No. 42. Tweede Blad.
Zaterdag 17 Mei 1902.
1® Jaargang.
FEUILLETON.
Wederge vonden.
Brieuen, stukken en aduertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur uan „Z ELAN DIA" te Zuiddorpe.
De Soeiaal-demoeratie en
het huisgezin.
Prijs per 3 maandem
franco per post 75 cent. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs
slechts f2,50 voor Nederland en voor België frs. 6,50.
Aan deze uitgave is verbonden een GEIEEUSTREERD ZONDAGSBLAD tegen den
prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden.
Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond.
Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren.
Advertentiën t
van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10.
Bij driemaal plaatsing van^dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden
bij vooruitbetaling geplaatst voor 40 cent per advertentie.
Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie.
Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave.
Geen enkele aardsche vreugde is zóó
zoet en aangenaam, slaat zóó teedere
snaren aan in 's menschen borst, ver
vult het hart met zóó innig gevoel
van weelde, als een heerlijk geordend
familieleven. Zeker, de mensch zonder
godsdienst en deugd kan deze kostbare
vruchten niet genieten. De zonde van
Adam veranderde de bloemen van het
paradijs in distelen, de hemelsche drui
ven in doornenhet paradijs, een oord
van geneugten, werd een tranendal.
Huiselijk geluk wordt door den zede-
looze, door hem, die koud is in geloof,
niet gekend. Het stille, blijde geluk
van den huiselijken haard wordt door
de intrede van dezulken verstoord, zoo
als weleer de lachende landbouwen
van Europa onder de hoeven van de
paarden der Hunnen vernield werden.
De leden van een brave, christelijke
familie zullen den zoeten vrede van
het stille huiselijke geluk nooit willen
verwisselen voor de luidruchtige genoe
gens der wereld, al is ook slechts een
schamele hut hun woning.
Keert de handelsman, de handwerks
man, de arbeider des avonds vermoeid
naar huis, ijlings vliegen hartelijke
kinderen hem tegemoet, grijpen zijn
handen vast, omklemmen zijn knieën.
Geen muziek is zóó weldadig en aan
genaam, als het woord «vader» uit het
meerstemmig koor van goed opgevoede,
liefhebbende kinderem. Verdwenen is
dan alle moeite, vergeten zijn alle zor
gen, het bewolkte voorhoofd straalt in
den heldersten zonneschijn. Frisch als
een jongeling betreedt hij den huise
lijken drempeltrots alle behoeftigheid
3.)
Toen juffrouw Daniels mijn verbaasden
blik zag, haastte zij zich eene verklaring
te geven. «Deze kamer is altijd voor naai
kamer gebruikt," zeide zij; en toen Emi
ly kwam, vond ik het gemakkelijker hier
een bed op te slaan dan haar naar boven
te zenden. Het was een heel net meisje,
dat niets bedierf." Ik keek rond naar
eene schrijfcassette, die open lag op een ta
feltje midden in de kamer, naar de vaas
met halfverwelkte rozen op den schoor
steenmantel, naar de werken van Shakes
peare en Macaulay, die op eene étagère
rechts van mij lagen, en had mijne eigen
gedachten, maar zeide niets.
«Gij vondt de deur van morgen geslo
ten vroeg ik, na een vluchtig onder
zoek van de kamer, waaruit drie dingen
duidelijk bleken ten eerste, dat het meis
je den vorigen nacht het bed niet had ge
bruikt ten tweede, dat er eene worste
ling of overval had plaats gehad een
der gordijnen was erg gescheurd, alsof ee
ne zenuwachtige hand ze had aangegre
pen, om niet te spreken van een stoel, die
op den grond lag met een gebroken poot;
ten derde, dat de aftocht, hoe vreemd het
ook moge schijnen, werkelijk door het
raam had plaats gegrepen.
»Ja,'' antwoordde zij; «maar er is een
portaal, waardoor men uit mijne kamer in
werd de schamele woning door de
liefhebbende gade veranderd in een
klein paradijs. Alles prijkt in stralen-
zindelijkheidalles legt getuigenis af
van de ordelijkheid en liefde van haar
die binnen deze woning den schepter
voert.
Niets zeggen wij van de zoete vreug
de, welke man en vrouw, ouders en
kinderen genieten binnen de geheilig
de muren, die den huiselijken haard
omsluiten.
Het schijnt bijna als een roof, de he
melsche genietingen van dit heiligdom
te verraden aan hen, die in bedrijvi-
gen haast de straten doorsnellen. «Komt
en proeft, hoe zoet de Heer is,» kan
van een echt christelijk huisgezin ge
zegd worden. De Heer woont daar in
het midden van dat gezin en schudt
van den boom van het paradijs hemel
sche vruchten in den schoot van de
leden dezer familie. Doch slechts die
genen begrijpen de hooge waarde van
die vruchten, slechts diegenen, die den
zoeten smaak daarvan reeds geproefd
hebben.
Voorwaar, had de sociaal-democratie
niets anders op haar kerfstok, dan de
vernietiging van het huiselijk geluk,
het zou reden genoeg, ja meer dan ge
noeg zijn om haar te veroordeelen.
Slechts met droefheid en weemoed,
slechts met diepe verontwaardiging
kan men lezen, wat de socialistische
aanvoerder Bebel over het familie-leven
geschreven heeft. Had de man ook
sleöhts voor één enkelen dag de vreug
de gesmaakt, welke een huisgezin biedt,
dat als zijn groot voorbeeld vereert
het heilig huisgezin van Nazareth,
het zou hem niet mogelijk geweest
zijn dusdanige woorden te schrijven,
hij zou het gewaagd hebben dingen
de hare kan gaan, en daardoor zijn wij
binnen gekomen. Er was aan dezen kant
een stoel tegen de deur gezet, maar die
drongen wij gemakkelijk op zijde."
Ik ging naar het venster en keek uit.
O, het zou niet zoo heel moeilijk zijn voor
een man in een donkereu nacht van deze
plek de straat te bereiken, want het dak
van den nieuw gebouwden vleugel was
bijna op eene lijn met het venster.
»Nu," vroeg zij angstig, «zou zij er zoo
niet uit hebben kunnen komen
«Er zijn moeielijker dingen gedaan" zei
de ik, en wilde juist op het dak stappen,
toen ik er aan dacht juffrouw Daniels te
vragen, of er ook kleederen van het meis
je vermist werden.
Zij snelde dadelijk naar de kasten en
van daar naar de latafel, die zij haastig
onderzocht. «Neen, er ontbreekt niets dan
een hoed en mantel en zij hield ver
legen op.
«Pin wat f' vroeg ik.
«Niets antwoordde zij, de latafel haastig
sluitende; «alleen een paar snuisterijen."
«Snuisterijen zeide ik. «Als zij nog
om snuisterijen kon denken, kan zij niet
heel onwillig zijn meegegaan." En met
eenigen tegenzin wendde ik mij af, op het
punt de geheele zaak op te geven en de
kamer te verlaten. Maar de besluiteloos
heid, die op juffrouw Daniels' eigen ge
laat stond te lezen, weerhield mij.
«Ik begrijp het niet," mompelde zij, met
de hand over de oogen strijkend. «Ik be
grijp het niet. Maar,'' ging zij voort op
haar vroegeren toon van innige overtui
ging, «het doet er niet toe, of wij het be
grijpen of niet, de zaak is ernstig, dat zeg
uit te spreken, die aan misdadige en
hartstochtelijke menschen mogen beha
gen, maar onbedorven gemoederen tot
in het diepste des harten verwonden
en grieven.
Maar wie in staat is om, gelijk Be-
bel, den almachtigen God te bespotten
en te verguizen, wat zal voor zoo ie
mand nog heilig zijn
De sociaal-democraten hebben, even
als hun vaderen, de liberalen, het ge
loof verloren. Daarom spotten zij met
de heiligheid van het huwelijk, het
welk zij niet kennen, niet willen ken
nen, hetwelk zij haten. Zonder de hei
liging van het huwelijk, hetwelk de
Heer in Zijn liefde met de grootste ge
nade instelde, is echter een waar hui
selijk geluk niet denkbaar.
Ook de opheffing van den eigendom,
welke den socialisten als naaste doel
voor oogen zweeft, onttrekt aan huwe
lijk en huisgezin het bestaande her
senschimmige gelijkmaking van alle
levensverhoudingen, de gelijkstelling
van man en vrouw, die door de socia
listen wordt gepredikt, laat huwelijk
en huisgezin niet toe. Aldus staat de
roode geest van het oproerig socialisme
op alle gebied, in tegenspraak met den
geest Gods en der Kerk, met den vrede
van het huisgezin en met het geluk
der menschen. De sociaal-democratie is
in waarheid het graf van 's menschen
geluk.
Kunst en Wetenschappen.
De Koorzanger, zijne waar
digheid en zijne roeping.
Met blijdschap, Geachte Redactie, heb
ik de verschijning begroet van het eenige
Katholiek Blad voor Zeeuwsch-Vlaanderen
«Zelandia." n-
ik u, en zij moet gevonden worden."
Ik besloot te weten te komen waarom
zij dat moest; zoo vast besloten zouden
weinige vrouwen in hare positie daarover
spreken, zelfs niet in omstandigheden, die
naar allen schijn ernstiger waren dan deze.
«Waarom moet?'" zeide ik. «Als het
meisje uit eigen beweging is heengegaan,
zooals sommige dingen schijnen aan te wij
zen, waarom zoudt gij, die geene bloed
verwante van haar zijt, u de zaak dan zoo
aantrekken, dat gij er op staat, dat zij op
gespoord en teruggebracht zal worden
Zij keerde zich om en nam onrustig ee
nige kleinigheden van de tafel en legde
ze weer neer. «Is het niet genoeg, dat ik
beloof alle onkosten te betalen, die een
onderzoek vereischt, zonder dat ik ge
dwongen ben te verklaren waarom lk dat
wil doen Ben ik verplicht u te zeggen,
dat ik veel van hut meisje houd dat ik
geloof, dat zij met geweld is weggevoerd
en dat tot haar groot verdriet en smart
dat ik, omdat ik haar lief heb en dit ge
loof, nauwgezet genoeg ben om alles, wat
ik bezit, ter beschikking te stellen van
hen, die haar zullen ontdekken?"
Ik was hiermee niet voldaan, maar voel
de toch mijne geestdrift weer herleven.
«Maar de heer Blake Het ligt toch
zeker op zijn weg om dit te doen?"
«Ik heb u reeds gezegd," antwoordde zij,
terwijl zij verbleekte, «dat meneer Blake
weinig belang stelt in zijne bedienden."
Ik keek de kamer nog eens rond. «Hoe
lang zijt gij in dit huis geweest?" vroeg
ik.
«Ik was in dienst bij meneer Blake's
vader, die een jaar geleden stierf."
En met nog grooter genoegen, zie ik,
hoe dit blad ook hier in het Land van
Ter Goes, langzamerhand ingang vindt.
Van deze gelukkige omstandigheid gre
tig gebruik makende, neem ik beleefd de
vrijheid, Uwe gastvrijheid in te roepen
voor een stukje onder bovenstaanden titel.
Daar het er enkel om te doen is de zaak
der zuivere kerkmuziek te bevorderen,
kan het ook zijn nut hebben voor Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Voorop dan stel ik de vraag: «Wat is
een Koorzanger?"...
Een Koorzanger is iemand, die de gave
hem door God geschonken, gebruikt tot
opluistering van onzen H. Godsdienst door
naar best vermogen, God door zijn gezang
te loven en de vrome schare er door te
stichten.
Zal hij echter God werkelijk loven en
de schare stichten, dan behoort de zanger
te bedenken, dat hij staat in een heilige
plaats en het daar niet aangaat muziek
stukken voor te dragen, welke eigenlijk
in eene Opera thuis behooren.
De zanger moet dus niet zijn eigen glo
rie zoeken, maar enkel en alleen de glo
rie Gods.
Vöör mij ligt bijv. een geheele collectie
missen en lofzangen van «Verhulst, van
Bree, Haydn, Mozart, d'Archambeau, Da-
bin, Décharneux e. m. a. te veel om op te
noemen.
Om er maar eens een uit te nemen, Mo
zart, bijv. het priesterkoor uit zijn toover-
fluit, natuurlijk met een liturgischen tekst
er onder en dan nog wel het schoone «Ado-
ro Te." Waar moet dit heen? Dit raakt
toch kant noch wal 1
De opera-componist Lully, zoo lees ik,
hoorde eens in een kerk een zijner aria's
op een liturgischen tekst zingen en op
zijn knieën vallend verzuchtte hij«Seig
neur, je Vous demande pardon je ne l'a-
vais pas fait pour Vous!"
En toch, wordt op sommige koren God
nog op zulk eene onwaardige wijze geloofd.
Ook schrijver dezes mag er zich niet van
vrijpleiten, doch thans tot betere gedach
ten gekomen, slaat hij rouwmoedig op zijn
borst en verzucht,, Peccavi I"
Neen de zanger, die Gods glorie zoekt,
«En sedert dien tijd zijt gij bij meneer
Blake gebleven
«Ja, meneer."
«En die Emily, wanneer is die hier ge
komen
«O, dat zal ongeveer elf maanden gele
den zijn."
«Een Iersch meisje
«O neen, Amerikaansch Het is geen ge
woon, alledaagsch meisje, meneer."
«Wat bedoelt ge daarmede Dat zij ee
ne goede opvoeding genoten had, eene da
me was, of mooi, of wat
«Ik weet niet wat ik zeggen moet, Zij
was ontwikkeld, ja, maar toch niet als
eene dame opgevoed. Toch wist zij veel,
dat wij niet wisten. Zij hield van lezen,
ziet gij, en, och, meneer, vraag de meis
jes naar haar ik weet nooit, wat ik zeg
gen moet, als men mij ondervraagt."
Ik zag de oude vrouw nog scherper aan
dan ik reeds gedaan had. Was zij het
zwakke, alledaagscbe schepsel, dat zij
scheen te zijn of had zij werkelijk eene
andere oorzaak dan zij opgaf voor hare me
nigvuldige aarzelingen
«Waar hebt gij dat meisje vandaan ge
kregen vroeg ik. «Waar woonde zij,
voor zij hier kwam
«Dat weet ik nietik heb haar nooit
gevraagd van haar zelve te vertellen. Zij
kwam bij mij om werk, en daar zij mij
beviel, nam ik haar zonder aanbeveling."
«En zij heeft u goed gediend
«Uitmuntend."
«Ging zij veel uit Kreeg zij bezoek
Zij schudde het hoofd. «Zij ging nooit
uit en kreeg nooit bezoek."
Ik beken, dat ik verbluft was. «Kom,"
moet liturgische gezangen zingen en moet
zelf geheel en al liturgisch zijn, d. i. den
waren geest van onze Moeder de H. Kerk
bezitten.
Liturgisch is op de allereerste plaats ons
Gregoriaansch, dat, tussehen twee haakjes,
op vele koren erg stiefmoederlijk behan
deld wordt. O, neen, Gregoriaansch be
hoeft men niet te repeteeren' dat gaat zoo
wel, en 't is ook te min. Nu een zanger,
die zoo denkt, bezit volstrekt den geest
der liturgie niet. Op de tweede plaats
hebben we onze meerstemmige Kerkmu
ziek, van componisten als Mgr. M. J. A.
Lans, Haller, Hanïsch en om bij onze Ne-
derlandsche meesters te blijven, Haag,
Franken, Eppink, Van Schaik e. m. a.
Rijk genoeg dus en de meesters als Ver
hulst, Heinze, d'Archambeau, Dabin enz.
zullen het ons volstrekt niet ten kwade
duiden, als we hunne werken een plaats
je geven buiten de Kerk.
Gregoriaansch dus en meerstemminge
liturgische gezangen behooren in de Kerk
thuis en de zanger, die er zich op toelegt
en er moeite en opoffering voor over heeft,
is een echt kerkzanger, die de glorie
Gods en de stichting van den paaste be
tracht.
Zulk een zanger is zich zijner waardig
heid bewust. Ja voorzeker, Koorzanger te
zijn is eene verheven waardigheid. Im
mers de verhevenheid van het Goddelijk
Offer dat dagelijks den Hemelschen Vader
wordt aangeboden laat zich niet beschrij
ven. «En aan de opdracht van dit Offer
neemt de zanger innig deel. De zanger
openbaart tezamen met den Offerenden
Priester, alles wat de Kerk gevoelt aan
geloof, hoop en liefde. Dit alles openbaart
hij in de eigen woorden der Kerk, in de
tonen van haar eigen lied." (Mgr. Lans.)
Ziedaar de waardigheid van den waar
lijk liturgischen zanger.
De roeping welke hij te vervullen heeft,
is geen andere dan te zorgen, dat alle li
turgische gezangen, zoo Gregoriaansche als
meerstemmige Kerkmuziek zoodanig uitge
voerd worden, dat God er door verheer
lijkt en de geloovigen er door gesticht en
opgewekt worden tot gebed. Doch
om tot eene goede uitvoering te komen,
zeide ik, «laat ons hier voor 'toogenblik
een stokje bij steken. Ik moet eerst zien
te ontdekken of zij dit huis alleen of in
gezelschap van anderen heeft verlaten."
En zonder meer praatjes stapte ik het ven
ster uit op het dak van den nieuw ge
bouwden vleugel.
Terwijl ik dit deed, beraadslaagde ik
met mij zelf of de zaak het al of niet voor
mij noodig maakte om Gryce te laten ha
len. Tot nu toe bewees niets, dat men
het meisje kwaad had gedaan. Eene een
voudige weglooping met of zonder een min
naar om haar te helpen, was eene te wei
nig ernstige zaak om de geheele politie
macht daarvoor in beweging te brengen
en indien de vrouw, zooals zij zeide, be
reid was geld te geven aan dien man,
die de verblijfplaats van dat meisje mocht
ontdekken, waarom behoefde dat geld dan
in meer deelen verdeeld te worden dan
noodzakelijk was? Gryce was echter niet
iemand om mee te spotten. Hij had gezegd,
laat mij halen, als het noodig is voor de
zaak en deze beloofde wel een weinig in
gewikkeld te zijn.
Ik was nog besluiteloos, toen ik den
rand van het dak bereikte. Hier ging het
steil naar beneden, om er duizelig van te
worden, maar als men eerst zoover was,
zou eene ontvluchting van de plaats bene
den gemakkelijk zijn. Een man kon zonder
zwarigheid dien weg kiezen, maar eene
vrouw Het hoofd schuddend bij dit denk
beeld, keerde ik peinzend terug, toen ik
iets zag op het dak voor inij, dat mij deed
stilstaan en mij zelf afvragen of dit toch
nog op een treurspel zou uitloopen. Het
was een droppel bloed. Verderop bij het
ZELAND A