No. 34.
Zaterdag 19 April 1902.
le Jaargang
FEUILLETON.
Zelfs de dienstmeisjes
17- Dagen van Leed.
Brievenstukken en aduertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur van ,,ZELANDIA" te Zuiddorpe.
Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond.
Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren.
Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Staatkundig Overzicht.
ZELANDIA
Prijs per 3 maanden t
franco per post 75 cent, voor België frs. 2.50. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt
de abqónementsprijs slechts f2,50 voor Nederland.
Aan deze uitgave is verbonden een GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD tegen den
prijs van 45 cent per^l maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden.
Ailvertcntiën t
van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10.
Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels wo.rden
bij vooruitbetaling geplaatst voor -SO cent per advertentie.
Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie.
Worden reeds fabrieksarbeiders en fa
brikanten, boeren en handelslui, ambts
beden en werkgevers, onderwijzers en
overheden tegen elkaar opgezet, de
vraatzucht der ,,de Sociale quaestie",
is nog geenszins gestild. Nog meer on
tevredenheid moet gekweekt worden,
nog meer slachtoffers moeten gemaakt
worden, men zaait ontevredenheid onder
de zwakke sekse.
Ultra-geëmancipeerde dames treden op
en richten zich tot onze dienstmeisjes,
ook zij moeten zich in den strijd men
gen. Bonden, worden gesticht, vergade
ringen gehouden, ontevreden worden zij
gemaakt, meer geschikt voor de straat
dan voor den huiselijken kring.
Woordvoerdsters treden op met een
parasol gewapend en een veer op den
hoed gaan onze dienstmeisjes ter ver
gadering om gedrild te worden tot on
tevredenen, om den socialen strijd te
brengen in 't huisgezin en warboel te
stichten.
Er wordt geklaagd, dat goede dienst
boden bijna niet meer te vinden zijn en
menige huisvrouw moet zich behelpen
met wezens, die even lastig en arrogant
zijn als de vroegere trouw en bescheiden.
Nu moet men ons niet beschouwen
alsof wij alle schuld der wanverhou
dingen werpen op onze dienstboden. O
neen, maar al te dikwijls laten de juf
frouwen, mevrouwen of hoe ze zich
laten betitelen, te veel voelen wie in
huis meesteres en wie de dienende geest
is. Onze huisvrouwen moeten bedenken,
dat zij hunne dienstmeisjes eischen mo
gen stellen van gehoorzaamheid en
trouw, doch dat daartegenover ook eene
goede en liefdevolle behandeling past.
De dienstboden hebben recht op zede
lijken steun en moeten beschouwd wor-
Zij leeft, voegde de Graaf er bij, op
eenen toon, die genoeg verried, niet de
minste tegenspraak, op dit punt, te zul
len dulden. Mijne vrouw, mijne Ma
ria leeftIk heb haar gezien en wil haar
terugvinden!
De rentmeester had zwijgend, doch met
de grootste verwondering, dit vreemdsoor
tig verhaal aangehoord.
En nochtans, zeide de laatste einde
lijk, is het gansche kasteel herhaalde ma
len, van op de hoogste zolderingen tot in
de diepste grondvesten doorzocht, en nooit
heeft men er eenig levend wezen kunnen
terugvinden.
De Graaf antwoordde hierop niet, maar
bleef eene wijl spraakloos nadenken, waar
na hij opstond en tot den rentmeester
zeide
Volg mij.
De beide mannen begaven zich zwijgend
en in gedachten verzonken, in de groo-
ten gang van het kasteel. De Graaf klom
daarna, gevolgd door den rentmeester, den
grooten trap op tot aan eene der hoogste
verdiepingenvervolgens sloeg hij een
lange gang in, die tot een schier ontel-
den als een familielid. Behoorlijk moet
hun gelegenheid gegeven worden naast
hunne dienstplichten ook hunne gods
dienstplichten te kunnen vervullen.
Mevrouw J. van der Velden-Visser
gaf onlangs den volgenden schoonen
wenk, hoe onze dienstboden naast trou
we plichtsbetrachting, dienen behandeld
te worden, n.l.
«Vooreerst, trachten wij ze (de dienst
boden) met liefde en geduld te vor
men. Denken wij er eens meer aan,
dat die meisjes, die ons hare diensten
bewijzen, toch ook menschen zijn, dat
't ook haar vaak zoo hard valt «om
den broode» hare ouders te moeten ver
laten, dat ze meestentijds, vóóral die
genen welke pas gaan dienen, zoo on
beholpen zijn, doch dat 't haar toch
niet aan goeden wil ontbreektverlie
zen we dan niet zoo spoedig ons ge
duld, brengen we haar met zachtheid
van hare taak op de hoogte en vooral
geven we haaf bewijzen, dat wij het
wel meenen met haar geestelijk en tij
delijk heil, door haar op te wekken
en tijd te geven, zelfs met opoffering
van eigen gemak, hare godsdienstplich
ten te behartigendoor haar aan te
zetten en te helpen, niet haar geld
aan onnoodigen opschik te verspillen,
maar haar te leeren spaarzaam zijn.
Geven wij haar van tijd tot tijd onze
tevredenheid te kennen bij het goed
nakomen harer plichten en dan, laat
ons niet te veeleischend zijn.»
Wanneer wij onze dienstbo
den behandelen met meer liefde, wan
neer wij haar met de daad doen gevoe
len, hoe zij voor ons niet slechts waar
de hebben om het quantum dienst, dat
zij ons leveren, maar hoe ze wel dege
lijk worden beschouwd als een lid van
het huisgezin, waarvoor men iets ge
voelt, onze dienstboden zullen 't ons
door trouwe aanhankelijkheid en vaar
digen werklust honderdvoud vergelden
en' wij zeiven mogen in ons omdragen
het zoete bewustzijn, medegewerkt te
baar getal kamers en vertrekken toegang
gaf, tot hij eindelijk eene kleine kamer
binnentrad, welk als een antiek slaapver
trek ingericht en gemeubeld was.
Rechtover eene groote eikenhouten al-
kove was een hooge schoorsteenmantel in
zwart marmer, en bebeiteld met al de
fantastieke versierselen en monsters welke
de bouwtrant der XVIIe eeuw oplevert.
Een groote ijzeren haardplaat, waarop
in gedreven koper, eene episode uit het
romeinsche tijdvak was algebeeld, bekleed
de schier geheel den achtermuur der
haardstede.
De Graaf bukte zich eenigzins onder den
schouwmantel, raakte met de hand, op
eene behendige wijze, aan de haardplaat
een geluid als het springen eener verroeste
slotveêr deed zich hooren en de plaat
draaide op kunstig verborgene hangsels,
als eene ware deur, hetwelk zij ook was.
De rentmeester liet eenen uitroep van
verwondering hooren.
Neen, heer Graaf, zeide hij, wij heb
ben het kasteel niet goed doorzocht
Graaf Hugo glimlachte even en trad in
do opening, terwijl hij den rentmeester
wenkte hem te volgen.
Binnen de opening gekomen zijnde,
trok de Graaf de haardplaat terug op hare
plaats; het geluid der springveêr deed
zich nog eens hooren, en herklonk wel
twintigmaal in de lange, half duistere
hebben, zij op het nog zoo bescheiden
wijze, aan de mindering van een So
cialen nood
Do Oorlog.
De zaak tusschen de Boeren en Engel-
schen is tegenwoordig tamelijk duister.
Er is druk sprake van vredesonderhan
delingen, doch er is niet wijs te worden
uit de menigvuldige en tegenstrijdige be
richten, die ons bereiken.
De Engelsche bladen zeiden eergisteren
dat de voo'ruitzichten eener regeling be
moedigend zijn.
En in het Lagerhuis verklaarde minis-
ster Balfour op denzelfden dag, dat er geen
bericht is over de vredesonderhandelingen,
en dat er ook nog geen bericht kan zijn
in het tegenwoordig stadium. De regee
ring zal onmiddellijk mededeeling doen,
zoodra er iets is, dat publiek gemaakt
kan worden.
Laten we dus afwachten.
RUSLAND.
Moord op oen minister.
Te St. Petersburg is eergisteren om 1
uur 't gebouw van den Rijksraad een
moord gepleegd op den minister van Bin-
nenlandsche zaken, Sipjagin.
De moordenaar is gearresteerd.
De Köln. Ztg. bevat een telegram uit
St. Petersburg, dat de moordenaar heeft
verklaard Malitsjef te heeten en slechts
door persoonlijke wraakzucht te zijn ge
dreven (hetgeen natuurlijk nog niet be
wijst, dat dit inderdaad het geval is.) Hij
zou als student te Kief bij de onlusten van
verleden jaar onbillijk hard behandeld zijn
geworden en die behandeling op de mi
nister hebben willen wreken.
De moordenaar naderde den minister in
de uniform van een Russischen adjudant
met de mededeeling, dat hij hem namens
grootvorst Sergius een stuk ter hand moest
stellen. Toen Sipjagin het vermeende do
cument. iri ontvangst wilde nemen, loste
de moordenaar vijf revolverschoten, waar
van twee doodelijk waren. Sipjagin stierf
tegen half drie.
Het derde schot trof 's ministers bedien
de die op den moordenaar toesprong om
hem het wapen uit de hand te rukken.
De vierde kogel bleef in den wand zitten.
gang, welke de twee mannen voor zich
hadden.
Inderdaad, het was een geheimzinnige
weg, welken men was ingetredenzoover
de blik in het duister dringen kon, ont
waarde men niets dan een lange gang,
die in den dikken buitenmuur van het kas
teel was aangebracht en slechts van tijd
tot tijd, langs eenige enge spleten en tus
schen de openingen der versierselen langs
de buitenzijde van het gebouw, een karig
licht ontving, aangezien die niet zeer
lichtgevende vensters gedeeltelijk met vo
gelnesten waren toegetimmerd.
De Graaf ging nog altijd voortvan
tijd tot tijd daalde de vloer van de gang
eene trede lager, tot men eindelijk aan
eenen hoek van het gebouw gekomen,
eene lage deur in den muur bemerken
kon; de Graaf stiet even aan de deur,
welke door die lichte drukking onmiddel
lijk geopend werd.
De plaats, tot welke die toegang leidde,
was een klein vertrek, kunstmatig en
zonder dat men dit bemerken kon, tus
schen de overige vertrekken van het ka
steel uitgespaardeen klein rond venster,
dat langs de buitenzijde, boven eene ver
uitstekende lijst verborgen was, verschaf
te een genoegzaam licht.
Een oude stoel en eene kleine verslete-
ne tafel waren de eenige meubelen, wel
ke er zichbaar warenop de tafel lag,
De laatste woorden van den minister wa
ren«Waarom word ik vermoord? Ik ben
mij niet bewust, iemand kwaad gedaan te
hebben." Een der kogels drong in het on
derlijf door, een andere doorboorde de lever.
De moordenaar bood bij zijn aanhouding
geen weerstand.
RELGIE.
De troebelen.
Het is in België kalmer geweest dan
men verwachtte. In de Kamer legde Dins
dag Neujean uit naam van de liberale e-
lementen der linkerzijde de volgende vor-
klaring afde liberale elementen der lin
kerzijde beseffende, dat rechtvaardigheid
vrede brengen zal, hebben de noodzake
lijkheid erkend van de herziening, terwijl
zij van den aanvang af alle geweld ver
oordeelden. Sedert eenige dagen zijn er
onlusten losgebarsten op verschillende pun
ten van het land. Het uur is ernstig. Het
land wordt bedreigd door een burgeroor
log. De liberale partij is besloten tot de
herziening mede te werken langs den wet-
telijken. Zij zou haar plicht niet vervul
len, indien ze haar best niet deed een op
lossing te zoeken van de crisis, en deze
ligt in een besluit, waarbij aan het gehee-
le land de gelegenheid wordt verstrekt
zijn oordeel uit te spreken over den tegen-
woordigen toestand en over het kiesrecht-
vraagstuk. Dit besluit kan niet worden
voorgesteld als een toegeven tegenover den
opstand het getuigt van een ruime opvat
ting en is overeenkomstig de grondwet.
Als de orde hersteld is zal het tijd zijn te
onderzoeken, wie verantwoordelijk moet
worden gesteld. De liberalen hebben hun
plicht gedaan, ze hebben vertrouwen in
de wijsheid en de vaderlandsliefde van de
regeering.
De president van den ministerraad ant
woordt het recht van ontbinding wordt
uitgeoefend door het hoofd van den staat
in volkomen vrijheid volgens art. 71 van
de grondwet. Geen publiek orgaan is ge
rechtigd op het recht van initiatief invloed
te doen gelden.
Ik sta er op het parlement te waarschu
wen voor zekere geruchten van toegeven
geen er van is in overeenstemming met
de waarheid.
De liberaal Janson vindt in de woorden
van de regeering geen woord, dat nader
tot den vrede zou kunnen voeren. Wij vra
gen Kamerontbinding op grond van den
ernst der omstandigheden. Gij verzet u
benevens een ivoren rozenkrans, een oud
kerkboek, geopend aan de litanie der
H. Maagd, wier beeltenis aan den muur
hing.
Graaf Hugo bezag die godsdienstige
voorwerpen met de grootste belangstelling,
want zij spraken hem, in duidelijke taal,
van haar die hij lief had, van zijne Ma
ria
Als gejaagd, spoedde de Graaf zich ver
der en daalde snel de trappen af, die van
tijd tot tijd in de gang waren aange
bracht, tot hij weldra aan eene tweede
deur gekomen, luisterend het oor tegen
het slot legde.
Voorzichtig opende hij ook deze deur,
wierp een doordringenden blik in eiken
hoek van het vertrek, wenkte den rent
meester dit insgelijks te doen, terwijl hij
met den vinger op een aantal ledige
flesschen, half opgegeten vruchten, cier-
schelpen enz., wees, welke men op eene
tafel bemerkte.
Zwijgend beschouwden de beide man
nen al de bijzonderheden dezer geheime
plaatsen; de Graaf voelde zich het hart
in de borst bonzen en het bloed bij stroo
men door het hoofd bruischende rent
meester zag de hevige gemoedsaandoening,
welke zich van den Graaf meester maak
te, hij waagde het dan ook niet, met
eenig woord, de aandacht van den Graaf
af te wenden.
daartegen, maar de Kamer zou door een
motie den Koning kunnen verzoeken van
ministerie te veranderen.
De katholiek Woeste zegt, dat men den
burgeroorlog heeft uitgespeeld, maar er is
geen burgeroorlog; er zijn menschen met
booze bedoelingen. Het is de plicht van
alle goede burgers te verlangen naar her
stel van de orde Gij wilt, dat wij aftre
den, maar gij zult uw zin niet hebben.
De president verklaart dat het incident is
afgeloopende zitting wordt opgeheven.
Uit Brussel wordt van Woensdag
gemeld
De pogingen om het volk in beweging
te brengen, aangewend door de werklie
denpartij, onder leiding der voornaamste
socialistische afgevaardigden, schijnt er
barmelijk te zullen mislukken. De dag
van heden die, na al wat er bekend ge
maakt, op meetings verzekerd, in de bla
den en op manifesten verkondigd is, iets
bijzonders had moeten opleveren, is zoo
kalm mogelijk voorbijgegaan. Het slechte
weer heeft ongetwijfeld de plannen be
moeilijkt; niettemin zijn de in 't werk ge
stelde pogingen onvruchtbaar gebleven, en
de winkeliers en zooveel anderen die bij de
welvaart van de hoofdstad belang hebben,
beginnen bitter te klagen.
Vanavond zag de stad er zoo doodsch en
akelig uit als men maar denken kon. Van
zeven uur af waren alle winkels gesloten;
de koffiehuizen waren verlaten, de schouw
burgen maken belachelijke ontvangsten;
drie hebben hun deuren gesloten in af
wachting van betere dagen. Deze toestand
kan niet voortduren, zij zou te veel men
schen ongelukkig maken en een te zware
verantwoordelijkheid leggen op de socia
listen, en misschien ook liberalen, die met
hen samengaan.
Men zoekt dan ook een middel om uit
de klem te geraken. Er wordt beweerd dat
de liberale afgevaardigden zich tot den Ko
ning zullen wenden, maar het nog niet eens
zijn over den vorm dien zij aan dezen stap
zullen geven.
De avond is zonder gebeurtenissen van be
lang voorbijgegaan. In »lk van de Brussel-
sche voorsteden hebben volksvergaderingen
plaats gehad, waarin de gewone redenaars
het woord hebben gevoerd, maar alles is
zonder stoornis afgeloopen.
Uit de provinciën komen berichten van
uitbreiding der werkstaking, maar geen
ernstig nieuws.
Zoo ging men voortzoo trad men ook
dit vertrek uit, terug op den duisteren
trap, die kronkelend, lager en lager leid
de, tot men in eene kleine trapzaal ge
komen, zich andermaal voor een in
gang bevond.
Deze deur scheen gesloten, want zij was
zoo dicht dat men nauwlijks de spleet
bemerktetusschen den steen en het hout
werk; de Graaf klopte even op het hout,
ten einde eenig gerucht te maken.
Een plotseling gedruisch deed zich aan
de andere zijde van de ingang hooren,
als van iemand die door een onverwacht
gerucht verschrikt, opspringt, en hierdoor
het eene of andere voorwerp op den grond
vallen doet-
Graaf Hugo trad als werktuiglijk eenen
stap terug, bezag den rentmeester met
eenen blik, als wilde hij hem vragen, of
ook hij dit gerucht had vernomen.
Hier is zij, welde het den Graaf uit
de borst.
Met eene behendige beweging wist hij
de deur, waaraan men noch slot noch
sleutel zag, te doen t af,n licht
stroom schoot door de
duisteren trapde Gi
de rentmeester bleef in