FEUILLETON. door H. Kingmans, 46) o— Neem'nAKKERTJE BINNENLAND „We gaan naar vader en moeder, Bert, UIT DE PROVINCIE VOOR KOOFD EN HART (Wordt vervolgd.) Een voorbeeld ter navolging. j.Iet Pro\ Inciaal Buieau der Winter- hulp n-eldt ons: Boor de fa. Fernhout Co. te Blari- cum werd een bedrag van f 1617.42 over gemaakt als bijdrage van de medewer kers en arbeideis dezer firma te Vlis- singen, welke een half uur of een kwar tier van hun uurloon per week afstonden aan Winterhulp Nederland. Winterhulp vraagt Juist UW offerl Giro 5553. strijd van Europa. „Ik geloof, dat het een gerechtvaardigde eisch is, dat, wan neer de Duitsehe arbeider, de Duitsche boer 't zwaard opneemt, marcheert en vecht, de Nederlandsche arbeider en de Nederlandsche boer hun plicht doen en de plaats inneemen, die vrij geworden is door den Duitschen soldaat. Zoo zal een onoverwinlijke marschkolonne ont staan, die van het Westen naar het Oos ten oprukt en hecht samenhangt als een keten. Al is de weg moeilijk, onze kamera den, die aan het front staan, verrichten een nog moeilijker taak. Bij de taak, die in het Oosten wacht, gaat het niet om een koloniseeren in den ouden zin van 't woord, niet om een onderdrukken, maar om het vormen van een groote werk- en prestatiegemeenschap met de daar levende volken, waarbij echter zui ver houden van het ras hoogste gebod is. Wij willen immers geen pan-Europea- nen, maar wij willen den mensch behou den, zooals hij geschapen is. De leider van het Arbeitsbereich liet er geen twijfel over bestaan, dat hij als lasthebber van den General-Bevollmaeg- tigte fuer den Arbeitseinsatz in het be zette Nederlandsche gebied alle beschik bare werkkrachten zal mobiliseeren. Hij verklaarde onder luiden bijval: „Het spreekt vanzelf, dat ik er voor zal zor gen, dat ook de jeugd, die nog nooit een schop in handen heeft gehad, aan het werk komt". In dit verband kondigde Hauptdienstleiter Schmidt aart, dat op 1 Jan. 1943 een vierde deel van een ge- heele lichting der Nederlandsche jeugd tot den Arbeidsdienst zal aantreden. Dengenen, die vreezen voor de christe lijke opvoeding van hun kinderen, hield hij het positieve christendom voor oogen, dat tot uiting komt in de offervaardig heid voor de gemeenschap, b.v. steeds weer in de hulpverleening bij Engelsche luchtaanvallen. Ais lichtend voorbeeld noemde hij hier de schitterende gemeen schapsprestatie bij den laatsten Engel- schen piratenaanval in het Zuiden van het bezette Nederlandsche gebied. Men behoeft niet bezorgd te zijn: de jongens, die uit den arbeidsdienst of van werk in Duitschland terugkeeren, hebben niet slechte geleerd, veeleer hebben zij hun armen gestaald en zijn zij sterk en gezond geworden. De aanmatigende houding van Engel sche kringen, die zeggen, dat zij Duit sche mannen ter verantwoording willen roepen, laakte Hauptdienstleiter Schmidt in scherpe bewoordingen, welke, zooals uit den stormachtigen bijval bleek, zijn Duitschen en Nederlandschen toehoor ders uit het hart waren gegrepen. Voor de lichtzinnige strijdmethode der Engel- schen, die hun bommen lukraak op de weerlooze bevolking werpen, stelde hij de Duitsche vergelding in het vooruit zicht: „De tijd zal komen, dat ieder, die bommen op de burgerbevolking heeft geworpen, ter verantwoording wordt ge roepen". Wanneer de oorlog harder wordt naarmate hij langer duurt, dan is het Duitsche volk den Führer dank baar, dat hij geen, twijfel heeft laten bestaan aan ons vast besluit de smade lijke behandeling onzer krijgsgevangenen te vergelden. „De tijd zal komen, dat wij tegenover iederen Engelschman zul len optreden met dezelfde fiardheid en meedoogenloosheid, waarmede een Duit sche krijgsgevangene werd behandeld, onverschillig of hij zich in gevangen schap bevindt bij de bolsjewieken dan wel bij de westelijke plutocraten. Als .thans de Westwall tot den Atlan- tischen Oceaan vooruitgeschoven is, moe ten de volken, die onder bescherming van dien wal leven, beseffen, dat de iNKEER „Hij onderzoekt", heeft de burgemees ter gezegd. Wat bedoelt hij daarmee? Sjouk praat er met Bertus over. Soms iets ovër Piet? „Vader zal probeeren, iets van Piet gewaar te worden", meent Bertus. Hij wil zéggen: als die niet ge sneuveld is, maar die woorden komen niet uit zijn mond. Vol wanhoop ziet hy Sjouk aan. „Hoe moet het nu, kind?" „We moeten ons er doorslaan en op God_vertrouwen, Bert. Dat heb je toch gehoord Hij slaakt een diepen zucht. Sjouk beseft niet half, welk verlies zij geleden hebben. Zijn zaak is weg. Met groóte moeite zal hy die weer kunnen opbou wen» Dat zal lang duren. Zijn klanten zijn verdwenen. Ook al zou hij kapitaal kunnen krygen, misschien wil Lemaire wel bijspringen of borg zijn -in elk ge val, dan is hy er nog lang niet. En Sjouk? Begrijpt zy het dan niet? Of zal het straks beter tot haar doordringen? Zij is nu geheel, in de war. Ze praat over dingen, waarvan ze niets weet. Het lijkt wel, of het gebeuren haar godsdienstig maakt Enfin, dat gaat wel voorbij, als Duitsche soldaten, die daar de wacht i betrokken hebben, de eenige garanten van hun. teven zijp. Het oogenblik zal komen, .vaarop ook de Nederlandscbe jeugd een volledige bijdrage tot den grooten strijd zal moeten leveren. Hauptdienstleiter Schmidt besloot met getuigenis af te leggen van de Duitsch- Nederlandsche gemeenschap, die geba seerd is op de nat.-socialistische gedach te. Door deze gemeenschap zal het groo te Qermaansche rijk verwezenlijkt wor den, dat ieder arbeid en brood geeft. De plaatsvervangende leider der N.S.B., Van Geelkerken, noemde 't groei en van een Europeesch saamhorigheids gevoel, zooals dat op het jeugdcongres te Weenen tot uitdrukking is gekomen, eèn der opmerkelijkste successen van den strijd, dien Adolf Hitler voor Europa voert. De door Hauptdienstleiter Schyoidt uitgesproken gedachte, dat de muur aan den Atlantischen Oceaan een bescherming voör de volken van Europa beteekent, breidde hij uit door te con- stateeren, dat ook het Nederlandsche volk den Führer dankbaarheid verschul digd is. Indien hij niet gekomen zou zijn, zou Nederland thans het slagveld van Europa worden, waarvan de Engelschen zonder bedenken een puinhoop gemaakt zouden hebben. Het kernvraagstuk, dat den Neder landschen nat.-socialisten ter oplossing is gegeven, definieerde spreker met de duidelijke formule: Het is niet onze eer ste taak de macht in Nederland, over te nemen, maar de negen millioen men- schen in dit land met hart en ziel te verbinden aan de geweldige worsteling onzer dagen. Hij noemde de gedachte ondraaglijk, dat hier negen millioen men- schen zich afzijdig en onverschillig hou den, terwijl aan de overzijde van de grens negentig millioen menschen voor de toekomst van Europa alle lasten op zich nemen. Bij deze gelegenheid kwam hij ook te spreken over de laatste groo te redevoering van den Rijksmaarschalk en zeide sieehts te willen hopen, dat alle nationaal-socialisten in Nederland tegen over de gemeenschap hun plicht hadden gedaan. De Rijksmaarschalk is echter verantwoordelijk voor 90 millioen en heeft den zwarten handel in de bezette gebieden aan de kaak gesteld. De na tionaal-socialisten mogen derhalve niet nalaten ook in deze kwestie een voor beeld te geven en den Nederlandschen boer in zijn strijd om het brood te onder steunen. Van Geelkerken waarschuwde de Nederlanders er voor, zich nog illu sies te maken over Nederlandsch-Indië. Nu daar geen Werkkrachten meer haar weg kunnen vinden, is het de plicht van de tegenwoordige generatie'voor de ko mende geslachten een nieuwe leefruimte In het Oosten van Europa te ontsluiten. Deze toekomst geldt den strijd der Ne derlandsche nat.-socialisten. „Wanneer wijvoor 't allerlaatste worden opgeroe pen, zijn wij bereid en staan wij op de bres voor een nieuw Europa, waartegen niemand ter wereld iets kan uitrichtén." Burgemeestersbenoemingen. De Rijkscommissaris voor de bezette Nederlandsche gebieden heeft tot burge meester benoemd: Den koopman M. H. Keiler te Eygete- hoven tot burgemeester van Susteren, den koopman L. L. A. Still& te Maas tricht tot burgemeester van Urmond, en den gepensionneerden ritmeester A. A. Brouwers te Goes, tot burge meester van Y e r s e k e Spaarsysteem» Men schtijft ons: Nu het vacantieseizoen achter den rug ze straks Er klinken kreten. Sjouk en Bertus kyken op. De boot nadert den oever. Alle orde is nu weg. Van Koetsveld laat de menschen gaan, als ze eenmaal aan wal zijn. Ze snakken er naar, iets van hun woning te zien. Daar komt Jelle aanloopen, om hen te begroeten. Zijn gelaat staat ernstig, maar vastberaden. Waar hij vandaan komt? Hij was in het Utrechtsche en moest daar blijven. Er waren er nog een paar uit het dorp. Toen ze hoorden .van de overgave, zijn ze naar hier terug gekeerd, dat was het beste. Hoe hebben zij het gehad? Och, dat gaat wel. Het geeft ook niet meer. .Ze zijn nu weer bij elkaar. Weet Jelle ook van Piet? ,,'kHeb nog geen zekerheid", ant woordt Jelle met gesmoorde stem, „maar ik vreesik weet niet, of we Piet hier op aarde wel zullen terug zienmoeder." 'Moeder Laanveld grijpt even den arm van Sjouk, die snikkend naast haar staat. Maar dan herkrijgt zij haar kracht. „Weet je het nog niet zeker, Jelle? Zeg de waarheid gerust." „Hot is zoo goed als zeker, moeder. Maar zekerheid, neen, die heb ik nog niet. De burgemeester doet navraag voor my." Als geslagen loopen zij naar het dorp, Jtohder een woord te spreken. Dan is, wordt reeds thans de aandacht geves tigd op het Vreugde en arbeid-spaarsy- stéem, teneinde een ieder in staat te stel len, bij het aahbreken van den vacantie- tijd in het volgend jaar, zijn vacantieda- gen aangenaam te kunnen doorbrengen. Met toestemming van overheidswege worden spaarzegels uitgegeven ten be drage van 25 cent, welke op speciale spaarkaarten geplakt dienen te worden. Men kan zoowel individueel als ook in bedrijfsverband sparen. In het laatste ge val is het bijv. mogelijk, dat het bedrijf de spaarzegels gedeeltelijk betaalt. Bedrijven, die nog niet het spaarsy steem hebben ingevoerd en toch het vol gend jaar een één- of meerdaagsche reis willen maken, dienen ten spoedigste tot invoering van een spaarregeling over te gaan om hierdoor de vacantiereis van 4-943 te kunnen bekostigen. 192 MIDÖELBURGERS DE HISTORIE. (Vervolg.) UIT Helius, Arnoldus. Bloeide in de 16e eeuw als Latijnsch dichter. Herls, Corn el is. Stadschirur gijn in zijn geboorteplaats, en schrijver van eenige geneeskundige werken. Zijn geboorte- en sterfjaar zijn niét bekends Heron, Pieter Johannes. Geb. 1778. Overl. 18 Sept. 1803 als een jong en veelbelovend dichter. Hibaeus, Magnus. Geb. 1574. Overl. 22 Aug. 1638 als Luthers predi kant te Den Haag. Groot was zijn in vloed op de vestiging en op de regeling van het Lntherseh Kerkgenootschap hier te lande. Hoghelande, Theobaldus van. Leefde in de 16e eeuw als een zeer geleerd filosoof en als scheikun dige. Hoogerheide, Engel. Geb. 1739. Voer eerst ter zee, doch legde zich later met goed gevolg toe op het teen kenen en.schilderen van zeegezichten. Hoogvliet, Martinus. Leef de en stierf in de eerste helft van de 19e eeuw. Was een verdienstelijk geleer de in de Oostersche talen. Hoorn, Nico laas van,. Overl. als emeritus predikant te- A a g t e - kerke in de laatste helft der 17e eeuw en beoefende eenigszins de Nederland sche poëzie. Hoornbeek Johannes. Geb. 23 Juli 1655. Overl. 1 Jan. 1687 als pre dikant te Vlissingen. Hoornbeek, Mr Johannes. Eveneens een theoloog en wel in het .laatste te Leiden in 1654. Twaalf jaren predikte hij daar. Hij was de Victoriaan- sche richting toegedaan. In 1653 ver scheen van hem: „Catech. of eenv. Chr,. Onderwijs over de dwalingen des Paus- doms". Hoornbeek. Isaac van. Ne- derd. dichter. Overl. 5 Nov. 1682 als Rector der Latijnsche school in zijn ge boortestad Middelburg. Horthemels, Johannes. Geb. 1698. Overl. 25 Juli 1776 als hoog leeraar in de wijsbegeerte te Utrecht. Huibert, Pieter. Heer van Burgt. Geb. 1622. Overl. 1697 te 's Gra- venhage als oud-Raadpensionaris van Zeeland en lid van den Raad van State. Hu ij bert, Anthony de. Zoon van bovengenoemde. Geb. 1645. Overl. 1702.. Werd eerst baljuw van Veere en daarna lid van dén hoogen raad van Holland en Zeeland. Hij was een be kwaam rechtsgeleerde. Hulsen, Frederik van'. Een bekwaam teèkenaar en graveur.. Over leed in 1640 te Frankfort, waar hij een kunsthandel dreef. 1 Hulsen, Jesaias. Broeder van bovengenoemde. Geb. in 1574 en overl. 1640 te Stütgart. Hij was een bekwaam graveur. Iperen, Josua van. Geb. 23 Febr. 1726.. Overl. 11 Febr. 1780 als pre dikant te Batavia. Hij studeerde theolo gie te Groningen en te Leiden. 16 jaren was hij pred. te Lillo. Naar Veere be roepen in 1765, was hij aldaar werkzaam tot 1778, toen de schrale bezoldiging hem dwong het beroep naar Batavia aan te nemen. Bij de invoering der Psalmbe rijming in 1772 behoorde hij tot de Ge committeerden van Zeeland om daaraan opééns zegt Jelle: „Laten we naar huis gaan, Bertus, daar is alles in orde. Niets kapot. Bij jou, jongen, is niets meer. Laten we naar huis gaan, dan kun je later .wel eens gaan kijken," Bertus schudt het hoofd met kracht. „Gaan jullie naar huis", zegt hij. „Sjouk ook maar. Ik moet eerst „En ik ga met jou mee, Bertus", merkt Sjouk op. En dan gaan Jelle-, zijn vrouw en Janna naar de kleine woning, die onbe schadigd gebleven is. En Bertus en Sjouk slaan verder de richting van het dorp in, om weldra te belanden in een open ruimte, waar ,tot vóór enkele da gen woningen en winkels stonden, ook de hunne. Sjouk houdt zich goed. Zij is er op voorbereid geweest. En ze moet op God vertrouwen, heeft moeder gezegd. Die heeft nog veei meer mee te ma ken. Piet is waarschijnlijk dood. „We moeten maar gauw zien, wat er van te maken", hoort zij Jansen, de schoenwinkelier zeggen. „Een houten keet is gauw gebouwd, dan kunnen we beginnen. Op steun Van den burgemees ter kunnen we rekenen." Bertus heeft geen woorden. De slag is voor hem te hevig. Daar heeft hij ge stoft op zijn beste zaak, zijn goede ver diensten, zijn nergfe en werkkracht, zijn kunde enalles is weg. deel te nemen. Hy schreef een boek over: „De inhuldiging vair Prins Willem 1 te Veere in 1767" in folio met Blaten. Janse, Zacharias. Geb. in 't laatst der 16e eeuw. Hij wordt gehouden voor den uitvinder der verrekijkers, of- schooq Frankryk en Engeland die eer aan een hunner landgenooten toesehry- ven. H. H. Kanter en Ab Utrecht Dres- selhuis kennen in hun Beschrijving der Provincie Zeeland de eer aan Janse toe. Prof. Moll kende na zijn onderzoek de eer minder aan Janse toe. JongeJohan de. Geb. 1614. Overl. 1654 als Gecommitteerde in den Raad van State na vroeger als gecom mitteerde ter Staten-Generaal een groo ten invloed op de zaken der republiek te hebben uitgeoefend. Kerckhove, Simon vah den. Was krankenbezoeker ip dienst der O.-I. Comp. en gaf een verhaal van een zijner reizen, dat, bijzonder merkwaardig is wegens een aantal zeldzame ontmoetin gen en lotgevallen. Keyser, Daniël de. Geb. 1739. Overl. 1806. Was een zeer vérdienstelyk onderwijzer( in de teekenkunst. Kien, 'Johannes. Was eepst Doopsgezind predikant te Middel burg, zijn geboorteplaats en later zie kentrooster in dienst der O.-I.'Comp. Hij leefde in den aanvang der 18e eeuw en schreef enkele theologische werken. Hij ging van de Doopsgezinden naar de Ge reformeerden over en schreef daarover een boekje: „Korte redenen waarom ik mijzelven van de Mennoniste naar de Geref. Kerk heb overgegeven". Middel burg 1711. Als ziekentrooster vertoefde bij eenigen tijd aan de Kaap de Goede Hoop., (Wordt vervolgd.) WANNEER VERÖUISTEREN? Woensdag 28 October 1942. 's Morgens tot 8.26 u. 's Avonds van 18.21 u. Benoemd tot: Voorzitter van het bestuur der waterkeering van den cala- miteuzen Borsselepolder, P. Dekker te Borssele; Heemraad van hat waterschap Schouwen, W. G. Boot te Haamstede. Middelburg. De horlogemaker H. G. C. deed bij de politie aangifte van de vermissing uit zijn werkplaats van een eartomien doos inhoudende zeven reparatie-horlo ges. De politie stelt een onderzoek in. Mej. S. v. d. V., die haar fiets eeni gen tijd onbeheerd had laten staan, kwam bij de politie melding maken van den diefstal van haar fietstasch, waarin zich een regenjas en een portemonnaie bevonden. De politie maakte proces-verbaal op tegen J. v. B., terzake van het koopen van textielgoederen zonder de vereischte vergunning in te leveren en het in voor raad houden van textielgoederen ten ^verkoop, zonder in het bezit te zijn van de daarvoor vereischte vergunning. M. C. v. H. werd geverbaliseerd we gens overtreding van het Huurprijzen- beslüit 1940, aangezien hij kamers tegeft te hoogen prijs had verhuurd. J. V. deed bij de politie aangifte dat eenige jongens met een handwagen het blind van zijn woning hadden stukgere den. De politie js op zoek naar de da ders. - <a VTïssingen» Het' politiecorps/. Sedert eenige da gen is het Vlissingsche politiecorps met 10 man uitgebreid. Reeds in 1940 was besloten het corps met 20 agenten uit te breiden en met ingang van 1 Januari 1941 werden 10 nieuwe politieagenten aangesteld. De animo om naar Vlissin gen te komen was niet bepaald groot, zoodat verdere uitbreiding moeilijkheden 'ondervond. Nu de brigade marechaussee alhier is opgeheven, was de verdere uit breiding echter noodzakelijk. Thans zijn 10 jonge mannen, afkomstig uit het voor malige Nederlandsche leger, aangewe zen, om hier dienst te nemen. Zij hebben een opleiding van een jaar genoten in een politie-opleidingsschool,' in welker Hier kunnen we niets ,doen. Voorloopig moeten we daar toch wezen. Er is wel plaats. Pietsnikt zij. „Piet vraagt Bertus verwezen. „Die is nog het beste af. Je kunt beter uit deze ellende zijn dan er i n. „Ik geloof ook, dat Piet goed af is", meent Sjouk. „W ij zouden niet kunnen sterven". „Je bent heelemaal in de war", zegt Bert. „Wat is dat nu voor praat!" Kor- selig klinkt zijn stem. Hij kan niet heb ben, dat Sjouk zóó spreekt. Maar' dan wordt hij in eenen zakelijk„We móesten in het dorp onderdak zien te krij gen, vannacht en morgen. Dan kan ik morgen eens praten met den burgemees ter. En dan gaan we naar Arnhem. Voor loopig j/a hier niets te doen." „Dat weet ik niet. De menschen moeten toch melk hehben en kaas en boter? Ik vind dat je zoo gauw mogelijk moet be ginnen, al was het in de open lucht of in een schuurtje in de buurt* „Dat zullen we dan morgen zien", zegt hij. „Voor vannacht moeten we onder dak. En thuisoch, daar is de ellen de om Piet. Dan krijgen we die er ook nog bij." „Het is erger dat Piet dood is dan dat wij alles verloren hebben, Bert." Dan laat hij zich toch overhalen. Ze praten nog wat met de buren, spreken het een en ander af om vervolgens naar „Voortgezweept van den tydgeest"-. Zoo is 't met menig twijfelaar en looche naar. Het is de mode geworden, om te twijfelen, om atheïst te zijnmen heeft zichzelf en anderen wijs gemaakt, dat een man van beschaving, van cultuur, van kennis, kortom van zijn tijd, onge- loovig behoort te zijn. Afschuwelijke misleiding, wanstaltige hoogmoedsopen- baring. Onderken dien flatalen geest, tijdge- nooten; weest op uwe hoede, inzonder heid gij, jonge vrienden, wederstaat dien listigen vijand; zijt nuchteren en waakt allen, gij, die in de levensworsteling overwinnaars wilt zijn. Dit is de over winning, welke de wereld overwint, n.l. ons geloof. Inzonderheid, wacht u ook hier voor den eersten stap op het hellend pad des ongeloofs. Geeft nooit toe aan de zucht tot twijfel. Wederstaat den Booze, gelijk Christus het ons geleerd heeft, met een: „daar staat geschreven". „Indien gij Mij zoekt met uw gansche hart zoo zult gij Mij vinden", roept de profeet, in den naam des Heeren ons toe. Wie daarentegen God verlaat, heeft smart op smart te vreezen. Dit is het éeuwige leven, dat zij U kennen, den eenigen en waarachtigen God, en Jezus Christus, dien Gij gezon den hebt. Prof. G. WISSE. uniform zij voorloopig gekleed «uilen blijven. (P.Z.C.). Door een verbreking van de etala geruiten, hebben onbevoegden zich toe gang verschaft tot een bakkerswinkel, waaruit zij biscuits en versnaperingen hebben gestolen. Uit een woning werden levensmid delen, textielgoederen en een radiotoe- Stel ontvreemd. Uit spoorwagons worden een partij levensmiddelen vermist. Een confectiezaak deed bij de politie aangifte van diefstal van een japon, wel ke inmiddels bij een vrouw alhier in be slag kon worden, genomen. Het bleek, dat een 16-jarig meisje van elders zich aan dezen diefstal had schuldig gemaakt. Een vrouw deed bij de politie aan gifte, dat in den nacht van Vrijdag op Zaterdag bij haar was ingebroken. Ter wijl haar man lag te slapen, werden uit het slaapvertrek eenige kleedingstukken weggehaald. De dief werd in zijn werk gestoord en nam de vlucht. Op straat werden in de nabijheid van de woning een aantal kleedingstukken teruggevon den. Walcheren» Biggekerke» Woensdag, toen men bij den landbouwer J. van Keulen bezig was met het dorschen, ontstond brand door een wegspringende vonk van den motor. Aangewakkerd door den feilen wind, stond de landbouwschuur spoedig in lichterlaaie en ging met de er in gebor gen veldvruchten in vlammen op. Ook de dorschmachine met de pers van de loon- dorscher werd een prooi der vlammen; alleen de motor kon nog gered worden. Het aangebouwde woonhuis bleef ge spaard. Zeeuwsch-Vlaanderen. Breskerts. Vrijdag is in de raadzaal de Breskensche visschersraad geïnstalleerd, bestaande uit de heeren W. J. v. d. Broe- cke„ F. v. d. Broeclte, A. Visser, J. W. v. d. Heuvel en C. P. de Seijn. De heer Veldhuizen van het hoofdbe stuur van den Ned. Landstand hield een uitvoerige rede, waarin hij de plaats van onze HoUandsehe visseherij schetste, waarna de boerenleider in Zeeland, de heer Van Gorseï, de commissie installeer de. Zijn rede werd beantwoord door de voorzitter van de Commissie, den heer W.1J. v. d. Broecke, waarbij hij namens den raad de verzekering gaf de belangen van de Breskensche vissehersbevolking te zullen behartigen. Tenslotte: voerde de burgemeester, L. A. de Moor, het woord, die uitvoerig sprak over de plaats, welke de Visseherij in het Breskensche economische leven inneemt. vader en moeder Laanveld te gaan, waar intusschen iemand is geweest, op last van den burgemeester, die met de meest stellige zekerheid te vertellen weet, dat Piet gesneuveld is. „Had Piet nu maar niet geruild", zegt Bertus. Dan was hij in Holland geweest en niet gesneuveld". „Dat heeft de Heere zóó bepaald, jon gen", zet zijn moeder hem terecht. Onmerkbaar trekt Bertus de schou ders op. Alleen Sjouk ziet het. Zij begrijpt het niet van haar man, die toch beter weet. Wat haar betreft, zij is vol eerbied voor vader en moeder Laanveld, die hun groot verdriet zoo moedig dragen. In den laten avond Bertus is nog naar het dorp, hoewel hij er niets kan doen spreekt zij er over met Jelle, die stil vóór het huis zit en morgen weer naar den boer gaat, als was er niets ge beurd in de voorbije dagen. „De jongen is te benijden", zegt Jelle. „Hij is in den hemel, dat is vast. Te be nijden is hij, Sjouk, geloof je dat ook?" „Ikweet het niet, vader", snikt Sjouk. „Ik zou zoo graagmaar ik kan niet gelooven „Kind, het is zoo eenvoudig. Je hebt alleen maar te gelooven, dat Jezus de Zoon vanGod is en onze zonden heeft verzoend, dan kun je alles dragen".

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1942 | | pagina 2