad van
me te denken.
De generaal knikte mij vriendelijk
toe en zeide daarop tot den dokter;
Ik ben niet van plan dien armen
kerel langer dan tot morgen hier te
houden.
De wacht werd thans geroepen en
men bracht mij in arrest. Daar vond
ik reeds een anderen gevangene en ik
begreep, dat men ons met een bepaald
oogmerk had samen gebracht.
Nauwelijks was de deur dan ook ge
sloten, of de man kwam naar mij toe,
greep mijne hand en riep;
Heeft men u ook gevat? Nu zul
len wij samen moeten sterven
Ik trachtte hem te beduiden, dat ik
doofstom was, maar hij antwoordde
Praatjes! Mij behoeft ge zoo iets
niet wijs te maken. Ik ken u wel en
ik zal u zeggen wie ik ben. Ik ben
een Hollanden en werd een week ge
leden als spion gevangen genomen.
Vandaag heeft de krijgsraad mij ter
dood veroordeeld en morgen moet ik
opgehangen worden.
Volle twee ureu was hij bezig om
mij te bewerken, maar ten laatste liet
hij mij met rust.
Aan slapen durfde ik dien nacht
niet denken, daar ik instinctmatig be
greep, dat de dokter zijn argwaan nog
niet had laten varen en mij nog wel
een poets zou spelen.
En inderdaad tegen middernacht
vernam ik sluipende voetstappen en op
eens hoorde ik vlak naast mijn leger
stede een vervaarlijk geschreeuw aan
heffen.
Het was de dokter met eenige soldaten.
Ik bleef onbeweeglijk liggen.
Plotseling werd er een geweer bij
na boven mijn hoofd afgeschoten,
waarop de dokter verschrikt uitriep:
Kerel, ge hebt hem doodgeschoten
Maar ik wist wel beter en het be
haagde mij niet om wakker te wor
den", voordat zij aan mij begonnen te
schudden.
Den volgenden morgen verdween de
voorgewende spion. Men bracht mij
eenig ontbijt en ik ging met den rug
naar de deur zitten om het te gebrui
ken.
Duidelijk onderscheidde ik de volgen
de woorden;
Let nu goed op.
De deur werd zacht geopend en ik
hoorde een revolver klinken.
Het bloed stolde mij in de aderen,
maar ik <ring door met eten.
Tegen den middag werd ik weer naar
de tent van den generaal gebracht. Hij
was alleen. Hij nam mijne schalie en
schreef, dat ik vrij was om heen te
gaan en dat hij mij een pas zou geven.
Daarop overhandigde hij mij inderdaad
een papier, maar hernam even daarna;
Zie eens, of ik den naam wel
goed heb geschreven.
Bedaard stak ik het papier in mijn
zak zonder het in te zien.
Doch dit was' nog niet de laatste
proef.
De generaal bracht mij naar den uit
gang van de tent en wenkte den schild
wacht om mij door te laten. Maar bij
het weggaan riep hij nog na
Sla links af, dat is ae naaste weg
Ik ging rechts en vervolgde onge
stoord mijn tocht.
Drie dagen later was de stelling in
onze handen.
/.<il
TE
WOENSDAG 21 MEI 1JH12,
doet deer ze haren binnen enkele
dagen vwrdwijnen, maakt het haar
klanzond en zacht, belet het uitval-
I ïi en neemt de pelleties van het
hoofd wee.
Eischt op den hal* j
v. n den flacon déposé.