No. 22. Zaterdag 8 Maart 1902. Nieuws- en Advertentieblad voor* Zeeland. le Jaargang. FEUILLETON. De aap uit den mouw. 5- Dagen van Leed. Hoe de socialist ter wereld komt. Brieven, stukken en aduertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur van „ZELANDIA" te Zuiddorpe. Prijs per 3 maanden franco per post 75 cent, voor België frs. 2.50. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs slechts f2,50 voor Nederland. Aan deze uitgave is verbonden een GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD tegen den prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden. Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren. Ad verte ntlPn van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10. Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden bij vooruitbetaling geplaatst voor -SO cent per advertentie. Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie. Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Lijst van jsifften voor Z. H. den Paus. Vorig bedrag - /"590,30. Zuiddorpe. Voor Z. H. den Paus 0,50. Zuiddorpe. Tot zekere intentie 1,00. Zuiddorpe. N. N. Tot lafenis der ziel mijner dierbare moeder 1,00. Uit Axel °>65- Ossenisse. Voor Z. H. den Paus 66,00. C. J. Asselman, Ossenisse 2,50. Gezonden uit Nieuw-Namen 0,50. Wed. P. A. Joossen. Hontenisse 10,00. Voor Z. H. den Paus-Jubilaris. De Pastoor en de Kapelaan met eeniare parochianen van Sas van Gent 104.00. Totaal /"776, 45. Nog steeds wordt de strijd in 't soci alistisch blaadje tegen Zelandia voort gezet. Maar de onzin, die daarin thans aan ons adres wordt uitgekraamd, is meer dan erg. Het is de oude draaipartij, waarvan we reeds gewaagden. Een vorige maal toch schreef het krantje, naar aanleiding van Zelandia 's artikel, »De zieke samenleving," dat het ons in alles, wat we daar opsom den, gelijk gaf. En nu we het blaadje er op opmerk zaam maakten, dat we niet in hetzelf de bootje naar de gezegende haven ste venen, als waarin de socialisten roeien, nu we ons de stoutigheid veroor loofden de werklieden te waarschu wen tegen het eigenlijke doel, waar om het den socialist te doen is ja, lezer, nu is het blaadje nijdig als een spin. Maar tusschen al die nijdigheid door, krijgen we toch weer een oogenblik Onwillekeurig stond hem steeds het vraagpunt voor oogen: had de natuur, in eene harer zeldzaamste luimen, er beha gen in geschept, in het eene schepsel het volmaakte beeld van het andere weêr te geven En indien dit meisje, zijne dochter, zijne Christina was, welk leven was dan wel haar deel geweest? Wat had zij dan al niet te lijden gehad, gedurende de talrijke jaren, dat zij de kleine slavin van den koordendanser was geweest. Die gedachten vliemden hem ijsselijk door het vaderhart, en meer dan eens moest hij de ontsteltenis bedwingen, welke hem de ziel schokte, wilde hij niet ge noodzaakt zijn, de meisjes, misschien voor barig, met zijnen toestand jegens eene ha rer, bekend te maken. De Graaf had de beide meisjes herhaal de malen ondervraagd, over hetgene haar nog van hare vroegste jeugd of van hare ouders kon in het geheugen gebleven zijn, doch het scheen dat zij nog zeer jong ge weest waren, toen zij opgelicht werden. Al wat haar nog eenigzins twijfelachtig oor den geest hing, was, dat zij naast den socialist in zijn ware gedaante te zien. Alles wat wij nu schreven, wordt na tuurlijk door het blaadje gewaarmerkt als leugens. Vrij gemakkelijk, nietwaar Maar dit is niet zoo gemakkelijk be wezen, en't is nu eenmaal een zwak punt van de socialistische propa gandisten, dat ze door hun geschrijf juist het omgekeerde bewijzen van het geen ze zeggen. Laten we eens even zien Wij zeiden, dat het de socialisten meer gemunt was op den godsdienst dan wel op het heil van den argeloo- zen werkman. Dat is toch al te erg, zegt de socia list. Dat zijn leugens, schreeuwt hij luide, dat zijn groote woorden, ver dachtmakingen en beleedigingen En hij laat er in zijn razende opge- zweeptheid onmiddelijk op volgen, dat wij behooren tot dat soort van katho lieken, die «hun kerk, hun priester schap als middel gebruiken om de macht van hel kapitalisme over de arbeiders zoolang en zooveel moge lijk te handhaven." Zoo luiden letterlijk zijn woorden aan ons adres, en er volgen nog een hee- len hoop uitroepen op, de een al mooi er dan de ander. Ziedaar weer de aap uit den mouw! Het zwarte spook, de kerk, de gees telijkheid, dat is de vijand van den so cialist 1 Waarde socialist, kalmeer u toch een weinigwees bedaard en rustig, want wij zouden niet graag hebben, dat Ze landia u de zevendaagsche koorts zou bezorgen. Om dat te voorkomen, zal Zelandia u nu en dan een paar pillen toedienen uit de zeer goede apotheek van de ge zonde Roomsch Katholieke beginselen. We zullen ze u echter niet toedienen uit de apotheek van abbé Daens, maar uit de echte, oude, onvervalschte, om een bosch gespeeld en zeer geweend had den, toen eene vreemde vrouw, haar meê- gelokt hebbende, met haar in eene oude schuur ging vernachten. Niets hcrinner- nerden zij zich nog van hare ouders of van hare vroegere woning, evenmin als van den naam, welke haar door hare ouders gegeven werd. Zoo was men allengs door de zandige heidebaan, het stadje Beeringen ter zijde gereden en men naderde eene weelderige beboschte laagte, welke zich in eene lan ge on tamelijke breede streep, door de bar re vlakte uitstrekte. De baan liep met eene kromte, in eene soort van berkendreef, aan wier uiteinde men eenige zeldzame boerenwoningen be merkte en waArvan eene, met vuurroode tichelen gedekt, er eenigzins deftiger scheen uit te zien. Dit huis was eene oude af spanning, de Boschkar genoemd. Voor de deur der herberg gekomen, deed de Graaf het rijtuig stilhouden, hielp de beide meisjes afstappen en bracht haar in de eenige kamer der afspanning. De Boschkar was eene dier ouderwetsche afspanningen, welke men nog heden, hier en daar in de Kempen aantreft. Onder den grooten schoorsteen der huiskamer brand de een knetterend vuur, waarboven een groote koperen koeketel hing; boven den schoorsteen pronkte eene reeks glimmende tinnen schotels, terwijl rechtover de schouw, wier uithangbord 't wondervolle «Licht aan den Hemel" met reine schittering en vol bezieling zoo heerlijk speelt. Hoe de socialist ter wereld komt, zal de lezer zich verwonderd afvragen bij den titel dezer drie-star En hij zal glimlachend antwoorden «wel, zooals alle andere menschen- kinderen." Wij geven hem in zeker opzicht ge lijk, maar we willen toch even rake lings dat onderscheid aanstippen, want het onderscheid is nog al van beteeke- nis. Wanneer in een christen-gezin een kind wordt geboren, zijn de ouders blij, en danken den hemel voor het dier baarst geschenk, hun door God gege ven. In dat huisgezin wordt het kind reeds van af zijn prilste jeugd opgevoed naar de woorden, die eens weerklonken heb ben door het paradijs na den zondeval »m 't zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten." Met dit devies gaat dat kind de we reld in, het groeit er mee op, en het werkt en vindt zijn dagelijksch brood. God immers is goed, want waar hij de bij schiep daar plantte hij ook de bloem, waaruit ze haar honing verzamelt. En toen dat kind ter wereld kwam stond er geen advertentie in de bladen, omdat de ouders, die maar werklieden waren, dat geld beter wisten te beste den voor hun lieveling. Nemen we nu eens de geboorte van een socialist, zooals die onlangs nog door een der bladen werd vermeld. De vader ook was een werkman, die vloekte over hongerloonen en uitzuige- rijen, maar hij had toch het geld over om de volgende geboorte-advertentie te tegen den muur en op een rek, een heele tin- en koperwinkel prijkte, die trots der Kempische vrouwen. Hier en daar aan den muur, bemerkte men eenige prenten, zooals den »Godzali- gen huiszegen'' en de Geschiedenis van den Verloren Zoon." Verder zag men, op eene ouderwetsche, eikenhouten kast, een klein Mariabeeld, waar rond men eenen krans van gekleurd papier en klatergoud gevlochten had. De Graaf betaalde den koetsier en deze reed met zijn' krakend rijtuig terug, de baan op, naar Hasselt. In eenen hoek van den haard, naast het vuur, zat een oud man met den stevigen gaanstok tusschen de jichtig waggelende knieën en met het knikkend hoofd op de borst gebogen; rond den haard speelde een drietal half naakte kinderen, met kemp bolsters en wit heidezand. Eene frissche, jonge boerin, de moeder der kleinen, stond, bij de binnenkomst der bezoekers, van haar spinnewiel op en groet te knikkend met het hoofd. De Graaf deed eenen pot bier brengen, schoof drie der zware huisstoelen bij de groote langwerpige tafel, deed de meisjes plaats nemen, schonk bier in drie kleine glazen, welke de bazin op de tafel had geplaatst, en zette zich vervolgens even eens neêr. Na eeneu teug te hebben gedronken, plaatsen in een socialistisch blad Hetlen werden >vc verschrikt met «le gc- boorte van een nieu- WCil loonslaaf Droevig mooi is die vinding Zoo is het kleine socialistje reeds bij zijn verschijnen op de wereld de schrik zijner ouders. Arm kind, dat zulke ouders vindt bij zijn intrede in 't leven Al dadelijk wordt hem als kindje van af zijn prille jeugd, haat ingepreekt te gen het leven, tegen de mensehen, te gen de uitzuigers en tegen alles, wat niet socialist is. Zoo groeit hij op tot schrik voor zich zelf en anderen. Zoo leeft hij wel naar het voorschrift Gods »gaat en vermenigvuldigt u," maar dat andere voorschriftin '1 zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten," is niet voor hem, noch voor zijn kind geschreven. Zoo komt de socialist ter wereld, zoo leeft hij en sterft hij, ontevreden voor zich zelf, en anderen ontevreden ma kend, niet levend om op werkzame wijze zich met het leven te verzoenen, maar om te razen en te tieren tegen God en alle menschen. Staatkundig Overzicht. De Oorlog;. Buitengewoon schaarsch zijn de berich ten uit de Kaapkolonie. Dit nu is geen reden van bezorgdheid, want het zegt ons, dat de Boeren het er niet slecht maken. De enkele korte tijdingen, welke Kit chener tusschen zijn weekbulletin, dat en kel van overwinningen spreekt, doormof- felt, bevestigen dit. Daaruit blijkt toch, dat de commando's van Fouché en My- burgh, die eerst in het noordoosten der Kolonie stonden en niet veel konden uit voeren wegens hunne geringe macht en het groote aantal troepen, dat generaal French tegenover hen stelde, sinds French het grootste gedeelte dezer troepen in het stond de Graaf weêr recht, ging tot den ouden man, bij den haard, en zeide Welnu, baas Jan, gij zijt toch ook nog gezond De oude sloeg de oogen eens even op, bestaarde den Graaf en mompelde Ook nog gezond Herkent gij mij dan niet, gij zijt vroe ger nog al eens met mij ter jacht geweest, in de Kievitsbosschen Kievitsbosschen herhaalde de oude man werktuigelijk. De jonge vrouw trad nader bij den haard en zeide tot den Graaf Mijnheer, neem het niet kwalijk, grootvader is gansch sukkelachtig, hij is niet altijd goed bij zijne zinnen. De Graaf schudde mismoedig het hoofd en trad eenige stappen terug van den haard. En gij, hernam hij na eene poos doch ditmaal richtte hij het.woord tot de vrouw; herkent gij mij dan ook niet? De vrouw bezag den Graaf met verwon dering en schudde vervolgens ontkennend het hoofd. Herinnert gij u dan ook niet, dat hier ergens in den omtrek, omtrent veer tien of vijftien jaren geleden, twee kinde ren werden opgelicht hernam de Graaf. Opgelicht herhaalde de vrouw ver wonderd. Herinnert gij u daar niets van zuiden moest gebruikeu, voorwaarts zijn gerukt en zich in het laatst van Februari bij Steynburg bevonden. Tezelfder tijd vertoefde het commando Malan bij Hannover, ten oosten der spoor lijn Kaapstad Kimberley, welke lijn het dus, niettegenstaande de blokhuizen, heeft overschreden. Blijkbaar willen deze beide commandos zich vereenigen, evenals Wessels meer in het zuiden heeft gedaan. Dit zal hun thans hoogstwaarschijnlijk reeds gelukt zijn, waardoor de macht der Boeren in de de westelijke, nieuwe republiek der Kaap kolonie, weder aanzienlijk is versterkt. In Transvaal wenden Kekewich en Met- huen vergeefsche pogingen aan om revan che te behalen op De la Rey. Zooals wij voorzagen schijnt Kitchener thans van plan te zijn tegen dezen ge vaarlijken Boerengeneraal een »groote be weging" op touw te zetten, welke bena mingtusschen haakjes gezegd bijna even historisch dreigt te worden als de gepredestineerde mislukking dezer strate gische ondernemingen reeds is. Mocht de Sirdar daartoe besluiten, dan zal De Wet althans eenigzins verlicht worden van den drukkenden last der 33 kolonnes, die hem beknellen. En dan zullen Botha en hij op hunne beurt geducht van zich doen hooren, al is hij dan ook, volgens een telegram uit Har- rismith d.d. 1 dezer, bij den aanval op de Nieuw Zeelanders aan den arm gewond, wat evenwel te betwijfelen valt. AMERIKA. Het bezoek van prins Heinrich van Prui sen aan New-York en de vier dagen van zijn verblijf aldaar, hebben pl. m. 300.000 gulden gekost, waarvan 50.000 gulden al leen voor het banket dat den Prins werd aangeboden. De Prins zet zijn reis door de Vereenig- de Staten voort met een extra-trein om de voornaamste steden te bezoeken. Te Pits- burg. Columbus en Cincinnati werden hem bloemen en adressen aangeboden. Over deze spoedreis laten de Duitsche bladen zich kolommen vol seinen. Slechts een zeer beknopt uittreksel laten wij hier volgen 1 Maart. Aankomst te Cincinnati' 's a- vonds 8 uur 45. 40.000 menschen aan het station. Onbeschrijfelijk enthousiasme. 2 Maart. Bezoek aan de Lookout-Moun tains. Aan het station te Nashville meer Hahernam de vrouw, terwijl zij met den wijsvinger over het voorhoofd streek, dat zullen de kinderen van «Krommen Neel," «den rentmeester van het kasteel geweest zijn.... Van Nelis Brants Juist zoo, Mijnheer, men noemt hem hier algemeen Krommen Neel, omdat hij eenen bult draagt; doch die bultenaar heeft een goed hart. Och, die man heeft zooveel geleden. Vooreerst werd hem zij ne vrouw door den dood ontrukt en later verloor hij zijne kinderen, zonder dat ooit iemand heeft kunnen zeggen waar de klei nen gebleven zijn. De vrouw zette zich weder bij het spin newiel neêr, draaide den spinrok een wei nig om, bevochtigde de vingertoppen met speeksel en hervatte haren eentonigen ar beid. De onbekende ging tot bij haar en vroeg verder Kent gij het kasteel Hoogeneyck Eenigzins verwonderd over die vraag, zag de vrouw opwaarts, deed een beves tigend teeken met het hoofd en antwoord de O ja, Mijnheer, het ligt slechts eeni ge minuten gaans van hierdaar achter die hooge lindengij zoudt het dak van het torentje zelfs van hier kunnen zien, indien het gebladerte wat meer van de hoornen gevallen was. (Wordt vervolgd.) ZELANDIA -4-

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 1