Zaterdag 3 Januari 1942
Voor den Zondag
DAGKALENDER.
t De toekorr&t.
ZATERDAG 3 JAN. 1942
56e JAARGANG - No. 78
saris-rijksmlnister Seyss Inquart.
Bureaux Lange Vorststreat 70, @©es
Postrekening 44455 - Telefoon 2438
Bijkantoor Middelburg;
Firma Boekhandel J. J. FANOY
lange Giststraal 34 en Noordweg 155
Abonnementsprijs f 2.73 per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelburg
Goes en plaatsen waar een agent is
aangesteld f 0.21
Losse nummers 6 cent
Familieberichten 33 cent per regel
Overige adverteniiën 30 cent per regel
Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel
Kleine advertentiën f 0.55 bij vooruitbetaling
Acvertentiën onder letter of motto 10 6t. extra
Bij-contract belangrijke korting
f T~ 56e
ONDAIisblad'-j:
P<1 77771*
EEUW
OPEN VENSTERS TEGEN
JERUZALEM AAN.
Hij nu had in zijn opperzaal open
vensters tegen Jeruzalem aan.
Daniël 6 11 m.
Deze woorden staan in den Bijbel tus-
sehen haakjes. Niettemin zijn ze ">s.n gioo-
te beteekenis.
Het gaat hier over Daniël. Deze groote
in het Koninkrijk Gods en in het koninkrijk
van Darius, den Meder, werd door zijn col
lega's, die bij hem in de schaduw niet staan
konden, gehaat. Ze zonnen op plannen Da
niël onmogelijk te maken. Ge weet wat ze
uitgevonden hebben om hem te treffen. De
koning Darius, niet vermoedend hun boos
opzet tegen Daniël, teekende op hun ad
vies een wet, dat niemand in 30 dagen
eenig verzoek mocht doen tot een god of
een mensch, dan alleen tot den koning Da
rius. Als iemand het deed de kuil der
leeuwen zou zijn deel zijn.
Daniël zal wel gevoeld hebben: het is om
mij te doen. Wat deed hij nu? Wat zouden
w ij gedaan hebben Het bidden staken 30
dagen, denkende: och, de Heere weet er
alles van; we kunnen toch ook stil, in ge
dachten, bidden en behoeven ons niet moed
willig in gevaar te begeven? Waarschijn
lijk zouden velen van ons zoo geredeneerd
hebben om het leven te sparen. Maar Da
niël deed zoo niet. Hij gaat door zooals hij
dat gewoon is. Hij b 1 ij f t bidden, open
lijk -zoodat zijn vijanden hem op hee-
terdaad hebben kunnen betrappen. Hij was
gewoon drie maal daags te bidden, en blééf
dat doen, ook na dat besluit, precies zooals
hij dat daarvóór gedaan had. Hij had om
te bidden open vensters tegen Jeruzalem
aan, zegt ons de Bijbel, zoo tussehen haak
jes.
Open vensters moet de mensch hebben in
zijn leven. Het is pikkedonker op aarde en
in het leven door de zonde geworden. De
menschen weten dat bewust of onbewust,
en gaan zoeken naar licht. Naar alle kanten
worden vensters gemaakt om licht op te
vangen.
Maar dit baart den mensch groote te
leurstelling. We zien het eene venster na
het andere zich dan ook weer sluiten
alles potdicht en donker, zooals dat is in
dezen tijd, waarin we 's avonds alles ver
duisteren moeten om geen straaltje licht
door te laten. Van hier en daar heeft de
mensch gehoopt op een straaltje licht. En
och, er is soms ook wel wat 1 gevallen
kunstlicht, van beneden ontstoken en
even vergankelijk als alles wat van bene
den is.
Zoo is het vandaag met ons. Zoo was
het ook in de dagen van Daniël en in zijn
leven tijdens die 30 dagen. Van alle kanten
loerde het gevaar in de duisternis; beklem
mend en angstig maar Daniël was niet
Wat de toekomst brengen moge,
Mij geleidt des Heeren hand;
Moedig sla ik dus de oogen
Naar het onbekende land.
Laat mij volgen zonder vragen;
Vader, wat Gij doet is goed!
Leer mij slechts het heden dragen
Met een rustig, kalmen moed.
Laat mij niet mijn lot beslissen.
Zoo ik mocht: ik durfde niet.
Ach, hoe zou ik mij vergissen,
Als Gij mij de keuze liet!
Wil mij als een kind behand'Ien,
Dat alleen den weg niet vindt;
Neem mijn hand in Uwe handen
En geleid mij als een kind.
Waar de weg mij brengen moge
Aan des Vaders trouwe hand,
Loop ik met gesloten oogen
Naar het onbekende land.
JACQUELINE v. d. WAALS.
benauwd. Hij leefde zooals hij altijd geleefd
had in het dreigend gevaar: biddend voor
de open vensters tegen Jeruzalem aan.
Daar in Jeruzalem woonde de Heere.
Daarheen richtte hij zijn blik, als hij bad.
Hij verwachtte het dus alles en alleen van
zijn God. Van zichzelf niet, van geen mensch
en geen schepsel, maar uitsluitend van den
Heere, den almachtigen en getrouwen Ver
bondsgod.
En Daniël is niet beschaamd geworden,
al moest hij ook in den leeuwenkuil de
donkerte en de diepte in vol gevaren. Zijn
God heeft hem bewaard en gered.
Vensters maken de menschen naar links
en naar rechts, naar alle zijden maar al
die vensters gaan dicht vaak. Dan is alle
licht afgesloten.
Daar is ook een venster naar Boven, naar
God; waar stralenbundels van het heerlijk
ste en weldadigste licht door naar binnen
stroomen. God zelf heeft in Christus dat
venster gemaakt, en Hij houdt het steeds
open. Wij mogen en wij kunnen bidden in
onzen grooten nood, en we mogen daarbij
weten: die nood kan groot zijn en grooter
worden; we. kunnen moeten gaan door de
donkerte en de diepte van het lijden en de
smart maar het einde zal wezen, dat wij
zullen kunnen zingen: „Die in den nood
mijn Redder is geweest!"
God geve genade aan ons, nü in deze tij
den, open vensters tegen Jeruzalem aan.
D.w.z. dat wij kunnen bidden en blijven
bidden en de toekomst verwachten van
Hem, die onze God en Vader is geworden
in Christus. Want zóó alléén wijkt de duis
ternis en b 1 ij f t het licht; wordt de nacht
zelfs tot dag.
Open vensters tegen Jeruzalem aan
die ontbreken te veel. Dat is de ellende in
het leven van de menschen. Waren er meer
open vensters tegen Jeruzalem aan, er zou
meer blijdschap zijn en vertrouwen, meer
hoop, meer dankbaarheid en levenswijding
aan God, meer gehoorzaamheid en volhar
ding ondanks alle bedreiging en donkere
levenssehaduwenmeer een roemen in de
genade en in de heerlijkheid Gods in Jezus
Christus geopenbaard en gegeven.
Open vensters tegen Jeruzalem aan
mcgen die er maar meer komen dit jaar!
Kruiningen. J. K o o 1 s t r a.
Enkele opmerkingen over het z.g.
„moeilijke kind" in het gezin.
(Vervolg.)
Een derde verkeerde opvatting kan ik
het best met het volgende geval uit de
praktijk illustreeren
In een kruidenierswinkel staan eenige
moeders met kinderen te wachten, tot ze
geholpen worden. Een moeder heeft een
klein kind bij zich van een jaar of ander
half. Een andere moeder, vergezeld van een
jongetje van een jaar of acht, negen, zegt
tot de eerste mama: „Wat een schat van
een kind! Zoo zijn ze nog zoo lief, hè. Maar
als ze eenmaal een jaar of vijf zijn, vind ik
er niets meer aan".
Het kind is blijkbaar levensversiering,
speelpop, amusementsvoorwerp en juist
wanneer bij het kind zijn persoonlijkheid
zich gaat vertoonen, wanneer het dus boei
end en belangwekkend wordt, maar wan
neer het ook juist toewijding, geduld en
goede observatie eiseht, vindt men het hin
derlijk, lastig.
Men gebruikt de mogelijkheden niet, die
in het kind leven. Mep, mist, om met Jan
Ligthart te spreken, de kracht het te ge
bieden, de kracht, de potentiëele deugden
reëeel te maken; men kan alleen maar ver
bieden: „Ga weg, houd je mond, loop niet
voor mijn voeten, zit niet overal aan, houd
je groote schreeuwleelijk, spreek niet als
groote menschen spreken" en is het aldus
onopgevoede, alleen geremde kind in den
jeugdleeftrjd gekomen, dan is er geen huis
meer mee te houden en dan beklaagt men
zich bij buren en vrienden over het kruis,
zoo'n moeilijk kind te hebben.
Ook hier is weer de grondfout schij n -
liefde, vooral in de kleine kinderjaren,
maar in wezen egoïsme en eigen
liefde.
De liefdesopgave eiseht een maximum
aan gemeenschapsgevoel, vooral ten opzich
te van het eigen gezinsleven. Nergens
wreekt zich egoïsme en domme drang tot
zelfhandhaving meer dan hier. Er ontstaat
een steeds heftiger prestige-strijd tussehen
de betrokkenen en men raakt steeds meer
van elkander af.
Het gaat in de opvoeding om de juiste
verhouding tussehen vrijheid en ongebon
denheid. Wij moeten gelegenheid geven tot
iet „01 a"
■ilke voor
.1. tot en
vezen ter
en aard
en met
idigheids-
,e bonnen
aangewe-
■ember j.l.
ordt ver-
Jan. a.s.
t om te
5, die ver-
len mede
k zouden
T.
art zullen
len 11—17
vetkaart
i aan per
en arbeid
geven op
mdvet in
d gebruik
„vet een
arkte bon-
I hun sla-
een ont-
n. Per 2
200 gram
aflevering
n het tijd-
.ïari a.s.
half rant-
men boter
deze bon-
idsperiode,
a. a.s., bij
vaarbij de
>rden ver-
ZATERDAG 3 JAN. 1942.
Wjj zullen het niet verbergen voor
hunne kinderen, voor het navolgende
geslacht, vertellende de loffelijkheden
des HEEREN, en zijn sterkheid, en zijn
wonderen, die Hij gedaan heeft.
Ps. 78 4.
Zon
op onder
9.48 17.41
Maan
op onder
18.59 9.50
10 Jan. Laatste kwartier.
16 Jan. Nieuwe maan.
ZONDAG 4 JAN. 1942.
Zij zal ons niet berouwen
De keus van 't smalle pad;
Wij kennen den Getrouwe
Die ons heeft liefgehad.
Zon
op onder
9.48 17.43
Maan
op onder
19.59 10.30
VERMINDERING VAN HET
VLEESCHRANTSOEN.
Zooals reeds eerder is bekend gemaakt
wordt met ingang van 4 Januari het
vleeschrantsoen verminderd. Van ge
noemden datum af geven in verband
daarmede, de met de letter B gemerkte
bonnen van de vleeschkaart. recht op het
koopen van "een kwart rantsoen vleesch
of vleeschwaren, in plaats van een half
rantsoen.
De voor de week van 4 tot en met 10
Januari a.s. aangewezen bonnen 02 A ge
ven dus elk recht op het koopen van één
rantsoen, de bonnen 02 B op een kwart
rantsoen vleesch of vleeschwaren.
Prof. Dr H. C. L. E. Berger.
Bij besluit van den secretaris-generaal
van het Departement van Sociale Zaken
van 16 December 1941 is, met ingang van
1 Jan. 1942 op zijn verzoek Wegens het
bereiken van den pensioengerechtigden
leeftijd aan Prof. Dr H. C. L. E. Berger
eervol ontslag verleend als hoofdinspec
teur van de volksgezondheid bij den
dienst welke in het bijzonder is belast
met het toezicht op de naleving van de
Vleeschkeuringswet.
Prof. Berger is met ingang van 1 Jan.
1942 benoemd tot raadadviseur in tij de-
lij ken dienst bij het Departement van
Sociale Zaken. r
heett dij ae jaarswissenng ccu upiucp
gericht tot het Duitsche volk.
Vervuld van den"wil tot strijden en
van het vertrouwen in de toekomst heb
ben het fifont en het vaderland elkaar de
hand gereikt. Beide zijn er vast van
doordrongen, dat slechts een roemrijke
overwinning een zegenrijken vrede zal
brengen.
In een heldenstrijd, welken zelfs onze
vijanden niet kunnen- loophenen, hebben
onze soldaten overwinningen bevochten,
die haar weerga in de wereldgeschiede
nis niet kennen.
En ook het vaderland zal handelen als
tot dusver. Wij weten, dat wij ons be
perkingen moeten opleggen, doch wij ach
ten dat woord niet, want de behoeften
nilla gevlucht en zou hij gewond zijn.
Generaal Wavell bevel
hebber in Oost-Azië?
Generaal Wavell zal waarschijnlijk,
naar het Zweedsche blad „Svenska Dag-
bladet" uit Londen meldt, tot chef van
de geallieerde strijdkrachten te land in
het Verre Oosten en de Amerikaansche
admiraal King tot chef van de zeestrijd
krachten in dat gebied worden benoemd.
Naar het Blad verder meldt, meent men
in Londen te weten, dat Washington het
hoofdkwartier der operaties in den Stil
len Oceaan en Londen het hoofdkwartier
voor de gevechtshandelingen dei geal
lieerden op de andere fronten zal wor
den.
•r ingetre-
jaar 1941
ijn en dat
achten van
irven kon
r wij voor
.den, maar
en Fiihrer
m en han-
afgeloopen
dat oogen-
ijn hebben
ter her-
a dit oude
len Engel-
p den Bal-
as dit een
het toen
deland. De
ing tot een
ar de over
macht van
d.
oor de ni
chten van
stratischen
ie godslas-
Roosevelt
luropa ver-
a van. Stalin
ie met het
.ropa, maar
1 te onder-
i uitbuiting
achten van
massa, met
verblinding,
slotte bru-
de wereld
;slissing zjj
ing om de
even tegen
ale samen-
de de Füh-
en hecht
deze plan-
mende be-
voornaam-
dragen zou
tsche leger
t tientallen
uitgevoerde
dictatuur over
180.0Ö0.000 menschen. Deze veldslagen
zijn geleverd. Waren de overwinningen
van 1940 van een tot toen nimmer be
reikten omvang, de overwinningen van
1941 zijn de grootste van alle tijden.
Nog nooit in de geschiedenis is een zoo
groot aantal soldaten en zijn zoo groote
hoeveelheden oorlogsmateriaal op el
kander gebotst, ja kunnen binnen afzien-
baren tijd op deze wijze weer op elkander
botsen. Nog nooit zijn zoo groote mas
sa's, die in aantal de totale bevolking
van een reeks Européesche staten over
treffen, verslagen, vernietigd en gevan
gen genomen, nog nooit zooveel wapens
en een zoo overvloedig materiaal ver
bewapening van een
nield of buitgemaakt. Met bewondering
zenden wij een groet aan onze soldaten
aan het Oostelijk front, eerbiedig bui
gen wij ons voor de gesneuvelde kame
raden.
Nog staat een harde taak
voor ons. Sedert 22 Juni van
het afgeloopen jaar en sedert
de deelneming van Japan aan
deze wereldworsteling zijn
wij op het beslissende keer
punt van het lot gekomen,
dat voor de komende eeuwen
bepalen zal, welke zedelijke
krachten het leven der vol
keren zullen vormen..
- Wij twijfelen er niet aan, dat onze
tegenstanders alles wat in hun vermo
gen ligt zullen concentreeren om ons
het hoofd te bieden," nu hun plan om
ons na de bewapening en mobilisatie
van alle krachten hunner wereldcoali
tie op het door hen gekozen tijdstip te
overvallen, door de vastberaden daad
van den Führer is verijdeld.
Wij en onze bondgenooten
zijn echter na de ervaringen
van den eersten wereldoor
log even vastbesloten om al
le en ook onze laatste krach
ten op te roepen voor de vrij
heid van ons volksche leven
en in dezen eindstrijd te wer
pen.
Wat in dien tusschentijd aan het Oos
telijke front geschiedt, herinnert ons,
die den veldtocht hebben meegemaakt
aan den slag in de Karpathen in den
winter van 1914—1915, niet als een
soortgelijk historisch verloop maar als
aan het teeken van dezelfde, in wezen
primitieve, strategische bekwaamheden
van de bolsjewistische generaals even
als vroeger van de keizerlijke Russische.
Grootvorst Nikolajewitsj kon toen on
danks plaatselijke successen tengevolge
van de wintersche omstandigheden, geen
beslissenden slag toebrengen. Uiterst
bloedige verliezen echter verzwakten de
Russische legers, die in het voorjaar van
1915 geen weerstand konden bieden aan
den aanval van de verbonden troepen
bij Tarnof en Gorlitz. Wat de bolsjewie
ken als successen te boek willen stellen,
is de door het Oostelijk leger voltrok
ken wil van den Führer. Den waanzin
van omvangrijke en onder de heerschen-
de wintersche omstandigheden nutte-
Looze aanvalshandelingen, laten wij rus
tig over aan de bolsjewieken tegelijk met
de, tengevolge van den invloed der kou
de buiten verhouding gestegen totale
verliezen, want de onder zulke «mstan-
digheden in den aanval gewonde sol
daten vriezen meestal dood, voordat hun
hulp kan worden gebracht.
Het voorjaar van 1942 ech
ter zal ons leger niet in het
Westen van Galicië, maar
voor Moskou en Rostof in den