In '1 Ml der wanrti, No. 7. Woensdag 15 Januari 1902. le Jaargang. FEUILLETON. Brieuen, stukken en aduertentiën te zenden aan de administratie van ZELANDIAte Zuiddorpe. P. N. BROUNS, De Fortuinzoeker. Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren. Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave. Staatkundig Overzicht. ZELANDIA Prijs per 3 maanden t franco per post 75 cent, voor België frs. 2.50. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs slechts f2,50 voor Nederland. Aan deze uitgave is verbonden een (iElLLUSTltHERD ZONDAGSBLAD tegen den prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden. Advertentiën t van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10. Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden bij vooruitbetaling geplaatst voor 40 cent per advertentie. Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie. Om alle verwarring en onge mak te voorkomen en een ge- regelden gang van Kaken te be vorderen, wordt men vriende- delijk verzocht alle stukken, brieven, aanvragen enz., in één woord alles wat op de Redac tie en Administratie van „Ze- landia" betrekking beeft, voort- tuin te willen richten aan Redacteur-Administrateur van „Zelandia", Zuiddorpe. Er gaat door onze moderne geleerde wereld een streven, om alle overleve ringen en verhalen des bijbels gelijk te stellen met mythen en sagen, die bij andere volkeren in omloop waren, en het woord Gods op één lijn te plaatsen met phanthasieën van dichters of droo- men van dweeperige geesten. Wij, Katholieken, echter laten ons door die schijngeleerdheid niet verblin den en blijven met onverzwakt geloof vasthouden aan de waarheid van al, wat in den bijbel staat, dus ook aan de waarheid der feiten, zooals die in de Schrift worden medegedeeld. Treffend voor onze duistere dagen is vooral de les, die ligt opgesloten in 't verhaal van de wijzen uit het Oosten, en de ster, die hen voorlichtte op den tocht, dien zij hadden ondernomen, om den nieuwgeboren Koning der Joden te zoeken. Wij hebben de herinnering aan dat feit nog pas herdacht, en wij kunnen jer een heerlijke les uit putten, vooral in onzen tegenwoordigen tijd. Yan het oogenblik af aan dat zij Je rusalem, toen een bijna heidensche stad, waren binnengetreden, was dester, die hun eene zekere geleidster was geweest, Toen het schip geheel zeilree lag, de kapitein de bemanning gemonsterd en van eenige .bekenden afscheid genomen had, het was bereids avond geworden werd het uit de haven in de Schelde ge bracht. Daar bleef het voor dien nacht voor anker liggen, om met het aanbreken van den dag de reis naar de Nieuwe-We- reld te beginnen. Genoemde passagier stond nog laat in den avond op het dek en wierp een blik naar de stad, wier prachtige gebouwen zich duidelijk tegen den graauwen hemel afteekenden. De to ren der hoofdkerk scheen hare spits tot aan de sterren te verheffen, en de flikke rende lichten aan de haven dansten als dwaallichten voor zijne oogenin zijn hart viel echter geen enkele lichtstraal. Deze landverhuizer was, zooals de le zer bereids geraden zal hebben, niemand anders dan Dorner uit C., die naar Ame rika ging om rijk te worden. Hij was niet naar Holland, maar wel naar Ant werpen gegaan, ten einde alle mogelijke vervolgers op het dwaalspoor te brengen. Hij, die de zeevaart slechts van hooren verdwenen en haar glans was voor hunne oogen verborgen. Nauwelijks echter had den zij Jerusalem verder verlaten of de ster verscheen weder aan hunne blikken en hun hart werd met vreugde vervuld. Zij ging hun weder voor en voerde hen naar Bethlehem, waar zij staan bleef bo ven de plaats, waar het Kindje was. Gelijk alle feiten in de Schrift, gelijk alle verhalen en vergelijkingen, zoowel van het Oude als van het Nieuwe Tes tament, vindt ook dit verhaal zijne toe passing in onze dagen. Ziet de koningen van uit het verre Oosten alles opofferen en ten beste ge ven, zich alle moeielijkheden getroosten om de Waarheid te ontdekken. In oude voorspellingen en geschriften hebben zij gezocht en met vroom gemoed trachten zij de waarheid te achterhalen. God, hunnen oprechten en vromen zin ken nende, doet Zijn licht voor hen schijnen en aanstonds zijn zij bereid dat licht op te volgen. Zij trekken voort, dagen en weken steeds die_ geleidster in het oog houdende, die hen ook dagelijks nader brengt bij het ware Licht, dat is op gegaan in Bethlehem. Maar, daar verdwijnt plotseling het licht dat hen geleidt. Waarom De Koningen zijn binnengetreden in de stad, die niet meer als vroeger, de uit verkoren stad Gods was. Zij zijn raad en inlichtingen gaan vragen bij den heidenschen koning Herodes. Vertrouw den zij niet meer ten volle op de ster, die hen geleidde of bracht het toeval alleen hen bij dien vorst P Lag het op hun weg Jerusalem aan te doen Wat daarvan zij, dit is zeker, zoodra zij daar het licht zochten, dat hen ver lichten moest, verdween de ster, maar nauwelijks hadden zij het valsche licht den rug toegekeerd of het ware licht verscheen weder voor hunne oogen en lichtte hen voor op denonbekenden weg. Er zijn er in de tegenwoordige maat- zeggen kent, kan zich onmogelijk eenig denkbeeld vormen van de stemming waar in zich de nieuweling bevindt, wanneer het schip de haven uitloopt, eene deinzing maakt voor de golven welke het te gemoet rollen, dan zich van voren opricht en van achter zinkt, nu ter rechter- dan ter lin kerzijde overhelt, en eindelijk met volle zeilen de eindelooze waterwoestijn te ge- moet snelt. De onmetelijke ruimte schijnt steeds eindeloozer te worden, het land treedt meer en meer op den achtergrond daar waar de oever vlak is, zooals aan de Noordzee, verdwijnen de duinen spoedig voor het oog, en de havens met hare torens en masten schijnen meer en meer in de diepte weg te zinken. De nieuweling op de zee gevoelt zich eenzaam en als verla ten op den bodem welke hem draagt, de eindelooze golven schijnen zijne borst, te bestormen, zijn oog blijft onwillekeurig aan het land geboeid, en is dit voor het gezicht verdwenen, dan werpt hij een schuwen blik op het schip, waaraan zijn leven en vaak zijn rijkdom is toevertrouwd. Hoe meer het schip zich van den oever ver wijdert, des te meer ontwaakt die liefde tot den geboortegrond iu den boezem, wel ke men reeds meende te hebben overwon nen. Men ziet dan ook vaak bij het ver trek van een schip tranen in de oogen van mannen, die meenden dat deze bron bij hen reeds lang opgedroogd was. Toen het schip in den vroegen morgen schappij velen, die naar de waarheid zoeken. Doen zij dat met een eerlijk en oprecht gemoed, dan heeft God hun een zekeren vertrouwbaren wegwijzer ge geven in het Licht, dat uitstraalt van de Rots van Petrus, in het Licht der Kerk. Maar wanneer de mensch zich afwendt van den waren weg en op zijpaden gaat, de Waarheid meent te kunnen vinden bij ongeloovige, bijna heidensche meesters, bij de verkondi gers der moderne wetenschap, dan ver flauwt, dan verdwijnt eindelijk de Sterre en naar de Waarheid zoekend, dwalen zij hoe langer hoe meer af van den goeden weg en tasten rond in duisternis of worden door dwaallichten naar moe rassen geleid. Onder alle wetenschappen van den tegenwoordigen tijd dringt de sociale wetenschap zich naar voren en wil den eersten rang veroveren. Niet alleen ge leerden en wetenschappelijk-ontwikkel- den willen in deze wetenschap medespre- ken maar ook de ongele tterden, de werk lieden en onder hen de mannen der er varing, en de mannen van de luidst klinkende stem. De groote drom der werklieden, in hunne clubs of bonden vergaderd, zoeken naar de Waarheid, naar de formule, die de oplossing zal brengen van het moeilijke vraagstuk der sociale hervorming. Katholieke arbei ders, houdt bij dat zoeken het oog geves tigd op de Sterre van Bethlehem, op de vuurbaak desGeloofs! Wijkt niet af op dwaalpaden. Gaat niet te rade, waar mo dernewetenschap en socialistisch ongeloof ten zetel zitten of op het spreekgestoelte stijgen. Indien gij daar voorlichting gaat zoeken, dan verdwaalt gij in moerassen; dan verdwijnt voor uwe oogen het ware Licht, dat God zelve u heeft gegeven, toen Zijn Zoon op aarde nederdaalde en de Kerk kwam stichten, aan welke Hij den Geest zond, die haar alle Waarheid zoude leeren. den mond der Schelde bereikt had, stond Dorner op het dek en blikte met steeds toenemende nieuwsgierigheid over de ein delooze vlakte, welke zich ten noorden, oosten en westen voor hem uitbreidde, ter wijl stroomen van licht de watervlakte hier en daar tot eenen spiegel maakten. Hij haalde diep adem. Dat was dus de zee, welke hem naar het land zou voeren waar aan zijne geheele ziel hing Hij had geen' blik meer geworpen naar het vasteland achter zich, zoo zeer brandde hij van be geerte naar de Nieuwe-Wereld; eerst toen hij door eene plotselinge wending van het schip genoodzaakt was zich ergens vast te houden, keerde hij zich om en zag hoe de afgelegene kust zich als een vluchteling verwijderde. Een sterke wind had name lijk in den afgeloopen nacht den loop van het schip zeer bevorderd. Dorner huiver de onwillekeurig, toen hij zag hoe snel zich het land aan zijn oog onttrok. Wil lens of onwillens, de gedachten aan het vaderland en aan zijne kinderen, die hij zoo schandelijk verlaten had, bestormden hem met een pijnlijk gevoel. Een gevoel dat hij te vergeefs trachtte te bestrijden, en dat zijn hart ineen deed krimpen, maakte zich van hem meester. Hij hield zich aan het scheepswant vast, ging in de nabij heid van het roer zitten en staarde som ber naar de kust, welke eindelijk geheel aan zijn oog verdween. De zeeziekte, eene kwelling waarvan zich de landbewoner De Oorlog. Het nieuws van het oorlogsterrein is in de laatste dagen weer erg schaarsch. We vernemen weinig, maar vermoede lijk bereiden de Boeren den Britten weer hier of daar de een of andere verrassing. Die stilte van nieuws is geen bewijs van het »uit-zijn" van den oorlog, waarover de Engelschen zoolang hebben geroepen. Trouwens dat van »uit-zijn" geen sprake is, bewijzen zij door hun eigen handelingen. Omdat de oorlog uit is, gaan de Engel schen probeeren nog 10,000 man voor de grap naar Zuid-Afrika te sturen. Probee ren, zeggen we, want of er 10,000 flinke mannen te vinden zullen zijn, die zich voor zulk een flauwe grap willen leenen, is te betwijfeien. De Engelschen willen nu flinke mannen, zeggen ze, zeker omdat Kitchener ze an ders per keerende post terugstuurt. De voorwaarden zijn ook gunstig genoegvoor een jaar teekenen, maar negen maanden vechten in een oorlog, die uit is, en dan weer naar huis toe tenminste, zoo staat het op 't contract. En dan krijgen ze nog flink geld ook, voordeelig genoeg dus. Toch zullen ze nooit 10,000 flinke kerels bijeenscharrelen, De Wet, weet u, en de koorts, en geen voetbal, geen cric ket, geen ping-pong-spelen, brr, welke flinke kerel zou nu tot zoo iets besluiten? Yechtnieuws is er, zooals we reeds zei den, weinig, 't Eenige, belangrijke tele gram is uit Wolvehoek, aan de Vaal, meldende »De Wet, die een groote troe penmacht bij zich had, geraakte Woens dagmorgen in gevecht met Delisle, die de Boeren hevig liet beschieten door zijn artillerie." Of er in dat telegram ook gesneden is door den censorEr staat zoo niets bij, dat De Wet verstrooid of teruggedreven werd, alleen, dat hij een groote troepen macht had. 't Is zeker misgeloopen voor de Engelschen. We zullen daar eerstdaags vermoedelijk wel iets meer van vernemen. CHINA. Een grappige geschiedenis wordt uit het rijk der Langstaarten verteld. Wij meldden reeds den intocht van 't nauwlijks eenig denkbeeld kan vormen, vervulde zijn gemoed met namelooze ellen de. Hij meende dat een vloek op hem rust te, dat de ijzeren hand der wraak hem in hare klauwen geboeid hield, en zijn trots, zijne verwaandheid onderging eene groote vernedering. Hij begon thans het eerst o- ver storm, schipbreuk en allerlei gevaren eener zeereis na te denken. Hij zat lan gen tijd half wezenloos ineengedrongen en staarde naar de watervlakte, welke het schip achter zich liet, tot eindelijk de he mel, het water, het schip en alles wat hem omgaf, met hem scheen te dansen, en hij eindelijk als eene prooi der zeeziekte bewusteloos nederzonk. Een paar matro zen namen hem op en wierpen hem in zij ne kooi, alwaar hij twee dagen bleef lig gen, ziek, ellendig en onverschillig voor leven of sterven. Toen begon de wind te bedaren, zijne gezondheid keerde terug, en hij was weder even als vroeger. De overige passagiers van het schip wa ren deels kooplieden uit België, deels noord- duitsche landverhuizers, die meest allen om weinig eervolle redenen het vaderland verlaten hadden eene soort van fortuin zoekers, die op goed geluk de wijk namen naar de Nieuwe-Wereld. In dien tijd had de landverhuizerskoorts zich nog niet van brave welgestelde menschen meester ge maakt. Dorner beschouwde in den begin ne zijne nieuwe gezellen met eene soort van achterdocht; want daar ook hij geen keizerlijk Hof te Peking Maar 't mooiste van alles is het volgende Volgens geruchten uit New-York zou de keizer van China bij den intocht in Peking vervangen zijn door een soort pop. Velen, die den intocht van hunne Ma jesteiten bijwoonden, hebben opgemerkt, dat de figuur des keizers op den geïmpro- viseerden troon geen teeken van leven gaf. Zelfs geen plooi van zijn groot tooisel bewoog. Is het nu Kwang-Su geweest of niet? Misschien weet de Duitsche keizer ons wel nadere inlichtingen te geven, want ook aan zijn hof is bij de bekende kome die van onlangs zulk soort grap vertoond, zooals sommigen althans beweren. SPANJE. Te Madrid deed zich op Oudejaarsavond in de Alcalastraat voor zeer velen een prettig geval voor. Een Amerikaansch gent leman vermaakte zich met handen vol goud- en zilverstukken te grabbel te werpen. Toen hij op deze manier ongeveer dui zend pesetas kwijt geraakt was, wilde een voor de publieke moraal wakende politie agent hem arresteeren. Maar onze Ameri kaan vond geld uitdeelen een der onschul digste genoegens en achtte zich niet ver plicht aan het bevel gevolg te geven en daar de politieagent verklaarde, dat iemand die paseta's rondstrooit, de orde en rnst verstoort, begon de Yankee op dezelfde vrijgevige wijze klappen uit te deelen. Maar ten slotte slaagde de politieagent er toch in, hem naar het bureau te brengen. DUITSCHLAND. In den Duitschen Rijksdag wordt de Engelsche minister Chamberlain geducht onder handen genomen. De Rijkskanselier heeft echter het beschimpen van Cham berlain door den afgevaardigde Liebermann von Sonnenberg scherp afgekeurd. Hij kwam op voor de eer van het Engelsche leger, waarin er ook velen zijn, die weten te sterven. Hij betreurt het incident, dat reeds te lang de openbare meening van beide landen bezig houdt, en hoopt, dat in de toekomst jhet streven, om in goede en vriendschappelijke betrekkingen met En geland te leven, door niets zal worden verstoord. Hij noemt de Engelschen een volk, waar Duitschland nooit vijandig te genover stond. gerust geweten had, vond hij gegronde re denen om anderen te mistrouwen. Zijnen koffer had hij met argus-oogen bewaakt, maar hij kon toch onmogelijk den gehee- len dag in zijne kooi blijven zitten. Ook openbaarde zich meer en meer de behoef te aan gezellig verkeer bij hem. Reeds ge durende zijne zeeziekte waren hem door eenen jongen medepassagier allerlei kleine diensten bewezen, welke hem destijds na tuurlijk zeer welkom waren. De vreem deling beviel hem niet, maar was zoo in dringend, zoo voorkomend dat hij niet van hem ontslagen kon worden. Hierbij kwam nog dat hij bij zijne moedertaal ook een weinig Engelsch sprak, en Dorner onder het oog bracht dat men in Amerika, zon der met deze taal bekend te zijn, onmoge lijk fortuin kon maken; hij bood tevens belangloos aan hem in het aanleeren be hulpzaam te wezen. Zoo ligt en schraal het ventje was, zoo licht en schamel was ook zijne geheele bezitting; maar hij kraam de voor Dorner zoovele reusachtige plan nen uit, dat deze somwijlen met open mond naar hem luisterde. Zooveel was zeker, dat deze noord-duitsche jongeling, die op verlangen zijner familie lees politie naar het Westen vertrok, zich reeds vol komen de amerikaansche zeden had we ten meester te maken. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 1