S-
Kerknieuws
Onderwijs
Leestafel
Aantal faillissementen daalt.
Zwijgen en spreken.
Wees voorzichtig met uw
jonge Konijnen.
Spitsbergen, eertijds centrum vein
de Hollandsche walvischvangst.
Telegrammen
Marktberichten
van ver-
t aan de
iwen, die
ilijkheden
jezin zóó
it en met
ïriode het
s een op-
Jit is in-
ate waar-
inwoordig
irieus za
te maken
staten,
de prijs-
;ft.
Lende wel
i ook de
billijken,
wezig is,
en daar-
ons volk
ao et, mee-
celier niet
de voor-
en zaken-
telijk. La-
jamenwer-
aoeilijkhe-
1 is eenige
rootebroek
R. tijdens
kant in de
n trein
ilde de 18-
voor voet-
Spaarne-
n. Hij werd
;f van een
kte daarbij
agons over
liep slechts
•euk op en
t den Zuid-
5 regen
bon waren
n kort ge-
huizen van
spaarbank-
illen. Ieder,
op te ra-
en dan zijn
was hij in
bankconto
de grootte
bet boekje,
ht was ko-
was een
Lissabon,
ard en den
ar beneden
!r ontstond
sseling tus-
ïde te Lub-
ren). Van
den, zoodat
haar man
irscheen de
p aanraden
j zich laten
aar hij uit-
De gekwet-
lisauto naar
vergebracht
s overleden,
resteerd.
eerge-
nam een
Gravenhage
jennend het
ding, dat de
Ier in Parijs
stad veria-
verder ten
majesteit
De Guises.
n, dat wij óf
ten."
tal over den
;n is, dat wij
>m", zegt De
eerste taak
ist te richten
at het wete,
zijn. En dan
opgesteld."
dienzelfden
irders bijeen.
Odet, Gas-
de graaf Ro-
ry, de graaf
it vervolgd.)
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen: te Katwijk aan Zee
(vac. F. J. Broeijer), C. A. van Harten te
Zevenhoven; te Kimswerd (Fr.), cand.
B. Bekius te Leeuwarden.
Bedankt: voor Renswoude (vac. H.
S. J. Kalf, toez.), A. J. Brinkman te Zeg
veld.
Chr. Geref. Kerk.
Tweetal: te Werkendam, M. Baan te
Bussum en W. Heerma te Zeist.
Afscheid, Bevestiging en Intrede.
Na bevestigd te zijn door Ds S. J. Pop-
ma van Amersfoort, deed cand. J. van
Buuren zijn intrede by de Geref. Kerk
te Abcoude, met een preek over 1 Cor.
2 15.
Ds P. C. de Groot, die met emeri
taat gaat, neemt 28 September afscheid
van de Ned. Herv. Gemeente te Zuilen.
Ds J.^Hoogenkamp neemt 12 Oct.
afscheid van de Ned. Herv. Gemeente te
Hindeloopen en wordt 19 October door
Ds P ten Have van Oosterend te Span-
num bevestigd.
Ds Tj. Petersen, Geref. pred. te
Boskoop, aan wien de classis Leiden om
gezondheidsredenen eervol emeritaat
heeft verleend, is niet in staat persoon
lijk afscheid van de gemeente te nemen.
De hulpprediker, cand. A. G. v. d. Stoel
zal dit nu Zondagmorgen namens Ds Pe
tersen doen.
Zondag deed Ds H. J. Mispelblom
Meijer, gekomen van Leiden, zijn intrede
bij de Rem. Geref. Gemeente te Rotter
dam. Bevestiger was zijn collega, Dr P.
D. Tjalsma.
Beroepbaar verklaard.
Het Prov. Kerkbestuur van Noord-
Holland heeft tot de Evangeliebediening
in de Ned. Herv. Kerk toegelaten de
heer C. Batenburg te Dordrecht, cand.
aan de R. U. te Utrecht.
Hulppredikers,
Cand. S. Roosjen te Diever en cand.
W. J. Wynia, hulpprediker te Foxham,
hebben hun benoeming resp. tot hulppre
diker der Geref. Kerk te Smilde en Em-
men aangenoenm.
Ds R. E. v. Arkel.
Ds R. E. v. Arkel, Geref. pred. te
Utrecht, heeft den kerkeraad medege
deeld, dat hij van den behandelenden ge
neesheer verlof heeft ontvangen voor-
loopig eenmaal per Zondag voor de ge
meente op te treden. Gelijk bekend is Ds
v. Arkel door ongesteldheid langdurig
aan zijn ambtelijk werk onttrokken ge
weest.
Ds J. H. Telkamp.
Naar wij vernemen heeft de kerkeraad
der Geref. Kerk van Utrecht aan Ds J.
H. Telkamp, Geref. predikant aldaar, op
diens verzoek verlenging van ziektever
lof verleend. Ds Telkamp mag, te begin
nen met October een enkele maal in een
klein kerkgebouw preeken, maar van
hervatting van zijn arbeid kan nog geen
sprake zijn.
Ds G. H. Wagenaar.
De bekende Rotterdamsche pred. Ds
G. H. Wagenaar te Zeist, viert morgen
zijn 75sten verjaardag.
Ds Wagenaar werd in 1890 predikant
te Aalsmeer, vertrok in 1895 naar Leeu
warden en arbeidde van 1907 tot aan zijn
emeritaat in 1934 te Rotterdam, waar
hij zich op verschillend gebied heeft be
wogen. Hij is o.m. oud-lid van het hoofd
bestuur der Confessioneele vereeniging,
van de Utrechtsche Zendingsvereeni-
ging, het Rotterdamsch Zendingsgenoot
schap, en de Zeemanscentrale, oud-voor
zitter van de Herv. Broederschap en lid
van meerdere synodale commissies.
Rechtspositie en bezoldiging der Ned.
Herv. predikanten.
De predikanten der Ned. Herv. ge
meente te Zutphen hebben zich gericht
tot de Synode met het volgende adres:
Ondergeteekenden, predikanten der
Ned. Herv. Gem. te Zutphen, hebben met
eenige ongerustheid kennis genomen van
den vermoedelijken gang van zaken bij
de behandeling van de Reglementsont-
werpen inzake de rechtspositie en bezol
diging van de predikanten in de Ned.
Herv. Kerk. Het zou in de bedoeling lig
gen, in uw vergadering van 30 Septem
ber a.s. deze voorstellen in tweede lezing
te behandelen en wanneer dat tot al of
niet gewijzigde aanneming van deze ont
werpen leiden zou, ze ter behandeling en
eindstemming voor te leggen aan de pro
vinciale kerkbesturen ter beslissing in
hun November-vergadering. Daar het
niet mogelijk is geweest, gezien de late
indiening, dat de Kerk in haar classicale
vergaderingen behoorlijk zich op deze
ontwerpen beraadde en er van vele zijden
op is aangedrongen, dat de Synode het
daartoe leiden zou, dat de kerk alsnog
de gelegenheid daartoe zal worden gege
ven, dringen ondergeteekenden er met
den meest dringenden ernst bij u op aan,
zoodanige besluiten te willen nemen,
waardoor het mogelijk wordt, dat de
kerk zich over deze ontwerpen rustig
kan beraden alvorens er definitief over
wordt beslist.
Allen kerkeraden is adhaesie gevraagd
met dit adres, terwijl ook andere
kerkelijke instanties en personen, die
mede van oordeel zijn, dat de Kerk ge
legenheid moet hebben over deze zaak
haar oordeel te geven, worden verzocht
adhaesie aan dit adres te betuigen.
31 October.
Het convent van predikanten te Apel
doorn heeft besloten op 31 October in
de Groote (Herv.) Kerk een interkerke
lijke samenkomst te houden ter herden
king van de Kerkhervorming.
Geref. Kerk van Wassenaar.
In het Zuidelijk deel der gemeente
Wassenaar zal binnenkort een zelfstan
dige Geref. Kerk worden geïnstitueerd.
Deze gemeente zal dan tevens zoo spoe
dig mogelijk overgaan tot het beroepen
van een eigen predikant.
Giften en legaten.
De Weezeninrichting te Neerbosch
heeft twee legaten ontvangen en wel één
van f 2500, van wijlen den heer S. D.
te Fijnaart en een van f 1000 van wijlen
den heer M. D. M. te Rotterdam.
De Geref. Kerk van Dieren ontving
een legaat groot f 1000 van wijlen mej.
D. Maandag aldaar, te verdeelen tus-
schen kerk en diaconie.
Salaris-adres Algem. Ned. Ond. Verbond
Het Alg. Ned. Onderwijzers Verbond
heeft het ontwerp eener nieuwe salaris-
regeling voor onderwijzers gezonden aan
den secretaris-generaal van het departe
ment van opvoeding, wetenschap en cul
tuurbescherming. De voorgestelde aan
vangssalarissen zijn voor ongehuwden
zonder en met hoofdacte f 1400 enf 1800,
voor gehuwden f 1800 en f 2200na 15
dienstjaren worden de maxima van f 3400
en f 3800f 3800 en f 4200 bereikt.
De hoofdmarge bedraagt f 600 voor
scholen met minder dan 6 leerkrachten,
anders f 700. De u.l.o.-marge en die voor
het buitengewoon 1. o. f 400. Voor lagere
akten, ingesloten handwerken, wordt f 50
gegeven; worden ze door het onderwijs
gevorderd dan f100; bij het u.l.o. voor
een middelbare akte f 200. Onderwijzers
aan leerstoelen krijgen een marge van
f400.
een rijwiel weg. Een rechercheur had
het echter gezien en ging den dief na.
Aan zijn herhaalde aanmaningen tot den
man om te stoppen, voldeed deze niet,
zoodat de politieman in de Jan Hendrik
straat eenige- schoten ter waarschuwing
in de lucht loste. Ook hiervan trok de
rijwieldief zich niets aan. Het gevolg
was, dat de rechercheur, daar het vrij
stil was, op den man schoot en hem in
den rug trof. De man viel van de fiets
en bleef liggen. De geneeskundige dienst
heeft den man naar het ziekenhuis aan
den Zuidwal vervoerd. De dief bleek de
22-jarige C. te P. te zijn.
Hij heeft sigaren. Zater
dagnacht is in een sigarenfabriek te
utrecht ingebroken. De dief heeft zich
toegang verschaft door aan de achter
zijde een ruit in te drukken. Het is hem
gelukt ruim 22.000 sigaren mede te ne
men.
„De strijd om de Fjorden", 'n
Noorseh oorlogsdagboek, door
Overste Getz, commandant van
de 5de brigade yan het voorma
lige Noorsche leger. Uitgave:
W. J. Thieme Cie, Zutphen.
Overste Getz, de commandant van de
ode Noorsche brigade, die met de ver
dediging van Noord-Tröndelag was be
iast, zeide in zijn laatste appèl zijn man
schappen toe, dat hij een overzicht zou
uitgeven over wat er in zijn rayon was
gebeurd gedurende de maand, dat Noor
wegen in den oorlog betrokken was. Met
de uitgave van dit boek, waarvan nu ook
een goede Nederlandsche vertaling in
Otto Groos vertelt daarover in zijn bo
vengenoemd werkje een aantal belang
wekkende b\jznderheden, Hjj belicht
daarin onder meer de zoo belangrijk ge
wijzigde omstandigheden. De Engelsche
Marine moet zich thans niet alleen te
weer stellen tegen de vloot van den
vijand, maar wordt eveneens dagelijks
bestookt door afdeelingen van het Duit
sche luchtwapen. Bovendien is het slag
schip volgens den schrijver in den hui-
digen strijd ter zee verouderd en te
kwetsbaar voor mijnen en torpedo's.
Daarbij komt nog de kwestie van de
financiering. Besteedde Engeland vroe
ger verreweg het grootste deel van de
voor landsverdediging uitgetrokken gel
den aan de Marine, thans moet deze, al
dus vice-admiraal Groos, vrijwel gelijk
opdeelen met de luchtvloot en het expe-
ditieleger. Dat beteekent ten naaste bij
een halveering van het voor de Engel
sche Marine bestemde geld. De schrijver
komt tot de conclusie, dat Engeland er
thans niet meer tegen opgewassen is
zijn uitgestrekte imperiale belangen over
de geheele wereld te behartigen en te
verdedigen.
het licht is verschenen, voldeed hij aan
deze belofte.
Het is een, op het eerste gezicht uiterst
sobere afdruk van de verschillende be
richten, bevelen, brieven, die van het
regiments- en brigade-bureau zijn uitge
gaan; maar wie deze gegevens aan de
hand van het in het boek opgenomen
kaartje met aandacht volgt, ontdekt
daarachter de tragische geschiedenis van
een leger, dat met groote dapperheid
vocht en den strijd tot het uiterste vol
hield.
Over het algemeen worden dergelijke
stukken, als hier zijn gepubliceerd, niet,
althans niet tijdens een oorlog, aan de
openbaarheid prijs gegeven; er zijri ook
nog enkele documenten weggelaten, van
welke de publicatie niet kon worden toe
gestaan.
De voornaamste factoren, die tot de
overgave hebben geleid, blijken te zijn:
onvoldoende geoefendheid der troepen en
der officieren, een ontstellend gebrek
aan wapens, munitie, vervoermiddelen,
enz., de onvoldoende hulp door de geal
lieerden en ten slotte het plotselinge ver
trek van deze laatsten van het Noorsche
strijdtooneel.
Een interessante uitgave, waarvan de
belangstellende Nederlander, burger zoo
wel als oud-militair, gaarne kennis zal
nemen.
„Hoe stérk is de Britteche
Vloot?" door Dr Otto Groos.
Uitg. Gebr. van Cleef, 's Gra
venhage, 1941.
Uiteraard zal bij de verdediging van
Engeland de Britsche vloot een zeer
voorname rol spelen. Daarom is het van
belang te weten hoe het gesteld is met
de huidige sterkte van de Engelsche
vloot. De Duitsche vice-admiraal Dr h.c.
Evenals in Duitscliland zijn ook hier
te lande de insolventielijsten geleidelijk
korter geworden.
Wanneer men zich afvraagt, wat de
oorzaak van de groote daling der fail
lissementen is, dan komt men al spoedig
tot de ontdekking, dat toenemende wel
vaart in de tegenwoordige tijdsomstan
digheden bezwaarlijk als zoodanig kan
worden genoemd. Natuurlijk zijn er be
drijven aan te wijzen, die de conjunctuur
mede hebben, maar afgezien van deze
speciale gevallen, valt er in het alge
meen een achteruitgang in de bedrijvig
heid te constateeren. De feiten zijn over
bekend: uitverkoop van voorraden, uit
stel van vernieuwingen en aanschaffin
gen, beperking van omzetten en, als
gevolg van een en ander toeneming van
beschikbare gelden. Deze wijziging van
de financiëele structuur der onderne
mingen draagt er toe bij, dat het haar
gemakkelijk valt aan geldelijke verplich
tingen te voldoen.
Daarnaast zijn de gevallen niet zeld
zaam, dat oude stroppen" in winstpos
ten zijn verkeerd. Onverkoopbare voor
raden, die vóór den oorlog verliespos
ten beteekenden, bleken nog goed te
kunnen worden verkocht tegen loonen-
de prijzen. In de tabaks- en textielindu
strie kan men hiervan sterke voorbeel
den aantreffen. Verder zijn dikwijls de
biteuren van twijfelachtige betaalkracht
door dezelfde oorzaken weder vlottend
geraakt, zoodat in den balanspost „du-
bieuzen" meevallers voorkwamen. Wan
neer bij deze factoren nog melding wordt
gemaakt van de vrij algemeene opvat
ting, dat men elkander in deze moei
lijke tijden behoort te helpen inplaats
van economisch te gronde te richten en
dat ook de rechter niet te gauw een
faillissement zal uitspreken, dan wordt
het duidelijk, dat de vermindering der
insolventies een teeken des tijds is.
Tevens echter dient dit verschijnsel
als een waarschuwing te-worden opge
vat. Als straks betere tijden terugkee-
ren, zal het voor het bedrijfsleven zaak
zijn, nauwlettend op de debiteuren toe
te zien. Er zal zich dan een drang open
baren de geslonken goederenvoorraden
weder aan te vullen en het gevaar is
geenszins denkbeeldig, dat de koop
beweging tot de groote engagementen
leidt. De jaren om 1920 kunnen te dien
aanzien tot leering strekken, aldus „Het
Vaderland".
Ds H. Kluin schrijft in „De Vriend des
Huizes" eenige rake opmerkingen over
zwijgzaamheid en spraakzaamheid:
Bekend is wel - de anecdote, die Prof.
Wagenaar langen tijd geleden in een le
zing over Groningsche toestanden ten
beste gaf.
Een Groninger landarbeider en diens
vrouw zitten samen op een winteravond
thuis in de kamer, bij de gloeiende ka
chel. Zij schilt de aardappelen voor den
volgenden dag. Hij leest zijn krant.
De klok tikt regelmatig voort. Een uur
lang is geen ander geluid hoorbaar dan
haar tikken. Dan kijkt de man van zijn
lectuur op en meent zijn vrouw over
haar aardappelschotel te zien schudde
bollen. Ineens verbreekt zijn stem de
avondstilte. „Slaepst? (slaap je?)", vraagt
hij. De vrouw reageert onmiddellijk en
zegt: „Lukstl (je liegt hetl)", en gaat
weer voort met schillen. Hij met lezen.
Weer wordt niets anders gehoord dan
het tikken van de klok.
Dat zoo'n tooneeltje de werkelijkheid
nabij komt, is ons tijdens ons verblijf in
de provincie Groningen meermalen ge
bleken. Die Groningers kunnen merk
waardig goed zwijgen!
Kwamen wij ergens op visite, dan lie
ten zij ons rustig praten. Zelf praatten
ze alleen, als ze iets te zeggen hadden,
maar vonden het niet erg, een minuut te
zwijgen, als er van hun kant geen stof
tot spreken was. Intusschen vonden zij
het buitengewoon interessant, op te mer
ken, hoe die stadslui zich uitsloofden, om
het gesprek gaande te houden. Tjonge,
tjonge, wat konden die menschen pra
ten. Langzamerhand leerden wij ook
bij dergelijke gelegenheden wat grootere
pauzes te maken, al gelukte het ons
nooit, onze dorpelingen geheel te evena
ren. Maar wanneer wij logé's hadden, die
de een of andere avond in het dorp op
visite waren gevraagd, kwamen deze
meermalen doodmoe thuis. Doodmoe van
het praten. Zij hadden alle mogelijke on
derwerpen van gesprek geprobeerd en
uitgeput, terwijl ze toch die Groningsche
menschen niet in hun stadstempo mee
konden krijgen!
Eigenlijk geef ik de Groningers gelijk.
Waarom altijd door te praten, als men
tijdelijk uitgepraat is?
Toen ik kortgeleden thuis met een
gast over deze dingen praatte, vertelde
hij mij van zijn overeenkomstige ervarin
gen in Ned. Oost-Indië. Kwamen inland-
sche hoofden bij hem, de bestuursambte
naar ',s avonds op bezoek, dan zaten zij
daar zwijgend in een rij. Hij had zich in
het begin ongelooflijke moeite gegeven,
een gesprek op gang te brengen. Het
was niet gemakkelijk gebleken! Men
vond dat stilzitten op visite en het el
kander zien een genoegen op zichzelf,
waartegen een onderling gesprek niet
steeds kon opwegen.
Moeten we zeggen: De uitersten (de
stoere, nuchtere Groningsche arbeider en
de gevoelige Oostersche mensch) raken
elkaar?
Onder ons cultuurlingen wordt veel
gepraat. Daar zijn menschen, die zich
niet gezond gevoelen, als ze niet op tijd
hun praatje hebben. Zooals een ander
zijn boterham, zijn bad, zijn verblijf in
de frissche lucht noodig heeft. „Hè, daar
hebben we eens een gezellig babbeltje
kunnen maken. Daar ben ik heelemaal
van opgeknapt!"
In zulke gevallen zal het er dan ook
wel weinig op aan komen, wat men zegt
en waarover men praat. Men praat om
te praten.
Praat men werkelijk om te praten en
komt het op het onderwerp van gesprek
niet zoozeer aan, dan zal het peil der
gesprekken daar wel de invloed van on
dervinden! Inderdaad geloof ik, dat het
de toets der kritiek in vele gevallen niet
kan doorstaan. Wat wordt er veel op los
gepraat! Dikwijls ook, kwasi-ernstig en
principieel geredeneerd, terwijl de meest
elementaire eischen van logica en rede
lijkheid worden verwaarloosd.
Nog erger is het, als wij denken aan
vele gesprekken over de tegenwoordige
tijdsomstandigheden. Hierbij paart zich
aan de algemeene behoefte van ons cul-
tuurmenschen om te praten nog de nood
zakelijkheid om een uitlaatklep te heb
ben voor de ergernis, de gevoelsontroe-
ring, de vrees en de zorg voor wat de
tijd meebrengt.
Het zal wel niet anders kunnen. Maar
dit neemt niet weg, dat het toch wel
heel erg is. En dat ik den mensch ge
lukkig acht, die nu en dan eens iets van
de Groningsche of Oostersche zwijgzaam
heid in practijk kan brengen.
Er zijn nog verschillende konijnenhou
ders, vooral onder de beginnelingen, die
meenen dat de jonge dieren al heer gauw
uit hun nestjes moeten komen om eens
rond te snuffelen en aan een moesblaadje
te peuzelen. Het is juist andersom. Hoe
langer de jongen zich rustig in hun bed
je houden, des te beter zullen ze groei
en en des te meer moedermelk hebben ze
gekregen.
Als de jonge diertjes met 14 dagen al
er op uit gaan om hun kostje op te
scharrelen, is dat een teeken van onder
voeding en zien we altijd slappe magere
jongen, die het ook later nooit zoo goed
zullen doen. Ook van de koppels gaan
er veel meer dood dan van goed door de
moeder gevoede koppels.
De jonge konijnen mogen zich, wil het
goed zijn, pas met drie weken uit het
nest wagen. lederen dag een eindje ver
der er buiten en een beetje langer, zoo
dat ze met 4 weken overal rondtippelen
en ook eten opzoeken, of hun moeder
achterna rennen.
Hoe langer we ze daarom bij de moe
der laten hoe beter en u kunt de jongen
daarom gerust tot 8 weken bij de moe
der laten, want ze krijgen eiken dag nog
een paar keer het allerbeste voedsel wat
er is en zijn dan ook veel sterker.
Willen we de jongen van de moeder
spenen, dan moet vooral gelet worden op
een regelmatige voeding van minstens
drie keer per dag, omdat een plotseling
wegnemen bij de moeder van veel groo-
ter invloed is op de kleine dieren, dan
we wel denken, want juist in dien tijd
treden de meeste jeugdziekten op en loo-
pen ze gevaar die planten te eten, die
schadelijk zijn voor de gezondheid. We
zien het immers zelf overal, zooals ook
dezen zomer, dat er op dien leeftijd veel
jonge dieren sterven.
Bij het afwennen der jongen moeten
we deze dan ook nooit allemaal tegelijk
bij de moeder wegnemen, doch eerst een
paar, b.v. twee of drie, en eenige dagen
later de rest. Dit is ook beter voor de
voedster.
De voedster zelf moeten we na het
Spenen der jongen natuurlijk goed blij
ven voeden, want een goede voedster is
tegen dien tijd altijd mager geworden.
Zijn de jonge konijnen 1012 weken
oud, dan moeten we vooral de rammen
en voedsters bij elkaar weg doen en een
goede ruimte geven, waarin ze naar har
telust kunnen springen, dan zullen de
spieren zich krachtig ontwikkelen en we
krijgen een flinke vleeschbout.
Sommige voedsters hebben nog wel
eens een heel onhebbelijke gewoonte,
waar wij vooral voor willen waarschu
wen, omdat daardoor het geheele nest
met jongen verloren kan gaan, n.l. dat
ze haar behoefte gaat doen vlak bij het
nest der jongen. Hierdoor wordt dit nest
iederen dag nat en bevuild, zoodat de
jonge diertjes na een paar dagen al ster
yen,
We weten allen, dat bijna leder konijn
z'n vaste plaats in het hok heeft, waar
ze hun behoefte doen.
Mocht de voedster dit te dicht bij het
nest doen, dan moet men het nest eiken
dag een klein eindje verschuiven, zoo
lang tot het naar een anderen hoek van
den stal is verplaats. Doet men dit bij
tijds, dan vindt de voedster dat wel best
en dan hebben de jongen ook een behoor
lijk droog nest.
ONTDEKT DOOR BARENTZ
EN HEEMSKERK.
V. P. B.Noordland, Barentzland,
Amsterdameiland nog altijd dragen
de eilanden in het Hooge Noorden, die
deel uitmaken van Spitsbergen, Neder-
landsche namen als eenige herinnering
aan den tijd, toen koene zeevaarders op
zoek naar den Noord-Oostelijken door
tocht in de met drijfijs bedekte Poolzee,
rondzwalkten. Heemskerk en Barentz,
beroemd door de overwintering op Nova
Zembla, vonden den doortocht niet,
maar wel ontdekten zij Spitsbergen. En
kele tientallen jaren later werd hier een
zomernederzetting gevestigd om de wal-
vischvaarders in de gelegenheid te stel
len hun rijken buit te bewerken. De
traankokerijen wonnen er traan en daar
om werd de nederzetting Smeerenburg
genoemd. Voordat men het eiland zag,
rook men het reeds, zeggen de schrijvers
uit de zeventiende eeuw
De walvischvaarders trokken meer
naar het Noorden, Smeerenburg verviel
en zoo werd Spitsbergen een vergeten
uithoek, die nog slechts waarde had als
uitgangspunt voor poolexpedities. Toch
werden in de twintigste eeuw steenko
len, dicht onder de oppervlakte gelegen
en dus gemakkelijk ontginbaar, ontdekt
en dit feit was de oorzaak van een reeks
twisten over de vraag, wie eigenlijk de
bezitter van dit land was. Tenslotte ver
wierf Noorwegen in 1919 de souvereini-
teit, maar dat jaar zag tevens het be
gin van een omvangrijke exploratie van
de Noordelijke IJszee door de Sovjet-
Unie. De arctische scheepvaart had
steenkolen noodig en waar kon men die
beter halen dan op Spitsbergen? Een
grondige penetratie had plaats, zoodat
het belangrijkste mijnencomplex nu in
Sovjet-Russische handen is. Dit produ
ceert ruim 400.000 ton steenkolen per
jaar, terwijl de totale productie 700.000
ton bedraagt.
Onlangs is een Engelsch expeditie
corps op Spitsbergen geland. Eerst werd
gemeld, dat het eiland tot een vloot- en
luchtsteunpunt gemaakt zou worden,
maar later bleken de Engelsche troepen
na de mijnen onbruikbaar gemaakt te
hebben weder vertrokken te zijn.
Spitsbergen is weer in de nevelen van
het Noorden verzonken.
ENGELSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN
DUITSCHLAND,
BERLIJN (D. N. B.) In den nacht van
16 op 17 September zijn Britsche bom
menwerpers naar Zuidwest-Duitschland
gevlogen. De brisant- en brandbommen,
welke op verschillende plaatsen werden
geworpen, richtten geringe schade aan
in woonwijken. Onder de burgerbevol
king werden verscheidene menschen ge
dood en gewond.
DE SJAH VAN IRAN,
BERLIJN (D. N. B.) Reuter meldt uit
Teheran, dat de Sjah van Iran, die, zoo
als gemeld, gisteren is afgetreden ten
behoeve van zijn zoon, de hoofdstad ver
laten heeft, om zich naar Ispahan te be
geven.
BRITSCHE VLIEGTUIGVERLIEZEN.
BERLIJN (D. N. B.) Het D. N. B. ver
neemt van militaire zijde, dat Duitsche
jagers in de middaguren van 16 Septem
ber 4 Britsche jachtvliegtuigen hebben
neergeschoten. De Duitsche vliegtuigen
leden geen verliezen.
HEVIGE AARDBEVING IN KLEIN-
AZIë GEREGISTREERD.
Het ethnografisch instituut te Bel
grado heeft Dinsdag een nieuwe sterke
aardbeving opgeteekend. De storingen
der toestellen begonnen om 4 uur 34
min. 16.7 sec. De sterkste storing werd
opgeteekend om 4 u. 36 min. De golven
volgden elkander op in perioden van 8
seconden. In totaal duurde de registra
tie 12 minuten. De haard van de aard
beving bevindt zich in Klein-Azië, waar,
zooals bekend, reeds eenige dagen gele
den een hevige aardbeving heeft plaats
gevonden.
DE REGEERING VAN SYRIë
AFGETREDEN.
KABOEL. (D. N. B.) Radio Jeru
zalem meldt, dat de regeering van Syrië
is afgetreden. Generaal Catroux heeft
aan Tag-Eddin-AIhuziï opgedragen een
nieuwe regeering te vormen.
GOES. Veilingsvereen. Zuid-Beveland.
Veiling van Dinsdag 16 Sept. 1941.
Appels: Codlin Keswick 1220, Cla-
sieappels 1017, Cox Pomona 1230,
Ellisons Orange 2050, Eng. Pigeon 10
—17, Gulderling 10—17, Gr. Herz. Fr.
v. Baden 1230, Glorie v. Holland 15
35, Hondsmuil 1220, Jac. Lebel 12
20, Mancks Codlin 15—35, Notarisappel