geen vanzelf spreekt, doch ook van de be
voegde mannen in Duitschland, dat Ne
derland in het nieuwe Eu
ropa moet worden opgeno
men als het bijzondere land
van de veredclingsproduc-
t i a, Immer», de veefokkerij en de groen
te- en fruitteelt «taan hier op een zóó toon-
MnRevtnd peil, dat Nederland juist op die
Setneden in lijn volledig productievermogen
eltuudtm moet iliHJvon. Ku ook voor den
kleinen boer wil dan weer de mogelijkheid
omstaan, om in het bestek van de steeds
grootcr wordende ontsluiting der Oostelijke
gebieden als producenten van veevoeder,
overeenkomstig de gewijzigde omstandighe
den, terug te kearen tot zijn eigen bödrijfs-
methoden, voorzoover hij niet zelf uit eigen
initiatief als pionier 'en kolonisator in het
Oosten wrkzaam wil zijn.
Ncdcrlaódsche vaklieden hebben uitgere
kend, dat ongeveer tweederde der bewoners
van dit land uit eigen bodem op toereiken
de wijze in stand kan worden gehouden. Een
derde deel moet zijn behoefte aan voedings
middelen aldus dekken, dat er ofwel door
het aangevoerde veevoeder veredelingspro
ducten gemaakt worden, of dat als ruil voor
de goederen, die in de industriebedrijven ge
fabriceerd worden, de noodige levensmidde
len worden ingevoerd.
Een derde deel der Nederlanders is dus
aangewezen op economisch contact binnen
een groot economisch gebied. Daar wij die
groote economische gebieden voor zeer, zeer
langen tijd niet meer over zee kunnen zoe
ken, zal Nederland zich moeten voegen in
het groote economische gebied van het Eu-
ropeesche continent, zooals dit thans wordt
opgebouwd.
Kolonisatie.
Wij hebben evenwel ook
tot taak, in het Oosten ko
lonisatiewerk te verrichten
Hetvzou evenwel volkomen verkeerd zijn,
om in die richting eenigen dwang uit te
oefenen. De Nederlanders weten zelf het
allerbeste, dat alleen de flinkste als koloni
sator geschikt is. De flinkste is echter al
tijd diegene, die vrijwillig een taak op zich
neemt.
Tot de bijzondere moeilijkheden en ar
beidsgebieden van den Nederlandschen land
bouw, die het dichtst bevolkte gebied van
Europa uit eigen bodem moet voeden, be
hoort natuurlijk ook, dat de gezamenlijke
opbrengsten van het land zoo hoog moge
lijk zullen zijn en ook zoo volledig mogelijk
onder het totaal verdeeld zullen worden. Er
zijn in dit verstreken boereniaar vooral in
de provincie Friesland moeilijkheden ont
staan bij de aflevering van vee. Die moei
lijkheden vielen toe te schrijven aan de om
standigheid, dat de aflevering van vee een
tijdlang zeer traag heeft plaats gehad. Toen
er daarna een versterkte aflevering geëischt
werd, hfetgeen alleen reeds, noodzakelijk was
uit hef: beginsel der billijkheid tegenover de
andere provinciën, was het voorjaar in het
land gekomen en met de weer groen gewor
den weiden was de melkopbrengst gestegen.
Menschelijk gezien is het zeer zeker begrij
pelijk, dat de boer in zulk een tijd zijn
melkkoe niet graag afstaat.
Er werd toen een systeem opgesteld, dat
de aflevering varf vee in een bepaalde, na
melijk, omgekeerde verhouding plaatst tot
de aflevering van melk. De boer, die de Ne-
derlandsche volksgemeenschap juist op het
zoo belangrijke gebied van de verzorging
met vet helpt door van zijn boerderij zoo
veel mogelijk njfelk' voor de vetproductie af
te staan, zal een zeker voorrecht krijgen bij
het afleveren van vee voor de vleeschpro-
ductie.
Ik hoop, dat deze maatregel er toe mag
bijdragen, om, voor zoover dit slechts op
eenigerlei wijze mogelijk is, de voor de Ne
derlanders, bijzonder belangrijke verzorging
met vet te garandeeren. Dat de hier ter be
schikking gestelde hoeveelheden voor een,
laat ons zeggen op langeren termijn nor
maal gevoerde huishouding te gering zijn, is
een zeer betreurenswaardig feit. Want het
is verre van ons, de biologische substantia
van het Nederlandsche volk op den duur op
eenigerlei wijze te willen verzwakken. Inte
gendeel, wij nationaal socialisten willen,
dat deze zoo kostbare biologische substan
tie niet alleen behouden blijft, doch steeds
sterker en grooter zal worden. In dit opzicht
kennen wij jn het geheel geen afgunst. Wan
neer ge kunt, wordt ge zoo sterk en mach
tig als ge wilt, want wij zijn allen vereenigd
in de Germaansche -■ lotsgemeenschap.
Zwarte handel.
Daar ik thans reeds bezig ben met over
de aflevering te spreken, kan ik in dit ver
band, reeds wegens mijn verantwoordelijke
positie, een bepaald hoofdstuk niet achteloos
voorbijgaan. Dat is de clandestiene handel.
Hier moeten de Nederlanders in hun eigen
belang orde bewaren.
Heel dikwijls wordt er een vaderlandslie
vend manteltje om dien clandestienen han
del gehangen. Men zegt dan, dat het beter
is wanneer de levensmiddelen in den clan
destienen handel terechtkomen, omdat zij
anders als leveranties naar Duitschland gaan.
Ik zal aan- dit sprookje over de, naar men
beweert, enorme leveranties aan Duitsch
land een eind maken. Ik heb den verant
woordelijken instanties volledige vrijheid van
spreken gegeven, en die kunnen u vertellen,
wat er in werkelijkheid aan Duitschland ge
leverd wordt. Daarbij zou ik echter reeds
willen opmerken, dat de hoeveelheden, die
juist in dit nieuwe oogstjaar voor de leve
rantie in aanmerking komen, met het oog
op de totale oogstresultaten geringer zijn
dan in het vorige jaar. Ze zijn niet grooter
dan hetgeen volgens de Haagsche concentie
over den oorlog te land aan de bezettings
troepen toekomt en hetgeen nog voor het
onderhoud van de in Duitschland werken
de Nederlanders noodig is. Het is juist, dat
de uitvoer van gfoente naar Duitschland
omvangrijk is. Daarvoor wordt echter aan
graan in het geheel niets verlangd. Integen
deel, al het broodgraan, dat de bezettende
macht in Nederland noodig heeft, wordt uit
Duitschland in Nederland ingevoerd.
Men dient echter nog het volgende te be
denken: Wanneer NederlaBTl-als de voor
naamste groente-producent van geheel Eu
ropa thans In deze tijden van nood voor
Duitschland niet ter beschikking zou staan,
zou men zich later in normale tijden ook
niet meer herinneren, dat de Nederlanders
als groer.tenkweekers eigenlijk er toe uit
verkoren zijn, de groenteverzorgers van een
groot deel van Europa te zijn.
Overigens is het de taak van de distribu
tie om er voor tezorgen, dat de beschik
bare hoeveelheden, die bijna het dubbele be
dragen van het verbruik der Nederlanders
in vredestijd, billijk en gelijkmatig onder de
bevolking verdeeld worden.
U zult vrij vaak gehoord hebben, dat er
overvallen op distributiekantoren gepleegd
en baiiM-i gestolen worden, Dergelijke voor
vallen kernen vee de volle honderd procent
fen lgs»s va»! de Nederlandsche voedselvoor-
r-óns, U rfult «onder meer toesevcn, dat
de laverantie van de doer snee treepen be«
iiöedlgde hoeveelheden levensmiddelen deer
derpeiijke misdaden In het «ehesl niet op het
spel gesel wordt, Uuk deee wandaden wei'*
den omhangen met een vaderlandslievend
manteltje. Men aeide, dat de geroofde bon
nen ter beschikking gesteld werden van de
z.g. onderduikers. Dat is niet waar.
Bij de arresttaties hebben wij geconsta
teerd, dat deze misdadigers er in het geheel
niet aan denken, deze bonnen aan iemand
af te staan," maar dat zij op die manier op
een eenvoudige wijze, zonder eenig risico,
clandestienen handel drijven. De arrestan
ten hadden dikke portefeuilles met honderd
duizenden guldens bij zich, die zij zoo juist
door den verkoop van geroofde levensmid
delenbonnen verdiend hadden. Dat is een feit
dat sterk aanleiding geeft tot nadenken,
want het betreft hier een zeer grooten wan
toestand, die bovendien de gelijkmatige
voedselvoorziening der bevolking mettertijd
op het 9pel kan zetten, t
Moordaanslagen.
Vervolgens zou ik nog op een onderwerp
willen terugkomen, dat in een bepaalde betrek
king staat tot den boerenstand. Het betreft de
moordaanslagen, die juist onder onze N.S.B.-
kameraden van den landbouwersstand de zwaar
ste offers hebben geëischt. Er hebben zich
tooneelen afgespeeld, zoo afschuwelijk, dat het
mij moeilijk valt, ze weer te geven.
In de eerste plaats zou ik het volgende tot
q willen zeggen: De Nederlanders moeten mij
mijn taak niet zoo moeilijk maken. Ge kunt er
van overtuigd zijn ik heb het vroeger reeds
gezegd dat ik het hier als een van mijn
voornaamste taken beschouw om, bij alle moei
lijkheden, die de tijd nu eenmaal met zich
medebrengt, de 'biologische substantie van het
Nederlandsche volk zoo goed als die op eeni
gerlei wijze mogelijk is, door dezen tijd heen.
te helpen. Er zijn natuurlijk bevoegde en van"
Duitsch standpunt uit gezien gerechtvaardigde
stemmen, die er op wijzen, dat 'het Duitsche
volk de volle kracht en zwaarte van dezen
strijd, vooral in het Oosten, draagt, en dat
derhalve het Duitsche volk tenlaste van de
bezette gebieden werkelijk alles moet krijgen,
wat op eenigerlei wijze mogelijk is. Ik heb tot
dusver altijd 'begrip ontmoet en een middel
gevonden, om een tuschenweg tot stand te
brengen tusschen deze gestelde eischen en de
Nederlandsche behoeften. Wanneer evenwel
thans dergelijke dingen bekend worden, als die
afschuwelijke moorden, die niet alleen jegens
mannen, doch ook jegens vrouwen en voor de
oogen van de kinderen gepleegd zijn, wan
neer b.v. kinderen gedwongen worden, eenge-
heelen nacht in een vertrek bij hun vermoorde
ouders door te brengen dan weet ik niet
hoelang men in Duitschland met de mensche-
lijke nooden nog rekening wil houden.
Ik heb eens gezegd, dat tegenover deze ge
beurtenissen de revolutionnaire krachten van
de nationaal-socialistische gemeenschap zullen
optreden. Hét oogenblik is gekomen. Ik heb
gevolg gegeven aan den tot mij
gerichten wensch om de man
nen der Nationa a 1 -S oc i a 1is -
tische Beweging niet meer zon
der risico te laten vermoorden
en zal de Nationaal-Socialisti-
sche Beweging bewapenen.
Ik verheel mij niet, dat daarmede een 'bui
tengewone verantwoordelijkheid in handen van
de nationaal-socialisten wordt gelegd. Ik ver
heel mij echter ook niet, dat de nationaal-
socialisten deze verantwoordelijkheid zullen
dragen, want zij hebben in een meer dan tien
jarigen strijd geleerd, een moeilijken weg vol
verantwoordelijkheid op te gaan. Des te eer
der heb ik hiertoe besloten, omdat het mij
duidelijk is, dat de nationaal-socialisten zich
deze moorden op den duur niet kunnen laten
welgevallen. Ten einde derhalve, laat ons zeg
gen geen justitie op eigen houtje te laten baan-
breken, !eg ik thans de verantwoordelijkheid
in handen der Beweging. Wanneer men zich in
vele Nederlandsche kringen hierover bezorgd
zou maken, dan kan ik tot die kringen slechts
zeggen: Het is de geringste zorg, te weten,
dat de nationaal-socialisten wapenen in handen
hebben. Overigens hebben de Nederlanders het
zelf in handen -om door eigen discipline een
toestand- te doen ontstaan, die het Nederland
sche volk in staat stelt, zoo goed mogelijk vol
te houden.
De oorlog.
Dat herinnert mij aan een woord, dat men
hier vrij vaak verneemt„het gaat goed".
Eindelijk kan ik eens constateeren, dat ik de
zelfde meening ben toegedaan, als zij, die an
ders meenen mijn meening niet te kunnen dee-
len. Het gaat inderdaad goed, wanneer ik aan
den toestand in het Westen denk. Reeds
aan het begin van dit jaar hadden wij aan
de Westkust van Europa allerlei voorzorgs
maatregelen getroffen. Wanneer ik mij echter
voor oogen stel en ook' de bewoners, vooral
van de kust hebben gelegenheid eenige waar
nemingen te doen wat er sinds Februari
van dit jaar hier tot stand gebracht is, wan
neer ik bedenk, dat deze verdedigingslinie niet
alleen aan de kust bestaat, dat er bovendien
nog speciale centra van verdediging zijn en
dat er nog steeds meer bijgebouwd worden,
wanneer ik mij voor oogen stel, dat de jeug
dige manschappen die bij het begin van dit
jaar zijn aangetreden, zich thans na vele maan
den in de wapenen geoefend hebben en dat er
onafgebroken wapenen worden aangevoerd naar
de kust en naar de andere centra van verdedi
ging, dan moet ik zeggen: het gaat hier in
het Westen goed.
Maar ook in het Zuiden gaat het goed.
Want -het is veel beter in den oorlog duidelijke
situaties te hebben, dan niet alleen onduidelijke,
maar zelfs gevaarlijke situaties, die men met
het oog op den kameraad en bondgenoot met
inzicht in den werëldtoestand niet radicaal,
zóoals noodzakelijk zou zijn, met het zwaard
te lijf kan gaan.
Ilc denk aan de situatie in Italië, zooals
die ontstaan was door het verraad van Savoye,
van een Badoglio en van de overige vrijmet
selaars. Thans is het mogelijk daar openlijk
over te praten. Dientengevolge weten wij, dat
Afrika niet gehouden kon worden, omdat de
aanvoer, die bij de Italianen berustte, niet
functionneerde, niet omdat de Italiaansche
manschappen tekort schoten, maar als gevolg
van het verraad van een deel der Italiaansche
generaals. En op Sicilië hebben de verrader
lijke generaals zelfs in den rug de bruggen
in de lucht laten vliegen, terwijl vooraan onze
divisies streden.
Niettemin was de toestand op Sicilië
zoodanig, dat een half Engelsch leger het
nauwelijks heeft weten klaar te spelen om te
gen een versterkte Duitsche pantserdivisie vor
deringen te maken. Het kwam slechts zoover
vooruit, als die pantserdivisie krachtens haar
bevelen terug ging. Dezelfde ervaring hebben
wij opgedaan in Salerno, Daar waren twee En-
geisch-Amérikaansche legers, deels op het punt
te landen en deels reeds aan land,
De beide legers aeuden deer enie beseher*
mlugsdlvlsles weer verdreven sijn wanneer,
utnm legerleiding bereid geweest was de efferi
in blued en alen te nemen, die de vernietiging
der gelande troepen, onder het vuur van het
vijandelijke scheepsgeschut gekost zou hebben.
Daar Salerno niet het beslissende punt is,
heeft de Duitsche legerleiding anders besloten.
Wij zullen wachten, tot de Engelschen en
Amerikanen strijd leveren, op een plek, waar
zij geen scheepsgeschut meer achter zich heb
ben.
Het plan was duivelsch. In den rug van de
in Italië staande Duitsche divisies moesten de
Italiaansche troepen naar den vijand overloo-
pen, onze divisies afsnijden en met één slag
een front vormen aan de Alpen in het Noor
den. Dit plan is volkomen mislukt. Deze pres
taties moeten wij ons voor oogen houden, want
zij bewijzen de trefkracht van onze' troepen
en de superioriteit van onze leiding. De fas
cistische legioenen, die maarschalk Graziani
thans opstelt, zullen volwaardige militaire
bondgenooten zijn. Al vertegenwoordigen deze
fascistische legioenen ook maar een deel van
het door verraderlijke generaals aangevoerde
Italiaansche leger, militair gezien zullen zij
toch waardevoller zijn, dan het in zijn kern
goede, maar in zijn leiding slechte Italiaan
sche leger.
Het Bolsjewisme.
Toen de ontwikkeling in Italië zich begon
te voltrekken, wees ik er op, dat Italië een
toetssteen zóu zijn, voor Italië, voor onze
vijanden, voor allen. Een onderzoek van de
politieke ontwikkeling toont nu aan, hoe gun
stig en nuttig deze gebeurtenissen voor ons
geweest zijn. Men -beweert altijd, dat er na
•liquidatie van de autoritaire stelsels, een sterke
democratische regeering zal optreden. Deze re
geering zal in staat zijn, de verschillende daar
toe in aanmerking komende landen in een
Westelijke, den Engelschen en Amerikanen
welgevallige, maar niettemin Europeesche orde
ning te houden.
Wat hebben wij in Italië beleefd? Toen
Badoglio de poging ondernam het fascisme om
zeep te brengen, verschenen er aan den z.g.
burgerlijken kant slechts meer politieke kerk
hofdeserteurs en klauterden op de redactieze
tels. Zij hadden er geen benul meer van wat
er werkelijk in de politiek omgaat en wat voor
het volk van belang is. De eenigen die actief
zijn opgetreden en wier onderwerping een ze
kere inspanning vordert, zijn de communisten
geweest. Dit is het beste bewijs', waarheen de
weg leidt, wanneer de Westelijke mogendhe
den iets op touw zetten. Het eindigt met het
communisme, en wel pas goed, wanneer het
Oosten rechtstreeks invloed zou krijgen.
Nederlanders en DuitschersEén ding is
volkomen duidelijkDe beslissing valt
i'n het O o s t'e n. Het Westen en ook het
Zuiden zullen de -beslissing niet brengen. I n
het'OosteöHwordt 'beslist, of dit
Europa nóg zijn oude bestaan
van vele duizenden jaren za.1
behouden óf niet.
Er bestaat hier te lande een aantal men-
schen, die meenen, dat in het Oosten het
nationaal-socialisme en het bolsjewisme elkaar
zullen vernietigen, dat dan de Engelschen en
Amerikanen Westeuropa zullen binnen komen
en aan een grens, waarover men het nog niet
eens is, het opdringen van het bolsjewisme
zullen tegenhouden. Deze lieden gelooven zelfs,
dat dit in feite: de geheime plannen zijn van
de menschen in Engeland en Amerika, die aan
de touwtjes trekken, dus van Churchill of
Roosevelt. Onverschillig van welken aard de
jongste geheimë-' plannen van Churchill en
Roosevelt zijn, ik kan hier vaststellen, dat En
gelschen en Amerikanen met- het bolsjewisme
op leven en dood zijn verstrikt, zoodat zij/niets
anders kunnen dan Europa prijs te geven.
Moeten de bolsjewisten den oorlog opgeven, dan
is hij ook verloren voor de Engelschen en
Amerikanen. En omdat de Engelschen en Ame
rikanen dit precies weten, zijn zij ook zonder
bezwaren bereid, heel Europa op te offeren.
Zij hebben het al gedaan. Zij hebben den
Balkan uitgeleverd, de Grieksche en de Joego
slavische emigrantenregeering uit Londen ver
wijderd, zij hebben Polen prijsgegeven. Dat
zijn de bewijzen, dat deze lieden daarginds, on
verschillig of zij in het geheim zoo of anders
willen, met Moskou zoo verstrikt zijn, dat de
bolsjewieken hen als een Shylock eenvoudig
aan hun woord kunnen houden. De laatste
hoop, die die lieden daarginds hebben is, dat
althans de Duitschers de voorspiegelingen van
Churphill en Roosevelt, dat men zich met het
bolsjewisme kan verstaan, niet ernstig opvat
ten. Maar de geesten, die zij hebben opgeroe
pen, laten hen niet los.
Mijnheer Stalin heeft ergens een orthodoxen
priester opgegraven, hem tot aartsbisschop ge
maakt en, speelt nu naar buiten den confessio
neel verdraagzamen man. Niemand in Enge
land en Amerika zal dit van hem gelooven.
Maar zij moeien doen alsof zij het gelooven.
Ja, de aartsbisschop van York moet naar Mos
kou reizen en daar een niet te overtreffen
bewijs leveren van grenzenlooze huichelarij.
Maar het is zeer interessant, dat tegelijkertijd,
terwijl het bolsjewisme en communisme wor
den voorgesteld als vrienden van den gods
dienst, de bekende Engelsche schrijver Welles
een boek laat verschijnen onder den titel:
„Crux Atanaja". In dit boek wordt de huidige
oorlog gekenmerkt als een wereldomspannende
strijd, met het doel zich te bevrijden van den
wurgenden Octopus, waarmede de Katholieke
kerk bedoeld ,is. Welles spreekt daarbij een
speciaal persoonlijk woord van verdoemenis uit
aan het adres van het hoofd van de katholieke
kerk, Paus Pius XII. Het bestempelt hem als
den openlijken vijand van alle scheppende en
opbouwende denkbeelden, die de katholieke
geestelijkheid dwingt slechts datgene te doen
lezen, wat hij wenscht, en wiens wezen stamt
uithet duistere tijdperk. Dat moet toch aan
leiding geven tot nadenken. Dat is dat com
munisme en bolsjewisme, dat thans in Enge
land niet genoeg bevorderd en geprezen kan
worden.
Onze verhouding tot het Amerikanisme is
duidelijk geworden uit de ervaringen van het
jaar 1919. Wat men ons thans van daar wil
brengen, is inderdaad precies hetzelfde, alleen
nog versterkt, wat wij in 1919 beleefd' hebben.
Het is de invasie van èen mateloos uitbuiten
de kliek van sjacheraars, van menschen die
niets anders, voor hebben dan het cultureele
leven, het .zedelijke leven en het moreel van
een volk werkelijk en volkomen te vernieti
gen. Het is de invasie van het sadistische Jo
dendom, dat niets anders wil dan de Germaan
sche volkeren met wortel en tak volkomen
uit te roeien. Dat it een resultaat van het
Bolsjewisme uit de tweede hand.
Voor ons is het Amerikanisme van mijnheer
Roosevelt in niets sympathieker en in niet»
verdraaglijker, dan het Bolsjewisme van Sta
lin. Wij «uilen hier deie kust van Europa met
uiterste hardnekkigheid verdedigen, hoe ook de
Ïebeurtenliien in het Ooiten verlooptn, opdat
lie liekte. die de klem dei doodt voor ome
Suropeeieht cultuur iu ileh draagt, wordt a<*
geweerd.
lit dit verband kan ik isrekan
over de bijdrage die het Weiten
van Europa kan leveren. Die bij
drage kan altijd weer slechts uit één ding
bestaan: ons te helpen in den strijd, dien wij
nationaal-socialisten, om Europa voeren, het
zij in het Oosten, hetzij hier in het Westen.
Dat is qchter de eenige voorwaarde en tevens
ook de stellige garantie, dat deie volkeren, de
Nederlanders en alle andere, door de vervul
ling van d(eze voorwaarde, n.l. door hun op
treden voor Europa, hun volksche vrijheid en
onafhankelijkheid zullen bewaren en garan
deeren.
Dat verbindt ons, Nederlandsche en Duit
sche nationaal-socialisten. Dat verbindt mij
met den heer Mussert, die met zijn N.S.B.
een vastberaden heraut is in dezen strijd. Hij
is het, die aan het Nederlandsche volk steeds
weer voorhoudt, welke weg leidt naar het
duidelijk voor oogen stellen van de eigen eer,
maar tevens naar de verdediging van de eigen
volksche vrijheid. En maakt u zich geen
zorgen! Stellig komt de dag, waarop deze
kruisweg dien u, Leider, met uw partijgenoo-
ten thans bewandelt, door het Nederlandsche
volk zal worden erkend. Daar ben ik zeker
van. Dan zal het Nederlandsche volk inzien,
wat het nationaal-socialisme in de N.S.B. en
den Leider Mussert voor de Nederlanders be-
teekent en beteekend heeft. Wellicht zijn er
dan nog ergens in een hoekje een paar vast
beraden lieden, die ten slotte geen anderen
kreet meer zullen slaken dan. „De oorlog moet
een einde nemen, zelfs op het gevaar af, dat
de nationaal-socialisten hem winnen."
Wij bevinden ons in het vijfde oorlogsjaar
en het zou verkeerd zijn te veronderstellen, dat
dit vijfde oorlogsjaar geen ernstige geestelijke
belasting beteekent. De gebeurtenissen, die in
het Zuiden en in het Oosten zijn ontstaan en
de hevigheid van de bomaanvallen zijn zware
belastingen. Maar die zijn er ook in Engeland.
Het is zeer opmerkelijk, dat Churchill, die
indertijd steeds gesproken heeft over bloed,
zweet en tranen, opeens zenuwachtig wordt en
de propaganda die over een langdurigen oor
log spreekt, wenscht te vervangen door de bols
jewistische propaganda, dat de oorlog nog dit
jaar gewonnen kan worden. Dat beteekent, dat
de stemming in Engeland een aanmerkelijk
dieptepunt -bereikt moet hebben, ongeveer zoo
als hier in bepaalde kringen, die een derge
lijke aanvuringsbehoefte aan termijnen hebben,
waarbij de optimisten met drie weken en de
pessimisten met drie maanden rekenen. Dat is
een zeer .bedenkelijk teeken voor het Engel
sche moreel, maar ook voor die van de vijan
dig gezinde Nederlanders.
Het staat ons duidelijk voor oogen, dat de
zware belasting, die op alie Nationaal-Socia
listen en vooral op het Duitsche volk drukt,
uren van moedeloosheid en van twijfel kan
brengen, maar tevens ook uren van den weer
stand, want dan treedt aan het licht welk een
kunnen en welk een geloof er in de menschen
steken. Het kunnen schraagt de menschen, die
hun strijd om het bestaan voeren, hetzij in het
Westen of in het Oosten. Wanneer de anderen
zouden overwinnen, zou er niets meer zijn, dat
het leven in Europa waard maakt geleefd te
worden. De plaatsen van de Europeesche cul
tuur de bakermat van het Arische ras in de
geheele wereld, zouden vernietigd worden, dat
weten wij. Evengoed echter weten wij, dat
onze oorlogsdoeleinden goed en rechtvaardig
zijn. Wanneer wij, Nationaal-Socialisten, ons
handhaven, dan zal er in heel Europa geen
mensch zijn, die niet een betere toekomst tege
moet kan zien. Natuurlijk hiag men niet altijd
uitgaan van datgene, dat er eens was. Het rad
der geschiedenis draait niet terug. Men moet
in een vijfde oorlogsjaar uitgaan van den oor
logstoestand en dan kunnen wij slechts zeggen:
wanneer wij deze geweldige som van krach
ten, die wij thans in de machine der vernieti
ging moeten steken, voor een specialen opbouw
kunnen gebruiken, dan zal het in Europa goed
worden en dan zal het ook hier in Nederland
weer mooi zijn om te leven, voor den Neder
landschen boer en voor den Nederlandschen
arbeider.
Wanneer wij winnen hebben ook de anderen
nog lang niets te vreezen. Immers de Engel
schen hebben hun wereldrijk aan de Ameri
kanen en- niet aan ons verloren. Wat echter
de Amerikanen betreft, zou ik het volgende
willen zeggen: kunt u zich voorstellen, is het
denkbaar, dat er een zin bestaat„wanneer
wij ook sterven, de Vereenigde Staten moeten
leven?" gelooft ge, dat de Amerikanen ooit
met een dergelijke kracht van wil den oorlog
kunnen voeren?
Maar wijwij komen met dezen zin voor
de wereldgeschiedenis. Wij zeggen: „wanneer
wij ook sterven, Duitschland moet levert!"
Daarom zijn wij er volkomen zeker van, dat
wij een weerstandskracht opbrengen, die de
tegenpartij nooit kan overwinnen. Dat is ons
kunnen, kameraden. Bij dit kunnen komt het
geloof, dat onze leiding het goede wil:
Kameraden! Nederlandsche en Duitsche Na
tionaal-Socialisten, het lot heeft ons den Füh-
rer gegeven. De Führer is niet een mensch
die uit eenigerlei -bevoorrechten stand komt.
De Führer is een mensch, die uit de arbei
dersklasse komt, wien het lot den vader vroeg
tijdig heeft ontnomen, om het te plaatsen voor
alle beproevingen. De Führer is als mensch
gebleven wat hij was: de eenvoudige man van
zijn volk.
Adolf Hitler kent alie zorgen, kent allen
kommer, die eiken volksgenoot afzonderlijk
treft. Hij heeft alles meebeleefd en in zich
bewaard. Dat is de-bron van zijn groote kracht.
Nooit heeft hjj zich van zijn volk verwijderd.
Hij staat er middenin, als een van ons. Dat is
voor ons de groote waarborg, dat deze strijd
op leven en dood voor het groote sociale recht
vaardige doel eener nieuwe ordening van het
Europeesche en het Germaansche leven, ge
voerd wordt volgens waarachtige beginselen
der waarheid en der sociale rechtvaardigheid.
En daarom zullen wij met den Führer over
winnen. En daarom zullen wij uit dezen oor
log noch slechts als fanatiekere Nationaal-
Socialisten te voorschijn komen om te begin
nen aan ons vredeswerk. Heil den Führer 1
j Rede Mussert.
Tevoren had Mussert het woord gevoerd, die
in zijn rede dank bracht aan God voor den
voor dit jaar te verwachten goeden oogst en
die naast dank aan God den nadruk legde
op de plichtsbetrachting van den boer en den
boerenarbeider. -
Van brood alleen kan de mensch niet leven,
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK. Beroepen: te
Utrecht (vac. ds J. Goslinga), A. J. Brink
man te Zegveld.
Aangenomen: naar Looiduinen, dr A.
F, N, D&kerkerker te Noordlaren,
Bedankti voor Zwolle, A, v, Blemw te
Burilnaerhorn,
QKRHU, KimKBN, Bereepini te Wa*
teringen, S, Huuijeit, nulpured, te Amster
dam; te Moerdijk, D. Krijger, hulppred. te
Dordrecht; te Zwolle (voor den geestelijken
arbeid in den N.O. Polder), P. de Jong te
Bufischoten-Spakenburg.
Aangenomen: naar Assen (3e pred.
pl.), J. v. Bruggen te^ Wormerveer, die be
dankte voor Huizum (Fr,),
CHR. GEREF. KERK. Tweetal: te
Rotterdsm-C., S. de Bruyne te Deventer en J.
P- Geels te Aalsmeer; te Vlaardingen, R
Groen te Rotterdam-W. en J. Tamminga te
Enschede.
GEREF. GEM. Tweetal: te Rotterdam-
Z., J. v. d. Berg te Krabbendijke en H. Lig-
tenberg te Vlaardingen.
VRIJE EV'ANG. GEM. Aangenomen:
naar Zwolle, D. de Jonge, huippred. aldaar.
HULPPREDIKERS. Ned. Herv.
Kerk. Benoemdte Vlaardingen, A. C. W.
ten Cste, cand. te Breukelen. Aangenomen:
naar Amstelveen, M. J. J. Bouting, cand. te
Utrecht; naar Borger, F. 'Hartman, cand. te
Meeden.
VAN HET Z ENDINGS VELD. Het
Mededelingenblad der Vrije Evangelische
gemeenten meldt:
„Van het Zendingsterrein bereikte ons tij
dens de Bondsvergadering te Hilversum te
legrafisch het fijne bericht, dat onze broe
der, Zendeling Kareis e, met zijn
gezin, einde Maart van dit jaar (dat is dus
vier maanden geleden) allen gezond in In-
dië verkeeren. Wat waren we als broeders
tezamen hartelijk verheugd met dat bericht.
Er ging een stille danktoon omhoog naar
Hem, die alles welmaakt".
KORTE BERICHTEN. Ds H. Visser,
Ned. Herv. pred. te Terborg, had vorige
week bij hët appelen plukken het ongeluk
zoodanig te vallen, dat hij een arm brak. De
kerkdienst kon j.l. Zondag in verband hier
mede niet doorgaan.
Het classicaal bestuur van Amsterdam
heeft de acte godsdienstonderwijs i'n de Ned.
Herv. Kerk, na gehouden examen uitgereikt
aan de dames mej. J. Keyne te Bussum, A.
Brinkman en J. C. v. Winsen en dhr H. v.
Kampen, allen te Hilversum.
Naar wij vernemen moet Ds G. van
Veldhuizen, Ned. Herv. pred. te Kralingen,
op medisch advies zijn arbeid wegens on
gesteldheid voorloopig neerleggen.
Naar wij vernemen heeft Ds P. M. de
Jong, Ned. Herv. pred. te Zutphen, in een
der ziekenhuizen te Utrecht eén operatie
ondergaan.
Naar wij vernemen heeft de kerkeraad
der Ned. Herv. Gem. van Someren na sa-
menspreking met het classicaal bestuur van
Eindhoven besloten om de benoeming van
Ds J. Haring, Ned. Herv. pred. te Giessen-
dam, als hulpprediker, in te trekken. Ds Ha
ring, die einde van dit jaar met emeritaat
gaat, had deze benoeming bereids aangeno
men en voor een andere benoeming bedankt
TEBSEKE. Zondagmorgen begon cand. J.
Brons uit Groningen zijn arbeid als hulppredi
ker bij de Ned. Herv. gemeente. De heer Brons
weid door ds Bons tot zijn werk ingeleid met
2 Tim. 4 5b. Den heer Brons werd staande
toegezongen de zegenbede uit Ps. 134: 3. Dhr
Brons had als tekst Hand. 8: 35b.
N.- EN ST.-JOOSLAND. In, de serie bij
zondere avonddiensten, uitgaande van den ker
keraad der Ned. Herv. Gemeente alhier, zullen
de, volgende sprekers de genoemde onderwerpen
behtndelen: 10 Oct. Ds Kroon (Koudekerke)
Is let lijden, dat de njenschen overkomt, naar
Gods wil? 14 Nov. Hulppr. v. Voorst Vader
(St.-Laurens)Is onze geloofsovertuiging de
eemge ware? 12 Dec. Dr Beekenkamp (Mid
delburg) Hoe kan ik de blijdschap des ge-
loois vinden? 16 Jan. Dr Dankbaar (Goes)
Gebof en wetenschap in verband met den
Bijbel. 6 of 13 Febr. Ds Hietkamp (Vlis-
singen)Angst. 12 Maart Ds van Oeveren
(Axel)Twijfel. 2 April Ds Kelder (Mid
delburg) Trouw.
In de serie gemeente-avonden zal door pre
dikant en leden der eigen gemeente worden
gesproken. De eerste gemeenteavond, op Dins
dag 26 October, zal gewijd zijn aan het nieuwe
werk van Gemeente-opbouw.
VEREEN VOOR CHR. MULO. Naar
wij vernemen zal de jaarlij ksche alg. verga
dering van de Vereen, voor Chr. Mulo Don
derdag 23 Dec. a.s. in Tivoli te Utrecht ge
houden worden. Na afdoening der huishou
delijke zaken zal dhr Jac. Janse van Zeist,
penningm. der vereen., refereeren over:
„Kan de Psychotechniek ons dienen bij het
beoordeelen van onze leerlingen?" Voorts
zal als spreker optreden Prof. Dr G. C. Ber-
kouwer van Amsterdam met een nader be
kend te maken onderwerp.
Benoemd tot onderwijzer aan de Bijz.
school (B.K.) te Heesteren, de heer P. Tuijtjes
te Tholen.
vij leven uit een ideaal. Maar wij leven ook
ratuurlijk, doordat het ons mogelijk gemaakt
wordt door de voedselvoorziening. En nu weet
k in dezen tijd, aldus Spr., hoe moeilijk het
is voor duizenden en tienduizenden om behoor
lijk gevoed te worden. Er is echter in Neder
land nog geen mensch van den honger om
gekomen. Moeilijkheden zijn er, maar-'wij staan
ir het vierde oorlogsjaar en wanneer ik u zoo
ze, dan zeg ik: Nu, het gaat nogal goed met
de voedselvoorziening.
Er moet dankbaarheid zijn jegens God en
dankbaarheid jegens de menschen. Laten wij
goed begrijpen: de. mensch kan de natuur hel
pen of verstoren. Maar de natuur is de eerste,
de tweede en de derde factor.
De natuur gaat te werk volgens vaste wet
ten, die wij slechts ten deele kennen. Waarom
is er b.v. nu dit jaar bij de suikerbieten een
bjzonder hoog percentage aan suiker te ver
wachten? Waarom is ook de olievoorziening
zoo bijzonder? Wij weten het niet. Dat doet
de natuur, de natuur, die wij in de eerste
plaats moeten ondersteunen en helpen, zooveel
w^j kunnen. Het menschenwerk is daartoe.
Gisteren was ik in Rotterdam. In Rotterdam
moeten bepaalde militaire werken gemaakt wor
den, want ons Rotterdam wordt bedreigd als
plaats aan het Westfront. Wat zei toen de
militaire man, een Duitscher dus? Hij zei:
„Ik zal zorg dragen, dat er zoo weinig mo
gelijk behoeftte worden kapotgemaakt. Een
huis, zegt hij rerecht, „kan men in één jaar
opbouwen, maar een bóom, daar heb je 60 jaar
voor noodig en ik zal piassen op de boomen,