Zaterdag 7 Maart 1942
Voor den Zondag
DAGKALENDER
ZATERDAG 7 MAART 1942
56c JAARGANG - No, 132
ft
56e
Jaar
gang
No. 23
Hef Eerste Kind.
dureaux Langs V ir<t=uröat 70, Goes
Postrekening 4445-; - Telefoon 2438
Bijkantoor Middelburg:
Firma Boekhandel J. J.'FANOY
Lange Gislstraaf 34 en Noordweg 155
Directeur-Hoofdredacteur:
Abonnementsprijs -f 2.73 per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelburg
Goes en plaatsen waar een agent is
aangesteld f 0.21
Losse nummers 6 cent
L i a I
Familieberichten 33 cent per regel
Overige advertentiën 30 cent per regel
Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel
Kleine advertentiën f 0.55 bij vooruitbetaling
Advertentiën onder letter of motto 10 ct. extra
BIj contract belangrijke korting
Of
ÖNDA'MLM)
Komt herwaarts tot Mij, allen,
die vermoeid en belast rijt, en Ik
Zal U rust geven.
Dit is een bekende tekst, een veel ge
bruikte tekst, maar daarom is de glans er
nog niet af. Dit is een woord van Jezus dat
ons blijft bezig houden. Wij kunnen va/i
dit woord niet meer af.
Jezus sprak deze woorden tot de Joden,
die gebogen gingen onder de ondragelijke
verplichtingen, welke de instellingen der
Farizeën hun oplegden.
De veelheid en de dwaasheid van deze
instellingen werden tot een last. Wie al de
voorschriften wilde nakomen, moest, bij
rustige overweging, tot de conclusie ko-
r en, dat het onbegonnen werk was.
De rust werd er niet door verkregen.
De rust van het hart bleef uit, omdat de
onrust van het hart niet kon weggenomen
worden, door het betrachten van deze in
stellingen.
Jezus stelt nu iets anders tegenover deze
instellingen der Farizeën.Hrj belooft aan al
dezen lastdragers en vermoeiden rust. Maar
op één voorwaarde. Men moet Zijn juk op
nemen, dat wil zeggen: de wet van het Ko
ninkrijk Gods betrachten. Doen wat Jezus
heeft gepredikt.
Jezus noodigt nu allen uit die dat wil
len, allen die zoeken naar de zoo begeerde
en noodzakelijke rust des harten.
Ga tot Jezus vermoeiden en belasten!
De vermoeide en belaste menscb moet iets
doen. In beweging komen. Zijn richting
bepalen, opstaan en tot Jezus gaan.
De vermoeide en belaste mensch, en wie
is dat niet, moet zich bewust worden dat
het zoo, onder allerlei last gebogen gaan,
niet langer kan. Op een gegeven moment
bezwijkt de mensch. Alle energiën zinken
in. De mensch is niet meer bekwaam om te
doen wat hg moet. Zijn roeping, zijn taak
lijdt er onder. Zijn levensprogram moet hij
herzien. Dit moet geschrapt en dat moet
nagelaten. Zoo wordt hij beperkt. Het gaat
in dalende lijn.
De mensch die vandaag en morgen en
altijd luistert naar Jezus' noodiging, de
mensch die zijn onrust kwijt wil, moet op
staan, naar Jezus gaan, Hem alles zeg
gen, alles. Hg moet aan Jezus vértellen
hoe zwaar hem het leven valt, dat de
geest zoo bezwaard is, dat de zondemacht
hem kwelt, niet met rust laat, dat hij
voortgedreven wordt, dat het somwijlen
zoo pijnlijk is om te leven, dat hij pein-
zensmoe, vragensmoe, strijdensmoe is.
Dat hij jaagt en grijpt en va mist, dat
de moeiten velen zijn, het veroriet hem
ondermijnt, de tegenspoed hem kwelt, dat
h-j het niet alleen.meer aan kan, aandurft.
Hij moet Jezus alles zeggen. Heel zijn
denk- en dadenleven. Heel het moede en
geplaagde hart opendoen. Jezus zal dien
mensch, dien zondaar niet ledig wegzenden.
Jezus zal hem onderwijzen door Zijn Woord.
Jezus zal hem de juiste richting wijzen,
waardoor het hart rust kan vinden.
Jezus zal hem geven wat noodig is, wat
bi) hem past, wat gekeurd is, wat nimmer
te zwaar kan wegen.
Jezus kan roepen: „Komt herwaarts tot
Mij". Een mensch kan dat niet, omdat
een mensch niet in staat is de rust te ge
ven. Jezus wel. Hij is Gods Zoon. Hij heeft
de macht, de liefde om wat Hij belooft
ook te schenken. Hij is de ware Rustbren-
ger. Hij heeft de" oorzaak van al onze smart
weggenomen de zonde.
Jezus heeft met Zijn bloed betaald voor
onze zonde. Door Zijn zoendood is ons
verlossing geworden. Verlossing, zeker,
zoo wij gelooven. Hij maakt alle dingen
nieuw. Laten wij met bigde hoop kijken
naar den tekst hierboven afgeschreven.
Deze woorden verbergen ongekende mo
gelijkheden.
De Heer is mijn Herder!
Hij waakt voor mijn ziel.
Hij brengt mij op wegen
Van goedheid en zegen;
Hg schraagt m', als ik wankel;
Hij draagt m' als ik viel.
K.-B. A. M. F.
Ach neen! ach neen! alwetend God en
Heere.
Uw Majesteit ïs niet zoo wijd en veere,
En of de mensch een worm op aarde rij,
Nog woont Gij hem, gelijk een Vader, bij.
Hij hoeft zijn stem niet krachtig te
verluiden
Om U zijn zin en meening te beduiden;
O Eeuwig Al, dat alles hoort en ziet,
Wat na of ver, of stil of luid geschiedt.
Dies zijt Gij ons een aldergoedste Vader,
Is iemand na, Gij zijt ons nog al nader,
Zoo leer ons dan steeds wand'len in het
Licht
Als kind'ren voor hun 's Vaders aangericht.
JAN LUYCKEN.
(Vervolg.)
De t aalontwikkeling.
Wanneer wij de taalontwikkeling, zooals
velen doen, van het kind van 06 jaar in
vier phasen splitsen, met daaraan vooraf
een voorstadium, «kin doorloopt het kind
tot twee jaar de voorbereidende en de eer
ste twee phasen.
Het voorstadium omvat het eerste levens
jaar. Het omvat het lallen en brabbelen,
waarbij het kind een rijke verscheidenheid
aan geluidjes produceert. Dit lallen is bij
de kinderen van alle volken gelijk en kan
men beschouwen als inoefening van de
spraakorganen. Daarna volgt de klankna
bootsing en iets verder is de taalontwikke
ling als het kind primitieve opdrachten be
grijpt, wanneer men het vraagt: „waar is
de tik-tak" en het kgkt in de richting van
de klok.
Daarna' volgt de eerste phase, tot plm.
anderhalf jaar, de tijd der één-woordzinnen.
Het kind gebruikt één woord, vaak ver
minkt, om allerlei wenseh en gevoelens te
uiten. Eenzelfde woord kan vele, onder-
scheiden beteekenissen hebben.
In de tweede phase, tot twee jaar, is het
in het naamstadium gekomen en het gaat
nu de namen van de dingen vragen. Er ont
staat een ware namenhonger, die sommige
moeders wel een tureluursch maakt. Toch
is het hoogst gewenscht het kind zooveel
mogelijk te bevredigen en ernstig dient op
de plicht gewezen het kind geen steenen
voor brood te geven, waarmee ik hier be
doel niet met het kind mee te brabbelen,
doch goed gearticuleerd de juiste naam
voor te zeggen. Op omstreeks tweejarigen
leeftijd zal het dan reeds een menigte twee-
woordzinnen goed kunnen uitspreken, dit
alles tot groot voordeel voor later en wan
neer men thuis en op de kleuterschool in
dezelfde lijn voortwerkt zal het kind, als
het den leerplichtigen leeftijd heeft bereikt
een goed gearticuleerd en keurig Neder-
landsch spreken en hetgeen onderzoekin
gen onomstootelijk hebben vastgesteld, de
vele, in dezen verwaarloosde kinderen, één
a anderhalf jaar vooruit zgn.
Belangwekkend is het geval Helen
Keiler. Dit meisje was blind en doof en
dus ook stom. Tot haar 7e jaar was ze op
gegroeid nagenoeg zonder eenig contact
met haar omgeving. Miss Sullivan nam op
zich haar te onderwijzen. In de eerste
maand leerde zij Helen enkele dingen sym
bolisch aanduiden, door vingertaai; bij ge
lijktijdig betasten der dingen gaf zij het
kind bepaalde teekens in de handpalm. In
de tweede maand gebeurde het volgende:
Miss Sullivan ging met Helen naar de pomp.
Het kind moest haar beker onder de ope
ning houden, terwijl Miss S. pompte. De
beker stroomde over en het water liep over
de hand van het meisje. Miss S. maakte <li-
rect het teeken voor water in de palm der
vrije hand. Helen stond paf; de beker viel
haar uit de hand. Het was alsof de wind
selen losraakten van haar ziel. Zelf spelde
ze het woord water, nog eens en nóg eens.
Ze hurkte neer, raakte den grond aan en
vroeg naar den naam; evenzoo greep ze de
pomp, het hek. Vervolgens wendde ze zich
tot Miss Sullivan en vroeg haar hoe zij
heette.
Op «Jen terugweg was het meisje zeer op
gewonden. Van elk ding dat ze aanraakte
wilde ze weten welken naam het bad. In
een paar uur tijds had ze reeds een aan
zienlijke woordenschat gekregen. Op haar
7e jaar was ze nu in het stadium, «lat nor
male kinderen vóór hun tweeden verjaar
dag doormaken.
Rotterdam.
P. W. J. S.
,eld,
rste
dat
ijke
van
•iter
loet
jlijk
ven-
■i ln
vor-
oor-
n is
sort
ge-
.ans
•oor
ken,
.zen,
hel-
e n
net
1 en
•,nd
tot
ei-
ste-
bon-
■ard,
voor.
v dit
g te
de
rail
on
er-
alle
deze
angt
.den.
eden
eken
ver-
leve-
den
erui-\
in-
zou-
nige
men
taan
naar
:en." J
leidt
iuid-
ijan-
1 tot
mm-
;d in
grip
e m -
p 22
o e-
chen
werd
.pan-
nbi
«ang.
e Bo-
het
1942
van
bouw
gge,
'eit,
a a d,
d en
•.oege-
•eer
biet
i van
t ten
beide
van
ZATERDAG 7 MAART 1942.
Geeft den Heere, gij geslachten der
volken! geeft den Heere eer en sterkte.
Zon 1 Maan
op onder op onder
8.15 19.29 10.28
9 Maart Laatste kwartier.
17 Maart Nieuwe maan.
ZONDAG 8 MAART 1942.
Geef d'eer aan 't eeuwig Opperwezen!
Zjjn naam wordt nooit genoeg geprezen.
Verheft zgn deugden, blij te moê;
Brengt in zgn huis Hem offer toe,
Hem, die de volken moeten vreezen!
Zon
op orrder
8.13 19.31
Maan
op onder
1.10 11.03
och zullen eerst met ingang van de vol
gende bonperiode gelden.
Doodelijk ongeluk.
7 ^et stationsemplacement te
I zwolle zijn een arbeider en een ploeg-
4 aa®' ^ie *er hoogte van het kolendepot
erkzaam waren, onder een achteruit
KWc locomotief geraakt. De arbeider
5 1 werd zoo zwaar gewond, dat hij.
nil ?a ^et ongev4l is overleden. De
P °egbaas, G. H., werd gewond en is
naar een ziekenhuis vervoerd.
IVItbU Uil II MLIC..
(D.N.B.) Naar van bevoegde zijde
wordt medegedeeld zijn in Griekenland
met Italiaansche vrachtschepen groote
hoeveelheden Italiaanseh meel en brood
graan voor de Grieksche bevolking aan
gekomen.
Daardoor zal vanaf 6 Maart de sedert
ongeveer een week gestaakte brooddis
tributie voor de bevolking van Athene
en omgeving, dank zij het hulpvaardige
ingrijpen van de bezettingsmogendhe-
den, hervat kunnen worden.
aanvanen oegmnen onze iroepen aige-
mat te geraken. De toestand is ernstig,
maar niet hopeloos."
(D.N.B.) De Ned.-Indische Omroep
heeft èen verklaring uitgezonden waarin
o.a. wordt gezegd:
„Thans kan onthuld worden, dat het
Nederlandsche tegenoffensief in het be
gin van deze week op het laatste oogen-
blik mislukte toen de overweldigende su
perioriteit van den vgand de weegschaal
naar diens zijde deed overslaan.
Er kan echter ook worden onthuld,
v z a -
leder-
gewassen, suikerbieten, cichorei en gele
en bruine mosterd en voor het telen van
steklingen van suikerbieten, voederbie
ten en mangelwortelen is n.l. een ver
gunning van den Productiecommissaris
vereischt, met dien verstande, dat iedere
landbouwer in totaal 5 are zonder ver
gunning voor den teelt- van deze land-
bouwzaden mag bestemmen.
Onder ruwvoedergewassen worden ver
staan: alle glas- en klaversoorten, lucer
ne, serradella, wikken, lupinen, spurrie,
boterzaad, gele wortelen, pastinaken,
stoppel- efi zomerknollen, voeder- en
mergkool, voederbieten, mangelwortelen,
koolrapen en andere groen voeder- en
voor veevoederdoeleinden bestemde knol-
en wortelgewassen.
Voor een nadere uiteenzetting omtrent
de teelt van landbouwzaden wordt ten
slotte verwezen naar hetgeen hierover
medio Februari j.l. in een tweetal offi-
cieele publicaties werd bekend gemaakt.
Deze publicaties houden onder meer in,
dat een aanvrage voor vergunning bij de
Akkerbouwcentrale moet worden inge
diend, terwijl tevens is vermeld, dat ver
gunningen voor het telen voor eigen re
kening aan landbouwers slechts zullen
worden gegeven voor gras- en klaver-
soorten (met uitzondering van Wester-
woldsch raaigras) wikken, lupinen, ser
radella, merg- en voederkool, gele worte
len, spurrie en cichorei.
De teelt van haver is voor de bedrij
ven op zand- en veengronden beperkt tot
15 pet. van de oppervlakte van het bouw
land met inbegrip van het gescheurde
grasland, vermeerderd met 10 pet. van
het gescheurde grasland. Dit beteekent
dus, dat een teler op de zand- en veen
gronden een oppervlakte, die gelijk is
aan 15. pet. van zijn oude bouwland en
25 pet, van zijn gescheurd grasland met"
haver mag bebouwen. Hierbij is hij vrij
de toegestane oppervlakte op zijn' oude
bouwland of op zijn gescheurde grasland
met haver te betelen.
Op de klei- en zavelgronden mag per
bedrijf niet meer dan 10 pet. van het
aanwezige bouwland met inbegrip van
het gescheurde grasland met haver woe
den bebouwd.
Wenscht men, hetzij op zand- en veen
gronden, hetzij op klei- en zavelgronden
een grootere oppervlakte, dan hierboven
is aangegeven met haven te betelen, dan
dient men in het bezit van een vergun
ning van den Productiecommissaris te
zijn. Deze vergunningen zullen slechts
bij uitzondering worden verleend.
Tot nu toe was de teelt van peul
vruchten uitsluitend beperkt indien
het telen op gescheurd grasland plaats
vond. Het is thans echter noodzakelijk
gebleken deze teelt ook, indien zij op
het oude boüwland geschiedt, te beper
ken. Daarom is bepaald, dat per bedrijf
niet meer peulvruchten mogen worden
geteeld, dan er gemiddeld in de jaren
1940 en 1941 zijn verbouwd. Het betelen'
van een grootere oppervlakte is slechts
toegestaan met een door den Productie
commissaris bij uitzondering te yerleenen
vergunning. Bovendien moet -dan de
meerdere oppervlakte op gescheurd gras
land met peulvruchten worden beteeld
en is de teler verplicht zijn koolzaadteelt
voor oogst 1943 met deze meerdere opper
vlakte uit te brenden.
Ter verduidelijking volgt hier een voor
beeld: Op een bepaald bedrijf is aanwe
zig 10 ha. bouwland, waarvan 3 ha: ge
scheurd grasland, terwijl op dit bedrijf
in de jaren 1940 en 1941 gemiddeld 2 ha.
met peulvruchten is beteeld en in 1942
1 ha. koolzaad wordt verbouwd^ Aange
nomen, dat de teler vergunning krijgt
om in totaal 3 ha. peulvruchten te ver
bouwen, dan is hij verplicht hiervan 1
ha. op gescheurd grasland te telen en
daarna 2 ha. koolzaad als hoofdgewas te
verbouwen.
Voor het telen van gele en bruine
mosterd, karwij, henne p,% pelt
e v e n e is in ieder geval een vergunning
van den Productiecommissaris vereischt.
Hierbij dient te worden opgemerkt, dat
het telen van spelt en evene slechts in
verband met zeer bijzondere bedrijfsom
standigheden zal. worden toegestaan. De
vergunningen hiervoor zullen, evenals
die voor het telen van gele mosterd als
noodgewas en van karwij bij den Pro
ductiecommissaris of de Landbouw-
Crisis-Organisatie moeten worden aange
vraagd. Daarnaast zullen gele en bruine
mosterd, afgezien van de zaaizaadteelt,
slechts op contract voor de mosterdin-
1 dustrie mogen worden verbouwd. De aan-