Christelijk Dagblad voor Zeeland
ZATERDAG 25 OCT. 1941
5 6 e JAARGANG No. 22
Bijkantoor Middelburg:
Firma Boekhandel J. J. FANOY
lange Gislslraat 34 en Noordweg 156
Directeur-Hoofdredacteur:
A. DE LANGE te Goes
Zaterdag 25 October 1941
56e
Jaar
gang
No. 4
Voor den Zondag
Uit het jaar 1878.
DAGKALENDEK.
ties.
r
vraagd:
'LANTEN,
ied, Hornet.
pHOUT,
Zaadhandel,
|5, Telef. 2789,
F VAARS,
October,
LFDE VAARS.
Oostkapelle.
iOP:
ARS.
Kleverskerke.
sopI
vLFVAARZEN,
ening.
Zanddijk,
WART BONTE
;an die na be-
:e kosten terug
te Meliskerke.
Jvraagd:
kAR MODEL,
r banden.
FHOUT,
5, Telef. 2789,
Zaadhandel.
DO I E R S
TEN NAGRAS
OP.
in te kuilen.
OP:
ASSE A,
en 35/45.
Grijpskerke
BAKKERS-
.NKOMENDE.
19, Bureau „De
Irkomt en ge-
zieke Varkens,
>eien, Schapen,
5 K.G. baaltje
tJNSE ZN,
ECHT
gd.
geersweg, Mid-
Cointre N.V., Goes.
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes
Postrekening 44455 - Telefoon 2438
«-*• 0< CD .Q
ÖNDAdSBLAD
fl- I
EEUW
HET VERTROUWEN VAN DEN
APOSTEL IN HET GODDELIJK WERK.
„Vertrouwende dit zelve dat Hij,
Die in u een goed werk begonnen
heeft, dat voleindigen zal tot op
den dag van Jezus Christus".
Philipp. 1: 6.
Troostrijk zijn de woorden die de Apostel
schrijft aan de gemeente die te Filippi is,
ook in onzen tekst dien wij hierboven
plaatsten. Hij schrijft van het goede werk
wat de Heere in die plaats begonnen was.
Daarvan kon hij getuigen, omdat hijzelf
het middel in 's Heeren hand geweest was
van dit goede werk.
Zeer onverwachts werd hg geroepen om
in deze plaats het Evangelie van Jezus
Christus uit te dragen. Het was niet zijn
bedoeling als hij met Silas uit Antiochië
vertrok om naar Europa te gaan, neen, hij
wilde in zijn tweede zendingsreis de ge
meenten in Klein-Azië versterken. Doch de
Geest liet hen niet toe, in Azië verder te
reizen. De deur werd aldaar voor de ver
kondigers van goede boodschap gesloten.
Zoo kwamen zij dan te Troas aan de zee.
Het zendingsgezelschap was te Lystre reeds
vermeerderd met Timotheus, die met hen
ging en te Troas schijnt Lucas de medicijn
meester zich bij hen gevoegd te hebben.
In den nacht zag Paulus een Macado-
nisch man, die riep: „Kom tot ons over en
help ons!" hetwelk voor Paulus de aange
wezen weg was dien hij had te gaan. Hij
trok den Hellespont over en zoo over Sa-
motrace naar Filippi.
Daar zien we het werk Gods verheerlijkt
aan Lydia. Onder de prediking van Paulus
opent de Heere haar hart. De Heere ver
volgt Zijn werk in de bekeering van den
stokbewaarder. Ja, de gemeente van Chris
tus wordt daar gesticht. Het goede werk
komt openbaar. De Heere heeft het werk
der genade in hun hart verheerlijkt. Daar
van geven zij blijk. Hieraan zult gij hen
kennen, dat zij de broeders liefhebben. Van
die liefde getuigt de Apostel in Phil. 4:10
1516, en maakt er melding van in den
brief aan die van Corinthe. (2 Cor. 11: 9.)
Hoe kenmerkt zich Gods werk, verheer
lijkt aan Zijn volk. Zij krijgen liefde tot
God, Zijn dag, Zijn Naam, en deugden. Dus
een verlaten van de zonde en een gaan tot
Hem met den uitroep: „O God, wees mij
zondaar genadig!"
's Menschen werk verhoogt den mensch;
Gods werk vernedert hem. Wat wordt er
een buigen en verootmoedigen -onden bij
hen, die dat goede werk mogen mdervin-
den. Dan is de uitroep met Ruth: „Waar
om heb ik genade gevonden in Uwe oogen,
dat Gij mij kent, daar ik een vreemde ben?"
Dat goede werk heeft zijn grondslag in
God. Het is gegrond in het welbehagen
Gods, Die Zich in genade en barmhartig
heid wil verheerlijken aan den uitverkoren
DEN HEER TOEGEWIJD.
Neem mijn leven, laat het Heer,
Toegewijd zijn aan Uw eer.
Maak mijn uren en mijn tijd
Tot Uw lof en dienst bereid.
Neem mijn handen, maak ze sterk
Door Uw liefde tot uw werk.
Maak, dat ik mijn voeten zet
Op de wegen van uw wet.
Neem mijn wil en maak hem vrij,
Dat hij U geheiligd zij.
Maak mijn hart tot Uwen troon,
Dat, o Heer, Uw Geest er woon'.
Neem ook mijne liefde, Heer;
'k Leg voor U haar schatten neer.
Neem mij zelf, en 'tallen tijd
Ben ik aan U toegewijd.
zondaar. En dat welbehagen Gods gaat
door de hand van Christus gelukkiglijk
voort.
Hij, de Gegevene des Vaders, heeft den
weg gebaand door Zijn dierbaar bloed, dat
de Vader, met behoud van Zijn deugden,
dat goede werk kan verrichten door Zijn
Geest, Die uitgaat van den Vader en den
Zoon.
Deze Geest neemt intrek in de harten
van dat volk, hen overtuigende van zonde,
gerechtigheid en oordeel. En als hun Leids
man, leidt Hij hen tot die fontein, die er
geopend is voor het huis van David en de
inwoners van Jeruzalem.
Wat een troost voor Gods Kerk hier in
het strijdperk, dat de Heere dat werk wat
Hij begonnen is zal voleindigen. Hij zal niet
feilen in Zijn trouw, noch Zijn verbond ooit
schenden. Dat is Zijn toezegging aan Zijn
volk, en door het geloof wordt het aan
vaard. De Heere zal het voor mij voleinden,
Uwe goedertierenheid, Heer, is in eeuwig
heid, zegt David. Ps. 138: 8. En Paulus zegt
in 1 Cor. 1: 9: God is getrouw door welken
gij geroepen rijt tot de gemeenschap van
Zijnen Zoon Jezus Christus. Hij zal het vol
einden tot op den dag van Jezus Christus.
Van een drieërlei dag van Christus wordt
er melding gemaakt:
1. Een dag van Christus in
dit leven. Het is een dag van Christus
wanneer een zondaar in Hem als in den
levenden wijnstok wordt ingeënt. Dus daar,
waar dat goede werk begint. Eten dag van
Christus daar, waar de mensch zich verlo
ren kent en Hem door het geloof mag aan
schouwen als den eenigen weg ter zalig
heid.
Eten dag van Christus, wanneer Hij Zich
plaatst tussehen een vertoornd Rechter en
een verloren zondaar, die daar sprakeloos
nederligt, Gods deugden en gerechtigheden
omhelzende. En de stem van een verzoend
Vader mag hooren, en in de vrijheid der
kinderen Gods gesteld worden. EIn alsdan
Gods Geest met onzen geest getuigt, dat
wij kinderen Gods zijn.
2. Het is een dag van Chris
tus. Wanneer dit aardsche huis dezes ta
bernakels verbroken Wordt. Dan worden zij
door Christus tegemoet gereisd, Die hen
brengt in het huis Zijns Vaders met zijn
vele woningen.
3. Het is een dag van Chris
tus. En hierop ziet de Apostel wel in het
bijzonder, wanneer Hij zal komen op de wol
ken des hemels met Zijn tienduizenden
troongeesten, om hen te stellen aan Zijn
rechterhand, om eeuwig met Hem te zijn
in een nieuwen hemel en op een nieuwe
aarde, waarop gerechtigheid woont. Geen
vervloeking zal er meer tegen iemand zijn,
en de troon Gods en des Lams zal daarin
zijn.
En aldaar zal geen nacht zijn, en zij zul
len geen kaars noch licht der zon van noo-
de hebben; want de Heere God verlicht hen
en zij zullen als koningen heerschen in alle
eeuwigheid. Dat goede werk mocht aan ons
allen verheerlijkt worden. Dat goede werk
is noodzakelijk, om hier getroost te leven
en om eenmaal getroost te sterven.
Yerseke. Ds A. VAN STUYVENBERG.
In ons vorig Zondagsblad drongen wij er
op aan, in de gezinnen, in onze vereenigin-
gen en op onze scholen aandacht te schen
ken aan wat de pioniers, de voortrekkers
op zoo velerlei terrein der Christelijke ac
tie onder Gods zegen tot stand hebben mo
gen brengen, teneinde door hun geloofs
moed te worden gestaald.
Wij willen nu in het kort iets over het
jaar 1878, het jaar, waarin over het Chris
telijk onderwijs de doodsklok werd geluid,
vertellen.
Minister Kappeyne van de Copello kwam
met een nieuwe onderwijswet, die wel wat
goeds bracht. Zij schreef ruime, lichte en
luchtige lokalen en kleinere klassen voor.
De kweekelingen zouden voortaan niet meer
meetellen als leerkrachten. Maar het was
onrechtvaardig, dat de voorstanders van
het Christelijk onderwijs moesten meebeta
len aan een school, die zij voor hun kin
deren niet wenschten, terwijl de instand
houding der bijzondere scholen op de
zwaarste offers zou komen te staan.
Op 18 Juli 1878 werd het ontwerp door
de Kamer met 52 tegen 30 stemmen aan
genomen.
Maar het volk was in beweging gekomen.
Op Maandag 22 Juli was er in geheel
Nederland bidstond. Het geloovige volks
deel stroomde naar de kerken en smeekte
God om uitkomst voor de vrije schooL
Dienzelfden dag begon de actie voor het
groote volkspetitionnement, waarin men
den Koning verzocht om recht voor de
School met den Bijbel.
Lx v ij f dagen, van Maandag 22 Juli tot
Vrijdagavond 26 Juli teekenden 305.869
personen van 20 jaar en ouder het smeek
schrift. Voorts werd de petitie nog onder-
Abonnernentsprt|s 2.73 per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelburg
Goes en plaatsen waar een agent Is
aangesteld f 0.21
losse nummers cent
Familieberichten 33 cent per regel
Overige odverlenliën 30 cent per regel
Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel
Kleine edverlentiën f 0.55 bij vooruitbetaling
Advertenliën onder letter of motto 10 ct. extra
Bij contract belangrijke korting
SEN
van
>par-
het
ont-
Icht-
3teld
;oor-
<ij is
oger
r het
xem-
i a t
s t e
o n
t e -
d e
1941
van
3 om
crek-
ver-
door
ieks-
iften
een
ilijke
'ond-
;ene-
oiige
ohte-
geld-
Iden.
gave
enis-
ver-
zich
echt-
a bij
:ken-
rrekt
dijke
xsing
zie-
ver-
ZATERDAG 25 OCT. 1941.
Van u, o mjn Sterkte! zal ik psalm
zingen: want God is mijn hoog Vertrek,
de God mijner goedertierenheid.
Ps. 59 18.
MILITAIRE DESKUNDIGEN TE
GEN BRITSCHE INVASIE.
(S. P. T.) „Is Engeland bij machte
een invasie op het continent te onder
nemen?" luidt het opschrift van een
rondvraag van het Londensche blad
„Picture Post".
De Britsche militaire deskundige Lid-
dell Hart beantwoordt deze vraag ont
kennend. Ook de bekende militaire des
kundige generaal-majoor Fuller houdt
een invasie op bet contingent voor onmo
gelijk.
GEVOLMACHTIGDEN VOOR
N.-BRABANT EN UTRECHT.
De Rijkscommissaris Heeft tot de vol
gende personeelswijzigingen besloten:
1. De gevolmachtigde voor de pro
vincie Noord-Brabant, Ritter-
busch, heeft een aanstelling gekregen in
de partijkanselarij. Tot gevolmachtigde
voor de provincie Noord-Brabant werd
de gevolmachtigde voor de provincie
Drente gouw-inspecteur Thiel, benoemd.
2. De gevolmachtigde voor de pro
vincie Utrecht, dr Joachim, heeft een
Het Rijksbureau voor huiden en leder
heeft aan iederen schoenmaker een prijs
lijst toegezonden, die de prijzen vermeldt
van de klasse waarin hij is ingedeeld en
die zichtbaar in winkel of werkplaats
opgehangen moet worden.
Een verschuiving van klanten van
dure naar goedkoope schoenmakers is
vrijwel uitgesloten, want iedere schoen
maker krijgt een bepaalde hoeveelheid
leer, waarmee hij toe moet komen, zoo
dat men hoogstwaarschijnlijk bij een
man, waar men nooit geweest is, niet ge
holpen wordt.
d.
■ting.
<chen
;ende
«p de
x de
3 ge-
t een
tak
eljk-
.uurd
erste
eigen
je-
deze
x be-
hten,
orga-
want
voor-
7 a n
e n
n d-
3e t
7 a n
lk in
it al-
nder,
Tfrond
ande
stand
•■hers,
x den
x het
xn de
an de
land
en de
land
a, die
moet
at de
van
a on-
pacht
of vestiging kunnen uitschakelen. De
landstand zal ook het recht krijgen voor
stellen te doen betreffende vertegen
woordigers van den landbouw in alle
belangrijke corporaties, die beslissen
over landbouwbelangen.
De zorg voor vrouw en kind ten plat-
telande biedt een breed terrein van ac
tie. Achting en begrip voor arbeid en le
ven op het land moeten behouden en
gewekt worden. Ook de staat zal hier
met den landstand samenwerken en bij
de opstelling van het leerplan der vak
scholen voor den landbouw meer dan
<3ön
op onddP
8.22 18.25
Maan
op onder
13.50 22.48
8? Oct. Eerste kwartier,
Nov. Volle maan.
ZONDAG 26 OCT. 1941.
Dat w' U deez' dag, o Jezuswijden
Hem vrooljk vieren in den geest,
Den dag, waarop wjj ons verblijden,
Dat Gij weer uit het graf verreest.
Zon
op onder
8.24 18.23
Maan
op onder
14.39 23.53
tot dusver ideëele gezichtspunten op den
voorgrond moeten stellen.
De zorg voor den landarbeider mag
niet beperkt blijven tot een rechtvaar
dige regeling van de landeljke arbeids-
en loontoestanden. Behalve dit moet de
innerlijke verbondenheid van den land
arbeider en zjn gezin met de plaats van
arbeid op de hoeve versterkt worden.
De opvoering der productie, het berei
ken van topprestaties in ieder bedrijf
was tot dusver reeds een der voornaam
ste taken, die het staatsbeheer en de tot
dusver aanwezige bonden en organisa
ties te zarnen hadden.
De landstand zelf zal uit eigen recht,
eigen aandrift en ook met eigen midde
len opbouwwerk leveren en „door onder
wijs- en proefbedrijven het functionnee-
ren van de staatsinstituten en van de
ambtenaren steunen
Een deel der tot dusver omschreven
werkzaamheden stond ook reeds op het
werkplan van de bestaande organisaties
van den landbouw. Alles, dat tot dusver
aan voorbereidend werk is geschied,
wordt definitief gestaafd door de samen
vatting in den landstand.
De tot dusver aanwëzige
stands- en beroepsorga
nisaties zullen met haar
werk niet ver ni e tigd maar
opgenomen worden in een
grooter geheel, waar-haar
arbeid, v r j van alle tot
dusver aanwezige juridi
sche of politieke beper
kingen, voortgezet zal
worden.
De in de verordening opgenomen mo
gelijkheid tot inschakeling baant voor
deze bonden den geschiktsten weg. Ver
wacht kan worden, dat de meerderheid
der bestaande organisaties deze moge
lijkheid niet zal laten voorbijgaan. De
door de inschakeling ontstaande juridi
sche consekwenties zullen door een spoe
dig te verwachten uitvoeringsverorde
ning geregeld worden.
Terwijl de inschakeling het middel is
om de beroeps- en standsorganisaties de
finitief te verbinden met den landstand,
geeft de verordening door de aanhech
ting van de organisaties en bonden de
mogelijkheid een verband tot stand te
brengen met die privaatrechtelijke cor
poraties, die zich bezighouden met de
opvoering der productie en met andere
bedrjfshuishoudelijke taken, dus bijvoor
beeld veefokvereenigingen, vereenigingen
voor het fokken van hengsten enz. Deze
organisaties behouden daarmede haar
juridische zelfstandigheid, doch moeten
zich met haar werk voegen in de alge-
meene plannen van den landstand.
Als derde arbeidsgebied naast de zorg
voor en de regeling van de bedrjfshuis-
houdeljke toestanden heeft de landstand
ook tot taak mede te werken aan de
voedselvoorziening.
Met behoud van de uitsluitende ver
antwoordelijkheid van den staat in de
leiding van de voedselhuishouding juist
in oorlogstjden bestaat hier de weg om
vooral bij het provinciale en plaatselijke
instanties een samenwerking vol ver
trouwen tot stand te brengen tussehen
het staatsbestuur en de vertegenwoordi
gers van den landstand.
Daarnaast echter ool^. de verplichting
om zjn leden te overtuigen van de nood
zakelijkheid ook van harde maatregelen.
Zoodra deze wisselwerking tussehen den
staat en landstand tot stand is gebracht,
is het tjdperk van de crisisorganisatie
definitief overwonnen.
De inwendige organisatie van den
landstand zal voor het geheele Staats-
gebied uniform zjn. Zj berust op de
door den boerenleider op te stellen sta
tuten. Ook zjn financieele aangelegen
heden regelt de landstand zelf, op grond
van de bijdragen van zijn leden.
De hoofdtaak van den landstand is en
bljft de van alle politieke en overige
beperkingen vrje samenvatting van het