Afsobeidspredicatle Ds P. J. Steinz.
Binnenland
„De groote Ketter"
Wanneer verduisteren?
Uit de Provincie
Indrukwekkende dienst In de Groote Kerk te Goes.
FEUILLETON
wijzigingen in prov. bestuur
van noord-holland.
engelsche luchtaanvallen.
in limburg.
men, zoodat geen onderscheid tusschen
de verbruikers al naar gelang hun huis
1 i/c* 4 of meer den vier kamers telt,
meer v, orden e naak t
2. Alle V6J o. ..Kers in do categorie
„centrale vei warning" de verwarming
met betrachting van de uiterste zuinig
heid zullen kunnen stoken en tijdens een
eventueele vorstperiode bevriezing van
het buizennet kan worden voorkomen.
De toeslag voor groote huizen zal daar
bij niet worden verstrekt.
De toeslag voor de huizen met meer
dan twee vrijstaande buitenmuren is zoo
wel voor de categorie „haarden en ka
chels" als voor de categorie „centrale
verwarming" komen te vervallen.
Particuliere verbruikers.
In verband met het bovenstaande die
nen verbruikers, die een kaart J (1 tot
en met 4 kamers) of K (meer dan 4 ka
mers hebben ontvangen, er rekening me
de te houden, dat hiervan nog ten hoog
ste acht bonnen, elk voor één eenheid
vaste brandstoffen, zullen worden aan
gewezen, zoodat voor het geheele stook-
seizoen voor houders van kaarten „J"
maximaal elf en voor houders van kaar
ten „K" maximaal twaalf eenheden vas
te brandstoffen zullen beschikbaar wor
den gesteld.
Voor verbruikers, die een kaart „L"
(centrale verwarming) hebben ontvan
gen, zullen ten hoogste nog 27 bonnen
worden geldig verklaard, waardoor een
maximum van 38 eenheden bereikt
wordt.
Waar een vermindering van bovenge
noemd rantsoen niet uitgesloten is, dient
de grootste zuinigheid te worden be
tracht.
Voor de huizen, die gestookt worden
met haarden en kachels is de regeling
voor de verstrekking voor ruimten met
bijzondere doeleinden reeds bekend, ter
wijl de regeling voor de pensionhouders
en kamerverhuurders in de categorie
„haarden en kachels" eenige dagen gele
den is gepubliceerd.
Volgens de ontworpen regeling wordt
alleen een extra rantsoen gegeven voor
ruimten met bijzondere doeleinden, waar
radiatoren aanwezig zijn, echter slechts
voor zoover de inhoud van deze ruimten
samen met den inhoud van de overige
vertrekken, waar radiatoren zijn, grooter
is dan 300 kubieke meter.
Verbruikers in de categorie „centrale
verwarming" met ruimten voor bijzon
dere doeleinden, waarin geen radiatoren
aanwezig zijn, vallen niet onder boven
staande regeling. Voor hen wordt even
wel de mogelijkheid geopend, om voor de
ruimten met bijzondere doeleinden toch
een toeslag te verkrijgen; zij dienen zich
Hiertoe vóór 15 October a.s. tot den
plaatselijken distributiedienst te wenden.
Zij komen evenwel alleen in aanmer
king voor eert extra-verstrekking, in
dien de inhoud der woonvertrekken,
waarin radiatoren aanwezig zijn, te za-
men met den inhoud der ruimten voor
bijzondere doeleinden grooter is dan
300 M3.
52) o—
Als God het wil! Want Andelot heeft
soms het bange voorgevoel, dat de zaak
de Hugenoten verloren zal zijn. Ondanks
alle moed en weergalooze dapperheid, is
het koninklijke leger steeds overwin
nend. Andelot heeft ook met het leven
afgerekend. Hij is jaren ouder geworden.
Zijn opgewekte natuur is verdwenen.
Een méér vastberaden trek bedekt
steeds zijn gelaat, dat knapper is dan dat
van zijn broeder. Maar beiden hebben
één ding gemeen: voor het geval zij
mochten sneuvelen, zij weten zich veilig
geborgen.
De bewoners van de vesting La Ro
ebelle zien voortaan Jeanne d'Albret, de
Koningin van Navarre, in hun midden.
En de jonge prinsen, veldheeren in den
dop, r^den vaak door de straten aan de
zijde van den admiraal, die bezig is, het
leger voor een veldtocht te formeeren.
Een koerier heeft zich gemeld. Van
den prins van Oranje, meedeelend, dat
deze zich met twaalfhonderd ruiters zich
in Frankrijk bevindt. Hij heeft zich ver-
eenigd met het leger van den Duitschen
hertog van Zweib.rj.cken, die inmiddels
De commissaris der provincie Noord-
Holland heeft met ingang van 1 October
Z aan de heeren A. Bruch, A. W.
Michels, L. van der Wal en Mr Dr P. J.
Witteznan, op hun verzoek eervol ont-
Blag verleend uit hun functie als lid van
Gedeputeerde Staten van Noord-Hol
land, onder dankbetuiging voor de dien-
sten, in deze functie aan de provincie
bewezen.
Met ingang van gelijken datum heeft
de commissaris der provincie benoemd
tot bestuursraad, de heeren Mr W. N
Felhoen Kraai, Dr A. C. Groeneveldt,
W. H. M. Nienhuis Ruys en Mr W. J.
Schönhard.
Deze bestuursambtenaren .zullen te
f^enmet den heer J. Saai, die in func-
blijft, den commissaris der provincie
in het uitoefenen van het provinciaal be
stuur bijstaan.
Mr W. N. Felhoen Kraal is in 1897
geboren en is advocaat en procureur, be
nevens plaatsvervangend kantonrechter
te Wormerveer. Mr Felhoen Kraal is niet
ten e0nlge Part^ beweging aangeslo-
pr A. C. Groeneveld, die in 1884 is
geboren, was eenige jaren als ambtenaar
verbonden aan het departement van
Landbouw, Handel en Nijverheid, hier te
lande en in Nederlandsch-Indië.
In 1939 heeft hij zich op verzoek van
den minister van Binnenlandsche Zaken
beschikbaar gesteld voor de organisatie
van het vluchtelingenwezen hier te lan
de Dr Groeneveldt is niet bij eenige po-
btieke partij of beweging aangesloten.
M' Nieniluis Ruys, die in 1898
is geboren, is directeur van het Gewes
telijk Arbeidsbureau te Haarlem. De heer
Nienhuis Ruys is lid van de N. S. B.
Mr W. J. Schönhard, die op 17 0cto-
baJ. *896 13 geboren, heeft als reserve-
olticier de mobilisatie van 19141918
en 1939-1940, alsmede den oorlog me
degemaakt. Hij heeft aan de Vrije Uni
versiteit te Amsterdam in de rechtswe
tenschappen gestudeerd. Sinds 1921 is
hij werkzaam aan het Provinciaal Wa
terleidingbedrijf van Noord-Holland. Mr
Schönhard is lid der N.S.B.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
zijn, zulk3 in tegenstelling met vorige
dagen, weer eenige Engelsche vliegtui
gen boven ons grondgebied verschenen.
Pe *?,eeste neergeworpen brisant- en
brandbommen vielen op het open veld
en richtten geen schade van eenige be-
teekenis aan. Op een enkele plaats ech
ter werd een huizenblok getroffen en
werden zevén woonhuizen grootendeels
verwoest.
Hierbij werden drie personen gedood
en elf gewond, terwijl nog eenige perso
nen worden vermist zoodat mogelijk het
aantal slachtoffers nog stijgt.
BURGEMEESTERSBENOEMINGEN
Het rijkscommissariaat maakt bekend:
De commissaris-generaal voor bestuur
en justitie heeft op grond van art. 3 der
verordening nr 108-1940 (4e verordening
over bestuursrechtelijke maatregelen) te
zamen met artikel 4 lid 1 der verorde
ning nr 3-40 over de uitoefening der re-
geeringsbevoegdheid in Nederland, den
burgemeester te Heer en Cadier en Keer,
Mr. A. M. P. Thomassen, onder gelijktij
dig eervol ontslag uit deze functie tot
burgemeester te Kerkrade benoemd.
Voorts heeft de secretaris-generaal voor
bestuur en justitie tot burgemeesters be
noemd: den heer M. F. L. A. Welters te
Tegelen tot burgemeester van Sittard,
Mr J. H. Zanders, advocaat en wethou
der van Venlo, tot burgemeester van
Venlo; den heer A. den Rooyen, gemeen
teambtenaar en leider van het distribu
tiebureau te Roermond tot burgemees
ter van Echt; den heer J. Roesener-Manz
te Valkenburg tot burgemeester van
Heer en Cadier en Keer en den heer
A. M. J. A. Regout te Utrecht tot bur-
gemeester van Maasbree.
Tevens heeft de commissaris-generaal
voor bestuur en justitie den burgemees-
ter, Mr A. M. P. Thomassen, belast met
overleden is. Het wachten is op orders
van den admiraal. De koerier kan vrij
wel .onmiddellijk terugkeeren, met de
mededeeling, dat het Hugenotenleger
zich bij Limoges verzamelen zal.
Het is daar, dat admiraal De Coligny
en de prins van Oranje elkaar voor het
eerst ontmoeten. Lodewijk van Nassau,
de broeder van den prins was meermalen
m Frankrijk. Hij kent ook het hof van
Parijs en heeft den admiraal meermalen
gesproken.
De prins vertelt van de gebeurtenis
sen in Nederland. Hij is met een leger
over de Maas getrokken, maar Alva
heeft den slag ontweken, zoodat hij, door
geldgebrek genoodzaakt, moest terug-
keeren. Voorloopig kan hij in de Neder
landen niets beginnen. Hij komt nu met
twaalfhonderd ruiters de Hugenoten te
hulp. Bij slagen kunnen die hen helpen.
Die twee verstaan elkaar volkomen.
Peinzend staart Gaspard de Coligny
naar het fijnbesneden gelaat tegenover
hem. Hij heeft reeds heel wat meege
maakt, maar dat haalt nog niet bij wat
den prins van Oranje is overkomen,
wiens oudsten zoon men zelfs naar Span
je heeft gevoerd.
De tijd komt, dat De Coligny weer bin
nen de muren van La Rochelle terug is.
Er zijn dan bange dagen achter den rug.
Het leger der Hugenoten is bij Montcan-
de voorloopige waarneming der zaken
van den burgemeester te Schaesberg en
Ubach over Worms, den burgemeester
M. F, L. A. Welters met den voorloopige
waarneming der zaken van den burge
meester te Broeksittard en Nieuwstad
en den burgemeester A. den Rooyen met
de voorloopige waarneming der zaken
van den burgemeester te Stevensweert
en in Ohé en Laak.
DINSDAG 30 SEPTEMBER 1941.
's Morgens tot 7.38 uur.
Avonds yan 19.21 uur.
POLDER WALCHEREN,
In het gebouw der N.V. PZEM te Mid-
deldelburg had Zaterdag de najaarsver
gadering plaats van het polderbestuur
van Walcheren onder voorzitterschap
van mr H. F. Lantsheer.
Een commissie, bestaande uit de hee
ren Portheine, Blaupot ten Cate en Mal-
jers, heeft de geloofsbrieven van de her
kozen commissarissen, de heeren K. J.
van Loo en J. Osté onderzocht en tot
goedkeuring geadviseerd. Nadat de ver
gadering zich hiermede vereenigd had,
heeft de voorzitter beide commissaris
sen met hun herbenoeming gelukge-
wenscht.
Bij het voorstel tot vaststelling van
de rekening van den polder over 1940,
stelde de heer Jeronimus de vraag of
bekend is waarom de kosten van werken
aan de Noordwatering zooveel hooger
zijn dan de raming en tevens vroeg hij
of bij de restitutio van dijkgeschot voor
verwoeste perceelen alles is terug ge
geven.
De voorzitter zeide, dat bij de vermin
dering van dijkgeschot gehandeld is zoo
als het rijk ten opzichte van de grond
belasting doet.
De rekeningen werden vastgesteld op
de reeds door ons vermelde bedragen.
De vergadering vereenigde zich met
het voorstel tot vaststelling van het
dijkgeschot voor het gebouwd op f2.60
(v.j. f 1.40) per f 100 belastbare op
brengst en het ongebouwd op f 24 per
h.a. sehotbaar en f 15.80 per h.a. vrij
land (v.j. f 22 en f 13.80).
Zonder discussie of hoofdelijke stem
ming vereenigde de vergadering zich
met de voorstellen tot uitbreiding van
het griffie-personeel met een adjunct-
I commies, verder tot verkoop van zij
kanten weg aan de gemeenten Vrouwen
polder en Middelburg en ten slotte tot
machtiging van het dag. bestuur om in
1942 tot een maximum van f200.000
aan kasgéld op te nemen.
Afscheid.
De voorzitter wees er thans op, dat
de Raad, de heer J. de Visser Szn., we
gens het bereiken van den 70-jarigen
leeftijd als zoodanig niet meer herbe
noembaar is. Sedert 1918 is de heer de
Visser commissaris geweest en sedert
1928 raad. Op voorbeeldige wijze heeft
hij zich aan deze taak gewijd en hij deed
zich kennen door zijn goede en prettige
omgang.
De heer de Vissér dankte den voor
zitter voor zijn woorden en besloot zijn
goede wenschen uit te spreken voor de
werkzaamheden in het nieuwe polder
huis.
DE JACHT OP WALCHEREN.
Naar wij vernemen is de jacht op
Walcheren uitsluitend opengesteld voor
inwoners van Walcheren die reeds in het
bezit zijn van jachtakte en geweer.
BENOEMINGEN.
De wnd Commissaris der Provincie
Zeeland heeft met ingang van 1 Octo
ber a.s. benoemd tot opzichter bij het
waterschap „Het Vrije van Sluis" te
Oostburg, den heer P. de Vuijst te Groe-
de, thans waterbouwkundig ambtenaar
bij het waterschap „Groede en Baanst";
P. A. Brakman te Nieuwvliet en F. A.
de Smit te Middelburg, beiden thans tij-
i delijk opzichter bij den Provincialen Wa
terstaat in Zeeland.
(Vervolg op 3e pagina.)
tour totaal verslagen. Er is een ware
slachting aangericht. Andelot is geval
len. Her en der zijn de troepen verspreid.
Als de berooide vluchteling, alleen verge
zeld van een bediende, is de prins van
Oranje naar Duitschland ontkomen, om
op den Dillenburg heul te zoeken. Met
ontzaglijke moeite en veel levensgevaar
is het De Coligny gelukt, mét de beide
jonge prinsen, die weten, wat een vuur
doop is (want zij hebben den slag mee
gemaakt) naar La Rochelle te ontko-
De laatste van het drlemanssohap
(Homburg-Stelnz-de Vries) met emeritaat
men.
Daar bewondert Jeanne d'Albret zijn
onvermoeibare geestkracht. Want deze
zwijgzame man is niet verslagen.
„Met 's Heeren hulp zullen we ons
herstellen", merkt hij opWe mogen
niet over het hoofd zien, dat ook de te
genstanders ontzaggelijke verliezen ge
leden hebben. Het is mij bekend, dat
zij naar het einde van den strijd haken.
Maar de voorwaarden moeten aanneme
lijk zijn."
Naar alle richtingen, ook naar het
buitenland, snellen de volgende weken
de koeriers uit La Rochelle.
Het gedecimeerde Hugenotenleger
moet weer een sterke eenheid worden.
De moed is er nog lang niet uit.
Wordt niet gestreden voor een heilige
zaak?
De Groote of Maria Magdalenakerk
te Goes was gisteravond met een zeer
groote schare gemeenteleden gevuld ter
gelegenheid van de afscheidspredicatie
van Ds F. J. S t e i n z, de nestor van de
Ned. Herv. predikanten te Goes-Wilhel-
minadorp, die wegens het verkrijgen van
emeritaat zijn dienstwerk met ingang
van 1 October neerlegt.
Onder de talrijke aanwezigen werden
opgemerkt Ds H. Boersma van Kloe-
tinge, Ds F. G, A. v. D ij k van Wol-
faartsdijk, Ds J. H. R e n t i n g van
Heinkenszand, Dr J. D. Schmidt van
KapelleDs J. d e V r i e s, em. predikant
der Goesche gemeente, Ds P. J. F. v.
Voorst Vader van Nisse, Ds C. E.
v. Voorthuijsen van Kattendijke en
Ds C. v. d. W a a van 's H. Arendskerke,
de beide Goesche collega's van Ds
Steinz, kerkvoogden en notabelen en be
langstellenden uit den omtrek.
Ds Steinz, die door Ds A. W. M. O d
naar den kansel werd geleid, liet na vo
tum en zegengroet zingen Ps 138 1 en
2. Vervolgens las Ds Steinz de beloofs-
belijdenis, zooals die werd vastgesteld in
de kerkvergadering te Nicéa, welke de
gemeente staande aanhoorde en waarme
de zij haar instemming betuigde door 't
zingen van Gezang 132 2 en 3, „U
looft d' apostelschaar in heerlijkheid, o
Heer" en „U, Vader, U zij lof op een ver
hoogden toon!" Hierna werd gelezen Ps.
103, ging Ds Steinz voor in gebed en
werd gezongen Gezang 136 1, 2 en 5,
„Lof zij den Heer".
De laatste preek.
In zijn voorafspraak zeide Ds Steinz,
dat bij dit afscheid de gedachten zich
vermenigvuldigen en spr. ziet met ont
roering terug op zijn ambtelijke loop
baan. In Stavenisse, aldus spr., waar het
begin van mijn ambtswerk lag, heeft de
gemeente altijd met groote trouw naar
de prediking geluisterd, en wanneer ik
terugzie op de 33 jaren in Goes doorge
bracht, dan vervult groote dank mijn
hart. Afscheid nemen dringt tot terug
zien en zelfonderzoek. Spr. is zich be
wust van gebrek en ontrouw bij zijn
werk, maar door Gods genade mogen wij
zeggen, dat er bij Hem vergeving is en
dat de genadegift is het eeuwige leven
door Jezus Christus, onzen Heere. Daar
om moeten wij steeds blijven vooruit
zien.
Daarvan spreekt ook de tekst, welke
spr. voor dit afscheidsuur heeft gekozen,
n.l. Rom. 15 13„De God nu der hope
vervulle ulieden met alle blijdschap en
vrede in het gelooven, opdat gij over
vloedig moogt zijn in de hoop, door de
kracht des Heiligen Geestes."
In de ontvouwing van deze tekstwoor
den wees Ds Steinz erop, dat hier sprake
is van de verwachting van de toekomst
van den Christus. De Schrift zegt, dat
deze toekomst nadert. Hij, Die zich gege
ven heeft op aarde, komt weer. Daarom
is dit afscheid geen weemoedig terug
zien, maar een vooruitzien naar de heer
lijkheid, die komt. Hij komt als richter
van het heelal, om het moede hoofd van
de vromen te kronen. Wanneer de Schrift
spreekt van hoop, dan is het niets an
ders dan het zien naar de volle openba
ring van Zijn triomf. Het is spre
kers vreugde geweest als heraut voor de
gemeente deze boodschap van zaligheid
te mogen verkondigen. Wie van deze toe
komst spreekt, spreekt van het Kruis en
wanneer Christus als Overwinnaar uit 't
graf opstaat, dan gaat Zijn Licht op over
ons leven. Gelooven is overgave aan Je
zus Christus, vertrouwen op Zijn heil en
leven in Zijn gemeenschap.
De hoop van den Christen is niet het
loopen op een ongewisse loopbaan, want
hij verwacht een gebouw niet met han
den gemaakt, en weet, dat Christus Ko
ning 'is, Die de machten van hel en dood
heeft overwonnen.
Door het geloof zijn wij met vaste ban
den aan Hem verbonden en daarom
XVII. Omkeer.
Catharine de Medici zucht. Met felle
woorden heeft zij zich zooeven gekeerd
tegen haar zoon, koning Karei, die al
tijd aan haar leiband heeft geloopen en
van haar alle mogelijke intriques heeft
geleerd, maar die zoo nu en dan ver
langde, ook een woordje mee te spre
ken. Overigens bemoeit deze bleeke,
'jonge vorst, die lijdt aan een borstziekte,
zich niet al te veel met de staatszaken.
Hij gaat liever op de hertenjacht en
maakt dolle tochten van dagen, zeer ten
genoegen van zijn moeder, die dan geen
last van hem heeft, maar tot waarschu
wing van zijn doktoren, die zulke toch
ten sterk afraden met het oog op zijn
wankelen gezondheidstoestand.
Moeder en zoon kunnen het niet eens
worden over den gang van zaken. Er
wordt aan het Parijsche hof schier door
loopend beraadslaagd. Want zóó gaat
het niet langer. Niettegenstaande al de
nederlagen, waarvan die by Montcan-
tour toch wel heel erg is geweest, heeft
De Coligny zijn leger weer geheel ge
reorganiseerd, heeft de streken om de
Loire heroverd en bedreigt nu Parijs. Hij
is een hoogst gevaarlijk man en al is er
een prijs van vijftigduizend goudstuk
ken op zijn hoofd gezet, hij is niet te
vangen en niet te vermoorden. Het land
wacht ons den vrede, die alle verstand
te boven gaat. Gelooven is immers door
den Geest wedergeboren worden tot een
levende hoop. Die in den Heere gelooft,
zal leven. Dienaren gaan weg, en ande
ren komen en geven deze ééne Bood
schap weer door. Het uitstralen van het
licht van den fakkel des Evangelies is
niet afhankelijk van menschen en daar
om valt de weemoed bij het scheiden
weg door de zekerheid, dat God Ziin
werk voortzet. J
De teekenen des tijds wijzen op groote
benauwdheid. Christus heeft ons niets
anders voorzegt en thans zal de kracht
van de werking des Geestes openbaar
worden. Door Gods onwankelbare trouw
mogen wij staande blijven en steeds met
vreugde het oog gericht houden op de
toekomst van onzen Heere Jezus Chris
tus. Ds Steinz besloot zijn predicatie met
het citeeren van Gezang 88, „Eere zij
aan God, den Vader, den Zoon en den
Heiligen Geest", welk vers terstond hier
op werd gezongen door het Hervormd
Kerkkoor, dat aan dezen dienst zijn me
dewerking verleende.
Toespraken.
Nadat gezongen was Gezang 244 3
„Nooit kan 't geloof te veel verwachten"'
richtte de scheidende predikant zich in
een toespraak tot de kerkeraden van
Goes en Wilhelminadorp, waarmede vele
jaren werd samengewerkt. Spr. hoopte,
dat de broederlijke eensgezindheid zal
blijven voortduren. Voorts sprak hij de
collega s uit Goes en den ring toe, verder
de kerkvoogdij, de commissie van toe
zicht, notabelen, het Herv. Schoolbe
stuur, allen die in den kerkedienst dienen
en tenslotte de genleente, welke Ds
btemz bedankte voor de sympathie,
trouw en overvloedige blijken van vriend
schap^ in den loop der jaren ondervon
den. God zegene u allen en versterke u
in t geloof door de werking van Zijn Hei-
ligen Geest, aldus besloot spr.
Vervolgens voerde Ds S c h m i d t van
Kapelle het woord namens het classicaal
bestuur en de predikanten uit den ring.
Spr. was blijde aanwezig te kunnen zijn
m dezen dienst, waarin temidden van
een verscheurde wereld op warme wijze
werd getuigd van Jezus Christus, Die
komt en door Wiens opstanding uit de
dooden de gemeente tot nieuw leven
wordt opgewekt. Spr. dankte Ds Steinz
namens de ringpredikanten en het clas
sicaal bestuur voor al zijn arbeid ten
bate der kerk en tevens voor de onder
vonden persoonlijke vriendschap.
Namens de gemeente was het Ds O d
die den scheidenden Dienaar des Woords
in hartelijke bewoordingen dank bracht
voor zijn werk in het midden der ge
meente. Spr. herinnerde aan het woord
van Jacob bij Pniël, „Ik laat u niet gaan,
tenzij dat Gij mij zegent". De gemeente
is ook in dit avonduur weder gezegend
door Ds Steinz' prediking. Spr. schetste
Jüs steinz als een man, moedig, zelfstan
dig, die zonder aanziens des persoons
zijn weg gaat en zoowel in prediking als
bij huisbezoek Gode steeds de eer geeft
en wiens typeerende kenmerken zijn,
zijn Christus-prediking, zijn medegevoel
met lijdende menschen in hun geestelijken
en stoffelijken nood en zijn vergevensge
zindheid.
Ds Odé bedankte tevens mevr. Steinz
voor haar werk en gastvrijheid en be
sloot zijn toespraak met Ds Steinz en zijn
echtgenoote een gelukkigen levensavond
toe te wenschen, waarbij zij Gods nabij
heid rijkelijk zouden mogen ervaren.
Op verzoek van Ds Odé zong dé ge
meente staande haar vertrekkenden pre
dikant de zegenbede uit Psalm 121 4
toe.
De indrukwekkende dienst werd beslo
ten met het staande zingen van Gezang
94, „Halleluja, eeuwig dank en eere",
waarna Ds Steinz voor de laatste mpaf
als actief Dienaar des Woords de ge
meente den zegen oplegde.
wordt zóó verdeeld door de partijschap"
pen, dat er wat gebeuren moet. Koste,
wat het kost, er moet een verzoening tot
stand komen.
„Er wordt nu al weken over gespro
ken, maar hoe komt die tot stand?"
vraagt de koning, lichtelijk ironisch.
Het probleem van de Hugenoten ver
moeit hem in hooge mate. Zijn broer, de
hertog van Anjou, heeft wel gezworen,
hen te zullen vernietigen, maar hij lost
zijn belofte niet in. Integendeel, ze ste
ken steeds driester het hoofd op. De
Coligny heeft zulk een machtigen in
vloed. Hij lijkt wel een koning naast den
koning!
Ja, ja, er moet vrede komen! Maar
hoe? Zijn moeder heeft algeheel gefaald
in haar politiek. Haar pogingen, om
haar dochter Margaretha uit te huwelij
ken aan het hof te Madrid, zijn tot mis
lukking gedoemd. Zelfs de koning van
Portugal wil Margaretha niet. Catha-
rina de Medici is woedend op Spanje.
Zij verdenkt ook den paus er van, met
Spanje te heulen. Het is een wirwar van
politieke verwikkelingen. En De Colig
ny maakt er gebruik van. In zijn hart
voelt deze koning respect voor den ad
miraal, die tenminste recht door zee
gaat.
(Wordt vervolgd.)