No. 14. Zaterdag 8 Februari 1902. 1" Jaargang. IVieuws- on Advertentieblad voor* Zeeland. FEUILLETON. Brieuen, stukken en aduertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur uan „ZELANDIA" te Zuiddorpe. Nederland en Engeland. De Fortuinzoeker, Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren. Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave. Staatkundig Overzicht. ZELANDIA Prijs per 3 maanden: franco per post 75 cent, voor België frs. 2.50. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs slechts f2,50 voor Nederland. Aan deze uitgave is verbonden een GEÏLLUSTREERD ZONDAGSKLAD tegen den prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden. Ad verte ii ti n van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10. Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden bij vooruitbetaling geplaatst voor 40 cent per advertentie. Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie. Lijst van sift en voor JE. II. <len Paus. C. Verwilghen, pastoor Hontenisse, voor Z. H. den Paus £12,00. (Deze gift was reeds vóór het vorig nummer ingezonden.) G. Fassaert, Kloosterzande 10,00. Dames Pierssens, Hulst 10,00. Verbeterin s« De gift in ons vorig nummer verant woord achter den naam van Jos. Joossen, kap. te Hontenisse, was van Jos. J. Loos, kap. Hontenisse. De naam was abusief opgenomen. *3=* De stukken tusschen Nederland en Engeland gewisseld, in zake den Zuid- Afrikaanschen oorlog, behelzen het volgende. NEDERL. NOTA. In de omstandigheid, zoo zegt onze regeering, dat in Zuid-Afrika een dei- beide oorlogvoerende partijen geheel ingesloten en van de buitenwereld af gesloten is en dat de vertegenwoordi gers der Boeren in Europa zich versto ken zien van alle middelen van ge meenschap met de veldheeren, die aan het hoofd van hun troepen staan, wordt de ongelegenheid geboren, dat de au toriteiten, die van de zijde der Boeren zouden moeten onderhandelen, in twee groepen verdeeld zijn, die elk middel missen om met elkaar overleg te plegen. Bovendien zijn de gedelegeerden ge bonden door hun geloofsbrieven. Deze omstandigheden doen de vraag rijzen of niet een aanbod van goede diensten van de zijde eener onzijdige mogendheid met vrucht zou kunnen gedaan worden, ten einde onderhande lingen mogelijk te maken, die anders niet zouden kunnen worden aange knoopt. Uit dien hoofde ware het van belang te achten, indien zekerheid kan wor den verkregen omtrent de vraag, of de Het paard legde de ooren in den nek, liet het hoofd zinken en beefde aan het geheele lichaam. Met groote moeite gelukte het John on der den dikken stam van eeti plataanboom, welke zijne takken naar alle kanten breed uitspreidde, eene kleine schuilplaats te vin den maar nauwelijks bevond hij zich met zijn paard onder het groene dak, toen een wervelwind in de reusachtige takken sloeg en de geheele kroon van den boom op den ongelukkigen reiziger nederviel. Het paard maakte een geweldigen zij sprong, rukte John die het nog bij den teugel hield, op den grond, en stortte, door den vallenden stam doodelijk getroffen, neder. John lag als onder een berg van takken en bladeren begraven. Hij was niet ge kwetst, ofschoon zijn leven aan een haar gehangen had. De bliksemstralen schoten met zulk een geweld door de ontstuimige lucht, als moest alles in vuur vergaan, terwijl de donder meer in de aarde dan in de lucht Britsche regeering genegen zou zijn ge bruik te maken van de goede diensten van een onzijdige mogendheid. Allicht ware de Regeering van Hare Majesteit de Koningin te beschouwen als voor deze taak aangewezen. Bij aldien de Britsche regeering in dit gevoelen mocht deelen, zou er aan leiding voor de Regeering van II. M. bestaan om aan de gedelegeerden der Boeren de vraag voor te leggen of zij bereid zouden zijn, zich naar Zuid-Afri ka te begeven, om met de leiders der Boeren aldaar overleg te plegen, ten einde na een verblijf aldaar, waarvan de duur zou vast zijn te stellen (bv. van 14 dagen) naar Europa terug te keeren, voorzien van volmachten, die in alle gebeurlijkheden voorzagen en die hun bevoegdheid gaven tot het sluiten van een vredesverdrag, dat zoowel de Boeren in Europa als de Boeren in Afri ka op onlosmakelijke wijze bond. Volgde op die vraag een bevestigend antwoord, dan zou het noodig zijn, dat de regeering van Zijne Britsche Ma jesteit aan de Nederlandsche Regeering drie brieven van vrijgeleide toever trouwde, die de Boerengedelegeerden in staat stelden zich vrijelijk naar Afri ka te begeven en terug te komen. Bo vendien zou het dan noodzakelijk zijn, dat het Britsche Gouvernement hun het vrije gebruik van een telegrafische code toeliet, ten einde de plaats te doen aan wijzen, waar gemelde gedelegeerden de Boerenleiders zouden kunnen ontmoeten. Na hun terugkomst zou de Regeering van II. M. de Koningin hen in aanra king kunnen brengen met de gevol machtigden door de Regeering van Zij ne Britsche Majesteit voor dit doel aan gewezen, en zou zij aan deze heeren volgaarne de noodige localiteit voor hunne beraadslagingen ter beschikking stellen. De Regeering van Hare Majesteit de Koningin zou daarmede haar taak als geëindigd beschouwen. scheen te ratelen en te rommelen. Ofschoon John aan dergelijke natuurver schijnselen niet ongewoon was, maakte dat voorval toch een ongewonen indruk op hem. Hij bleef onder de takken liggen om liet einde van den storm af te wachten, en zag met schrik dat zijn paard geen enkele poging aanwendde om zich op te richten. Toen de storm zicli eenigszins bedaarde, en John zijn paard naderde ontdekte hij dat het arme dier bereids lag te sterven. Een groote splinter was in zijn buik 'ge drongen on had zijn einde verhaast. Hij maakte den zadel en het tuig los, belaadde zicli zeiven daarmede en zocht een uitweg door het struikgewas. Toen ging hij langs den zoom van het woud verder zonder te weten waarheen, doch naar zijn vermoeden moesten in de ze streek bereids volksplanters wonen. Zijn instinct bedroog hem niet, ofschoon de landstreek hein geheel en al onbekend was; want nauwelijks een half uur ver voort gegaan zijnde, kwam hij aan eene bebouw de vlakte en ontdekte op eenigen afstand door het geboomte een blokhuis, waarheen hij zich ijlings begaf. Hij werd aan de houten omheining door een blafïenden hond ontvangen, terwijl zich terstond daarop aan de deur van het blokhuis een man vertoonde, om te zien door welke oorzaak de hond in zjjne rust ENGELSCHE NOTA YAN ANTWOORD. De Eng. regeering leidt uit de Ned. nota af, dat bovenstaande mededeeling, door de Nederlandsche regeering uit sluitend op haar eigen verantwoorde lijkheid gedaan is, en buiten opdracht van de gedelegeerden of de leiders der Boeren. Zijner Majesteits regeering waardeert ten volle de motieven van menschelijk- heid der Nederlandsche regeering, doch acht zich verplicht te blijven bij het besluit, dat het niet in hare bedoelimj ligt, de tusschenkomst van eenige vreemde mogendheid in den Zuid-Afri- kaanschen oorlog te aanvaarden. Mochten de gedelegeerden der Boeren zeiven een verzoek om vrijgeleide aan Zr. Ms. Regeering wenschen te onder werpen, dan is er geen reden, waarom zij het niet zouden doen, maar Zr. Ms. Regeering is uit den aard der zaak buiten staat zich teifaanzien van zulk een aanvraag te verklaren, zoolang zij die niet ontvangen heeft en in staat is hare juiste be teekenis en de gronden waarop zij berust, te beoordeelen. Der Eng. regeering is het niet dui delijk, dat de gedelegeerden nog eenigen invloed zouden hebben op de vertegen woordigers der Boeren in Z.-Afrika of eenige stem hebben in hunnen raad. Zijner Majesteits regeering oordeelt, dat alle regeeringsbevoegdheden, die tot on derhandelen inbegrepen, thans uitslui tend berusten bij den heer Steijn voor de Boeren van de Oranje-Rivierkolonie en bij den heer Schalk Burger voor die van den Transvaal. Is dit zoo, dan ware het blijkbaar het snelste en meest af doende middel om tot een schikking te geraken, dat de aanvoerders der Boeren in Zuid-Afrika zich in rechtstreeksche verbinding stelden met den opperbe velhebber van Zijner Majesteits troepen, die reeds last heeft bekomen, om elk voorstel dat hij mocht ontvangen on middellijk ter overweging aan Zijner gestoord was. Toen hij John met zadel en tuig beladen, ontdekte, ging hij hem te gemoet, weer de den hond af en heette den vreemdeling in de duitsche taal welkom. John's hart werd wonderlijk aangedaan, op den klank der taal welke hij sedert vele jaren niet vernomen had. Wat klonk die taal hem thans liefelijk in de oorenhet was alsof een engel tot hem sprakHet gelaat van den man ver ried evenveel geest als goedhartigheid. Daar de storm nog niet geheel had op gehouden, werd buiten aan de omheining niet veel gesproken. De farmer bevrijdde John gedeeltelijk van zijn last, en nu sloegen beiden den weg naar het blokhuis in Ifier werd hij door de huisvrouw, ins gelijks eene Duitsche en even als hij uit de Rijnprovinciën, in spraak, kleeding en manieren nog geheel onveranderd, met hartelijkheid en deelneming ontvangen. Zij verzocht John zich van zijne natte kleederen te ontdoen, ten einde deze bij het vuur te droogen, en zoolang eenig goed van haar man aan te trekken, waarvoor zij hem op den achtergrond eene kleine kamer aanwees. Zij gaf hem daarenboven een goeden slok brandewijn en maakte toebereidselen tot het avondmaal. John nam alles bijna zwijgend aan. De Majesteits regeering op te zenden. Onder deze omstandigheden is Zijner Majesteits regeering tot het besluit ge komen, dat, indien de Boerenleiders in onderhandeling mochten wenschen te treden, met het doel om den oorlog te doen eindigen, de onderhandelingen niet in Europa, maar in Zuid-Afrika moeten plaats hebben. Bovendien mag niet uit het oog ver loren worden, dat, indien aan de gede legeerden der Boeren ook de tijd moet worden gelaten om naar Zuid-Afrika te gaan, aldaar met de leiders der Boe ren te velde overleg te plegen en naar Europa terug te keeren, om den uit slag hunner zending mede te deelen, er ten minste drie maanden zouden ver- loopen, gedurende welke de vijande lijkheden zouden voortduren en wellicht noodeloos veel menschelijk lijden zou worden veroorzaakt. De Oorlog;. Uit Zuid-Afrika blijft het nieuws uiterst schaarsch. Wat wc te gelooven hebben van een verhaaltje over een vlucht van de Wet met 6 man, blijkt genoeg uit het feit, dat de Engelsche verliczenlijst een gevecht ver meldt te Damplaats, dicht bij Frankfort, dat op denzelfden dag werd geleverd als het bedoelde gevecht bij de Liebenberg- vleirivier. Bij Damplaats verloren de En- gelschen tegen De Wet 8 dooden en 6 ge wonden van Kitchener's Scouts. Hoe het nu mogelijk is, dat de Wet op twee plaat sen tegelijk vecht, moeten de Engelschen zeiven maar uitmaken. De vervolging van De Wet schijnt ove rigens niet tot bijzonder gunstige resulta ten te leiden, want, zooals dezelfde ver- liezenlijst aantoont, verloor do kolonne Garratt vier dagen later 2 dooden, 7 ge wonden en 8 gevangenen. Na het gevecht bij Frankfort nu weer een treilen bij Kroonstad, waarover alleen bekend is geworden, dat een lid van den hoogen adel, majoor De Munster, er ge sneuveld is. korte antwoorden welke hij half in de duitsche, half in de engelsche taal gaf, moeten wel zonderling in de ooren dezer vriendelijke menschen geklonken hebben. Toen hij met drooge kleederen bij den haard zat en de vriendelijke taal der gast vrije vreemdelingen als een droom op zijn gemoed viel, werd het hem zoo eng om het hart, dat het zweet op zijn voorhoofd parelde. Hij was in een amerikaansch blokhuis, dit wist hijmaar alles wat hem omgaf was uit het lieve vaderland, dat hij voor twintig jaren ondankbaar verlaten had. Wat hem het meeste schokte, dat waren een paar knapen van zes en acht jaren, die den vreemdeling vertrouwelijk nader den. Het was alsof hem een dolk door het. hart ging, toen hij deze beide kinderen voor zich zag. Hij gevoelde neiging om op te staan en het huis te verlaten, doch hij kon dit niet doen zonder de grootste ondankbaarheid te betoonen en zich opnieuw aan het gevaar lijke weder bloot te stellen. Hij vernam van den farmer dat deze voor twee jaar geleden uit de Rijnprovin ciën vertrokken was. Men had hem zooveel van Amerika, het beloofde land onzer dagen, verhaald, dat hij zich had laten verleiden. Hij was echter zoo als de meeste land- Maar het belangwekkendste van den strijd ligt weer in de Kaapkolonie, waar het commando van Louis Wessels in het geheel «schoongeveegd" district Cradock, naar onde gewoonte een trein met voorra den heeft buit gemaakt en verbrand. Voorts is er ook in het noordoosten der kolonie, in de omstreken van Burgersdorp, gevoch ten, en nogal ernstig ook, naar hot schijnt, want de luitenant-kolonel Salmond werd daarbij ernstig gewond. In dezelfde omstreken zijn op denzelfden dag twee gepantserde treinen op elkaar geloopen5 dooden en 5 gewonden. Ten slotte is er nog een vrij belangrijk gevecht geleverd bij Petersburg, waar de Engel schen 2 dooden en 9 gewonden verloren. Over den toestand in Transvaal geen berichten, 't schijnt daar rustig te zijn we gens de vervolging van De Wet door 23 kolonnes, Als Botha en De la Rey nu maar niet los komen ITALIË. Consistorie. Het eerstvolgende consisto rie zal plaats hebben in Mei. Drie nieuwe kardinalen zullen dan gecreëerd worden do Nuntius van Wcentn, de aartsbisschop pen van Genua en Florence. FRANKRIJK. Een priesterontbonden. Al acht en twintig jaren lang woonde in vrede in een huis te Montanban, een oud, georgisch priester. lederen morgen las hij zijne Mis in zijne parochiekerk, het weinige dat hij bezat, schonk hij aan de armen, en hij verzorgde de zieken. De gemeentebestuurders van Montauban waren van oordeel, dat zulk een schan daal niet langer mocht voortduren. Een gelukkig noodlot bracht hen tot de ont dekking, dat abbé Kistchoti weleer een tehuis had opgericht voor studenten in de theologie. Maar, sinds 1880 bestaat dit te huis niet meeren de twee priesters, die de medewerkers waren geweest van den grijzen abbé, stierven reeds eenige jaren geleden. En, wat denkt ge nu, dat de heeren daaruit besloten Zij spraken«Hij is een man, die vijf-en-twintig jaren geleden on der hetzelfde dak heeft gewoond met an dere preisters. Op dat tijdstip vormden fcij dus «eene congregatie" van drie per sonen. «Thans zijn twee der congreganisten dood, dus hij «alleen vormt nu de con- verhuizers door do agenten misleid, had daardoor een groot gedeelte van zijn ver mogen verloren en voor het overschot do farm. welke hij thans bewoonde, gekocht, in de hoop eens weder in staat te zullen zijn zijne goederen in het lieve vaderland terug te bekomen. De vrouw zong een langer klaaglied. Men had, zeide zij, uren ver in den om trek kerk noch school, zoodat men als hei denen leefde. Ook had men gebrek aan duizend za ken, welke in Duitscliland als voor de deur liggenmen zag zelden een mensche lijk gelaat, enz. John hoorde dit alles aan als verstond en begreep hij er slechts de helft van, want hij wilde zich niet ver raden. O, hoe gaarne had hij hen gevraagd hoe het in het lieve vaderland ging, want het dorp waar de farmer eertijds woonde, lag in de nabijheid der stad waarin John als kind speelde, doch hij wilde, hij durf de er niet naar vragen, al bloedde hem ook het hart. Bij het aanbreken van den avond' nam do huisvader een klein boekje, dat reeds moer dan half versleten was, en onder vroeg zijne kinderen in de christelijke loe- ring. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 1