No. 35. Woensdag 23 April 1902. le Jaargang. De arM onzer Reperli. FEUILLETON. Advertentieblad voor* Zeeland. Brieuen, stukken en aduertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur uan te Dagen van Leed. Prijs per 3 maanden i franco per post 75 cent, voor België frs. 2.50. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs slechts f2,50 voor Nederland. Aan deze uitgave is verbonden een GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD tegen den prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden. Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren. Advertentiën t van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10. Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden, bij vooruitbetaling geplaatst voor 40 cenf per advertentie. Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie. Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave... Hoewel de Regeering nog nauwelijks tijd heeft gehad om nieuwe wetsont werpen voor te bereiden, werden toch al klachten vernomen, dat er nog geen stapel nieuw werk ligt in den parle mentairen winkel, 't Zijn natuurlijk de tegenstanders van het Ministerie, die zoo spreken en daarbij zoover gaan, dat zij zelfs 't nog altijd niet invoeren van administratieve rechtspraak') half en half uitspelen als grief tegen den „nieu wen koers." De Regeering heeft n.l. de driestheid gehad, in het ontwerp, dat het vorige Kabinet te laat had ingediend om nog in behandeling te kunnen komen, eene beperking te brengen, waardoor het thans alleen de ongevallen-geschillen betreft. Een volledige regeling is hier door weder voor on bepaalden tijd ver daagd, mede een der zegeningen van den „nieuwen koers", zucht dan het Hbld., dat wij intusschen aanraden, eens te lezen, wat Dr. Nolens in het Katholiek Sociaal Weekblad over de ze aangelegenheid schrijft. Genoemd Kamerlid zet daar uiteen, dat door de gewraakte wijziging de invoering der Ongevallenwet bespoedigd kan worden een resultaat, waarover ook 't Hbld. zich dient te verheugen. Dit echter tusschen haakjes. Het ar tikel van des heeren Boissevain's blad, waarin bovenstaande verzuchting wordt geslaakt, is overigens koren op den mo len der verdedigers van het Kabinet. Het heet „Trage wetgeving" en is fei telijk een doorloopende acte van beschul diging tegen de Kabinetten uit de laat ste tientallen jaren, omdat zij zoo ve lerlei ontwerpen onafgedaan, zoo veler lei belangen ongeregeld lieten, 't Is niet D. i. de instelling van een college, in hoogste ressort belast met de beslissing van twist-gedingen tusschen de Overheid en de burgers. 18. De kamer, welke nu zichtbaar werd, was een oud vertrek, waarschijnlijk in een der hoektorens van het kasteellangs een tamelijk groot venster kwam het licht in hoogst voldoende mate naar binnen. Voor dit venster stond eene kleine tafel met een oud ledeTen tapijt bedekt, waarnaast een versleten leunstoel, en vóór dien stoel stond eene vrouw. Gansch het lichaam dier vrouw was in een wit linnen doek gehuld, die haar in prachtige doch sombere plooien, van op het achterhoofd tot aan de voeten hingslechts het aangezicht was onbedekt, benevens eene zwarte haarvlecht, die van onder dit soort van lijkkleed, haar langs den schou der op de borst hing. Ook de arm, waar mede zij als het ware op de tafel steunde, was naakt. Het was waarlijk eene indrukwekken de gestalte, die rijzige vrouw, zooals zij daar stond, in haar wit gewaad; zij ge leek niet slecht op een beeld der grieksche oudheid, door eenen Phidias van den tijd, in albast gebeiteld. Haar oog vonkelde met een ongewoon vuur; hare gelaatstrek ken, hoe regelmatig echter ook, bezaten onze bedoeling, van dit artikel een overzicht te geven. Wij wezen er alleen op om den vrienden der Regeering de zen riem onder 't hart te stekentrekt u niets aan van die klachten over ons Kabinet, want eerstens heeft het nog geen tijd genoeg gehad om te toonen wat fret wil, en tweedens is 't zuchten over trage wetgeving even oud als de weg van Axel. Maar 't zou zoo nog den schijn kun nen hebben, alsof wij de Regeering van traagheid in de wetgeving verdachten. Niets is minder waar. Men zal moeten toegeven, dat de voorbereidende maat regelen, welke vielen waar te nemen, dergelijke verdenking alles behalve zou den rechtvaardigen. Er zij gewezen op des Premiers plannen in zake het on derwijs, hervormingsplannen, waarom trent in de pers al een eri ander door drong en welke door de jongste studie reis naar Duitschland hoopvolle ver wachtingen opwekken. Als minister Kuyper er in slaagt, ons onderwijs in zijn verschillende geledingen eens een flinke verjongingskuur te doen onder gaan, zal hij meer verricht hebben dan vele liberale ministers, die maar voort bouwden op de eens gelegde grondsla gen, hoe weinig deze ook pasten bij de behoeften van ons volk. Aan de Tariefwet wordt, naar men weet, bij financiën druk gearbeid; een afzonderlijk ambtenaar is er voor gede tacheerd, terwijl, naar verluidt, ook minister Harte van Tecklenburg zich naar België heeft begeven in verband met douane-aangelegenheden een zeer voornaam punt, zooals men weet. Men vergunne ons hier een kleine uitwijking. Wat zouden al degenen, die zoo boos zijn over minister Kuy per's beweerde «loslippigheid» tegen over buitenlandsche journalisten, zich van harte verheugen, als mr. Harte zich eens liet uitvragen over zijn ta riefwet. Tot in de wolken verheven zou Z. Exc. worden, als hij zoo gemak- die grafachtige magerheid, welke aan het doodshoofd denken doet; het vel harer holle wangen was als aan de kaakbeen deren gekleefd, en het was met eenen kreet van ontzetting, dat de Graaf haar nader trad. Was dit zijne vrouw!.... Was dit de schoone Gravin, zijne Maria wel?.... Ja, zij was het; doch zij was niet zooals hij haar verleden napht had gezien, neen; het maanlicht en het schemerduister hadden die geraamteachtige magerheid verbloemd, en hij had bij nachte zijne Maria beter herkend, dan thans bij het licht van den vollen dag. »Mariawas slechts het eenige woord, dat hem over de lippen-wilde. De vrouw was zichtbaar verschrikt; on willekeurig deed zij eene beweging, als zou zij er aan gedacht hebben, de vlucht te nemendoch den Graaf strak in de oogen ziende, zeidc zij met sidderende heesche stem Gij!.... gij hier!.... Mijn Hugo hier! Neen! Dat is niet mogelijk!.... Neen, gij bedriegt mij! Mijn Hugo is dood; mijn Hu- go leeft niet meer! De Sanculotten heb ben hem vermoord!.... Weg! Ga weg! Zij deed eene beweging met de beide handen, als wilde zij iemand van zich we ren in haar oog fonkelde, in sombere stra len, het vuur der zinneloosheid. Hare onsamenhangende woorden brach- xelijk «interviewers» tot zich toeliet als de Premier zulks in het buitenland deed. «Verbazend onhandig» noemen wij daarom met het Vaderland de aanvallen jegens minister Kuyper; on handig, want op die wijze sluiten de re dacteurs immers voor zich zelf de deuren der ministerieele vertrekken. Maar de po litiek schijnt ten aanzien van tegen standers zelfs dergelijke onhandigheden voor te schrijven. Als men maar een stok kan vinden, zal men slaan ook, al blijkt die stok gevaarlijk voor den han teerder. Keeren wij intusschen van ons zij paadje op den rechten weg terug. En dan kunnen wij, bij gebreke van een interview, de stukken raadplegen, waar in wij ook omtrent het ministerie van justitie de meest geruststellende verze keringen vinden. Wij wijzen op de zoogenaamde «beroepswet,» welke de onverwijlde invoering der Ongevallen wet moet mogelijk maken. Maar daar is ook in bewerking een regeling van het arbeidscontract, waarbij tevens het euvel der gedwongen winkelnering be strijding zal vinden. Ook de langbe- geerde administratieve rechtspraak wordt bij justitie niet vergeten, zoodat we mogen verwachten, dat juist van dit Ministerie zal uitgaan de regeling, welke, ten opzichte dier verschilbe- slechting, sinds de Grondwetsherziening verzuimd werd in te voeren. We namen hierboven een vluchtig kijkje bij de drie departementen, waar op 't in deze wetgevende periode voor al aankomt. Vluchtig, want we we zen b. v. niet eens op de voorbereiding der herziening der Gemeentewet, een omvangriken arbeid, waartoe de Pre mier bereids het initiatief namnoch op de invoering der kinderwetten en de herziening der militaire strafwetten, waaraan mr. Loeff in de eerste plaats zijn aandacht wijdt; noch.... We zou den die opsomming gaarne verlengen, indien 't noodig ware. Maar men zal reeds tot de overtuiging zijn gekomen, dat we van den wetgevenden arbeid van dit Ministerie de beste verwach tingen mogen koesteren. Alleen: men verge niet alles opeens. De Kamer kan trouwens niet meer dan één ding te gelijk afwerken. ten als een electrischen schok in het ge moed van den Graaf teweeg; de banden, waarmede de ontzetting zijne tong als ge kluisterd hield, sprongen los, en hij riep Maria! Mijne goede Maria, kent gij mij dan niet meer? Ik ben het, inder daad; uw Hugo, uw echtgenoot, dien gij lief hebtDe Sanculotten hebben mij niet vermoord, zij hielden mij slechts gevan gen en nu kom ik terug tot u, Maria! Lieve Maria De vrouw staarde verschrikkelijk op den Graaf, haar gansch gelaat trilde zenuw achtig en met hare heesche, grafachtige stem zeide zij Gij?.... mijn Hugo?.... Neen, gij zijt een booze geest, die de gedaante van mijn echtgenoot heeft aangenomen om mij te komen martelen. Gij?.... gij vervolgt mij Gij hebt mij ook verleden nacht belet mijn kind te gaan omhelzen Ver staat gij dat Mijne Christina, die mij ontstolen werd, doch die tot mij is terug gekeerd. Ja, gij waart het, die mij dezen nacht van het 'bed mijner Christina ver dreven hebt!.... Eene innige woede scheen bij het uit spreken dezer woorden zich van de Gra vin meester te maken; de Graaf sloeg zich als wanhopend de beide handen voor het gelaat en gilde Zinneloos!.... Arme vrouw!.... Een luid snikken volgde op deze woor- Staatkundig Overzicht. l>e Oorlojj. De onderhandelingen zijn dus voorloopig geschorst In het Lagehuis deelde minister Balfour mede, dat lord Milner en lord Kitchener twee bijeenkomsten hadden met de Bóe ren-gedelegeerden. Op verzoek van dezen heeft lord Kitchener, nu de wapenstilstand om militaire redenen moest worden ge weigerd, goedgevonden faciliteiten te ge ven voor het verkiezen en bijeenkomen van vertegenwoordigers van de verschil lende commando's om den toestand te over wegen De Boerenleiders zijn daartoe uit Preto ria vertrokken; men verwacht dat de be sprekingen niet voor over drie weken her vat kunnen worden. Naar Reuters Agentschap verneemt, is de bewering, dat de Bóeren-gedelegeerden, zich tot de Engelsche autoriteiten gewend hebben op voorstel der Engelschen zeiven, volkomen onjuist- 't Optreden der gedele geerden was geheel spontaan, en dit wordt beschouwd als een bewijs van bun oprech ten wensch om tot een definitieve beslech ting te komen door vreedzame onderhan delingen. RELGIE. De groote beslissing. Het spel is gespeeld De Kamer heeft met 84 tegen 64 stem men de grondwetsherziening verwor pen Heel het getier en geschreeuw der so cialisten is loos alarm gebleken. De werkstakingen zijn nagenoeg overal geëindigd. Alleen een paar onschuldige slachtoffers zijn gevallen door het laffe schuimbekken der socialisten. Als een bewijs, hoe goed de Kopstukken het met den werkman meenen, dient weer het volgende, dat door het Hdbl. van den; de Graaf weende bitter. De rentmeester, die tot nu toe, van op den dorpel van het kleine vertrek, dit hart roerend tooneel had aangezien, trad al lengs tot den Graaf en trachtte hem te bewegen, de Gravin eenigen tijd alleen te laten, ten einde haar overspannen en zie kelijk brein den tijd te geven, tot bedaren te komen. De Graaf begreep het gegron de dezer opmerking en de beide mannen verlieten het vertrek. Graaf Hugo voelde zich diep geschokt door het gebeurde; hij bracht schier den geheelen dag in zijne kamer door, welke hij slechts verliet om eenig versterkend voedsel in de geheime vertrekken te bren gen, die aan de Gravin, waarschijnlijk se dert den dag der overrompeling van Hoo geneyck, door de fransche plunderbenden, tot schuilplaats hadden gediend. Toen hij zich tegen den avond nogmaals naar die vertrekken begaf, bemerkte hij met ge noegen, dat de Gravin van de aangebrach te spijzen genuttigd had. Het was den Graaf zeer duidelijk, dat zijne echtgenoote, gedurende al den tijd van haar eenzaam verblijf op Hoogeneyck, slechts geleefd had van vruchten, kruiden en wortelen, benevens eieren, welke, aan gezien het groot aantal hoenders en ande re huisvogels, die zich in den slottuin als in wilden toestand, ongemeen vermenig vuldigd hadden, in overvloed voorhanden Antw. wordt gemeld Citoyen Emile en citoyenne Lola Van- dervelde geven te zamen 100 fr. voor de. slachtoffers der algemeene werkstaking. 50 fr., geschonken door den millionnair Vandervelde, maakt, op zijne berekening van 300,000 stake: s gesteund, 33 honderd sten van 1 centiem per man. Daar kun nen ze het 14 dagen langer meê uithou den 1 Maar dat is toevallig een vroom scheid blad, waartegen Het Volk toornt: Overal zijn de socialistische leiders in 't eerste gelid en het is een uiting van pure lasterziekte als de vrome scheidbla den het tegendeel beweren. Een ander bewijs van heldhaftigheid der Kopstukken is het volgende: Een jonge knaap, die uit de ouderlijke woning was verdwenen, is door zijn va der teruggevonden. Hij heeft aan de poli tie verklaard dat men hem in het Volks huis had aangenomen om een revolver af te schieten tegen 1V» franc per schot. Ilij voegde erbij driemaal bij de opstootjes ge schoten te hebben en was ervoor betaald. Deze verklaring is bevestigd door twee anderen vat. denzelfden leeftijd, die ook waren gehuurd m#t hetzelfde doel. Ziedaar de taktiek var. de leiders der socialisten. De arme stumpers laten ze de kastanjes uit het vuur halen, vechten in de straten, bloed vergieten en opgepakt worden door de politie, terwijl vrouw en kinderen aan hun lot zijn overgelaten en zelf zitten de Kopstukken veilig thuis en bespreken, onder het drinken van een flesoh wijn en 't rooken eener heerlijke sigaar, de belangen van zich zeiven. Arm volk, dat zich door hen Iaat ver blinden. Te Leuven heeft nog een bloedige botsln5 plaats gehad. Over deze botsing meldt de Etoile beige Daar de St. Antoniusstraat was afgeslo1 ten door .de burgerwacht, had de socialis tische stoet zich in tweeën gesplitst. De eene groep, den St. Antoniusberg opgaan de en over de Groote Markt komende, wilde door de Thienensche straat gaan, voorbij den Katholieken Kring, die be schermd werd door een peloton burger wacht. Vruchteloos trachtte de politie den stoet af te wenden; zij werd overweldigd en de menigte brak door de linie der schildwachten, waarop het peloton, met de orde aldaar belast, vuur gaf. waren. Wijn was er insgelijks in groote hoe veelheid in de kelders van het kasteel, en die versterkende drank had dan ook in groote mate belet, dat de arme Gravin in haar eenzaam verblijf omkwam. De gedachte aan de ontberingen, wel ke de Gravin had moeten doorstaan, prang de den Graaf het gemoed, en al hetgeen hij zelve had te verduren gehad, scheen hem onbeduidend bij het lijden zijner on gelukkige vrouw. De rentmeester had, van zijn kant, zich schier den ganschen dag onledig te hou den gehad met het toezicht over de werk lieden, welke eenige zijner meubelen, uit het huiske in het bosch, naar het kasteel brachten. Dit werk werd door een voorval geken merkt, dat een der voornaamste gebeur tenissen van ons verhaal uitmaakt. Bij het overbrengen van een ouden ver molmden lessenaar, was die laatste in zoo slechten toestand geraakt, dat de rent meester denzefven als niet meer bruikbaar beschouwdeook onmiddellijk nadat de lessenaar op het kasteel was aangebracht, begon men den inhoud er van in een meer doelmatig geschikt meubel over te bren gen. (Wordt vcrtolg.1.)

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 1