Christelijk Dagblad voor Zeeland
Onze voedselvoorziening.
DONDERDAG 19 FEBRUARI 1942
56e JAARGANG - No. 118
Zware tuchthuisstraffen,
De Duitsche luchtmacht in het Oosten actief -
Malta en Tobroek gebombardeerd - Britsche
kruiser gezonken - Berlijns antwoord aan
Churchill.
DAGKALENDER.
Rede van Ir Mussert voor het kader van den
Nederlandschen Arbeidsdienst.
'Bureaux Lange Vorsfstraat 70, Goes
Postrekening 44455 - Telèfoon 2438
Bijkantoor Middelburg:
Firma Boekhandel J. J. FANOY
Lange Giststraat 34 en Noordweg 155
Abonnemenfsprijs f 273 per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelburg
Goes en plaelsen waar een agent is
aangesteld f 0.21
Losse nummers 6 cent
Directeur-Hoofdredacteur:
A. DE LANGE te Goes
Familieberichten 33 cent per regel
Overige advertentiën 30 cent per regel
y Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel
Kleine advertentiën f 0.55 bij vooruitbetaling
Advertentiën onder letter of motto 10 ct. extra
Bij contract belangrijke korting
Verschillende maltn hebben wij er
ook in deze rubriek op gewezen, dat
het onze plicht is eiken geschikten vier
kanten meter grond te gebruiken voor
de teelt van gewassen, die voor onze
voedselvoorziening van belang zijn. Wij
hebben meermalen opgewekt met inspan
ning van alle krachten deel te nemen
aan den productieslag en de leuze „Pro
ductie en nog eens productie" is ook in -
ons blad aangeheven.
Daarbij richtten wij ons meestal tot
onze land- en tuinbouwers. Maar ook zij,
die geen boer of tuinder zijn, willen wij
niet vergeten. Het was vorigen zomer in
teressant om te zien, hoever sommigen
het als exploitant van een volkstuintje
hadden gebracht en ongetwijfeld zullen
zij met nog weer nieuwelingen in dit
vak straks óók weer hun krachten
inspannen. Velen hebben terecht hun
bedrijfje omgeschakeld en zijn van de
teelt van bloemen op die van aardappe
len, peulvruchten en groente overgegaan
Wij juichen het toe, dat al het mogelijke
gedaan wordt om deze menschen voor te
lichten en aan zaai- en pootgoed, kunst
mest énz. te helpen.
Elke poging, hoe bescheiden ook, om
voedingsgewassen te telen, dient te wor
den gesteund en aangemoedigd, afge
dacht nog van het ontspannende element,
dat in het tuinieren is gelegen.
Er is echter een categorie, die in dezen
ook wat kan doen, n.l. de Overheidsin
stanties en velschillende publieke licha
men. Bij de laatste denken wij speciaal
aan spoor- en tramweg-maatschappijen.
Met instemming vernemen wij, dat de
secretaris-generaal "van Binnenlandsche
Zaken aari de burgemeesters richtlijnen
heeft doen toekomen, die beoogen, bij de
betrokken hoofden van dienst en bij hun
ondergeschikte ambtenaren ten volle het
begrip te wekken, dat elk daarvoor ge
schikt te maken stukje grond moet wor
den aangewend voor de voortbrenging
van voedingsgewassen.
De gemeenten beschikken veelal over
gronden, welke voor dit döel kunnen
Worden gebruikt. Hierbij valt niet alleen
te denken aan parken, plantsoenen en
bermen, maar ook aan braakliggende ter
reinen bouwgrond.
Bij verhuring door de gemeente aan
derden zal iedere gegadigde in het alge
meen een oppervlakte van ten hoogste
200 a 225 vierk. meter kunnen ontvan
gen. De voortgebrachte producten mogen
uitsluitend 'voor het verbruik van het
eigen gezin worden geteeld.
Het belang van de voedselvoorziening
vereischt, (jat. bij de te telen gewassen
aardappelen op den voorgrond komen te
staan, eyenals peulvruchten. Het verbou
wen van vroege aardappelen kan dan
worden opgevolgd door een nateelt van
koolsoorten. Aanmoediging verdient
voorts het voortbrengen van gewassen,
welke geschikt zijn voor winterprovisie,
dus late aardappelen en peulvruchten.
Het departement van landbouw en
visscherij heeft verder plannen voorbe
reid tot bevordering van den aanleg van
volkstuincomplexen bij' de steden.
Zoo worden de handen ineengeslagen
om de voedselvoorziening van ons volk
te bevorderen.
Ieder, die 'kan, werke mee aan de be
hartiging van dit groote volksbelang.
VERLENGING BON „07" BOTER
EN VETKAART.
In aansluiting op hetgeen reeds is
bekend gemaakt betreffende de verlen
ging van den geldigheidsduur van bon
„08" van de boterkaart en de vetkaart,
maakt de Secretaris-Generaal van het
Departement van Landbouw en Vissche
rij bekend, dat ook bon „07" van ge
noemde kaarten geldig blijft tot en met
Vrijdag 27 Februari a.s.
VOOR VERDUISTERING EN
VERVALSCHING DISTRIBU
TIEBESCHEIDEN.
Het Duitsche Gerechtshof heeft 13
dezer twee ambtenaren van een distri
butiekantoor veroordeeld tot 12 en 8
jaar tuchthuis, omdat zij groote hoeveel
heden reeds gebruikte levensmiddelen
en kolenkaarten van hun bureau ont
vreemd en nogmaals in circulatie ge
bracht hebben.
In een andere zaak kreeg een ambte
naar wegens verduistering en uitdeeling
van textielpunten 5 jaar tuchthuis.
Ook tegen de vervaardiging en het in
omloop brengen van vervalschte vetbon-
nen werd met zware straffen opgetre
den. Zoo werden in twee processen tegen
verscheiden personen wegens den afzet
van vervalschte vetbonnen de hoofdda
ders veroordeeld tot 7 en 6 jaar tucht
huis. Tevens werden de afnemers van
deze bonnen gevoelig gestraft.
DUITSCHLAND STRIJDT VOOR
EUROPA.
Het opperbevel van de Duitsche
weermacht maakt bekend:
In den centralen sector van
het Oostelijke front werd
wederom een vijandelijke formatie
van haar verbindingen afgesneden
en vernietigd. Talrijke gevangenen,
11 kanonnen, vele machinegeweren
en groote hoeveelheden ander oor
logsmateriaal vielen ons in han
den. Meer dan 1000 dooden van
den vijand werden op het slagveld
geteld.
De luchtmacht bracht ter onder
steuning van het leger vooral in
den centralen en den Noor
delpen sector van het Ooste
lijk front sterke formaties ge
vechtsvliegtuigen, duikbommen
werpers en jachtvliegtuigen in den
strijd. Zij dreef verscheidene vij
andelijke colonnes uiteen en ver
nietigde groote hoeveelheden rol
lend materiëel. Bij de gevechten
van gisteren werden 28 vijandelijke
pantserwagens vernield en 51 vlieg
tuigen van den vijand neergescho
ten. v
Voor de Engelsche Oost
kust beschadigden gevechtsvlieg
tuigen overdag een klein koopvaar
dijschip. Andere luchtaanvallen
waren gericht tegen ravitaillee-
ringsinstallaties in de haven
Great Yarmouth.
In N o o r d 4A.f r i k a verken
ningsactie in het gebied ten Z.-O.
van El M e k i 1 iTien Britsche
pantserverkenningswagens werden
buiten gevecht gesteld. Formaties
van de Duitsche en de Italiaansche
luchtmacht bombardeerden To
broek alsmede een Britsch vlieg
veld en vielen vijandelijke colon
nes met bommen en boordwapens
aan. i
In de wateren rondom Kreta
werd een Britsche duikboot waar
schijnlijk tot zinken gebracht.
Enkele Britsche bommenwerpers
ondernamen in den afgeloopen
nacht vruchtelooze storingsaanval-
len op N. - W. D u i t s c h gebied.
ITALIAANSCH
WEERMACHTSBERICHT.
Het 627e Italiaansche weermachtsbe-
richt luidt:
In het gebied ten Zuidoosten van E1
M e c h i 1 i gevechten tusschen weder-
zijdsche verkenningsafdeelingeneen 10-
tal vijandelijke pantserwagens werd ver
nield.
Italiaansche en Duitsche luchtformaties
bombardeerden de vesting Tobroek
en een vliegveld in de buurt van M e r s a
M a t r o e h, schoten met machinege
weren en plaatsten bomtreffers van
klein kaliber op autocdionnes, die troe
pen en materieel' vervoerden. Den vijand
werden aanzienlijke verliezen aan man
schappen en materiaal toegebracht. Vier
onzer jagers, die aan de bovengenoemde
acties hadden deelgenomen, zijn niet te
ruggekeerd.
Als gevolg van een gisteren op Ben-
g h a s i ondernomen luchtaanval hebben
eenige gebouwen onbelangrijke schade
gekregen.
De vliegvelden op Malta zijn op
nieuw en doeltreffend door de Duitsche
vliegtuigen gebombardeerd. Een Welling
tontoestel werd bij een luchtduel neer
geschoten.
Een Britsche kruiser van de „Caïro"-
klasse (4300 ton), waarvan in het weer-
machtbericht no. 624 was gemeld, dat
hij door het optreden van een onzer tor-
pedovliegtuigen tegen konvooien was be
schadigd, is, zooals later gebleken is, ge
zonken.
BERLIJN ANTWOORDT
CHURCHILL.
1. Gij waart? mijnheer Churchill, reeds
een der hoofdschuldigen aan het uitbre
ken van den laatsten wereldoorlog en
uw militaire onbekwaamheid bleek reeds
toen door uw nederlaag van Gallipolie.
Reeds door den eersten wereldoorlog
hebt gij voor Engeland de alleenheer
schappij over de zeeën en daarmede zijn
onbestreden wereldheerschappij verlo
ren.
2. Wat waren de gevolgen van uw oor
logspolitiek Militair geziende
grootste militaire nederlagen der Engel
sche geschiedenis Andalsness, Duin
kerken, Griekenland, Kreta, Libye, Sin
gapore.
Politiek gezienEngeland heeft al
zijn vrienden op het continent verloren.
Thans is de Engelsche invloed geheel uit
Europa gebannen en Europa is ver-i
eenigd tegen Engeland.
3. Nadat gij door uw fouten de Euro-
peesche volken als bondgenooten verlo
ren had, hebt gij de grootste misdaad
van uw leven begaan, doordat gij u met
het bolsjewistische Moskou verbond.
Het Duitsche leger met zijn bondgenoo
ten Italië, Hongarije, Slowakije en de
vrijwilligerscontingenten uit Spanje,
Kroatië, Nederland, België, Dene
marken, Noorwegen, Frankrijk, alsmede
het Finsche leger hebben de invasie der
bolsjewisten in Europa verhinderd en
hen tot voor de poorten van Moskou te
ruggeworpen.
Het winteroffensief van Stalin tegen
het Duitsche leger is reeds thans volko
men mislukt. Stalin zal niet in staat zijn
zijn verliezen aan menschen en mate
riaal te vervangen. Het Duitsche leger
met zijn bondgenooten, welker verliezen
zich in tegenstelling met den wereldoor
log binnen bescheiden grenzen blijven,
zal bij het aanbreken van het warmere
jaargetijde de nog aanwezige bolsjewis
tische strijdkrachten aanvallen.
Gy hebt Eden naar Moskou gezonden
om den bolsjewistischen massamoorde
naar Stalin voor zijn oorlogsdiensten en
voor de voortzetting van zijn bloedoffers
de uitlevering van Europa aan het bols
jewisme te beloven. In Engeland zelf
moest gij den bolsjewistischen agenten
de vrije hand laten voor hun propaganda
onder de Engelsche arbeiders.
4. Gij hebt reeds ten tijde van Cham
berlain met Roosevelt tegen uw eigen
ministerpresident samengespannen en u
tot werktuig van Roosevelt bij de oor
logsophitsing tegen Duitschland ge
maakt. Roosevelt heeft indertijd ook be
let, dat Engeland het vredesaanbod van
den Führer na de ineenstorting van
Frankrijk aanvaardde en gij waart hier
bij zijn handlanger. Sedertdien zijt gij
gedreven door uw mislukkingen geheel
afhankelijk geworden van Roosevelt,
dien hoofdschuldige aan den oorlog. On
voorwaardelijk en in de vage hoop op
latere hulpverleening met de wapens,
hebt gij meegedaan aan het -Yankee-
imperialisme van, Roosevelt.
Roosevelt daarentegen heeft zich voor
de beloften van hulp aan Engeland met
zware Engelsche offers laten betalen.
Roosevelt wil het Britsche- wereldrijk
geleidelijk in Amerikaansch bezit doen
overgaan en daarmede de erfgenaam
van Engeland worden. Dit is sedert lang
het plan van Roosevelt, en gij, mijnheer
Churchill, van geboorte half Amerikaan,
zijt hierbij zijn handlanger.
Gij tracht thans de Engelsehen tot
een laatste krachtsinspanning te bewe
gen door een ontzaggelijk Amerikaansch
oorlogspotentieel voor te spiegelen. Gij
weet heel goed, dat de bewapeningscij-
fers van Roosevelt niets anders zijn dan
de grootste van alle Amerikaansche op
schepperijen.
Voor de Amerikaansche hulp aan En
geland gold en geldt nog steeds het
woord: „too late and too little".
De Amerikaansche troepenlandingen
in Engeland zijn voor Roosevelt slechts
een middel om Engeland onderworpen
te houden. Het betreft hier niets anders
dan de eerste Amerikaansche politie
agenten op de Engelsche eilanden, die er
voor dienen te zorgen, dat de Engelsch-
man den oorlog voor Amerika ook ver
der voert en de laatste penny aflevert.
5. De oorlog tusschen Engeland en Ja
pan is uitsluitend uw schuld. Daar de
Engelsche politiek door uw toedoen vol
komen afhankelijk van de Vereenigde
Staten was geworden, moest gij noodge-
dwongên aan de uitdagende politiek van
Roosevelt tegenover Japan meedoen. De
nederlagen in het Zuidzeegebied en iri
Oost-Azië zijn daarom een rechtstreeksch
gevolg van het gebrek aan een vooruit-
zienden geest uwerzijds. De materieele
verliezen van de Engelschen in de door
Japanners veroverde gebieden gaan reeds
thans de duizend millioen pond sterling
verre te boven. Reeds de eerste weken
van den' oorlog met Japan hebben den
Engelschen derhalve enorme materieele
schade gebracht. Dit is echter pas het
begin.
6. Uw oorlog heeft reeds tot alge-
P meene verarming van Engeland geleid.
Thans reeds hongeren in Engeland mil-
lioenen, die zoo door uw falen een ge
makkelijke prooi voor de bolsjewistische
propaganda worden. De bolsjewistische
kuiperijen kunnen zich des te ongestoor
der ontwikkelen, daar de leiding er van
(Zie voor vervolg pagina 2.)
DE REDE
VAN DEN RIJKSCOMMISSARIS.
Bij de installatie van den Nederland-
schen Kultuurraad heeft de Rijkscom
missaris, Rijksminister Dr Seyss Inquart
een rede uitgesproken, die wij in haar
geheel hebben gepubliceerd, maar waar-'
uit nogmaals enkele passages dienen ge
licht te worden om daarop bijzonder licht
te doen vallen.
Het is niet gemakkelijk om een con
creet antwoord te geven op de vraag,
wat cultuur Is. Het omvat meer dan
kunst en wetenschap, meer dan gedich
ten, schilderijen, bouwwerken, weten
schappelijke werken, enz.
„Cultuur is aldus de Rijkscommis
saris niets anders dan de gezamenlij
ke uitdrukking der scheppende krachten,
die in een volk leven en door den schep
penden enkeling naar voren worden ge
bracht en gebruikt om het bestaan zijn
vorm te geven".
De cultuur wortelt in een volk; deze
twee zijn niet te scheiden. Wat Nederland
aangaat mogen wjj opmerken dat de door
ons verworven cultureele goederen er ge
tuigenis van afleggen, dat ons volk een
Christelijk karakter draagt. Dat feit
sprak niet altijd even,duidelijk. Er waren
tijden van inzinking, maar Gode zij dank
ook van grootsche opleving, waarin ons
volk weer worstelend omhoog kwam en
zich zijn cultureele waarden weer terdege
bewust werd.
De Rijkscommissaris heeft er sterk
den nadruk op gelegd, dat een uit het
volk geboren cultuur ook geheel in dienst
van het volk moet staan.
„Het belangrijkste principe van onze
cultuur-opvatting is zoo zei hij dat
elke echte cultuur-prestatie slechts uit
den grond en uit 't leven van 't volk kan
voortkomen en dat z\j daarom aan dit
volk ook weer verplichtingen heeft, dat
dus de cultuur haar oorsprong evenals
haar taak altijd vindt in dienst aan het
leven van het volk".
Met dwang kan hier weinig of niets
worden bereikt.
„De cultuurpolitiek aldus de Rijks
commissaris is een gebied waarop
men door ge- en verboden weinig, door
werkelijke begunstiging, ook van mate-
rieelen aard en voorlichting, en door be-
'grijpende zorg voor de als echt en
vruchtbaar erkende waarden buitenge
woon veel kan bereiken.
„Voor afzonderlijke takken van cul-
DONDEROAG 19 FEBR. 1942.
Want Gi) hebt mij verblijd, Heere!
met uw daden; ik zal juichen over de
werken uwer handen, Ps. 92 5.
Zon
op onder
8.49 19.—
23 Febr. Eerste kw.
3 Maart Volle maan.
Maan
op ondetr
10.36 23.52
tuur, laten zich wel richtlijnen opstellen,
volgens welke zij zich moeten ontwikke
len en ontplooien. Maar juist in de kunst
kan men geen dogmatische eischen of
zelfs programma's opstellen."
Anderzijds merkte hij echter op
„Het is derhalve geenszins zoo, dat de
Kultuurkamer en de Kultuurraad nu in
een als bet ware luchtledige ruimte zijn
geplaatst in de verwachting, dat. zich
daaruit wel iets zal ontwikkelen, zij heb
ben integendeel heden en zeker morgen
een zèer belangrijke rol te vervullen: zij
moeten er toe bijdragen, dat de Neder-
landsche cultuur zonder belangrijk ver
lies aan haar gezonde substantie den
weg tot haar volkschen oorsprong en
haar bronnen en daarmede den weg door
de geestelijke en politieke omwenteling
van onzen tijd vindt."
Prof. Snijder, de president van den
Kultuurraad, heeft opgemerkt, dat het
verleden ons heeft geleerd, dat de weg
van het Nederlandsche volk niet recht
lijnig verloopt. Het staat heden aan een
keerpunt en moet in het onbekende en
ongewone zijn weg zoeken.
„Dat u den Nederlandschen Kultuur
raad hebt ingesteld om de belangen van
de Nederlandsche cultuur te be
hartigen is ons een bewijs, zoo zei prof.
Snijder, dat ook gij overtuigd zijt, 'dat
voor het nieuwe' Europa een zelfstan
dige Nederlandsche cultuur een kost
baar en onontbeerlijk bestanddeel zal
zijn."
De taak van den Nederlandschen Kul
tuurraad is geen gemakkelijke. Vele din
gen zullen moeten groeien en rijpen, al
kan aan dit groeiproces leiding worden
gegeven. Moge de Raad er in slagen
werkzaam te zijn in het waarachtig be
lang van ons volk.
(A. N. P.) In de rijk versierde zaal
van „Pulchri Studio" sprak gistermid
dag Ir Mussert, de leider der N.S.B.,
voor het kader van den Nederlandschen
Arbeidsdienst. Aanwezig waren, behal
ve het hooger en middenkader van den
Arbeidsdienst, zoowel mannen als meis
jes, o.m. een aantal functionarissen van
het hoofdkwartier der N.S.B.
Mussert begon zijn rede met in het
geheugen terug te roepen een tijd van
meer dan tien jaar geleden, den tijd
bekend als het begin van de ineenstor
ting der welvaart, maar tevens als het
hoogtepunt van de geestelijke verwilde
ring, den tijd, die den opmarsch van het
communisme voorbereidde.
In dezen tijd, waarin de leuzen opgeld
deden: „liever bloojan dan doojan", „lie
ver lui dan moe", „godsdienst is opium
voor het volk", „proletariërs hebben
geen vaderland" werd. voor het eerst
het woord arbeidsdienst te midden van
het Nederlandsche volk geworpen als een
gebiedende eisch voor de hernieuwing
van dat volk, n.l. op 14 December 1931
in het programma der N.S.B.
Spr. behandelde de moeilijke eerste
schreden van den arbeidsdienst, als op-
bouwdienst aangevangen met de resten
van hef vroegere Nederlandsche leger,
met duizenden die geen liefde hadden
tot den arbeid en wier gevoel voor de
volksgemeenschap totaal onvoldoende
was, maar toch doorgezet ondanks alle
moeiten en teleurstellingen.
Spr. zette vervolgens de beteekenis
uiteen van de revolutie, welke zich in
Europa voltrekt, als een nieuw tijdvak
waarin klassenstrijd en klassewaan wor-*
den uitgeroeid om te komen tot de nood
zakelijke volkseenheid, een tijdvak, waar
in elk volk w.eer wordt erkend als werk
gemeenschap, gebaseerd op den arbeid
en op het besef, dat arbeid de grond
slag is van 's menschen bestaan.
De revolutie.van heden heeft mede ten
doel, de eer van den arbeid te herstellen.
Een van de middelen daartoe is de ar
beidsdienst, waar het trotsche devies
„ick.dien" komt, in de plaats van het:
ik moet verdienen.
Voorts behandelde spr. de beteeke
nis van den Arbeidsdienst als schakel in
de opvoeding van den modernen jongen
mensch, niet alleen voor den werklooze
of voor de zonen van Jan Boezeroen,
met vrijstelling van de vaderszoontjes,
maar het gansehe volk. Ten eerste door
het bijbrengen van orde, tucht en disci
pline, door de opvoeding tot netheid en
frischheid, ten tweede door de óntwik-
keling van den eerbied voor den arbeid,
het uitdrijven van de luiheid, de vrees
voor hetvuil maken van de handen,
ten slotte door de ontwikkeling tot ge-
meenschapsmensch, tot sociaal voelend
wezen, tot zoon en dochter van ons volk,
waardoor men leert, zijn aangeboren
egoistische instincten in toom te houden.
Het vinden van geschikte werkobjec-
ten voor den Arbeidsdienst zal moeilijk
heden géven. Men mag daarbij den ge
wonen arbeid niet beconcurreeren, noch
het natuurschoon aantasten.
Zeker zal de Arbeidsdienst nog ob
jecten kunnen vinden in landontginning
en droogmaking, maar meer nog in ver
hooging van natuur- en stedenschoon, in
behoud van monumenten, waardoor te
vens de liefde tot den bodem en voor de
schoonheid van ons vaderland wordt
aangewakkerd.
In de opvoeding van den modernen
mensch is de Arbeidsdienst slechts een
schakel. Na de opvoeding aanvankelijk
door de moeder alleen, daarna door de
ouders, in de scholen, waar ouders en
kerk hun natuurlijken en rechtvaardigen
invloed hebben, maar waarbij de Jeugd
storm het volksverbindende element zal
vormen, en vervolgens in den Arbeids
dienst komt als sluitstuk de militaire
dienst.
In het nieuwe Europa zal
er een streng onder s,c h e i d
zijn tusschen degenen, die
al of niet de wapenen mo
gen dragen en het Neder
landsche volk als Ger-
maansch volk zal.dit recht
stellig ontvangen.
In het komende Europa zullen de Ger-
maansche volkeren, als zijnde van eenen
bloede, lotsverbonden op leven en dood,
schouder aan schouder naast elkander
staan. Velen verstaan dit nog niet, maar
het is een historische noodzakelijkheid
en het Nederlandsche volk worde zich
hiervan bewust. De dagen van 1014
Mei hebben getoond, dat een afzonder
lijke Nederlandsche weermacht geen re
den van bestaan heeft.
In de toekomst zal de