geen vanzelf spreekt, doch ook van de be voegde mannen in Duitschland, dat Ne derland in het nieuwe Eu ropa moet worden opgeno men als het bijzondere land van de veredclingsproduc- t i a, Immer», de veefokkerij en de groen te- en fruitteelt «taan hier op een zóó toon- MnRevtnd peil, dat Nederland juist op die Setneden in lijn volledig productievermogen eltuudtm moet iliHJvon. Ku ook voor den kleinen boer wil dan weer de mogelijkheid omstaan, om in het bestek van de steeds grootcr wordende ontsluiting der Oostelijke gebieden als producenten van veevoeder, overeenkomstig de gewijzigde omstandighe den, terug te kearen tot zijn eigen bödrijfs- methoden, voorzoover hij niet zelf uit eigen initiatief als pionier 'en kolonisator in het Oosten wrkzaam wil zijn. Ncdcrlaódsche vaklieden hebben uitgere kend, dat ongeveer tweederde der bewoners van dit land uit eigen bodem op toereiken de wijze in stand kan worden gehouden. Een derde deel moet zijn behoefte aan voedings middelen aldus dekken, dat er ofwel door het aangevoerde veevoeder veredelingspro ducten gemaakt worden, of dat als ruil voor de goederen, die in de industriebedrijven ge fabriceerd worden, de noodige levensmidde len worden ingevoerd. Een derde deel der Nederlanders is dus aangewezen op economisch contact binnen een groot economisch gebied. Daar wij die groote economische gebieden voor zeer, zeer langen tijd niet meer over zee kunnen zoe ken, zal Nederland zich moeten voegen in het groote economische gebied van het Eu- ropeesche continent, zooals dit thans wordt opgebouwd. Kolonisatie. Wij hebben evenwel ook tot taak, in het Oosten ko lonisatiewerk te verrichten Hetvzou evenwel volkomen verkeerd zijn, om in die richting eenigen dwang uit te oefenen. De Nederlanders weten zelf het allerbeste, dat alleen de flinkste als koloni sator geschikt is. De flinkste is echter al tijd diegene, die vrijwillig een taak op zich neemt. Tot de bijzondere moeilijkheden en ar beidsgebieden van den Nederlandschen land bouw, die het dichtst bevolkte gebied van Europa uit eigen bodem moet voeden, be hoort natuurlijk ook, dat de gezamenlijke opbrengsten van het land zoo hoog moge lijk zullen zijn en ook zoo volledig mogelijk onder het totaal verdeeld zullen worden. Er zijn in dit verstreken boereniaar vooral in de provincie Friesland moeilijkheden ont staan bij de aflevering van vee. Die moei lijkheden vielen toe te schrijven aan de om standigheid, dat de aflevering van vee een tijdlang zeer traag heeft plaats gehad. Toen er daarna een versterkte aflevering geëischt werd, hfetgeen alleen reeds, noodzakelijk was uit hef: beginsel der billijkheid tegenover de andere provinciën, was het voorjaar in het land gekomen en met de weer groen gewor den weiden was de melkopbrengst gestegen. Menschelijk gezien is het zeer zeker begrij pelijk, dat de boer in zulk een tijd zijn melkkoe niet graag afstaat. Er werd toen een systeem opgesteld, dat de aflevering varf vee in een bepaalde, na melijk, omgekeerde verhouding plaatst tot de aflevering van melk. De boer, die de Ne- derlandsche volksgemeenschap juist op het zoo belangrijke gebied van de verzorging met vet helpt door van zijn boerderij zoo veel mogelijk njfelk' voor de vetproductie af te staan, zal een zeker voorrecht krijgen bij het afleveren van vee voor de vleeschpro- ductie. Ik hoop, dat deze maatregel er toe mag bijdragen, om, voor zoover dit slechts op eenigerlei wijze mogelijk is, de voor de Ne derlanders, bijzonder belangrijke verzorging met vet te garandeeren. Dat de hier ter be schikking gestelde hoeveelheden voor een, laat ons zeggen op langeren termijn nor maal gevoerde huishouding te gering zijn, is een zeer betreurenswaardig feit. Want het is verre van ons, de biologische substantia van het Nederlandsche volk op den duur op eenigerlei wijze te willen verzwakken. Inte gendeel, wij nationaal socialisten willen, dat deze zoo kostbare biologische substan tie niet alleen behouden blijft, doch steeds sterker en grooter zal worden. In dit opzicht kennen wij jn het geheel geen afgunst. Wan neer ge kunt, wordt ge zoo sterk en mach tig als ge wilt, want wij zijn allen vereenigd in de Germaansche -■ lotsgemeenschap. Zwarte handel. Daar ik thans reeds bezig ben met over de aflevering te spreken, kan ik in dit ver band, reeds wegens mijn verantwoordelijke positie, een bepaald hoofdstuk niet achteloos voorbijgaan. Dat is de clandestiene handel. Hier moeten de Nederlanders in hun eigen belang orde bewaren. Heel dikwijls wordt er een vaderlandslie vend manteltje om dien clandestienen han del gehangen. Men zegt dan, dat het beter is wanneer de levensmiddelen in den clan destienen handel terechtkomen, omdat zij anders als leveranties naar Duitschland gaan. Ik zal aan- dit sprookje over de, naar men beweert, enorme leveranties aan Duitsch land een eind maken. Ik heb den verant woordelijken instanties volledige vrijheid van spreken gegeven, en die kunnen u vertellen, wat er in werkelijkheid aan Duitschland ge leverd wordt. Daarbij zou ik echter reeds willen opmerken, dat de hoeveelheden, die juist in dit nieuwe oogstjaar voor de leve rantie in aanmerking komen, met het oog op de totale oogstresultaten geringer zijn dan in het vorige jaar. Ze zijn niet grooter dan hetgeen volgens de Haagsche concentie over den oorlog te land aan de bezettings troepen toekomt en hetgeen nog voor het onderhoud van de in Duitschland werken de Nederlanders noodig is. Het is juist, dat de uitvoer van gfoente naar Duitschland omvangrijk is. Daarvoor wordt echter aan graan in het geheel niets verlangd. Integen deel, al het broodgraan, dat de bezettende macht in Nederland noodig heeft, wordt uit Duitschland in Nederland ingevoerd. Men dient echter nog het volgende te be denken: Wanneer NederlaBTl-als de voor naamste groente-producent van geheel Eu ropa thans In deze tijden van nood voor Duitschland niet ter beschikking zou staan, zou men zich later in normale tijden ook niet meer herinneren, dat de Nederlanders als groer.tenkweekers eigenlijk er toe uit verkoren zijn, de groenteverzorgers van een groot deel van Europa te zijn. Overigens is het de taak van de distribu tie om er voor tezorgen, dat de beschik bare hoeveelheden, die bijna het dubbele be dragen van het verbruik der Nederlanders in vredestijd, billijk en gelijkmatig onder de bevolking verdeeld worden. U zult vrij vaak gehoord hebben, dat er overvallen op distributiekantoren gepleegd en baiiM-i gestolen worden, Dergelijke voor vallen kernen vee de volle honderd procent fen lgs»s va»! de Nederlandsche voedselvoor- r-óns, U rfult «onder meer toesevcn, dat de laverantie van de doer snee treepen be« iiöedlgde hoeveelheden levensmiddelen deer derpeiijke misdaden In het «ehesl niet op het spel gesel wordt, Uuk deee wandaden wei'* den omhangen met een vaderlandslievend manteltje. Men aeide, dat de geroofde bon nen ter beschikking gesteld werden van de z.g. onderduikers. Dat is niet waar. Bij de arresttaties hebben wij geconsta teerd, dat deze misdadigers er in het geheel niet aan denken, deze bonnen aan iemand af te staan," maar dat zij op die manier op een eenvoudige wijze, zonder eenig risico, clandestienen handel drijven. De arrestan ten hadden dikke portefeuilles met honderd duizenden guldens bij zich, die zij zoo juist door den verkoop van geroofde levensmid delenbonnen verdiend hadden. Dat is een feit dat sterk aanleiding geeft tot nadenken, want het betreft hier een zeer grooten wan toestand, die bovendien de gelijkmatige voedselvoorziening der bevolking mettertijd op het 9pel kan zetten, t Moordaanslagen. Vervolgens zou ik nog op een onderwerp willen terugkomen, dat in een bepaalde betrek king staat tot den boerenstand. Het betreft de moordaanslagen, die juist onder onze N.S.B.- kameraden van den landbouwersstand de zwaar ste offers hebben geëischt. Er hebben zich tooneelen afgespeeld, zoo afschuwelijk, dat het mij moeilijk valt, ze weer te geven. In de eerste plaats zou ik het volgende tot q willen zeggen: De Nederlanders moeten mij mijn taak niet zoo moeilijk maken. Ge kunt er van overtuigd zijn ik heb het vroeger reeds gezegd dat ik het hier als een van mijn voornaamste taken beschouw om, bij alle moei lijkheden, die de tijd nu eenmaal met zich medebrengt, de 'biologische substantie van het Nederlandsche volk zoo goed als die op eeni gerlei wijze mogelijk is, door dezen tijd heen. te helpen. Er zijn natuurlijk bevoegde en van" Duitsch standpunt uit gezien gerechtvaardigde stemmen, die er op wijzen, dat 'het Duitsche volk de volle kracht en zwaarte van dezen strijd, vooral in het Oosten, draagt, en dat derhalve het Duitsche volk tenlaste van de bezette gebieden werkelijk alles moet krijgen, wat op eenigerlei wijze mogelijk is. Ik heb tot dusver altijd 'begrip ontmoet en een middel gevonden, om een tuschenweg tot stand te brengen tusschen deze gestelde eischen en de Nederlandsche behoeften. Wanneer evenwel thans dergelijke dingen bekend worden, als die afschuwelijke moorden, die niet alleen jegens mannen, doch ook jegens vrouwen en voor de oogen van de kinderen gepleegd zijn, wan neer b.v. kinderen gedwongen worden, eenge- heelen nacht in een vertrek bij hun vermoorde ouders door te brengen dan weet ik niet hoelang men in Duitschland met de mensche- lijke nooden nog rekening wil houden. Ik heb eens gezegd, dat tegenover deze ge beurtenissen de revolutionnaire krachten van de nationaal-socialistische gemeenschap zullen optreden. Hét oogenblik is gekomen. Ik heb gevolg gegeven aan den tot mij gerichten wensch om de man nen der Nationa a 1 -S oc i a 1is - tische Beweging niet meer zon der risico te laten vermoorden en zal de Nationaal-Socialisti- sche Beweging bewapenen. Ik verheel mij niet, dat daarmede een 'bui tengewone verantwoordelijkheid in handen van de nationaal-socialisten wordt gelegd. Ik ver heel mij echter ook niet, dat de nationaal- socialisten deze verantwoordelijkheid zullen dragen, want zij hebben in een meer dan tien jarigen strijd geleerd, een moeilijken weg vol verantwoordelijkheid op te gaan. Des te eer der heb ik hiertoe besloten, omdat het mij duidelijk is, dat de nationaal-socialisten zich deze moorden op den duur niet kunnen laten welgevallen. Ten einde derhalve, laat ons zeg gen geen justitie op eigen houtje te laten baan- breken, !eg ik thans de verantwoordelijkheid in handen der Beweging. Wanneer men zich in vele Nederlandsche kringen hierover bezorgd zou maken, dan kan ik tot die kringen slechts zeggen: Het is de geringste zorg, te weten, dat de nationaal-socialisten wapenen in handen hebben. Overigens hebben de Nederlanders het zelf in handen -om door eigen discipline een toestand- te doen ontstaan, die het Nederland sche volk in staat stelt, zoo goed mogelijk vol te houden. De oorlog. Dat herinnert mij aan een woord, dat men hier vrij vaak verneemt„het gaat goed". Eindelijk kan ik eens constateeren, dat ik de zelfde meening ben toegedaan, als zij, die an ders meenen mijn meening niet te kunnen dee- len. Het gaat inderdaad goed, wanneer ik aan den toestand in het Westen denk. Reeds aan het begin van dit jaar hadden wij aan de Westkust van Europa allerlei voorzorgs maatregelen getroffen. Wanneer ik mij echter voor oogen stel en ook' de bewoners, vooral van de kust hebben gelegenheid eenige waar nemingen te doen wat er sinds Februari van dit jaar hier tot stand gebracht is, wan neer ik bedenk, dat deze verdedigingslinie niet alleen aan de kust bestaat, dat er bovendien nog speciale centra van verdediging zijn en dat er nog steeds meer bijgebouwd worden, wanneer ik mij voor oogen stel, dat de jeug dige manschappen die bij het begin van dit jaar zijn aangetreden, zich thans na vele maan den in de wapenen geoefend hebben en dat er onafgebroken wapenen worden aangevoerd naar de kust en naar de andere centra van verdedi ging, dan moet ik zeggen: het gaat hier in het Westen goed. Maar ook in het Zuiden gaat het goed. Want -het is veel beter in den oorlog duidelijke situaties te hebben, dan niet alleen onduidelijke, maar zelfs gevaarlijke situaties, die men met het oog op den kameraad en bondgenoot met inzicht in den werëldtoestand niet radicaal, zóoals noodzakelijk zou zijn, met het zwaard te lijf kan gaan. Ilc denk aan de situatie in Italië, zooals die ontstaan was door het verraad van Savoye, van een Badoglio en van de overige vrijmet selaars. Thans is het mogelijk daar openlijk over te praten. Dientengevolge weten wij, dat Afrika niet gehouden kon worden, omdat de aanvoer, die bij de Italianen berustte, niet functionneerde, niet omdat de Italiaansche manschappen tekort schoten, maar als gevolg van het verraad van een deel der Italiaansche generaals. En op Sicilië hebben de verrader lijke generaals zelfs in den rug de bruggen in de lucht laten vliegen, terwijl vooraan onze divisies streden. Niettemin was de toestand op Sicilië zoodanig, dat een half Engelsch leger het nauwelijks heeft weten klaar te spelen om te gen een versterkte Duitsche pantserdivisie vor deringen te maken. Het kwam slechts zoover vooruit, als die pantserdivisie krachtens haar bevelen terug ging. Dezelfde ervaring hebben wij opgedaan in Salerno, Daar waren twee En- geisch-Amérikaansche legers, deels op het punt te landen en deels reeds aan land, De beide legers aeuden deer enie beseher* mlugsdlvlsles weer verdreven sijn wanneer, utnm legerleiding bereid geweest was de efferi in blued en alen te nemen, die de vernietiging der gelande troepen, onder het vuur van het vijandelijke scheepsgeschut gekost zou hebben. Daar Salerno niet het beslissende punt is, heeft de Duitsche legerleiding anders besloten. Wij zullen wachten, tot de Engelschen en Amerikanen strijd leveren, op een plek, waar zij geen scheepsgeschut meer achter zich heb ben. Het plan was duivelsch. In den rug van de in Italië staande Duitsche divisies moesten de Italiaansche troepen naar den vijand overloo- pen, onze divisies afsnijden en met één slag een front vormen aan de Alpen in het Noor den. Dit plan is volkomen mislukt. Deze pres taties moeten wij ons voor oogen houden, want zij bewijzen de trefkracht van onze' troepen en de superioriteit van onze leiding. De fas cistische legioenen, die maarschalk Graziani thans opstelt, zullen volwaardige militaire bondgenooten zijn. Al vertegenwoordigen deze fascistische legioenen ook maar een deel van het door verraderlijke generaals aangevoerde Italiaansche leger, militair gezien zullen zij toch waardevoller zijn, dan het in zijn kern goede, maar in zijn leiding slechte Italiaan sche leger. Het Bolsjewisme. Toen de ontwikkeling in Italië zich begon te voltrekken, wees ik er op, dat Italië een toetssteen zóu zijn, voor Italië, voor onze vijanden, voor allen. Een onderzoek van de politieke ontwikkeling toont nu aan, hoe gun stig en nuttig deze gebeurtenissen voor ons geweest zijn. Men -beweert altijd, dat er na •liquidatie van de autoritaire stelsels, een sterke democratische regeering zal optreden. Deze re geering zal in staat zijn, de verschillende daar toe in aanmerking komende landen in een Westelijke, den Engelschen en Amerikanen welgevallige, maar niettemin Europeesche orde ning te houden. Wat hebben wij in Italië beleefd? Toen Badoglio de poging ondernam het fascisme om zeep te brengen, verschenen er aan den z.g. burgerlijken kant slechts meer politieke kerk hofdeserteurs en klauterden op de redactieze tels. Zij hadden er geen benul meer van wat er werkelijk in de politiek omgaat en wat voor het volk van belang is. De eenigen die actief zijn opgetreden en wier onderwerping een ze kere inspanning vordert, zijn de communisten geweest. Dit is het beste bewijs', waarheen de weg leidt, wanneer de Westelijke mogendhe den iets op touw zetten. Het eindigt met het communisme, en wel pas goed, wanneer het Oosten rechtstreeks invloed zou krijgen. Nederlanders en DuitschersEén ding is volkomen duidelijkDe beslissing valt i'n het O o s t'e n. Het Westen en ook het Zuiden zullen de -beslissing niet brengen. I n het'OosteöHwordt 'beslist, of dit Europa nóg zijn oude bestaan van vele duizenden jaren za.1 behouden óf niet. Er bestaat hier te lande een aantal men- schen, die meenen, dat in het Oosten het nationaal-socialisme en het bolsjewisme elkaar zullen vernietigen, dat dan de Engelschen en Amerikanen Westeuropa zullen binnen komen en aan een grens, waarover men het nog niet eens is, het opdringen van het bolsjewisme zullen tegenhouden. Deze lieden gelooven zelfs, dat dit in feite: de geheime plannen zijn van de menschen in Engeland en Amerika, die aan de touwtjes trekken, dus van Churchill of Roosevelt. Onverschillig van welken aard de jongste geheimë-' plannen van Churchill en Roosevelt zijn, ik kan hier vaststellen, dat En gelschen en Amerikanen met- het bolsjewisme op leven en dood zijn verstrikt, zoodat zij/niets anders kunnen dan Europa prijs te geven. Moeten de bolsjewisten den oorlog opgeven, dan is hij ook verloren voor de Engelschen en Amerikanen. En omdat de Engelschen en Ame rikanen dit precies weten, zijn zij ook zonder bezwaren bereid, heel Europa op te offeren. Zij hebben het al gedaan. Zij hebben den Balkan uitgeleverd, de Grieksche en de Joego slavische emigrantenregeering uit Londen ver wijderd, zij hebben Polen prijsgegeven. Dat zijn de bewijzen, dat deze lieden daarginds, on verschillig of zij in het geheim zoo of anders willen, met Moskou zoo verstrikt zijn, dat de bolsjewieken hen als een Shylock eenvoudig aan hun woord kunnen houden. De laatste hoop, die die lieden daarginds hebben is, dat althans de Duitschers de voorspiegelingen van Churphill en Roosevelt, dat men zich met het bolsjewisme kan verstaan, niet ernstig opvat ten. Maar de geesten, die zij hebben opgeroe pen, laten hen niet los. Mijnheer Stalin heeft ergens een orthodoxen priester opgegraven, hem tot aartsbisschop ge maakt en, speelt nu naar buiten den confessio neel verdraagzamen man. Niemand in Enge land en Amerika zal dit van hem gelooven. Maar zij moeien doen alsof zij het gelooven. Ja, de aartsbisschop van York moet naar Mos kou reizen en daar een niet te overtreffen bewijs leveren van grenzenlooze huichelarij. Maar het is zeer interessant, dat tegelijkertijd, terwijl het bolsjewisme en communisme wor den voorgesteld als vrienden van den gods dienst, de bekende Engelsche schrijver Welles een boek laat verschijnen onder den titel: „Crux Atanaja". In dit boek wordt de huidige oorlog gekenmerkt als een wereldomspannende strijd, met het doel zich te bevrijden van den wurgenden Octopus, waarmede de Katholieke kerk bedoeld ,is. Welles spreekt daarbij een speciaal persoonlijk woord van verdoemenis uit aan het adres van het hoofd van de katholieke kerk, Paus Pius XII. Het bestempelt hem als den openlijken vijand van alle scheppende en opbouwende denkbeelden, die de katholieke geestelijkheid dwingt slechts datgene te doen lezen, wat hij wenscht, en wiens wezen stamt uithet duistere tijdperk. Dat moet toch aan leiding geven tot nadenken. Dat is dat com munisme en bolsjewisme, dat thans in Enge land niet genoeg bevorderd en geprezen kan worden. Onze verhouding tot het Amerikanisme is duidelijk geworden uit de ervaringen van het jaar 1919. Wat men ons thans van daar wil brengen, is inderdaad precies hetzelfde, alleen nog versterkt, wat wij in 1919 beleefd' hebben. Het is de invasie van èen mateloos uitbuiten de kliek van sjacheraars, van menschen die niets anders, voor hebben dan het cultureele leven, het .zedelijke leven en het moreel van een volk werkelijk en volkomen te vernieti gen. Het is de invasie van het sadistische Jo dendom, dat niets anders wil dan de Germaan sche volkeren met wortel en tak volkomen uit te roeien. Dat it een resultaat van het Bolsjewisme uit de tweede hand. Voor ons is het Amerikanisme van mijnheer Roosevelt in niets sympathieker en in niet» verdraaglijker, dan het Bolsjewisme van Sta lin. Wij «uilen hier deie kust van Europa met uiterste hardnekkigheid verdedigen, hoe ook de Ïebeurtenliien in het Ooiten verlooptn, opdat lie liekte. die de klem dei doodt voor ome Suropeeieht cultuur iu ileh draagt, wordt a<* geweerd. lit dit verband kan ik isrekan over de bijdrage die het Weiten van Europa kan leveren. Die bij drage kan altijd weer slechts uit één ding bestaan: ons te helpen in den strijd, dien wij nationaal-socialisten, om Europa voeren, het zij in het Oosten, hetzij hier in het Westen. Dat is qchter de eenige voorwaarde en tevens ook de stellige garantie, dat deie volkeren, de Nederlanders en alle andere, door de vervul ling van d(eze voorwaarde, n.l. door hun op treden voor Europa, hun volksche vrijheid en onafhankelijkheid zullen bewaren en garan deeren. Dat verbindt ons, Nederlandsche en Duit sche nationaal-socialisten. Dat verbindt mij met den heer Mussert, die met zijn N.S.B. een vastberaden heraut is in dezen strijd. Hij is het, die aan het Nederlandsche volk steeds weer voorhoudt, welke weg leidt naar het duidelijk voor oogen stellen van de eigen eer, maar tevens naar de verdediging van de eigen volksche vrijheid. En maakt u zich geen zorgen! Stellig komt de dag, waarop deze kruisweg dien u, Leider, met uw partijgenoo- ten thans bewandelt, door het Nederlandsche volk zal worden erkend. Daar ben ik zeker van. Dan zal het Nederlandsche volk inzien, wat het nationaal-socialisme in de N.S.B. en den Leider Mussert voor de Nederlanders be- teekent en beteekend heeft. Wellicht zijn er dan nog ergens in een hoekje een paar vast beraden lieden, die ten slotte geen anderen kreet meer zullen slaken dan. „De oorlog moet een einde nemen, zelfs op het gevaar af, dat de nationaal-socialisten hem winnen." Wij bevinden ons in het vijfde oorlogsjaar en het zou verkeerd zijn te veronderstellen, dat dit vijfde oorlogsjaar geen ernstige geestelijke belasting beteekent. De gebeurtenissen, die in het Zuiden en in het Oosten zijn ontstaan en de hevigheid van de bomaanvallen zijn zware belastingen. Maar die zijn er ook in Engeland. Het is zeer opmerkelijk, dat Churchill, die indertijd steeds gesproken heeft over bloed, zweet en tranen, opeens zenuwachtig wordt en de propaganda die over een langdurigen oor log spreekt, wenscht te vervangen door de bols jewistische propaganda, dat de oorlog nog dit jaar gewonnen kan worden. Dat beteekent, dat de stemming in Engeland een aanmerkelijk dieptepunt -bereikt moet hebben, ongeveer zoo als hier in bepaalde kringen, die een derge lijke aanvuringsbehoefte aan termijnen hebben, waarbij de optimisten met drie weken en de pessimisten met drie maanden rekenen. Dat is een zeer .bedenkelijk teeken voor het Engel sche moreel, maar ook voor die van de vijan dig gezinde Nederlanders. Het staat ons duidelijk voor oogen, dat de zware belasting, die op alie Nationaal-Socia listen en vooral op het Duitsche volk drukt, uren van moedeloosheid en van twijfel kan brengen, maar tevens ook uren van den weer stand, want dan treedt aan het licht welk een kunnen en welk een geloof er in de menschen steken. Het kunnen schraagt de menschen, die hun strijd om het bestaan voeren, hetzij in het Westen of in het Oosten. Wanneer de anderen zouden overwinnen, zou er niets meer zijn, dat het leven in Europa waard maakt geleefd te worden. De plaatsen van de Europeesche cul tuur de bakermat van het Arische ras in de geheele wereld, zouden vernietigd worden, dat weten wij. Evengoed echter weten wij, dat onze oorlogsdoeleinden goed en rechtvaardig zijn. Wanneer wij, Nationaal-Socialisten, ons handhaven, dan zal er in heel Europa geen mensch zijn, die niet een betere toekomst tege moet kan zien. Natuurlijk hiag men niet altijd uitgaan van datgene, dat er eens was. Het rad der geschiedenis draait niet terug. Men moet in een vijfde oorlogsjaar uitgaan van den oor logstoestand en dan kunnen wij slechts zeggen: wanneer wij deze geweldige som van krach ten, die wij thans in de machine der vernieti ging moeten steken, voor een specialen opbouw kunnen gebruiken, dan zal het in Europa goed worden en dan zal het ook hier in Nederland weer mooi zijn om te leven, voor den Neder landschen boer en voor den Nederlandschen arbeider. Wanneer wij winnen hebben ook de anderen nog lang niets te vreezen. Immers de Engel schen hebben hun wereldrijk aan de Ameri kanen en- niet aan ons verloren. Wat echter de Amerikanen betreft, zou ik het volgende willen zeggen: kunt u zich voorstellen, is het denkbaar, dat er een zin bestaat„wanneer wij ook sterven, de Vereenigde Staten moeten leven?" gelooft ge, dat de Amerikanen ooit met een dergelijke kracht van wil den oorlog kunnen voeren? Maar wijwij komen met dezen zin voor de wereldgeschiedenis. Wij zeggen: „wanneer wij ook sterven, Duitschland moet levert!" Daarom zijn wij er volkomen zeker van, dat wij een weerstandskracht opbrengen, die de tegenpartij nooit kan overwinnen. Dat is ons kunnen, kameraden. Bij dit kunnen komt het geloof, dat onze leiding het goede wil: Kameraden! Nederlandsche en Duitsche Na tionaal-Socialisten, het lot heeft ons den Füh- rer gegeven. De Führer is niet een mensch die uit eenigerlei -bevoorrechten stand komt. De Führer is een mensch, die uit de arbei dersklasse komt, wien het lot den vader vroeg tijdig heeft ontnomen, om het te plaatsen voor alle beproevingen. De Führer is als mensch gebleven wat hij was: de eenvoudige man van zijn volk. Adolf Hitler kent alie zorgen, kent allen kommer, die eiken volksgenoot afzonderlijk treft. Hij heeft alles meebeleefd en in zich bewaard. Dat is de-bron van zijn groote kracht. Nooit heeft hjj zich van zijn volk verwijderd. Hij staat er middenin, als een van ons. Dat is voor ons de groote waarborg, dat deze strijd op leven en dood voor het groote sociale recht vaardige doel eener nieuwe ordening van het Europeesche en het Germaansche leven, ge voerd wordt volgens waarachtige beginselen der waarheid en der sociale rechtvaardigheid. En daarom zullen wij met den Führer over winnen. En daarom zullen wij uit dezen oor log noch slechts als fanatiekere Nationaal- Socialisten te voorschijn komen om te begin nen aan ons vredeswerk. Heil den Führer 1 j Rede Mussert. Tevoren had Mussert het woord gevoerd, die in zijn rede dank bracht aan God voor den voor dit jaar te verwachten goeden oogst en die naast dank aan God den nadruk legde op de plichtsbetrachting van den boer en den boerenarbeider. - Van brood alleen kan de mensch niet leven, KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Beroepen: te Utrecht (vac. ds J. Goslinga), A. J. Brink man te Zegveld. Aangenomen: naar Looiduinen, dr A. F, N, D&kerkerker te Noordlaren, Bedankti voor Zwolle, A, v, Blemw te Burilnaerhorn, QKRHU, KimKBN, Bereepini te Wa* teringen, S, Huuijeit, nulpured, te Amster dam; te Moerdijk, D. Krijger, hulppred. te Dordrecht; te Zwolle (voor den geestelijken arbeid in den N.O. Polder), P. de Jong te Bufischoten-Spakenburg. Aangenomen: naar Assen (3e pred. pl.), J. v. Bruggen te^ Wormerveer, die be dankte voor Huizum (Fr,), CHR. GEREF. KERK. Tweetal: te Rotterdsm-C., S. de Bruyne te Deventer en J. P- Geels te Aalsmeer; te Vlaardingen, R Groen te Rotterdam-W. en J. Tamminga te Enschede. GEREF. GEM. Tweetal: te Rotterdam- Z., J. v. d. Berg te Krabbendijke en H. Lig- tenberg te Vlaardingen. VRIJE EV'ANG. GEM. Aangenomen: naar Zwolle, D. de Jonge, huippred. aldaar. HULPPREDIKERS. Ned. Herv. Kerk. Benoemdte Vlaardingen, A. C. W. ten Cste, cand. te Breukelen. Aangenomen: naar Amstelveen, M. J. J. Bouting, cand. te Utrecht; naar Borger, F. 'Hartman, cand. te Meeden. VAN HET Z ENDINGS VELD. Het Mededelingenblad der Vrije Evangelische gemeenten meldt: „Van het Zendingsterrein bereikte ons tij dens de Bondsvergadering te Hilversum te legrafisch het fijne bericht, dat onze broe der, Zendeling Kareis e, met zijn gezin, einde Maart van dit jaar (dat is dus vier maanden geleden) allen gezond in In- dië verkeeren. Wat waren we als broeders tezamen hartelijk verheugd met dat bericht. Er ging een stille danktoon omhoog naar Hem, die alles welmaakt". KORTE BERICHTEN. Ds H. Visser, Ned. Herv. pred. te Terborg, had vorige week bij hët appelen plukken het ongeluk zoodanig te vallen, dat hij een arm brak. De kerkdienst kon j.l. Zondag in verband hier mede niet doorgaan. Het classicaal bestuur van Amsterdam heeft de acte godsdienstonderwijs i'n de Ned. Herv. Kerk, na gehouden examen uitgereikt aan de dames mej. J. Keyne te Bussum, A. Brinkman en J. C. v. Winsen en dhr H. v. Kampen, allen te Hilversum. Naar wij vernemen moet Ds G. van Veldhuizen, Ned. Herv. pred. te Kralingen, op medisch advies zijn arbeid wegens on gesteldheid voorloopig neerleggen. Naar wij vernemen heeft Ds P. M. de Jong, Ned. Herv. pred. te Zutphen, in een der ziekenhuizen te Utrecht eén operatie ondergaan. Naar wij vernemen heeft de kerkeraad der Ned. Herv. Gem. van Someren na sa- menspreking met het classicaal bestuur van Eindhoven besloten om de benoeming van Ds J. Haring, Ned. Herv. pred. te Giessen- dam, als hulpprediker, in te trekken. Ds Ha ring, die einde van dit jaar met emeritaat gaat, had deze benoeming bereids aangeno men en voor een andere benoeming bedankt TEBSEKE. Zondagmorgen begon cand. J. Brons uit Groningen zijn arbeid als hulppredi ker bij de Ned. Herv. gemeente. De heer Brons weid door ds Bons tot zijn werk ingeleid met 2 Tim. 4 5b. Den heer Brons werd staande toegezongen de zegenbede uit Ps. 134: 3. Dhr Brons had als tekst Hand. 8: 35b. N.- EN ST.-JOOSLAND. In, de serie bij zondere avonddiensten, uitgaande van den ker keraad der Ned. Herv. Gemeente alhier, zullen de, volgende sprekers de genoemde onderwerpen behtndelen: 10 Oct. Ds Kroon (Koudekerke) Is let lijden, dat de njenschen overkomt, naar Gods wil? 14 Nov. Hulppr. v. Voorst Vader (St.-Laurens)Is onze geloofsovertuiging de eemge ware? 12 Dec. Dr Beekenkamp (Mid delburg) Hoe kan ik de blijdschap des ge- loois vinden? 16 Jan. Dr Dankbaar (Goes) Gebof en wetenschap in verband met den Bijbel. 6 of 13 Febr. Ds Hietkamp (Vlis- singen)Angst. 12 Maart Ds van Oeveren (Axel)Twijfel. 2 April Ds Kelder (Mid delburg) Trouw. In de serie gemeente-avonden zal door pre dikant en leden der eigen gemeente worden gesproken. De eerste gemeenteavond, op Dins dag 26 October, zal gewijd zijn aan het nieuwe werk van Gemeente-opbouw. VEREEN VOOR CHR. MULO. Naar wij vernemen zal de jaarlij ksche alg. verga dering van de Vereen, voor Chr. Mulo Don derdag 23 Dec. a.s. in Tivoli te Utrecht ge houden worden. Na afdoening der huishou delijke zaken zal dhr Jac. Janse van Zeist, penningm. der vereen., refereeren over: „Kan de Psychotechniek ons dienen bij het beoordeelen van onze leerlingen?" Voorts zal als spreker optreden Prof. Dr G. C. Ber- kouwer van Amsterdam met een nader be kend te maken onderwerp. Benoemd tot onderwijzer aan de Bijz. school (B.K.) te Heesteren, de heer P. Tuijtjes te Tholen. vij leven uit een ideaal. Maar wij leven ook ratuurlijk, doordat het ons mogelijk gemaakt wordt door de voedselvoorziening. En nu weet k in dezen tijd, aldus Spr., hoe moeilijk het is voor duizenden en tienduizenden om behoor lijk gevoed te worden. Er is echter in Neder land nog geen mensch van den honger om gekomen. Moeilijkheden zijn er, maar-'wij staan ir het vierde oorlogsjaar en wanneer ik u zoo ze, dan zeg ik: Nu, het gaat nogal goed met de voedselvoorziening. Er moet dankbaarheid zijn jegens God en dankbaarheid jegens de menschen. Laten wij goed begrijpen: de. mensch kan de natuur hel pen of verstoren. Maar de natuur is de eerste, de tweede en de derde factor. De natuur gaat te werk volgens vaste wet ten, die wij slechts ten deele kennen. Waarom is er b.v. nu dit jaar bij de suikerbieten een bjzonder hoog percentage aan suiker te ver wachten? Waarom is ook de olievoorziening zoo bijzonder? Wij weten het niet. Dat doet de natuur, de natuur, die wij in de eerste plaats moeten ondersteunen en helpen, zooveel w^j kunnen. Het menschenwerk is daartoe. Gisteren was ik in Rotterdam. In Rotterdam moeten bepaalde militaire werken gemaakt wor den, want ons Rotterdam wordt bedreigd als plaats aan het Westfront. Wat zei toen de militaire man, een Duitscher dus? Hij zei: „Ik zal zorg dragen, dat er zoo weinig mo gelijk behoeftte worden kapotgemaakt. Een huis, zegt hij rerecht, „kan men in één jaar opbouwen, maar een bóom, daar heb je 60 jaar voor noodig en ik zal piassen op de boomen,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1943 | | pagina 2