No. 8. Zaterdag 18 Januari 1902. le Jaargang. Vooruitgang. FEUILLETON. Brieuen, stukken en aduertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur uan te Zuiddorpe. De Fortuinzoeker. Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Abonnementen wOfdefi aangenomen op post- en hulpkantoren. Inzending van advertentiên vóór 3 ure op den dag der uitgave. Staatkundig Overzicht. Prijs per 3 maa idem franco per post 75 cent, voor België frs. 2.50. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs slechts f2,50 voor Nederland. Aan deze uitgave is verbonden een GEÏLLUSTREERD ZOlVDAGSRLAD tegen den prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden. Advertentiên t van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10. Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden bij vooruitbetaling geplaatst voor -iO cent per advertentie. Bij-abonnement-of herhaalde plaatsing belangrijke reductie. Wij leven snel tegenwoordig. Wan neer een grootvader van voor vijftig jaar eens kon terugkomen, wat zou hij van verbazing de handen ineen slaan, bij het zien van al het nieuwe en won derbare wat onze tijd te aanschouwen geeftWaren toen stoombooten en spoor wegen bijha of geheel onbekend, thans zijn zij de meest gewone dingen der wereld. Reusachtige stoomschepen door klieven in weinig tijds de grootste af standen op den Oceaan. Spoorwegen heb ben steden én dorpen aaheengesnoerd, de landen vhrëertigd. Overal baant het genie van den mensch zich een Weg, bruggen overspannen rivieren en berg kloven, bergen worden doorboord. Teekenend voor onzen tijd is hetgeen het vorige jaar te Berlijn plaats had. De Gemeenteraad dier stad vroeg aan de Regeering vergunning tot het aan leggen van een tramweg, die de geheele stad zou doorkruisen, o. a. ook de Wil- hëlmplatze, een der fraaiste en drukste pleinen der stad. Doch Keizer Wilhelm, meenende dat daardoor het plein ont sierd en het verkeer belemmerd zou worden, Schreef eenvoudig op den rand van het verzoekschrift; «Nicht hinüber, aber hinunter dürch", niet over het plein, maar er onder door. En hoe de vroede vadefon van Berlijn ook tegen stribbelden en misschien in hun zakken de vuisten balden, Wilhelm hield voet bij stuk «eronderdoor zal je." Ook wij bewoners van den Zuid- Westelijken hoek van Nederland, hebben ons bescheiden deel van dien vooruit gang gekregen. Waar wij ons vroeger, als wij Holland wilden bezoeken, aan eene niet ongevaarlijke en langdurige reis per veerboot je moesten wagen, daar brengen stoombooten ons thans in een half uurtje over. Vele aarden wegen, Dat zijn levensregel zeer in strijd was met de christelijke beginselen, dit was van weinig beteekenis, daar ook Dorner de laat ste reeds voor lang als ballast over boord geworpen had. Het was dus geen wonder dat de gewezene burger van C. zich onge merkt al nauwer met den jongen vage bond vereenigde. Het schip had nog nauwelijks het Ka naal achter zich, of reeds was tusschen den jongen Schlips zooals het ventje zich noemde en Dorner eene soort van vriendschap gesloten, welke haren grond vond in overeenstemming van neigingen en hartstochten. Dorner had thans een' nog meer ervaren meester gevonden, dan eertijds in het bierhuis te O., doch zijne nieuwe wijsheid werd weldra op eene groo te proef gesteld. De reis ging lang niet voorspoedig, daar tegenwinden het schip uit den koers dre ven, en de kapitein telkens te veel tijd noodig had om weder op den rechten weg te komen. In de vierde week werden de reizigers door eenen hevigen storm over- slechts voor een gedeelte des jaars bruik baar, zijn door flinke nieuwe keiwegen vervangen. Een spöofweg doorsnijdt ons gewest ert brengt ons terstond in België, terwijl daartoe vroeger een lange ert vermoeiende reis noodig was. Kortom, de wereld is ook voor ons opengesteld. En toch zijn wij niet tevreden. We leven met onzen tijd mede. We zien de gemakkelijke communicatie en hot toe nemend verkeer in andere deelen des lands, alsmede den bloei en de wel vaart, die daar heerschen. Wij verlan gen naar meer. Laat ons echter niet het onmogelijke verlangencommuni catie als in plaatsen in het midden des lands gelegen, kunnen wij toch nooit krijgen, Wij liggen nu eenmaal afge legen, een vreemd land en een breede riviermonding sluiten ons van alle kan ten in. We kunnen toch België niet veroveren of een brug over de Schelde slaan, om de nukken van wind en mist te verijdelen Maar toch een paar trams zouden al heel wat verbetering kunnen aanbrengen. Het onderlinge verkeer zou er ten zeerste door bevorderd worden, wij zouden onze goederen veel gemak kelijker en goedkooper kunnen verzen den en in ontvangst nemen. Natuurlijk zou er wel meer concurrentie ontstaan in den handel, doch het concurreeren zou toch ook weder gemakkelijker wor den, wegens het gemakkelijke, vlugge en goedkoope vervoer, daar de huidige ongunstige toestand de prijzen der wa ren zeer verhoogt. Bovendien zou het nog vele andere indirecte voordeelen aanbrengen, vooral wat het postwezen betreft. Mogen dan ook spoedig de trams door onze dorpen stoomen en onze streek zal er wel bij varenOp dien weg ligt de ware vooruitgang! A. Carpenaek. vallen, welke hen, trots de ijverige pogin gen der bemanning, met ondergang be dreigde. Wij zullen het niet wagen zoo- danigen storm, waarbij zich de golven als bergen opeenstapelen, en het schip elk oo- genblik in den afgrond dreigt neder te storten, te beschrijvenwij hebben ons dan ook slechts met de passagiers bezig te hou den, en wel voornamelijk met een' hun ner, dien wij trots storm en onweder tot aan gene zijde dar zee moeten volgen, om ons in zijne lotgevallen te spiegelen. Op den zeeman maakt een naderende storm ongeveer denzelfden indruk als een vijan delijke aanval op den soldaat; hij spot niet met het gevaar want de geschiedenis kan hals en hoofd kosten, maar hij gaat met ernst, bedaardheid en eene soort van vast beradenheid aan het werk en doet zijnen plicht zoo goed hij kan. Bij den passagier is dit geheel anders, vooral wanneer hij zich voor de eerste maal in eenen storm bevindt. Dat de vliegende kleine wolkjes aan den grauwen hemel, de doodsche stil te, de donkere wolkenbank aan den hori zon, welke zee en lucht ineen schijnt te doen smelten, voorboden van eenen nade renden storm zijn, dat begrijpt hij niet. Op zijne herhaalde vragen, wat toch do bij zondere bedrijvigheid op het schip beduidt, ontvangt hij geen antwoord; een angstig voorgevoel maakt zich van hem meester, en hij blikt met bezorgdheid naar de zee, Do Oorlog;. Van het oorlogsterrein zijn de nieuws berichten nog maar steeds zeer mager. Om toch iets aan hun bladen te kunnen seinen, houden de correspondenten zich onledig met allerlei dwaasheden. Het sterkste stukje heeft echter de cor respondent van de Standard geleverd. Men was het er niet over eens hoeveël Boeren er nog wel te velde stonden. Nu heeft deze correspondent ze blijkbaar eens gaan tellen. Hoe hij dat gelapt heeft, is natuurlijk een raadsel, dat wel nimmer zal worden opgelost. De hals seint aan zijn blad, dat het juiste getal Boeren en rebellen te velde nog 13,000 bedraagt. Men moet maar durven De Britten dienen toch wel blind te wezen als ze zulken onzin slikken. Diezelfde, alomtegenwoordige correspon dent, verzekert verder dat de la Rey her stellende is. (Het heette een dag of wat geleden, dat hij typhus had.) De generaal, die zoo goed tegen deze gevaarlijke ziekte schijnt bestand te zijn, reist zelfs alweer van commando naar commando in het westen. Wonder dat de berichtgever van de Standard er niet aan toevoegtom de Boeren aan te sporen zich over te geven. Want dat zit op 't oogenblik in de lucht. Van alle kanten komen de geruchten aan waaien over de onmiskenbare begeerte der Boeren om het hoofd in den schoot te leg gen; uit den Haag, uit Utrecht, uit Brus sel, uit Standerton, uit Johannesburg, uit Pretoria en waar al niet vandaan. De Daily Express die, zooals we weten, niet gewoon is domme dingen te doen kan zich natuurlijk niet aan de heerschende mode onttrekken. Dit blad vertelt op gezag van zijn Johannesburg- schen correspondent, dat de Wet's officie ren de worsteling moede zijn en den lsten December een bijeenkomst hebben gehou den om te beraadslagen of zij nog verder door zouden vechten. Met 5 tegen 3 stem men besloot de vergadering om nog tot twee maanden na dato voort te gaan. I)« beraadslagingen waren warm en langdurig. Het gevecht bij Tweefontein een paar weken later was niet langdurig, maar wel erg warm voor de Engelschen. Eer de Boeren het hoofd in den schoot welke hem echter evenmin bevredigt. Wel dra beduidt men hem met een paar woor den dat hij zich in de kajuit, of nog lie ver in zijne kooi moot begeven. Hij ge hoorzaamt, want hij kan aan het gelaat van den kapitein duidelijk zien dat deze geen lust zal hebben om zijn bevel te her halen, ofschoon hij alweder niet weet waar om de in- en uitgang voor den passagier gesloten wordt. Hij verbleekt, xvant thans gevoelt hij dat een gevaarlijk spel gespeeld zal worden, waarbij hij een werkeloos toe schouwer moet blijven, ofschoon er ook om zijn leven gespeeld zal worden. Eensklaps kraakt het tusschen het touwwerk, de ra's en masten, en alles wordt weder stil. Dan herhaalt zich de stoot, doch sterker dan de tweede maal, het gedruisch neemt toe, de wind fluit door de lucht, het flui ten gaat weldra in huilen en brullen over, zonder dat men in het schip weet of dat huilen en brullen van boven of onder, uit de lucht of uit de zee komt. Midden in het gebulder van den storm klinkt de stem van den scheepskapiteinhet is een loopen en stampen op het dek, alsof men zich tegen eenen zeeroover verdedigde. Wat eigenlijk buiten op de uitgestrekte zee voorvalt, hiervan begrijpt de passagier niets, die zich in de benauwde kajuit aan alle voorwerpen vastklemt. Het schip, meestal ter zijde hellende, alsof het zich in het groote waterbed te slapen wil lig- leggen, zullen we ze nog wel eens leelijk hooren snorken hier en daar. Kitchener seint in tusschen weer een lange lijst van buitgemaakte dingen en overgegeven Boeren. Wij gelooven van al die rapporten niets want als we Kitchener geloofden, waren er al veel meer Boeren gesneuveld, dan er ooit Boeren bestaan hebben. CHINA. Bij de Chineesjes zijn de zaken nog niet heelemaal in 't reine. Maar het begint toch aardig op te schie ten, indien we althans de berichten mogen gelooven. Nu, de Chineezen zijn nooit erg vlug geweest, vooral niet in zake de vreemde duivels. Uit Peking wordt door Reuter geseind, dat de regeling der schadeloosstelling, door China aan de verschillende regeeringen uit te betalen, goede vorderingen maakt. De regeeringen hebben, met uitzondering van Engeland en Japan, in een verminde ring van het hun toekomende gedeelte toegestemd. Men hoopt binnenkort tot vol komen overeenstemming te geraken. Eerstdaags zal het corps diplomatique bij den keizer worden ontvangen en de dames bij de keizerin, die zelfs de kinderen heeft meegenoodigd. De Fransche gezant zal ook meedoen, maar weigert voorloopig nog, zijn geloofs brieven in te dienen, wegens den moord op twee missionarissen waaraan de Chi- neesche regeering nog niets heeft gedaan. Wel zijn diezelfde missionarissen uit Frank rijk verdreven, maar in 't Oosten, daar worden zij door Frankrijk beschermd. De Russen spelen op andere wijze een aparte rol. De Russische legatie heeft zich, hoofdza kelijk door aankoop, in het bezit gesteld van een aanzienlijk gedeelte der uit de paleizen te Peking geroofde goederen, ten einde deze terug te geven aan de Chinee- sche regeering. 't Kost geld, maar dat geld zal wel eenige honderden percenten opbrengen, misschien een heele provincie. SERVIË. Sedert Servië onafhankelijk is wordt de doodstraf er voltrokken door middel vau doodschieten. Dit gebruik, op zich zelf zeker niet bedenkelijker dan de te gen, dan als een pijl zich hoog verheffen de om weinige oogenblikken in eene peil- looze diepte neder te zinken, begint allengs op eene meer bedenkelijke wijze te schud den, en het dreunt en kraakt in zijne voegen, zoodat het elk oogenblik uit el kander schijnt te zullen bersten. Hier en daar worden kisten, koffers en kassen los gerukt en door elkander gesmeten, als om den angst nog hooger te doen stijgen. Te midden dezer nieuwe, ongewone tooneelen van angst, maakt zich een gevoel van den passagier meester, welk niet te beschrij ven en waarvoor onder zulke omstandig heden geene hulp te bekomen is. De mees ten worden op nieuw door zeeziekte over vallen, eene soort van verdooving maakt zich van hen meester, en zij worden ge heel ongevoelig vcor leven of sterven. Zoo ging het ook met onzen vluchteling Dorner. De overige passagiers hadden zich tijdig naar hunne kooien begeven, en blik ten ellendig en verlaten in de hen omge vende duisternis. Dorner die het laatste in de kajuit gebleven was, gevoelde zich eindelijk geheel onwel, en wilde zich ins gelijks naar zijn leger begeven, maar werd door eenen stoot waarvan het geheele schip beefde, zoodanig in eenen hoek geworpen, dat zijne ribben kraakten. Hij rolde met eenige kisten en doozen van den eenen naar den anderen hoek, en kroop doodelijk ontsteld, niet zonder nog menigmaal heen rechtstellingen door middel van den strop of het zwaard, heeft dezer dagen tot een practische moeilijkheid aanleiding gegeven. Een Servische boerin was ter dood ver oordeeld wegens moord op haren man, dien zij vergiftigd had. Begrijpelijkerwijze be stond er eenige weerzin tegen de toepas sing van de in Servië gebruikelijke dood straf, met haar militairen aard, op een vrouw. Maar de wet liet ten slotte geen keus en zoovis liet vonnis onlangs in het stadje Oeb voltrokken, met deze wijziging evenwel, dat de vrouw niet in de borst werd geschoten, maar in den rug. De on gelukkige vertoonde geen spoor van vrees en riep de vier gendarmen, met de executie belast, toe »Let wet op en mikt goed, maar spaart mijn hoofd, zoodat ik niet verminkt in het graf ga." Nauwelijks had zij deze woorden gesproken of er knalden vier schoten en zij was een lijk. SPANJE. In Spanje is 't in de laatste dagen niet pluis geweest. Te Saragossa namelijk hebben ernstige ongeregeldheden plaats gehad en is het tot een botsing gekomen tnsschen liberalen en katholieken. De liberalen hebben met steenen gewor pen naar een Jesuïetenklooster en hebben getracht er in door te dringen. Er werden schoten gewisseld, en er vielen gewonden. De politie heeft moeten chargeeren om de orde te herstellen, 's Avonds begonnen weer groepen betoogers met steenen te werpeu naar verschillende kloostershet kwam tot vechtpartijen tusschen de be toogers en de politie. Een politiedienaar is ernstig gewond, ook verschillende betoo gers werden gekwetst, De prefect is van zijn post ontheven, omdat hij de ongeregeldheden niet heeft weten te beletten, en bij den minister van binnenlandsche zaken ontboden. De stakers te Barcelona beginnen hoe langer hoe meer een dreigende houding aan te nemen. Met messen en ievolvers gewapend bestormen zij de fabrieken en vernielen de werktuigen. De fabrikanten hebben om garnizoen gevraagd, om in de voorstedon de fabrieken te kunnen be schermen. De burgerwacht maakte ver scheidene charges onder de stakers. en weër geslingerd te zijn, naar zijne kooi. Hij had geheel en al zijne tegenwoordig heid van geest verloren, en prevelde iets dat naar een gebed geleek, ofschoon nie mand of hij zelf er iets van verstond. Zijn nieuwe vriend Schlips had zich intusschen in Dorners kooi geworpen, uit vergisiing zooals hij zeide. Schlips deerde niets, dan dat hij door tegen eene plank te stooten, eene groote buil aan het hoofd gekregen had. De ruwe knaap, die in zijnen euvel moed op alles, op het schip, den storm en de helsche duisternis vloekte, maakte zon der eenig dralen voor Dorner plaatsen daar hij vooraf door den jongen fortuinzoe ker opengebroken was, ook de goederen die er in waren. Dorner was te ziek om hierop eenige acht te geven, hij viel half bewusteloos op zijn leger neder. Intusschen ging de storm buiteu met on verminderde woede voort zijn boos spel te spelen. Waarheen het schip geslingerd werd, hoe lang het nog den vreeselijken orkaan zou kunnen weêrstaan' dat wist niemand. De golven hoopten zich tot groo te bergen opeen, en vielen dan herhaalde- met zooveel geweld op het vaartuig neder, dat het tot op den bodem toe beefde. Het was somwijlen alsof het schip geheel door de golven verslonden werd en in de diepte verzonk. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 1