i i r\ l Zaterdag 2 Mei 1942 Voor den Zondag DAGKALENDER N ZATERDAG 2 ME! 1942 56e JAARGANG No. 175 Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes Postrekening 44455 - Telefoon 2438 Bijkantoor Middelburg: Firma Boekhandel J. J. FANOY Lange Giststraat 34 en Noordweg 155 Telefoon 3128 Directeur-Hoofdredacteur: Abonnementsprijs f 2,73 per kwartaaj. Weekabonnementen voor Middelburg, Goes en plaatsen waar een agent" Is aangesteld f 0.21 Losse nummers 6 cent Advertentiën 12 cent per millimeter Ingezonden mededeelingen24 cent per millimeter. Kleine advertentiën 65 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder letter of motto 10 cent extra. Bij contract belangrijke korting H- 1 56e Jaar gang No. 31 Het eerste kind. "7 I "ONMIBLAD EEUW wij hebben gezondigd." Numeri 1440 slot. In de verhouding tot den HEERE komt het aan op nauwe gehoorzaamheid. Niet, dat we daardoor ons Zijn-welgeval- len-in-ons kunnen kóópen, maar aangezien Hij ons uit genade door het bloed van Christus Zich tot een volk en eigendom heeft aangenomen, eischt "Hij, dat we naar Zijn wil zullen handelen en wandelen. Israël heeft 't ondervonden, dat wij als Gods volk, als leden van Zijn kerk, niet straffeloos tegen Zijn bevelen in kunnen doen. De HEERE heeft géén welgevallen in hen, die in ongeloof Zijn teekenen (zooals de wonderen in de woestijn) verachten en daarom in plaats van Zijn wil gehoorzaam te zijn tegen al Zijn leidingen met Zijn volk murmureeren en zich niet storen aan wat Hij zegt en van hen vraagt. Zoo is 't b.v. met Israël, nadat 't van Horeb af naar Ka- naan was getrokken, hierop uitgeloopen, dat ze dit goede beloofde land niet moch ten binnentrekkenvanwege hun onge hoorzaamheid. 40 jaar zwerven in de woes tijn, zoo luidde 't vonnis. Voor 't Christenvolk, voor ons, volk des HEEREN van dézen tijd, zijn de verscho ning van Christus in 'tvleesch en al Zijn teekenen (wonderen) door ons ongeloof evenmin voldoende, om ons onszelf te doen schikken onder de bevelen van onzen God. Vandaar ook zoo weinig bereidheid-in-'t geloof, om 't gansche leven naar de rechten des HEEREN te leven. En dan komt ook voor de Christelijke kerk en voor ons als haar leden de tijd, dat de HEERE géén welgevallen heeft in Zijn volk. Maar zoo zegt ge misschien er wordt toch ook heden nog wel 'n volk ge vonden, dat erkennen wil zooals hier boven staat „Wij hebben gezondigd". Laat ons deze woorden eens goed in hun verband lezen. Toen de Israëlieten gehoord hadden, dat de HEERE Zich zeer vertoornde over hen, omdat ze na 't verslag van de verspieders Kanafin niet wilden veroveren gaan en dat Hij als straf oplegde: 40 jaar zwerven in de woestijn -- terwijl die 10 bange verspie ders door een plaag stierventoén treur den ze Ze hadden spijtWat waren ze dwaas geweest! Den volgenden dag, 's morgens vroeg, zetten ze hun „berouw" óm in 'n daad: ze beginnen 't gebergte, waara, - ze den vijand kunnen vermoeden, te beklimmen. „Ziet hier zijn wij" zoo zeggen ze en wij zullen optrekken tot de plaats, die de HEERE gezegd heeft, wantwij heb ben gezondig d". De Kantteekenaar zegt: „Dit is geen oprechte belijdenis, noch be rouw geweest, dewijl die zich niet recht be- keeren, welke van één kwaad afhoudende, in een ander vervallen, gelijk deze Israëlie ten deden, want zij hielden wel op van mur mureeren, maar wilden daarna, t e g e.n het bevel des HEEREN, het land Kanaan innemen." Mozes waarschuwt: „de HEERE zal in het midden van u niet zijn". Maar ze luisteren nietze gaan den berg op, zónder de Ark. De Amalekieten en de Kanaanieten, die in dat gebergte wonen, slaan ze eraf Als Mozes 40 jaar later vóór Kanaans grenzen in de vlakke velden van Moab deze geschiedenis in zijn rede tot Israël ophaalt (Deut. 1 1946), noemt hg dit handelen t r o t s e h (Deut. 1 43), waarbij de kant teekenaar opmerkt: „Alsof gij zonder Gods hand en hulp door uw eigen krachten uw vijanden kunt overwinnen." Laat dan ook nu 't „Wij hebben gezon digd" niet gepaard gaan met de trotsehe ongehoorzame daad van te late flink heid. Want alleen waar ootmoed, geen hoogmoed is, is deze schuldbelijdenis écht. Als 't ongeloof, dat zich van Christus af keerde, zegt: „Wij hebben gezondigd" en zich niet recht bekeert, dan blijft 'tónge broken en wil strijden voor God, desnoods zonder Zijn hulp. 't Geloof echter (waartoe de HEERE ook na ongeloof kan bekééren) weet, dat de HEERE Israël pas weer tot den s t r ij d heeft geroepen, nadat *t z'n ongerechtighe den, z'n straf daarvoor 40 jaar lang had gedragen. En daarom zegt 't ónder die straf ootmoedig „Wij hebben gezondigd" en vernedert zich onder de krachtige hand des Heeren, totdat Hij 't verhooge te Zijner tijd. Gehoorzaamheid aan des HEEREN bevel ook als 't straf inhoudt is 't geen waartoe zich bekeert wie waarachtig schuld belijdt. En wie daar als Kaleb en Jozua al tijd al in volhardde, onderwèrpt zich mede aan Gods geréchte straf. Rilland-Bath. W.G.F. v.Herwijnen (Vervolg.) Een der moeilijkheden bg de gezinsopvoe ding is, dat in den kleinen kring van het gezin, zelfs als zijn leden evenwichtige, wel denkende en tactische mensehen zijn, het haast niet mogelijk is, een sfeer te krijgen, welke overeenkomt met de verhoudingen, zooals de jonge menseh later in de wijde wereld der werkelijkheid zal ontmoeten. Het beperkte aantal menschen, die het ge zin vormen, is in tegenstelling met de groote gemeenschap. Onvermijdelijk is, dat deze weinige gezinsleden langzamerhand, hoe meer ze huismusschen worden, hoe meer ze zich alleen met elkaar bemoeien, hoe minder de maatsehappg op hen inwerkt, Dapper zijn zij, die dagelijks gevloek En last'ring bg hun arbeid moeten hooren, Scherts over vrouwen, en nog ongeboren Kind'ren, en grappen uit courant en boek. En dan door opslag van hun oog en zwijgen En het afwerende van het gebaar De makkers laten blozen tot hun haar. En zoo het recht van 't strenge woord verkrijgen. Niet wij, die de gesloten kring omvangt Van de geloovigen, zgn trouw en helden, Maar die God onder goddeloozen stelde En dan gewillig doen wat Hij verlangt. Fabriek, kantoor, het sportterrein, de straat, Zijn 't slagveld waar de zware buien waaien. En wie daar moedig durft het vaandel zwaaien En het verdedigen, is Gods frontsoldaat. Willem de Mérode f in een starre sleurhouding ten opzichte van elkander geraken, welke in conflict is met de veelzijdigheid van het sociale gebeuren. De gewoonten, die in het gezin onderling ontstaan, krijgen deze fout, dat ze nooit ge toetst worden aan nieuwe situaties, dat ze beschouwd worden als onveranderlijke wet ten, die overal toelaatbaar en geldig zijn. Later blijken dan deze richtlijnen bg lange na niet voldoende. Intusschen zijn ze dan toch maar tot een „tweede ik" van den menseh geworden. De jongen, die te lang bg moeders pappot heeft gezeten, in de wel lieve maar beperkte sfeer van thuis is ge bleven, beschikt voor zijn levenstijd over niets anders dan de ideeën en houdingen, die hij geleerd heeft, die hem als bruikbaar zijn aanbevolen en bij de toepassing waar van hij een gevoel van onzekerheid onder vindt. Het kind, dat b.v. in een ruzie-achtig mi lieu is grootgebracht, zal zich ontwikkelen tot een strijdlustig iemand en een beproefd schermer. Hij heeft groote ervaring opge daan in het listig aanvallen en het voor zichtig pareeren, ondanks alle vredelievend heid, waarvoor hij later als jongeling of man sympathie kan koesteren, ondanks alle verworven inzicht in de noodzakelijkheid van een vredig gemeenschapsleven zal hij zich voelen opleven, als er kans op strijd bestaat. Hij zal deze aangrijpen en „zonder het te willen", zal hij anderen alleen al door zijn voorzichtige, loerende houding tot twist uitdagen, want daar is zijn gevoel van ze kerheid bevredigd; dat bevalt hem, daar is hij „thuis". Dat heeft hij van jongsaf ge leerd. Dat kent hij evenals zijn buurman een ongestoord verloop van dagelijksch werk, rustpoozen enz. "Hij zal het gevaar zoeken, alsof hij door al te grooten moed ertoe ge dreven werd, terwijl toch in werkelijkheid het niets anders is dan het ongeduld van den onzekeren menseh, dus ingewortelde OEN O, ek. •i zal het n 31/2 kg met één Vz kg per personen van het haafd en -.atum af .1, ook de varen en blijveg 50 pet. :soen be- waarop hebben, van tij- trdappel- <g is, zal e hoogte ineer dit uigt nog drijfsom- ,iog geen gebracht nden 11 arbeid lereen n van heeft eiders e Ne- oroces daar- men- irbeid in, is Wees r? :EN? Blijkens het verordeningenblad der Nederlandsche cultuurkamer is tot leider van het letterengilde benoemd Prof. Dr Jan de Vries te Leiden; tot leider van het FilmgildeG. J. Teunissen te 's Gra- venhagetot leider van het muziekgilde H. Rijnbergen te Amsterdamtot leider van het gilde voor bouwkunst, beeldende kunst en kunstambacht: J, Bakker te Voorburg. Tot leider van de vaègroep beeldende kunsten is benoemd A. Colnot te Am sterdam tot leider van de vakgroep bouwkunst: Dr Ir G. A. Q. Blok te 's Gravenhage. de fabriek voor chemische producten te Tessenderloo in de Belgische provincie Limburg heeft, zooals reeds gemeld, tot dusver 250 dooden geedscht en circa dui zend gewonden. Blijkens verdere mededeelingen van het ministerie van Binnenlandsche Zaken vond de geweldige ontploffing, die de fabriek 'verwoestte, Woensdag tegen half twaalf plaats. De fabriek vervaar digde uitsluitend verschillende soorten kunstmest en waschmiddelen en wel uit sluitend voor het Belgische bedrijfsleven. De vernielingen, door de explosie ver oorzaakt, strekten zich uit met een ra dius van verscheidene honderden meters. noemd den heer H. J. Woudenberg te Den Haag tot leider van het Nederlandsche Arbeidsfront, den secretaris-generaal van het departement voor Bijzondere Economische Aangelegenheden Mr Rost van Tonningen, tot voorzitter'der finan- cieele commissie van het Nederlandsche Arbeidsfront, en tot leden van deze fi- nancieele commissie: den waarnemend secretaris-generaal van het departement van Sociale Zaken, Ir R. A. Verwey, den bankdirecteur H. C. van Maasdijk te Den Haag, den heer Fr. G. Gips, zakenman te Den Haag en den transportarbeider G. Sormani te Oosterbeek. week week week week jeische ding.' Westen der haar 3 betreu- bomaan- geweest neerge- jf woon- onder de .gt zeven licht-ge- t mede: Bestuur aragraaf D Jhr. Ir •t burge- •ninistra- rveen tot ïoemd. in 1 op in- -saris der '.even ge lijkheden :eren be- aagd om ■issie: C. ad; jhr. _,emeester van Zierikzee; P. Vercauteren, burge meester van Clingemr Scholten, hoof d- insp. Dep. Sociale Zakenir Droogendijk, Rijkslandb. consulent in Zeeland, ir Cor- nelisse, inspecteur Werkverruiming en voorts een inspecteur van den Prov. Wa terstaat en iemand aan te wjjzen door den directeur van den Cultuurtechni- schen dienst. De vorming van deze commissie houdt verband met een eventueele bedijking van het land van Saeftinge. Naar men weet, zijn er onlangs van Belgische zijde stappen gedaan om de schorren van Saeftinge, voor zoover die althans op Belgisch gebied liggen, in cultuur-land ZATERDAG 2 MEI 1942. Hij heeft Zijn volk verlossing gezon den; Hij heeft Zijn verbond in eeuwig heid geboden; Zijn naam is heilig en vreeseljjk. Ps. 111 9. Zon op onder 6.10 21.05 Maan op onder 23.06 7.33 7 Mei Laatste kwartier. 15 Mei Nieuwe maan. ZONDAG 3 MEI 1942. Zingt, aard en hemel! zingt uw' Heer Het driemaal heilig meld' zijn eer! Zingt Hem op hooge toonen! De lof van God vervuil' 't heelal, Die is, die was, die komen zal, En onder ons 'wil wonen. Gez. 2 5. Zon op onder 6'. 08 '21.06 Maan op onder 8.19 om te zetten. Gaan die plannen door, dan zal ook van Nederlandsche .zijde aange pakt worden. Jaarwedden Provinciale ambtenaren. De Commissaris der Provincie heeft enkele wijzigingen aangebracht in de be zoldiging van de ambtenaren in dienst der provincie. O.a. wordt bepaald, dat aan een refe rendaris na ten minste vier jaren dienst, als zoodanig, nog tweemaal een twee- jaarlijksche verhooging van f 250 kan worden toegekend. Een jaarlijksche toelage kan worden toegekend aan ambtenaren in het bezit van een of meer diploma's en wel van f 50 voor het praktijkdiploma „Mercu- rius" of eenig ander daarmee gelijk te stellen boekhouddiploma; f 100 voor het staatspraktijk-diploma boekhouden of het diploma gemeente-administratie I; f150 voor het diploma gemeente-finan- ciën, f 200 voor een diploma gemeente- administratie H of B of een voor ge meente-accountant. Voor de technische ambtenaren van den Prov. Waterstaat wordt -de wedde gebracht op f 2200f 3800 en voor de opzichters op f2120f 3520, beide met periodieke verhoogingen van f 200. Aan een districtsingenieur wordt, na dat hij 4 jaar het maximum der jaar wedde heer genoten, nog tweemaal een verhooging van f 250 toegekend, de tweede zes jaar na dat het maximum was bereikt. De aanvangswédde bij de thans gecom bineerde provinciale stoombootdiensten wordt voor den directeur gebracht op f3700. Met twee jaarlijksche verhoogin gen kan deze stijgen tot f 5200. Voor den hoofdmachinist tevens plaatsvervangend directeur is de wedde van f 2900 tot f 3400 met tweejaarlgksche verhoogin gen van f 150. Aan den chef van het kantoor kan een verhooging van ten hoogste f 400 worden toegekend. Aan het varend personeel worden de volgende diploma-toelagen verstrekt binnenscheepvaartdiploma of voorloopig machinistendiploma groote vaart f 50 diploma kustvaart, zeevaartschool B, machinisten diploma B, vijfjarige avond school voor Nijverheidsonderwijs voor houtbewerking, metaalbewerking of electriciteit, derde stuurman of machi- nistendiploma B groote vaart f 150eer ste stuurman groote vaart of machinis tendiploma C groote vaart f 200. Het kantoorpersoneel krijgt voor een Mercurius of dergelijk diploma f 50, Aan eén kapitein, die 10 jaar dienst doet, kan f 200 toelage worden' toegekend. Aan niet-varend personeel kan op grond van andere diploma's of van den aard hunner werkzaamheden een toelage van ten minste f 50 en ten hoogste f 150 worden toegekend. Indien een ambtenaar in het bezit van meer dan één diploma is, wordt enkel de hoogste toelage genoten. Steun aan zieke Provinciale ambtenaren. De Commissaris der Provincie heeft besloten, dat aan een ambtenaar, die aan t.b.c. lgdt, indien na een geneeskundig onderzoek, ingesteld door een tubercu- losearts, bljjkt, dat opneming in een in richting tot verpleging 'van lijders aan die ziekte genoegzaam uitzicht op her stel geeft, de kosten van verpleging in zulk een inrichting kunnén worden ver goed, totdat herstel is. ingetreden of zich verschijnselen voordoen, waaruit blijkt, dat verdere verpleging aldaar van geen nut meer is. Bg uitzondering kan ook voor andere ziekten een tegemoetkoming worden ge geven in de kosten van verpleging in een ziekeninrichting of van een andere behandeling.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1942 | | pagina 1