"sasgsssiM #lf®lH 111 Jj«ll*ls«8 II s.a I ii"||i| Rondgang door den Dam-dooM !TO*. cd a_ i«gl3iSSS"l5Sll8llll DE P»JMIERE Op April zes verloor Alva zijn flesch. gg^p pP t§ «F m JC n ■f pü Voor de Jeugd. w DC in C - D >n .5 c -SÉ a> co 3 1 in CD co CD O 2 <u <D a> 1= t- CD !- co 3 O k_ iZ C (O —I -S üj m 1—1 Q CD (Tl CU 'w S'-SS^igsl "3 o is 0 2 S «i o o, M g, g 5 "I g SjrfdcTviqScuSSOri sis^-ls^SosI a-SSg-Sg ?«V32^3 •go<2^®H® CM :k>^J flH CD i fl fl I as n a ?-9 S cLlfl 5o|«| W2 tH ,a C5 ho 5 p -H a #■3.8 a iin« 0 A KrSl N^rS a-a sL^-2^ Mf 3s In <P 3 J*' bCTJ ."0 75 dg^ <D 02 b0 p §g§3»* *H <i) ••H -H'a sh H 2 w ■£P v s> S d g I -t—r* p 4) O ffi "Si «'"SgSftg >-'B ^g>| 8 3 8 g $-0 aiS "o-o .2-a >-o - d S 23 <D - <y CD N T3 rQ j. bX) 02 Ö|S5.g E3 >- O a 5 C m a Cj P ID ÖJ0 LI 111 I* S^JB p O 3.2 CÖ <S N W pj ;^g <1> 0 0? N ft 0> <D bo a o <12 +J g 0 0 o ïft 2** s-go 0 bo 0 OO N 0 D) C *6) (0 •E <D CÖ >T3 s d J jv S aS ..2S5 2 af g ijfslg h d a o ii-s èaog ö|i g, sMi!§ "all g s.§f -f g s3i «ö.sr.s _ffi'c^aSd 3 cDtus' Sn,S .2,^ "3 n bp g d 30 g q g ■g g) O) J3 -P 01 «5S3 wordt. Ik wil ze zelfs wel noemen. Het mooie lenteweer en de daardoor ontstane schoonmaakkoorts, waar wg mannpn ge lukkig nimmer aan lijden, of wel het jam- mere van de boomenrooierij op ons Abdg- plein, wat mg na persoonlijk onderzoek ter plaatse, gezien wat er nog blijft staan, erg is meegevallen, of de productiekansen in de kleine tuintjes en volkstuintjes, waar je op het oogenblik, gezien de groote vraag, ook geen kans meer voor hebt, als je al thans niet zoo gelukkig bent er een te be zitten,... en zoo zou ik nog even door kunnen gaan. Ik zal dat niet doen. Ik bed door het lezen van het Hoofdartikel in ons blad van Maandag op een andere gedachte gekomen. Daarin werd op een zwak plekje van onze christelijke samenleving gewezen. Waar denken en spreken we over in deze „stille week" Deze week begon met Palmzondag, met Hosanna en eindigde met „Kruis Hem". Eerlijk gezegd, ons leven in deze week is vaak met heel wat andere dingen ver vuld. Tijd voor den Goeden-Vrijdag-kerk- dienst kon er in 't geheel niet of nauwelijks af. Jubelen op Paaschzondag gaat nog, ondersteund met krachtig orgelgeluid in de kerk, maar heel veel verder komen we vaak niet. Met onsen Maandag zitten we al min of meer ver legen. En het leven van' iederen dag gaat weer door. Alsof er geen Gethsemané, Golgotha en Hof van Arima- thea is geweest. N- Door bovengenoemd artikel geprikkeld heb ik „Het Pascha" van Vondel nog eens doorgebladerd. Hij moge het dan in zijn lateren tijd verloochend hebben en „den nacht der vergetenisse toegedoemt", er komen zeer mooie gedeelten in voor. „Als Hij in hot laatst der daghen Aan het Cruyce wert geslaghen, Werden wij door sijn bloet roodt Vrij van Sond, Hel, Duyvel, Doodt, Dot® Bya E©®tfcsgtë JPCJ glienasfes Afgbewasschen ons misdaden: Kist yerlo&t s?s <5fe«xè bloot Van een tijdelijcke doot: Maar door desen Samson leeuwich Vrij van d'Helsehe pijnen eeuwich, Van Gods onvergancklijc wee, Van het sweert dat uit der schee Boven 't hooft ons dreichde grammieh, Met den brandt des afgronds vlammieh, Israël troc al ghelijc Naar een aerdsch verganckljjc Rgc, Dat maer voor een trjt mocht bloeyen, Maar naer ons ghebroken boeyen Ons de Heere roept tot hem In het nieu Jerusalem." Over den Paaschmaandag gesproken. Als ge iets wilt aden en hooren van „de bloem der natie" en meezingen van „op, broeders, FEUILLETON 83) o— De besprekingen worden gehouden. Om half acht rijden Botterweg en oom Herman naar Laagveld. Om elf uur Gretha is bij de Botterwegs zijn de heeren nog niet terug. Dus gaat Gretha naar huis. Zij hoort morgen den uitslag wel. Zij verkeert in de grootste spanning. Oom heeft zich zeer gereserveerd uitge laten. Hij moet er iets in zien, anders begint hij er niet aan. De besprekingen in de woning van Fred de Bruin, waar de huisvrouw ontbreekt (want wat Verdonk .heeft medegedeeld is juist gebleken: mevrouw De Bruin is naar haar outlers teruggekeerd,) zijn diepgaand. De procuratiehouder is er bij aanwezig. Dat was niet bedongen, maar De Bruin hecfS hem eigener beweging ontboden. Daaruit blijkt, dat het geval bij hem ernst is. Hij heeft bovendien met bekwame zakenmensehen te doen, die meit niets op de mouw spelden kan. Daarbij komi nog, dat Vanvelden in de zelfde branche handelt. Dat is ook de reden waarom 't te ver helen? dat Vanvelden tamelijk happig is geweest, op het schrijven van Gretha op gezongen van jeugd en moed en kracht, dan moet ge om twee uur in de Noorder- kerk komen, naar den Zeeuwschen toog- dag onzer jongelingen. U zult daar ook wel ontmoeten Uw STENTOR. Het Kruis en de Opstanding zijn het definitieve gericht over de menschheid, die zichzelf verbeteren wil tot aan den heils staat toe; en dan zouden er in dien heils staat (ook heden) wel godsdienst en cultus mogen zijn, mits de eisch der wederge boorte niet gesteld werd en zie, daar draait het bij Jezus Christus en het geloof in Hem nu juist om, want Hij zeide tot den theoloog Nicodemus„tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien." (Dr M. J. A. dec Vrij er.) De inneming van Den Briel door de Wa tergeuzen op 1 April 1572 is algemeen be kend. Maar de meeste geschiedenisboeken zwijgen over Alva's verlies van Vlissingen (waarvan het wapen een flesch is) op den zesden April. Vlissingen was de eerste stad in Zeeland, die het Spaansehe juk afwierp en dat was van groot belang voor hét verdere beloop van den pas begonnen oorlog. Bovendien had hier de bevrijding anders plaats dan bg Den Briel, waar de bevolking gedwon gen werd de Watergeuzen binnen te laten Vlissingen maakte zich echter vrg zonder hulp van buiten. 'tls Paaschzondag, 6 April 1572. Maar in de Scheldestad heerscht heelemaal geen Paaschstemming. Wel was er blijdschap in vele harten over wat een paar dagen gele den in Den Briel gebeurd was. Maar men heeft gehoord, dat de bezetting van Vlis singen zal worden versterkt. Men heeft vernomen, dat de toekomstige bezetting met een vloot van Bergen op Zoom zal komen en daarom begeeft een groote menigte zich naar de haven: wie weet wat er te zien is! Groot is echter de verbazing, als men op korten afstand de Spaansehe vloot (17 schepen) ziet liggen, gereed om met gunstig getij de haven binnen te va ren. Oproerige kreten worden gehoord en de vijandige stemming wordt er niet min der op, als een zekere Van Cuyck de ru moerige menigte toespreekt. Hij zegt, dat die soldaten naar hier gekomen zijn, om de 10e penning te innen en de onwillige winkeliers in hun winkel op te hangen, in te gaan. Als hij aandeelhouder is in een fabriek, die zijn artikelen produceert, dan komt dat ongetwijfeld zijn engros- zaak ten goede! Maar dan dient de fa briek levensvatbaarheid te hebben. Nu, die hééft zij. De boeken wijzen het wel uit De crisis heeft een diep gat ge slagen.. Maar hopeloos is de zaak niet, verre van dat Mijnheer Vanvelden ver stout zich zelf, om Fred de Bruin er op te wijzen, dat hij heelemaal niet behoeft te verkoopen. Als hij zijn fabriek omzet in een naamlooze vennootschap, dan komt het best voor elkaar. Waarom zou hij dat dan niet doen? Hij blijft dan di recteur. Er zal wat gerationaliseerd moeten werden. Er moeten meer moderne machines worden aangeschaft Geleidelijk moet men over uitbreiding denken. Fred de Bruin zou 'n pracht van een taak krijgen. En hij behoefde Laagveld niet te verlaten. Maar Fred de Bruin heeft resoluut ge zegd, dat hij met het geval niets meer te maken hebben wil. Wanneer men tot een accoord kan komen, dan kan de te stich ten vennootschap haar gang gaan. Hij vertrekt uit Laagveld, om er niet weer te keeren. Dat alles verneemt Gretha als zij des morgens vóór schooltijd bij Botterweg aanloopt, om het resultaat van de eerste onderhandeling te weten te komen. Zij evenals dat in andere plaatsen het geval was. Men is het al spoedig roerend met elkan der eens: de Spanjaarden komen niet bin nen! Maar dat is gemakkelijker gezegd dan ten uitvoer gebracht. Vlissingen is een Spaansehe stad en de stadsregeering, al zit- ter er ook anti-Spaansche leden in, zal het niet durven wagen, bezetting te weigeren. Weldra weerklinkt de krefet: „Naar het stadhuis!" Op weg erheen ontmoet men tal van Vlissingers, die uit de kerk komen. De priester, die „quaedt Spaensch" was, heeft een tamelijk revolutionaire preek gehouden over de instelling van het eerste Pascha en „in syne preecke hadde hij afgrijselijck ghedondert teghens de Spaensehe dwank". Onder de kreet: „Weg met de Spanjaar den!" verliet men het godshuis. Het is dan ook een groote menigte, die zich vóór het stadhuis verzamelt, waar de vroedschap vergaderd is om over de in kwartiering van straks te spreken. Een der burgemeesters vraagt de opgewonden volks menigte wat ze verlangt. „We willen geen Spanjaarden in de stad! Weg met de Spanjaarden !^is..het veelvou dige antwoord. Op deze woorden komen ook de Spaan sehe kwartiermakers uit het raadhuis. Ze gaan tot daden over. Dat ondervindt een aanzienlijk en geacht burger, Jan Alman, die ongewapend ter kerk was geweest, en zich nu ook voor het stadhuis bevindt. Hij krijgt van een der Spanjaarden een klap in zijn gezicht. Dat is te veel voor hem. Hg snelt naar huis om zijn geweer te halen. Van mond tot mond gaat het: „Alman gaat zich wapenen!" En zooals het nu eenmaal met praatjes gaat, de een doet er wat bij, een' ander ver staat het verkeerd en weldra verspreidt zich het gerucht onder de steeds aangroeiende schare: „Alle man gaat zich wapenen!" Zoo was het inderdaad ook. Alle man gaat naar huis een wapen halen en weldra is er een groote troep gewapende mannen aan de haven. Van Cuyck is ook op zijn post. „Daar komen ze de 10e penning halen," roept hij„moeten we dat zoo maar toela ten?" Natuurlgk niet, geen denken aan. Men zal de kanonnen halen en er even een paar afschieten in die richting. Maar ze zijn on bruikbaar. Daar men onlusten vreesde, zijn ze enkele dagen tevoren vernageld. Kruit is er ook niet, want het magazijn is gesloten. Dat is echter geen bezwaar, de deuren wor den opengebroken, en een flinke hoeveelheid wordt meegenomen. 'tKomt te pas, want op het Westerhavenhoofd heeft men nog verneemt ook het bedrag, dat aanvan kelijk :s genoemd. Het valt haar mee. Maar oom Herman wijst er op, dat er méér noodig is. Want de fabriek moet algeheel worden gemoderniseerd wil zij de concurrentie van het buitenland het hoofd kunnen bieden. En heelemaal zon der ontslagen zal wel niet gaan. Weer tuft de wagen van Botterweg naar Laagveld. Nu, om de fabriek te gfan bezichtigen en den gang van zaken gade te slaan. Op het kantoor worden de be sprekingen voortgezet Met als resultaat, dat Vanvelden dien middag nog naar Groningen tetrugkeert, teneinde daar enkele menschen te be werken. Botterweg zal het ook doen in de omgeving. In de stad heeft hij een kennis, die er ongetwijfeld voor voelt En" er is daar een notaris, die hij rekent tot zijn vrienden. Die zal ook wel willen deelnemen. Er moeten nu spijkers met koppen worden geslagen. Het bedrag dat De Bruin vraagt is niet gering, maar hij overvraagt niet. Hij is heel billijk. De kwestie is alleen, dat er behalve het koopbedrag nog een vrij groot kapitaal moet zijn, om nog iets van de fabriek te maken. Vanvelden is er vrij zekef van: dat kan. Hij ziet perspectief. En Botter weg vertrouwt hem volkomen. (Wordt vervolgd.) een bruikbaar kanon ontdekt, 't Wordt ge laden, een niet al te nuchtere zeeman wil het wel afschieten en daar vliegt de eerste kogel vlak bij de schepen in 't water, wel dra door meer gevolgd. De Spanjaarden begrijpen er niets van. Vlissingen is toch een Spaansehe stad, en waarom worden ze nu beschoten? Dat dient onderzocht te worden. Daar om laat men opnieuw de ankers vallen en een der soldaten wordt naar den wal ge stuurd om nadere inlichtingen te vragen. Men stuurt hem terug met de boodschap, dat men geen Spaansehe soldaten in de stad wil hebben. Tevens geeft men den bevelheb ber den raad zoo spoedig mogelijk weg te varen. De gouverneur van Zeeland, heer Anto- nie van Bourgondië, komt naar Vlissingen en spreekt de burgers toe, maar zijn woor den zijn vergeefsch, de stemming wordt steeds dreigender. Hij laat zich naar de Spaansehe vloot brengen, die naar Bergen op Zoom terugkeert. Zoo werd Vlissingen gespaard voor be zetting. Het is den Spanjaarden niet meer gelukt de stad te heroveren. M. L. v. W. Redacteur: H. M. Slabbekoorn, Oostsingel 60a, Goes. Om „De Zeeuw-; Wissel beker". Wedstrijdprobleem no. 22, groep A. Auteur: C. K. Kaan, Middelburg. Zwart 9 schijven op: 5. 12. 14. 16. 17. 26. 35. 42. 43. Wit 9 schijven op: 15. 21. 23. 28. 29. 33. 34. 45. 50. Wit speelt en wint. Eindspel aangeven! Wedstrijdprobleem no. 22, groep B. Auteur: W. Lente, Middelburg. 47 48 49 50 Zwart 8 schgven op: 3. 7. 8. 9. 10. 22. 25. 27. Wit 9 schijven op: 19. 24. 31. 34. 37. 38. 41. 43. 44. Wit begint en wint. Oplossingen in te zenden vóór 15 April aan den redacteur. Oplossing wedstrijdprobleem no. 19, groep A. Auteur: M. F. de Jonge, Kloetinge. Stand: 8 schijven op: 6. 8.13. 14. 15. 18. 23. 28. Wit 8 schijven op: 24. 25. 26. 31. 38. 42. 43. 48. Lok-lokzet 1. 3127 wordt gespeeld om zwart te verlokken 28—-32 te spelen; wit gaat nu op zwart's bedoeling in: 2. 27—21 8—12 3. 38X27 23—29 4. 24X33 14—20 5. 25X14 13—19 6. 14X23 18X4-7 7. 48—42 47X49 8. 21—26 49X21 9. 26X8 en wint. Ook kan hetzelfde bereikt worden door: 1. 26—21 8—12 2. 31—26 28—32 Dan is er geen sprake van een lok-lokzet. Goede oplossingen ontvangen van C. v. Biemen, A. C. M. Deurloo te Goes; J. Strooband, C. K. Kaan, W. Boogaard, P. v. Hemert en W. Lente, allen te Middelburg; M. F. de Jonge te Kloetinge, A. W. Beuke- ma te Nieuwdorp, S. Blaas te Aagtekerke. Oplossing wedstrijdprobleem no. 19, groep B. Auteur: C. van Biemen te Goes. Stand: Zwart 8 schijven op: 1. 3. 7. 8. 9. 12. 17. 40. Wit 8 schijven op: 20. 23. 32. 37. 38. 39. 48. 49. - 1. 49-HI4 40X49 2. 38—33 49X16 3. 37—32 16X28 4. 33X4 3—9 5. 4X7 1X12 6. 48—42 12—18 7. 42—38 18—23 8. 3833 en wint. Een aardige constructie, gebaseerd op den Turkschen slag. Goede oplossingen ontvangen van: J. v. d. Kreeke, H. v. Oosten te Goes, J. Bliek en H. Dekker te Middelburg; J. en A. Kaat te Kapelle; J. de Jonge te Kloetinge; Job Breure te ColijnsplaatJ. Pieper en J. van Fraassen te Waarde; H. Wouters te Aagte kerke. Dhr Sinke zond ons een partijfragment uit den wedstrijd om de „Miss Blanche"- plaquette. Dhr Sinke speelde tegen dhr F. J. van Mill, oud-kampioen evan Dordrecht. Stand na den 56sten zet van zwart. v Wit 5 schijven op: 24. 27. 32. 36. 48. dam op 16. Zwart 3 schijven op: 2. 23. 26. en dam op 6. J. Sinke, zwart: 1 2 3 4 5 6 16 26 36 46 Jjm Y/////, w m A m 'm m A 15 25 35 45 47 48 49 50 F. J. van Mill, wit. Wit dacht hier de partij in zijn voordeel te beslissen door: 1. 2419 2. 27—21 3. 16—11 4. 32—27! 5. 36X16 6. 48—43 7. 43—39 8. 39—33 9. 16—11 10. 11X22 23X14 26X17 17—21 verplicht 6X31 2—7 14—19! 19—23! 7—12 12—17! 23—28 en wit moet met remise genoegen nemen. Indien zwart bij den 6en zet 1420 ge speeld zou hebben, was aan verlies niet te ontkomen. Zwart heeft dan ook keurig ge profiteerd van zijn eenige gelegenheid remise te forceeren. Volgende week zullen wij den volledigen stand geven tot en met probleem no. 20 van het aantal behaalde punten. Stort als kinderen Gods uw gansche hart maar oprecht voor den Heere uit. Laat er maar uitkomen wat in dezen tijd in u leeft aan begeerten en verlangens. Jezus Christus heeft ons zelf geleerd ook voor ons dagelijksch brood te bidden. Maar dat mag niet het eerste en eenige zijn. Eerst en bovenal moeten wij bidden om de heiliging van Gods Naam, om de komst van Christus' Koninkrijk. Zóó leerde het ons Jezus. Zóó moet het diis ook nü! (Ds W. A. Wiersinga.) Beste Nichtjes en Neefjes! Het moet op aarde wel heel erg donker zgn geweest, toe® de Heere Jezus aan het kruis gestorven was. Maar hoe groot moet dan ook het licht en de blijdschap zijn geweest toen na drie dagen, op den Zondagmorgen, de vrouwen het graf ledig vonden en hoorden, dat hun Heëbe en Heiland was opgestaan enzij Hem ook ontmoetten. Wij kunnen ons voorstellen, dat die blgd- schap hen haast te veel werd. Hun Heere, in Wien zij geloofden als de Zoon van God, was als machteloos met de andere misdadigers buiten Jeruzalem den vreeden kruisdood gestorven. En nuNeen, Hij is "niet machteloos. Hij staat daar voor hen in blinkende heer lijkheid. Het graf was zoo goed gesloten. Een groo te steen ervoor, daaromheen dikke touwen met het zegel van den stadhouder en ten slotte zwaar gewapende Romeinsche solda ten, die dit alles moesten bewaken. Nee, zóó zou niemand het lichaam kun nen weghalen. Maar 't hielp allemaal niets. Tegenover de Goddelijke kracht baat geen menschenwerk, zelfs niet dat van stadhou ders en soldaten. Door zijn opstanding uit de dooden is Christus Overwinnaar geworden voor eeuwig. Dood en hel heeft Hij toen overwonnen en door Zijn lijden en sterven en opstanding heeft Hij voor allen, die in Hem gelooven, voor eeuwig den weg gebaand tot God. En hoe de satan ook mag woeden en zich keeren tegen de kinderen Gods, het baat allemaal niets. Christus is opgestaan uit de dooden! De eindoverwinning is bg Hem. Hqt Paaschfeest nu is ons weer het tee- ken, dat Hij heeft overwonnen! We zullen de prijsraadsels dit keer over slaan, dat behoeven er in de vacantieweek dus geen.broefjes geschreven te worden. Hier volgen dan de raadsels. 1. Voor de grooteren. Het geheel bestaat uit 56 letters. De Psalmen bestaan uit 7. 52. 31.14; f3. L 40 .49. 18. 8. 12. werd al jong tot koning gezalfd. De plaats waar Jacob met God worstelde wordt 45. 17. 27. 30. 51 genoemd. Jeruzalem wordt ook wel aangeduid ala 44. 27. 22. 1. 45. 26. 41. 32. 54. 44. was een discipeL Hij behoorde tot de 56. 45. 15. 28. 47. 4. 53. 6. 17. 10. 48. 39. 23. 35. is de naam van een dienstmeisje uit den Bijbel. Het 42. 7. 49. 36. 21.13. 53. 25. 35. wordt overal verkondigd. 55. 2. 37. 9. 49. is een landstreek in Pa lestina. 55. 2. 24. 19. 28. was een verrader. Zijn loon was dertig 34. 8. 50. 29. 13. 32. 53. 27. 43. 5. 33. 20. Om onze 3. 16. 43, 33. 20. moest de Hei land sterven. 21. 46. 50. 5. 38. 1L 48. 19. is een berg bij Jeruzalem. 2. Voor de kleinen. Het geheel bestaat uit 17 letters. Overal spelen de kinderen nu met een 9. 7. 17. 11. 2. 3. 16. 5. is de naam van een maand.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1942 | | pagina 8