4
No. 36.
Zaterdag 26 April 1902
le Jaargang,
Advertentieblad voor Zeeland.
FEUILLETON.
0, die dienstmeisjes
19- Dagen van Leed.
Brievenstukken en advertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur van „ZELANDIA" te Zuiddorpe.
Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond.
Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren.
Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Staatkundig Overzicht.
Prijs per 3 mnaiulcns
franco per post 75 cent, voor België frs. 2.50. Bij vooruitbetaling vooreen geheel jaar bedraagt
de abonnementsprijs slechts f2,50 voor Nederland.
Aan deze uitgave is verbonden een GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD tegen den
prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden.
Advcrtcntif n t
van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10.
Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden
bij vooruitbetaling geplaatst voor -40 cent per advertentie.
Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie.
Daar hebben we de poppen aan 't dan
sen, beste lezer!
We krijgen voor een oogenblik de
politiek uit de keuken
Toen we verleden Zaterdag een hoofd
artikel plaatsten over de emancipatie
der dienstmeisjes, hadden we in de ver
ste verte geen flauw vermoeden, dat we
zooveel kwaad bloed zouden gezet heb
ben onder sommige keukenprinsesjes.
Maandagmorgen, reeds met de eerste
post, ontvingen we een paar brieven,
een uit Middelburg en een uit Terneu-
zen, waarin ons danig de les werd ge
lezen over ons hoofdartikel van Zaterdag.
Ze blijken evengoed de pen te kunnen
hanteeren, als de braadpan.
Lieve hemel, wat een „Kruidje roer
me niet", dachten we, bij 't eerste
ontcijferen van de respectieve hanen-
of liever kippenpootjes!
Maar dat was nog niet alles. We
hadden ons laatste leed nog niet over
zien, want we ontvingen nog denzelfden
dag een roerend klaaglied van een
mevrouw, die ook al het land had over
ons artikel.
Daar zitten we nu tusschen twee
vuren.
De dynamietbommen van België zijn
er nog niets bij.
Dienstmeisjes, die steen en been kla
gen over hun meesteres, en meesteres
sen, die het zondenregister lichten van
hun Betjes en Kee-tjes!
Het is geen kleinigheid
En van datallesis Zelandia de schuld.
Een der keukenprinsesjes vooral, is
niet op haar gemak en schrijft ons een
brief van vier bladzijden groot, om haar
mevrouw eens lekker uit te schilderen
van top tot teen.
Dit oude meubel bevatte een aantal pa
pieren, welke wij met den naam van fa
miliepapieren zullen bestempelen, aange
zien derzelver inhoud uitsluitend betrek
king had op de geboorten, huwelijken en
sterfgevallen, kortom op al de belangen
der familie van den rentmeester en diens
overledene vrouw.
Terwijl Nelis zich in zijne kamer onle
dig hield met het verplaatsen dezer schrif
ten, welke hij sedert jaren niet meer had
ingezien, liet hij van tijd tot tijd den blik
vallen op het eene of andere papier, tot
hij eindelijk een beschreven blad onder de
hand kreeg, hetwelk in vieren was toe-
geplooid, en dat hij zich niet herinnerde,
ooit in den lessenaar te hebben gezien.
Snel ontvouwde hij het papier en her
kende in het schrift, de hand zijner over
ledene vrouw, die hij bij zijne terugkomst
uit Duitschland, zooals we reeds vroeger
in ons verhaal zeiden, stervende had ge
vonden.
Was dit schrift den laatsten wil van
haar, die op haar doodsbed hem geen en
kel woord meer had kunnen toesturen.
Met van aandoening bevende hand en
En ik beloof u, lezer, er blijft geen
stuk van heel
We zullen alles maar bedekken met
den mantel der liefde, ofschoon het
wellicht de bedoeling was, dat me
vrouw eens heerlijk in de krant zou
komen, en dat heel Zeeland eens zou
weten, wat een verschrikkelijke kat
die mevrouw toch is.
Met den volgenden wensch besluit
het ondeugend kind snikkend haar
schrijven
„Ik mocht lijden, mijnheer de Redac
teur, dat U eens een maand met onze
mevrouw getrouwd was, dan zoudt U
een heel ander artikel geschreven heb
ben als nu."
We danken het brave zieltje van
harte voor dien vromen wensch, maar
we willen haar den goeden troost ge
ven, ons artikel nog eens flink over te
lezen, want tusschen de regels van haar
kippenpootjes door, schemert toch zoo
iets, wat niet in den haak is.
Zij hoort reeds bij die categorie van
ontevredenen, die den socialen strijd
brengen in 't huisgezin en warboel
stichten.
Uit heel den toon, die ze tegen ons
aanslaat, blijkt ons, dat ze behoort bij
de lastige en arrogante wezens, wie
het moeilijk is iets naar den zin te
maken.
Daarenboven zien we overduidelijk,
dat ons artikel niet te vergeefs was ge
schreven, en we raden haar daarom
aan, onze wenken daarin vervat, eens
degelijk ter harte te nemen en ze zal
zien, dat haar mevrouw dan toch niet
zoo'n lastig portret is, als ze haar wel
belieft af te schilderen.
Want wat wil het toeval.
Yan haar voorgangster, die nu bij
een andere mevrouw dient, kregen we,
gek genoeg, ook een brief.
En wat schrijft die P
Ze klaagt de steenen uit den grond
over haar tegenwoordige meesteres,
maar de vorige, zegt ze, was een
doorheen de biggelende tranen, welke bij
het herdenken aan zijne betreurde echtge-
noote, hem het anders zoo helder oog ver
duisterden, las de arme rentmeester
Zeer geliefde Echtgenoot
«Wanneer gij zult teruggekeerd zijn,
zal ik misschien niet meer leven ik voel
het, mijne ziekte is onherstelbaar, doch,
ween niet over mij, neen, lieve Nelis; ik
sterf gerust, in de overtuiging, dat ons
kind, bij gemis aan eene moeder, toch een
goeden vader op aarde behoudt.
»Ik had u echter nog vele dingen te
zeggen alvorens te sterven er zijn zoo
ernstige gebeurtenissen voorgevallen in
uwe afwezigheid, die u niemand met juist
heid zal weten te verklaren, aangezien
er geheimen bestaan, die mij alleen be
kend zijn.
«Nelis, eenieder zal u hier bij uwe te
rugkomst verhalen, hoe de Fransche ben
den Hoogeneyck hebben overrompeld en
geplunderd, den Graaf weggevoerd en de
overige bewoners uit het kasteel verdre
ven men zal u vertellen, dat de goede
Gravin sedert dien dag spoorloos is ver
dwenen, even als haar kinddoch wat u
niemand zal verhalen, lieve Nelis, is, dat
het kind van den Graaf, de kleine Chris
tina van Hoogeneyck hier in ons huiske
woont. Ik heb het kind gered van de
engel.
Hoe zit dat nu|?
De eene keukenprinses klaagt als een
Jeremias over dezelfde mevrouw, waar
over de andere keukenprinses de lof
trompet steekt.
Het is ons een bewijs, zelfs een over
duidelijk bewijs, dat de schuld hier aan
beide kanten ligt.
En hier geldt zeker de gulden regel
leert elkanders nukken verdragen, leert
elkaar waardeeren, kennen en begrij
pen, toont een goeden wil en geeft wat
toe, en ge zult zien, dat het zaakje
aardig zal opknappen.
En vooral, lees nog eens aandachtig
het artikel van Zelandia, en handel
daarnaar
De andere briefjes laten we maar
buiten bespreking, om nog even het
schrijven aan te raken van de bewus
te mevrouw, die ons een epistel op het
dak zendt van heb r, ,'k - jou - daar
Mevrouw vindt het verschrikkelijk,
dat wij haar aanraden meer liefde te
toonen voor haar dienstboden.
Ze vindt het haar grootste kruis om
er een dienstmeisje te moeten op na
houden, maar ze kan er niet buiten,
zegt ze.
En dan volgt een serie van ver
schrikkelijke dingen, die de talrijke
dienstmeisjes, welke ze versleten heeft,
zoo al op haar kerfstok hebben.
En, dat schijnt zoo in de lucht
te zitten ook zij besluit met den
plezierigen wensch
„Het beste wat ik u zou willen wen-
schen, mijnheer de Redacteur, bij het
schrijven van Uw artikelen, zou zijn,
dat u eens een dag of acht, meisjes, als
het mijne, in uw dienst hadt. Dat zou
de beste inspiratie zijn bij het schrij
ven van artikelen over dienstmeisjes."
ZiezooOp die manier wordt een
Redacteur aardig ingespannen In
één week getrouwd met een mevrouw,
die, volgens het dienstmeisje, een ech-
bloedgierige Sanculotten, die het overal
zochten, om het aristocraten broedsel
zooals zij het noemden, tot den dood te
brengen.
Onopgemerkt ben ik met het kleine
wicht naar ons huiske gevlucht, en nie
mand, niemand dan God heeft het be
merk i. Wie weet wat er anders van het
arme kind zou geworden zijn Houdt de
kleine Christina bij u, Nelis, tot de tijden
beter zijn en het kind ongestoord in het
bezit van den eigendom zijner ouders kan
gesteld worden.
«Nelis, eene andere ramp trof ons huis
ke, dat door zijne ligging in de bosschen,
voor het oog der woeste soldaten was ver
borgen gebleven de dood, die overal door
dringt en die mij waarschijnzijk op mijne
beurt zal meêgesleept hebben alvorens ik
u nog eene laatste maal kan zien, heeft
onze kleine Nora uit ons midden gerukt.
Het arme kind overleed aan eene koorts,
in eene ziekte, welke slechts twee dagen
had geduurd. Ik heb veel, zeer veel ge
weend, doch onze pastoor troostte mij al
tijd, zeggende, dat God zijne engelen tus
schen de liefste kinderen zoekt. Sedert al
die rampen, waarvan ik ben getuige ge
weest, schrikt mij de dood niet meer af.
Lieve Nelis, dierbare echtgenoot, ik
voel mij zwak, zeer zwak ik zal weldra
onze lieve Nora weerzien.
Bemin, gij, Bertha en verstoot de arme
te tang is en waarmee geen huis is te
houden, en tevens op den koop toe een
dienstmeisje, dat volgens mevrouw,
geen knip voor den neus waard is, en
alles averechts verkeerd doet
Dank u wel, voor zoo 'n hemel op
aarde
Maar alle gekheid op een stokje
Mag ik ook U eens een raad geven,
mevrouw
Och, wees dan eens een beetje min
der lastig. Want het zou toch al won
der wezen, als onder al de talrijke
dienstmeisjes, die U al hebt zien ko
men en gaan, geen enkele goed zou
zijn.
Yoor U vooral is het artikel van
Zelandia van Zaterdag jongstleden niet
vergeefs geplaatst.
Lees nog eens den goeden raad, daar
in aangehaald, van mevr. v. d. Vel-
den-Visser, buig uw halstarrig kopje
eens een weinig, en ik ben er van
overtuigd, dat U weldra een dienst
meisje zult bezitten als een engel.
En ten slotteOndanks al deze troe
belen van den eenen kant, constatee-
ren van den anderen kant toch met
vreugde, dat Zelandia zoo trouw en zoo
goed wordt gelezen, zelfs door mevrou
wen en dienstmeisjes.
Bt> Oorlog.
Er wordt nog steeds onvermoeid door
de Boeren doorgevochten, waarschijnlijk
om de Engelschen, bij het totstandkomen
van eventueele onderhandelingen, toeschie
telijker te maken. Zoo blijkt nu weer van
een gevecht, Zondag voorgekomen bij Ficks-
burg, in het Oosten van den Vrijstaat,
waarbij de Engelschen 2 officieren en 3
man aan dooden, 3 officieren en 19 man
aan gekwetsten verloren. Bovendien zijn
er nog eenigen zoek. Het is niet zeker, of
deze vermisten door de Boeren zijn gevan
gengenomenze kunnen ook wel gedeser
teerd zijn. Op 't oogenblik vechten er bv.
kleine Christina niet. Ik omhels u eene
laatste maal, want ik zal u op aarde niet
weêrzien, doch wel later, in den hemel
«Uwe dierbare Anna.»
De rentmeester herlas den brief, want
hij kon zijne weifelende blikken niet ge-
looven het schrift was nogthans van zij
ne geliefde echtgenoote. Sedert de gebeur
tenissen, in den blief vermeld, had hij
niet meer noodig gehad eenig papier uit
den lessenaar te raadplegen, waardoor dan
ook dit geschrift niet eerder in zijne han
den was gekomen.
Lang zat hij peinzend, het hoofd in den
palm der hand, op het geschrift te staren,
dat blijkbaar door de bevende hand eener
zieke was geschreven.
Het was dus niet genoeg zijne lieve
echtgenoote verloren te hebben, ook een
zijner kinderen was dood hij had dus nog
slechts zijne Bertha, en het zwartlokkige
kind was zijne Nora niet!.... Neen, het
was de dochter van den Graaf
De man stond echter moedig dien schok
door, welke hem door die tijding werd in
het hart geworpen, te meer, daar die brief
eene blijde tijding voor den Graaf bevatte.
Immers, ook de Graaf was vader, en vond
hierdoor insgelijks een verloren kind.
De rentmeester ging dan ook weldra
Graaf Hugo vinden, om dezen de tijding
in de Boerengelederen 49 Canadeezen, die
door de Engelschen als „koloniale troe
pen" voor hunne gelederen in Zuid-Afrika
waren aangevoerd.
ENGELAND.
Sclirikwckkemle lirnixl.
Te Londen heeft Maandag avond zulk
een kolossale brand gewoed dat een der
Londensche bladen spreekt van «toeneming
van de Americanisatie van Londen." De
brand is een van de grootste geweest in
Londen sedert jaren bijgewoond. Over een
oppervlakte van 2'/t acres zijn alle ge
bouwen, pakhuizen en kantoren vernield.
Gelukkig zijn er geen menschenlevens te
betreuren.
De brand ontstond om half elf in een
magazijn van stroohoeden in Barbican, en
hoewel er dadelijk twee stoombrandspui-
ten aanwezig waren kon de brandweer
niet verhinderen dat de wind de vlammen
dwars over de straat joeg, die de huizen
aan den overkant in brand zetten.
In minder dan een half uur waren er
30 stoombrandspuiten op het terrein maar
de brand breidde zich eerst nog steeds uit.
Het werk van de brandweer werd bo
vendien gevaarlijk gemaakt door het val
len van de duizenden telephoondraden die
bij het verbranden der dragers van de da
ken stortten.
In de Aldergate-street zat een groot aan
tal brandweermannen op de daken om
ieder begin van brand, veroorzaakt door
de met den wind meegevoerde brandende
voorwerpen te blusschen.
Er was een ontzaglijke menigte op do
been, maar deze zag niet veel, door de
hooge gebouwen en nauwe straten.
Tegen éen uur kon men een deel der
brandweer laten inrukken voor 't geval
elders brand mocht uitbreken. Tegen zes
uur waren de vlammen bedwongen.
De schade wordt op meer dan 2.000.000
pond geschat.
BELG IE.
Aanslagen op treinen.
Tijdens de woelingen in België zijn ver
scheiden aanslagen gepleegd op spoortrei
nen, bruggen, telegraaflijnen, enz. Onder
deze is die op den mailtrein Keulen—Pa
rijs eene afzonderlijke vermelding waard,
om het groote gevaar, dat die trein ge-
loopen heeft. De poging had plaats tus
schen Amy en Hermalle. Een dwarshout
werd op de baan geplaatst om den express
mede te deelen, welke hem zijn kind te
rugschonk.
De avond daalde allengs.
De rentmeester trad zwijgend door het
vertrek, waar zich de beide meisjes be
vonden, welke aan een venster stonden
te luisteren naar een reizenden vioolspe
ler, die aan de voorpoort roerende klaag
tonen uit zijn speeltuig streek.
De rentmeester stapte in de gang den
trap op, ten einde zich naar de vertrek
ken van den Graaf te begeven, toen een
knecht de voorpoort opende om den viool
speler de aalmoes der beide meisjes over
te reiken zoodra deze laatsten echter
door de half geopende deur den speelman
bemerkten, ontsnapte een uitroep aan bei
der borsten te gelijk
Hecco!.... galmde het door het open
staande venster, en een oogenblik daarna
stuifden de meisjes over het voorplein, en
na nog een oogenblik hielden beiden eene
der handen van den armen knaap in de
hunne gekneld.
Hecco!.... Hecco-liefklonk het nog
maals.
Wordt vcr tolgi.)