No. 13.
Woensdag 5 Februari 1902.
le Jaargang.
De eerste schrede.
FEUILLETON.
Brieuen, stukken en advertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur van „ZELANDIA" te Zuiddorpe.
De Fortuinzoeker.
Prijs per 3 maanden t
franco per post 75 cent, voor België frs. 2.50. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt
de abonnementsprijs slechts f 2,50 voor Nederland.
Aan deze uitgave is verbonden een GEÏLLUSTREERD ZOADAGSRLAR tegen den
prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden.
Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond.
Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren.
Advertentiën t
van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10.
Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden
bij vooruitbetaling geplaatst voor -40 cent per advertentie.
Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie.
Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave.
Lijnt van giften voor Z. II.
«len I'aus.
P. F. Fruijtier, Hontenisse f 10,00
Van de pastorie te Graauw 26,00
Adr. den Ronden, kap. Hontenisse 10,00
Jos. Joossen, kap. Hontenisse 5,00
P. Buijsrogge, kap. Terneuzen 2,50
't Is wel aardig als «kleintje" zijn
eerste stapjes doet.
Geleid zooals van zelf spreekt door
moeder, terwijl vader met stil genoe
gen toekijkt, terwijl broertjes en zusjes
met dolle pret er om heen staan, het
uitschaterend: kijk, hij loopt! hij loopt
alleen.
Want de zachte, de zorgzame moe
derhand heeft hem wel vast met vei
lige kracht onder de armpjes, en ter
wijl hij woest en vaag zijn beentjes
vooruit gooit, soms beide tegelijk, is
't meer een gedragen worden dan een
zelf gaan.
Maar toch het instinct ontwaakt in
hem, de bezinning wordt wakker, dat
de beenen het lichaam hebben te dra
gen telkens oefenen maakt hem meer
bedreven in die schoone kunst, 't Ge
beurt nog dikwijls dat hij letterlijk
misstapt, dat hij minder zacht op den
grond terecht komt, dat hij builen of
blauwe plekken oploopt van meubels of
muur, maar met den dag, met hot uur
bijna, loopt hij beter, straks brengen
zijn beentjes den kleinen baas, waar hij
wil en nergens anders.
De eerste stap
Als gij «kleintje" zijn eerste stappen
ziet doen, komt dan niet eene gedachte
vol ernst in u op over de toekomst, hoe
ditzelfde kind, man en mensch gewor
den, later gaan zal door de wereld.
Dan komt de tijd, dat geen moeder
hem meer helpen zal, maar booze, die
11
toch »mede-menschen" zich durven noe
men, alles in 't werk zullen stellen
hem ten val te brengen, en waar vroe
ger zooveel hartelijke liefde hem om
ringde, alles ten zijne bate opofferend,
zullen dan haat of minstens koude on
verschilligheid met Argus-oogen toezien,
dat hij toch niets van het hunne zich
toeëigent.
Een ferme flinke tred zal hem dan
't best te stade komen, een onbewogen
doorgaan tusschen zijne belagers, een
danig uitzien dat hem geen strikken
voor den voet worden gespannen.
't Mag «kleintje" moeite kosten, zijn
eerste stap, volwassenen kost een eerste
stap ontzettend veel meer, èn moeite èn
pijn, èn schade èn schande.
Ten kwade of ten goede, dat scheelt,
en de eerste met minder moeite.
Want we zijn nu eenmaal afstamme
lingen van een gevallen eerste men-
schenpaar en daar het hart voor den
Hooge was geschapen, trekt onze zin
nelijkheid zoo gaarne omlaag. Doch
blijft in ieder mensch bijna, soms ook
nog bij de meest verdierlijkte, de diepst
gezonkene individuën, de waarschu
wende, vermanende stem zich doen
hooren, als hij breekt met de deugd, als
hij zijn eersten stap zet, wel voorzien
en wel begrepen op het breede pad.
Valsche vrienden en eene evenzeer
vleiende wereld, en een even onedel
goed praten van ons zelf, versmoren de
waarschuwing, dat wij den voet terug
moesten trekken; dan, al te dikwijls
helaas! volgt stap op stap op dit gemak
kelijke pad, waar niets den mensch ten
laatste meer lastig valt, dan het vage
het knagende bewustzijn, dat reeds zoo
lange jaren door hem in deze richting
is voortgegaan, dat het zoo moeilijk zijn
zal op nieuw een eersten stap te doen,
nu ten goede.
't Is op 't zedelijk en godsdienst!
gebied niet alleen, 't is ook op politiek
en sociaal gebied.
Hij liep in koortsachtige spanning door
het geheele huis, zocht in alle hoeken,
maar vond niets; van zijne vrouw en hot
met zooveel moeite bijeengebrachte geld
was geen spoor te vinden. Wat zou hij
thans beginnen? In het eerste oogenblik
had hij de buks reeds in de hand om een
kogel door zijn hoofd te jagen, maar het
was hem als wierd hij door eene onzicht
bare hand tegengehouden. Hij slingerde
het geweer in een hoek, rukte zich de ha
ren uit en liep in dolle woede met het
hoofd tegen den muur.
De dienstmaagd stond op eenigen af
stand en schudde bij zijne zinnelooze be
wegingen het hoofd.
Dat alles had de lieer Wils kunnen we
ten, wanneer hij slechts zijne oogen geo
pend had, bemerkte zij het met eene soort
van leedvermaak.
John hoorde de dienstmaagd, die hem
thans alles nauwkeurig uiteenzette, spra
keloos aan, en zijn toorn brak met nieuwe
woede los.
Hij gaf daarom de dienstmaagd haar af
scheid, onder voorwendsel dat hij thans
weder zijne huishouding wilde waarnemen,
maakte nog eenige goederen tot geld, hing
des avonds zijn jachtroer over don schou
der en maakte zich uit de voeten.
Hij richtte zijne schreden naar de wil
dernis, bleef den geheelen nacht op de been
en bereikte eindelijk des anderen daags
eene kleine afgelegene volkplanting.
Zijne eerste gedachte was weder zijne
vrouw te achtervolgen en haar een kogel
door het hoofd te jagendoch hij liet dat
plan varen, deels omdat het schier onuit
voerbaar was, en ten andere omdat hij
zich daardoor te veel in gevaar stelde.
Onwillekeurig dacht hij aan zijne eerste
vrouw, die met engelachtig geduld zijne
nukken verdragen en hem nog in al haar
lijden met de grootste liefde bejegend had
Hij begaf zich al verder en verder in de
wildernis, zonder te weten waarheen.
De laatste slag was op de rechte plaats
toegebracht; dit gevoelde hij, en de naam
zijner overledene vrouw welke hij zoo trou
weloos in zijn hart had laten sterven, kwam
nu en dan onwillekeurig op zijne lippen.
Hij vertrouwde van nu af geen' mensch
meer; dit is echter meer eene straf dan
eene overwinning in dit leven.
In de wildernis.
Welke weg van dien tijd af door Dor-
ner, onder den naam van John Wils, ge
durende een aantal jaren werd bewandeld,
Men had een stap afgeweken, een
enkele slechts, en men vermoedde niet
het minste, waar het doorgaan in die
richting brengen zou. De afwijking van
iet goede pad werd grooter, werd dui
delijk ook in eigen oog. Maar de aan
hang van soortgelijken of ergeren, had
den luide toegejuicht, het zich gevierd
te zien was ook al verlokkend, en zoo
twam men tot iets, waar men niet
wilde zijn, wat men zelf verkeerd vindt.
Ieder heeft al eens zulke gevallen
ontmoet in de wereld.
Hoe is 't mogelijk vraagt men zich
af, die man van talent, met dat verstand,
die scherpte van zinnen als de punt van
een naald, hoe is hij gekomen tot zulke
dol-domme conclusies, hoe tot de aan
sluiting bij zulk een partij
Maar bedenk dan, dat het niet ieder
een gegeven is den eersten stap ten
goede te doen.
Bedenk, dat die zelfde man soms in
zich zelf niets vuriger wenschte, dan
nimmer in zijne dwaze dweperij te zijn
voortgegaan
Hoe zal hij nu plotseling terugkeeren
Zal 't hem geen schande doen?
Ja, schande voorzeker bij zijne partij,
bij zijn volgelingen.
Maar in plaats van schande, groote
eer en groote vreugde bij de velen, die
zijn afwijken betreurden.
En wat ontzettend veel goeds bewerkt
zoo'n eerste stap, zoo'n terugkeer: hoe-
vele twijfelaars zullen zeggen, zie, als
zulk een man durft partij kiezen voor
wat hij oordeelt dat de waarheid is, dan
mogen wij, minder ontwikkelden, wij
zwakkeren, niet langer aarzelen hem
na te gaan.
Laat ieder wel het gewicht overwe
gen van een eersten stap, maar mocht
deze minder goed zijn geweest en tot
veel kwaa'ds geleid hebben, laat men
dan met mannenmoed een nieuwen
eersten stap ten goede doen.
StaatkundigQverzicht.
De Oorlog.
Er is groote sensatie verwekt in dc laat
ste dagen, door dr. Kuypers reis naar
Brussel, Parijs en Londen en hoewel vol
strekt werd verklaard, dat onze premier
niet handelde in opdracht van de Bóeren-
deputatie, bleef toch 't sterk vermoeden,
dat dr. Ivuyper uit eigen initiatief een po
ging tot bemiddeling beproefde.
Welnu, uit Londen werd geseind
In het Lagerhuis heeft Balfour gezegd,
dat er geen voorstel tot vredesonderhande
lingen ontvangen was van iemand, die ge
machtigd was uit naam der Boeren te
spreken. Maar Zaterdagavond laat was er
een mededeeling ingekomen van de Neder-
landsche regeering. Die mededeeling werd
nu overwogen. Zoo spoedig mogelijk stelde
de regeering zich vooreen afschrift van die
mededeeling en het antwoord van de En-
gelsche regeering ter tafel te leggen.
Blijkens de handelingen onzer Eerste
Kamer heeft de minister Kuyper over de
mededeeling van onze regeering aan de
Engelsche woordelijk het volgende ge
zegd
«Hetgeen door den minister Balfour in
het Engelsche Parlement werd verklaard
is, gelijk vanzelf spreekt, metterdaad over
eenkomstig de waarheid.
«Er is dezerzijds aan de Engelsche re
geering, door Hr. Ms. gezant te Londen,
eene mededeeling overhandigd. Over den
inhoud dier mededeeling kan echter op dit
oogenblik aan de Kamer nog niets worden
medegedeeld, omdat, waar wij staan te
genover een andere Mogendheid, de be
leefdheid vordert, dat wij het ingezonden
stuk niet publiceeren, alvorens het van
de andere zijde openbaar gemaakt is ge
worden of althans het antwoord er op is
ingekomen."
«Het belangrijke van de nota, welke
de Britsche regeering van de Hollandsclie
heeft ontvangen, ligt in het feit, dat het
de eerste stap is tot den vrede. Welis
waar heeft de zaak tot dusverre nog geen
groote vorderingen gemaakt, maar de weg
naar de vrede is er een, waarop wij wel
licht zeer snel zouden voortschrijden, als
we er eenmaal den eersten stap op gezet
hadden. Zooals tusschen de regels van de
officiëele verklaring in het Lagerhuis kan
gelezen worden, is de oogenblikkelijke
moeilijkheid deze, dat de Hollandsche re-
hierover heeft de schrijver slechts spaarza
me berichten ontvangen.
Aanvankelijk hiel l de ongelukkige zich
bij de volksplanters op en leerde van hen
de wildernis kennen.
Hij hield het echter niet lang bij hen
uit, maar sloot zich bij eenen wildei} troep
jagers aan, die uit zucht naar een ruste
loos leven in de bosschen en prairiën leef
den en daar hun bestaan vonden.
Zij maakten jacht op roodhuiden en wil
de dieren, en voerden een ongebonden le
ven.
John ging alleen onder deze bende, om
door een rusteloos leven de hem onophou
delijk pijnigende gedachte te ontkomen.
Een' tijd lang scheen hem dit te geluk
ken, daar het onstuimig leven niet naliet
zijne rechten op hem te doen geldenmaar
er kwamen ook andere oogenblikken waar
in de herinneringen en indrukken zijner
jeugd op hem werkten, en hij gevoelde
zich alsdan diep ellendig.
In eenen aanval van mismoedigheid ver
liet hij zijne gezellen, en zocht weder men-
schelijke woningen op.
Zoo zwierf hij een' tijd lang in de meest
afgelegene volkplantingen om, zocht een
rustig plekje gronds, maar vond het niet.
De ongelukkige had nu twaalf jaren lang
zonder huisvesting rondgezworven; zijn
haar was grijs geworden, zijn trotsche nek
had zich onder de ijzeren wet der nood-
geering haar gezag van handelen niet ont
leend heeft aan de Boeren-vertegenwoor-
digers op het vaste land, noch aan de Boe-
ren-aanvoerders te velde. Maar het is on
aannemelijk, dat zij zulk een stap in 't on
bekende zou gedaan hebben zonder zulk
een machtiging. Wanneer dit punt is op
gehelderd, zouden deze eerste onderhande
lingen door goede resultaten kunnen ge
volgd worden. Aan onze zijde blijft de po
sitie nog dezelfdede voorwaarden tot de
oplossing zijn in geenen deele anders dan.
zij zijn vastgesteld en nog eens vastgesteld
tot misselijk wordens, toe. Wanneer deze
voorstellen slechts de uiting zijn van een
levendig verlangen naar tusschenkomst,
dan verbeteren zij geenszins den toestand
maar maken dien integendeel slechter.
Heeft dc stap der Hollandsche regeering
evenwel de beteekenis, dat zij machtiging
heeft gekregen van de Boerenleiders
van hen die gevlucht zijn en van hen die
nog vechten, beiden om in hunnen naam
te handelen, dan zijn wij wel op weg
naar den vrede, want, als ee/i stijfhoofdig
man wil gaan toegeven, dan geeft hij snel
toe."
't Zou op 't oogenblik onmogelijk zijn
ook .maar met eenige zekerheid te voor
spellen, waartoe de stap van onze regee
ring zal leiden. Zeker is, dat de mededee
ling van Balfour in het Lagerhuis, te Lon
den eene enorme sensatie heeft gewekt.
In de couloirs van het Huis stonden tal
rijke afgevaardigden in druk en levendig
gesprek bijeen, terwijl do ministers in een
afzonderlijke, kleine zaal beraadslaagden.
Op de straten, tot zelfs op de imperiales
der omnibussen maakte het nieuws het on
derwerp van aller gesprekken uit. Zeker
is ook, dat de algemeene stemming, waar
mede de daad van onze regeering werd
ontvangen, niet ongunstig was. Integen
deel schijnt het, dat de bevolking, die
naar vrede snakt, ingenomen was met het
openen van dezen nieuwen weg om daar
toe te geraken.
Ook in de handelswereld verwekte de
tijding groote sensatie. Vooral trok daar
zoer de aandacht, dat de telegraaflijn naar
Zuid-Afrika, die in Britsche handen is,
gisteren den geheelen dag door particulie
ren niet kon worden gebruikt. Men ver
moedt, dat de Engelsche regcering daarin
de hand heeft gëhad en de lijn tot haar
eigen beschikking heeft gehouden in ver
band met de opzienbarende mededeeling
van Balfour aan het parlement.
zakelijkheid gekromd, en wind en weder
hadden in zijn gelaat diepe voren gegroefd.
Intusschen was er in dat rustelooze le
ven iets dat hem onwillekeurig tot naden
ken bracht.
Gedurende zijne omzwervingen had hij
menigmaal in doodsgevaar verkeerd, op
de jacht naar de wilde dieren en tusschen
de Indianen, waaraan hij op wonderbare
wijze ontkomen was, en in de prairiën, al
waar hij dagen lang had rondgezworven
zonder een' menschelijken voetstap te ont
dekken.
Hij was aan al die gevaren gelukkig
ontsnapt, en vaak zoo opvallend, onder
zulke bijzondere omstandigheden, dat hij
eindelijk aan eene onzichtbare macht be
gon te gelooven welke hem beschermde.
Het was geen christelijk geloof aan ee
ne wakende Voorzienigheid, hieraan dacht
hij niet meer; het was een bijgeloovig ge
voel, waaraan hij geen weerstand kon bie
den.
Bovendien had zich gedurende zijne veel
jarige omdolingen een mengsel van bijge-
'loovige denkbeelden en gevoelens in hem
genesteld, waaraan hij meer gehoor gaf
dan aan de denkbeelden van het gezond
verstand.
Zoo meende hij vast en zeker dat hij
zich nergens kon vestigen zonder dat hem
eenig ongeluk overkwam; vandaar dat hij
langen tijd vrijwillig een zwervend leven
bleef voeren.
Van deze omdolingen in de wildernissen
van het westelijk deel van Amerika, wel
ke voor een romanschrijver onuitputtelijke
stof aanbieden, is niets naders bekend ge
worden.
Algemeene opmerkingen, korte aanwij
zingen over zijn toemaligen toestand, over
uitgestane gevaren, dat was alles wat men
uit dit gedeelte van zijn leven kan ver
nemen.
Wanneer men later dien tijd al te le
vendig in zijne gedachten terugriep, ver
zonk hij in een somber nadenkendoch
aan het einde van dit tijdperk had een van
die eenvoudige voorvallen plaats, welke
duizendmaal in het leven voorkomen .zon
der dat men er bijzonder acht op geeft,
doch die eene schakel vormen in de men-
schelijke levensketen, of liever, die hoe
schijnbaar nietig ook, in de hand der alles
verzorgende Voorzienigheid den grond leg
gen tot groote gebeurtenissen.
John had zich gedurende zijne omzwer
vingen met eenige speculanten ingelaten,
die in zoogenaamd congresland handelden,
dat is, die duizenden bunders oorspronke-
lijken grond van den staat aankochten,
dat in kleine partijen verdeelden en tegen
betrekkelijk zeer hooge prijzen aan de land
verhuizers verkochten.
In zulke maatschappijen had men twee
soorten van menschen noodig, namelijk eer-
ZELANDIA