S- Kerknieuws Onderwijs Leestafel Aantal faillissementen daalt. Zwijgen en spreken. Wees voorzichtig met uw jonge Konijnen. Spitsbergen, eertijds centrum vein de Hollandsche walvischvangst. Telegrammen Marktberichten van ver- t aan de iwen, die ilijkheden jezin zóó it en met ïriode het s een op- Jit is in- ate waar- inwoordig irieus za te maken staten, de prijs- ;ft. Lende wel i ook de billijken, wezig is, en daar- ons volk ao et, mee- celier niet de voor- en zaken- telijk. La- jamenwer- aoeilijkhe- 1 is eenige rootebroek R. tijdens kant in de n trein ilde de 18- voor voet- Spaarne- n. Hij werd ;f van een kte daarbij agons over liep slechts •euk op en t den Zuid- 5 regen bon waren n kort ge- huizen van spaarbank- illen. Ieder, op te ra- en dan zijn was hij in bankconto de grootte bet boekje, ht was ko- was een Lissabon, ard en den ar beneden !r ontstond sseling tus- ïde te Lub- ren). Van den, zoodat haar man irscheen de p aanraden j zich laten aar hij uit- De gekwet- lisauto naar vergebracht s overleden, resteerd. eerge- nam een Gravenhage jennend het ding, dat de Ier in Parijs stad veria- verder ten majesteit De Guises. n, dat wij óf ten." tal over den ;n is, dat wij >m", zegt De eerste taak ist te richten at het wete, zijn. En dan opgesteld." dienzelfden irders bijeen. Odet, Gas- de graaf Ro- ry, de graaf it vervolgd.) Ned. Herv. Kerk. Beroepen: te Katwijk aan Zee (vac. F. J. Broeijer), C. A. van Harten te Zevenhoven; te Kimswerd (Fr.), cand. B. Bekius te Leeuwarden. Bedankt: voor Renswoude (vac. H. S. J. Kalf, toez.), A. J. Brinkman te Zeg veld. Chr. Geref. Kerk. Tweetal: te Werkendam, M. Baan te Bussum en W. Heerma te Zeist. Afscheid, Bevestiging en Intrede. Na bevestigd te zijn door Ds S. J. Pop- ma van Amersfoort, deed cand. J. van Buuren zijn intrede by de Geref. Kerk te Abcoude, met een preek over 1 Cor. 2 15. Ds P. C. de Groot, die met emeri taat gaat, neemt 28 September afscheid van de Ned. Herv. Gemeente te Zuilen. Ds J.^Hoogenkamp neemt 12 Oct. afscheid van de Ned. Herv. Gemeente te Hindeloopen en wordt 19 October door Ds P ten Have van Oosterend te Span- num bevestigd. Ds Tj. Petersen, Geref. pred. te Boskoop, aan wien de classis Leiden om gezondheidsredenen eervol emeritaat heeft verleend, is niet in staat persoon lijk afscheid van de gemeente te nemen. De hulpprediker, cand. A. G. v. d. Stoel zal dit nu Zondagmorgen namens Ds Pe tersen doen. Zondag deed Ds H. J. Mispelblom Meijer, gekomen van Leiden, zijn intrede bij de Rem. Geref. Gemeente te Rotter dam. Bevestiger was zijn collega, Dr P. D. Tjalsma. Beroepbaar verklaard. Het Prov. Kerkbestuur van Noord- Holland heeft tot de Evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk toegelaten de heer C. Batenburg te Dordrecht, cand. aan de R. U. te Utrecht. Hulppredikers, Cand. S. Roosjen te Diever en cand. W. J. Wynia, hulpprediker te Foxham, hebben hun benoeming resp. tot hulppre diker der Geref. Kerk te Smilde en Em- men aangenoenm. Ds R. E. v. Arkel. Ds R. E. v. Arkel, Geref. pred. te Utrecht, heeft den kerkeraad medege deeld, dat hij van den behandelenden ge neesheer verlof heeft ontvangen voor- loopig eenmaal per Zondag voor de ge meente op te treden. Gelijk bekend is Ds v. Arkel door ongesteldheid langdurig aan zijn ambtelijk werk onttrokken ge weest. Ds J. H. Telkamp. Naar wij vernemen heeft de kerkeraad der Geref. Kerk van Utrecht aan Ds J. H. Telkamp, Geref. predikant aldaar, op diens verzoek verlenging van ziektever lof verleend. Ds Telkamp mag, te begin nen met October een enkele maal in een klein kerkgebouw preeken, maar van hervatting van zijn arbeid kan nog geen sprake zijn. Ds G. H. Wagenaar. De bekende Rotterdamsche pred. Ds G. H. Wagenaar te Zeist, viert morgen zijn 75sten verjaardag. Ds Wagenaar werd in 1890 predikant te Aalsmeer, vertrok in 1895 naar Leeu warden en arbeidde van 1907 tot aan zijn emeritaat in 1934 te Rotterdam, waar hij zich op verschillend gebied heeft be wogen. Hij is o.m. oud-lid van het hoofd bestuur der Confessioneele vereeniging, van de Utrechtsche Zendingsvereeni- ging, het Rotterdamsch Zendingsgenoot schap, en de Zeemanscentrale, oud-voor zitter van de Herv. Broederschap en lid van meerdere synodale commissies. Rechtspositie en bezoldiging der Ned. Herv. predikanten. De predikanten der Ned. Herv. ge meente te Zutphen hebben zich gericht tot de Synode met het volgende adres: Ondergeteekenden, predikanten der Ned. Herv. Gem. te Zutphen, hebben met eenige ongerustheid kennis genomen van den vermoedelijken gang van zaken bij de behandeling van de Reglementsont- werpen inzake de rechtspositie en bezol diging van de predikanten in de Ned. Herv. Kerk. Het zou in de bedoeling lig gen, in uw vergadering van 30 Septem ber a.s. deze voorstellen in tweede lezing te behandelen en wanneer dat tot al of niet gewijzigde aanneming van deze ont werpen leiden zou, ze ter behandeling en eindstemming voor te leggen aan de pro vinciale kerkbesturen ter beslissing in hun November-vergadering. Daar het niet mogelijk is geweest, gezien de late indiening, dat de Kerk in haar classicale vergaderingen behoorlijk zich op deze ontwerpen beraadde en er van vele zijden op is aangedrongen, dat de Synode het daartoe leiden zou, dat de kerk alsnog de gelegenheid daartoe zal worden gege ven, dringen ondergeteekenden er met den meest dringenden ernst bij u op aan, zoodanige besluiten te willen nemen, waardoor het mogelijk wordt, dat de kerk zich over deze ontwerpen rustig kan beraden alvorens er definitief over wordt beslist. Allen kerkeraden is adhaesie gevraagd met dit adres, terwijl ook andere kerkelijke instanties en personen, die mede van oordeel zijn, dat de Kerk ge legenheid moet hebben over deze zaak haar oordeel te geven, worden verzocht adhaesie aan dit adres te betuigen. 31 October. Het convent van predikanten te Apel doorn heeft besloten op 31 October in de Groote (Herv.) Kerk een interkerke lijke samenkomst te houden ter herden king van de Kerkhervorming. Geref. Kerk van Wassenaar. In het Zuidelijk deel der gemeente Wassenaar zal binnenkort een zelfstan dige Geref. Kerk worden geïnstitueerd. Deze gemeente zal dan tevens zoo spoe dig mogelijk overgaan tot het beroepen van een eigen predikant. Giften en legaten. De Weezeninrichting te Neerbosch heeft twee legaten ontvangen en wel één van f 2500, van wijlen den heer S. D. te Fijnaart en een van f 1000 van wijlen den heer M. D. M. te Rotterdam. De Geref. Kerk van Dieren ontving een legaat groot f 1000 van wijlen mej. D. Maandag aldaar, te verdeelen tus- schen kerk en diaconie. Salaris-adres Algem. Ned. Ond. Verbond Het Alg. Ned. Onderwijzers Verbond heeft het ontwerp eener nieuwe salaris- regeling voor onderwijzers gezonden aan den secretaris-generaal van het departe ment van opvoeding, wetenschap en cul tuurbescherming. De voorgestelde aan vangssalarissen zijn voor ongehuwden zonder en met hoofdacte f 1400 enf 1800, voor gehuwden f 1800 en f 2200na 15 dienstjaren worden de maxima van f 3400 en f 3800f 3800 en f 4200 bereikt. De hoofdmarge bedraagt f 600 voor scholen met minder dan 6 leerkrachten, anders f 700. De u.l.o.-marge en die voor het buitengewoon 1. o. f 400. Voor lagere akten, ingesloten handwerken, wordt f 50 gegeven; worden ze door het onderwijs gevorderd dan f100; bij het u.l.o. voor een middelbare akte f 200. Onderwijzers aan leerstoelen krijgen een marge van f400. een rijwiel weg. Een rechercheur had het echter gezien en ging den dief na. Aan zijn herhaalde aanmaningen tot den man om te stoppen, voldeed deze niet, zoodat de politieman in de Jan Hendrik straat eenige- schoten ter waarschuwing in de lucht loste. Ook hiervan trok de rijwieldief zich niets aan. Het gevolg was, dat de rechercheur, daar het vrij stil was, op den man schoot en hem in den rug trof. De man viel van de fiets en bleef liggen. De geneeskundige dienst heeft den man naar het ziekenhuis aan den Zuidwal vervoerd. De dief bleek de 22-jarige C. te P. te zijn. Hij heeft sigaren. Zater dagnacht is in een sigarenfabriek te utrecht ingebroken. De dief heeft zich toegang verschaft door aan de achter zijde een ruit in te drukken. Het is hem gelukt ruim 22.000 sigaren mede te ne men. „De strijd om de Fjorden", 'n Noorseh oorlogsdagboek, door Overste Getz, commandant van de 5de brigade yan het voorma lige Noorsche leger. Uitgave: W. J. Thieme Cie, Zutphen. Overste Getz, de commandant van de ode Noorsche brigade, die met de ver dediging van Noord-Tröndelag was be iast, zeide in zijn laatste appèl zijn man schappen toe, dat hij een overzicht zou uitgeven over wat er in zijn rayon was gebeurd gedurende de maand, dat Noor wegen in den oorlog betrokken was. Met de uitgave van dit boek, waarvan nu ook een goede Nederlandsche vertaling in Otto Groos vertelt daarover in zijn bo vengenoemd werkje een aantal belang wekkende b\jznderheden, Hjj belicht daarin onder meer de zoo belangrijk ge wijzigde omstandigheden. De Engelsche Marine moet zich thans niet alleen te weer stellen tegen de vloot van den vijand, maar wordt eveneens dagelijks bestookt door afdeelingen van het Duit sche luchtwapen. Bovendien is het slag schip volgens den schrijver in den hui- digen strijd ter zee verouderd en te kwetsbaar voor mijnen en torpedo's. Daarbij komt nog de kwestie van de financiering. Besteedde Engeland vroe ger verreweg het grootste deel van de voor landsverdediging uitgetrokken gel den aan de Marine, thans moet deze, al dus vice-admiraal Groos, vrijwel gelijk opdeelen met de luchtvloot en het expe- ditieleger. Dat beteekent ten naaste bij een halveering van het voor de Engel sche Marine bestemde geld. De schrijver komt tot de conclusie, dat Engeland er thans niet meer tegen opgewassen is zijn uitgestrekte imperiale belangen over de geheele wereld te behartigen en te verdedigen. het licht is verschenen, voldeed hij aan deze belofte. Het is een, op het eerste gezicht uiterst sobere afdruk van de verschillende be richten, bevelen, brieven, die van het regiments- en brigade-bureau zijn uitge gaan; maar wie deze gegevens aan de hand van het in het boek opgenomen kaartje met aandacht volgt, ontdekt daarachter de tragische geschiedenis van een leger, dat met groote dapperheid vocht en den strijd tot het uiterste vol hield. Over het algemeen worden dergelijke stukken, als hier zijn gepubliceerd, niet, althans niet tijdens een oorlog, aan de openbaarheid prijs gegeven; er zijri ook nog enkele documenten weggelaten, van welke de publicatie niet kon worden toe gestaan. De voornaamste factoren, die tot de overgave hebben geleid, blijken te zijn: onvoldoende geoefendheid der troepen en der officieren, een ontstellend gebrek aan wapens, munitie, vervoermiddelen, enz., de onvoldoende hulp door de geal lieerden en ten slotte het plotselinge ver trek van deze laatsten van het Noorsche strijdtooneel. Een interessante uitgave, waarvan de belangstellende Nederlander, burger zoo wel als oud-militair, gaarne kennis zal nemen. „Hoe stérk is de Britteche Vloot?" door Dr Otto Groos. Uitg. Gebr. van Cleef, 's Gra venhage, 1941. Uiteraard zal bij de verdediging van Engeland de Britsche vloot een zeer voorname rol spelen. Daarom is het van belang te weten hoe het gesteld is met de huidige sterkte van de Engelsche vloot. De Duitsche vice-admiraal Dr h.c. Evenals in Duitscliland zijn ook hier te lande de insolventielijsten geleidelijk korter geworden. Wanneer men zich afvraagt, wat de oorzaak van de groote daling der fail lissementen is, dan komt men al spoedig tot de ontdekking, dat toenemende wel vaart in de tegenwoordige tijdsomstan digheden bezwaarlijk als zoodanig kan worden genoemd. Natuurlijk zijn er be drijven aan te wijzen, die de conjunctuur mede hebben, maar afgezien van deze speciale gevallen, valt er in het alge meen een achteruitgang in de bedrijvig heid te constateeren. De feiten zijn over bekend: uitverkoop van voorraden, uit stel van vernieuwingen en aanschaffin gen, beperking van omzetten en, als gevolg van een en ander toeneming van beschikbare gelden. Deze wijziging van de financiëele structuur der onderne mingen draagt er toe bij, dat het haar gemakkelijk valt aan geldelijke verplich tingen te voldoen. Daarnaast zijn de gevallen niet zeld zaam, dat oude stroppen" in winstpos ten zijn verkeerd. Onverkoopbare voor raden, die vóór den oorlog verliespos ten beteekenden, bleken nog goed te kunnen worden verkocht tegen loonen- de prijzen. In de tabaks- en textielindu strie kan men hiervan sterke voorbeel den aantreffen. Verder zijn dikwijls de biteuren van twijfelachtige betaalkracht door dezelfde oorzaken weder vlottend geraakt, zoodat in den balanspost „du- bieuzen" meevallers voorkwamen. Wan neer bij deze factoren nog melding wordt gemaakt van de vrij algemeene opvat ting, dat men elkander in deze moei lijke tijden behoort te helpen inplaats van economisch te gronde te richten en dat ook de rechter niet te gauw een faillissement zal uitspreken, dan wordt het duidelijk, dat de vermindering der insolventies een teeken des tijds is. Tevens echter dient dit verschijnsel als een waarschuwing te-worden opge vat. Als straks betere tijden terugkee- ren, zal het voor het bedrijfsleven zaak zijn, nauwlettend op de debiteuren toe te zien. Er zal zich dan een drang open baren de geslonken goederenvoorraden weder aan te vullen en het gevaar is geenszins denkbeeldig, dat de koop beweging tot de groote engagementen leidt. De jaren om 1920 kunnen te dien aanzien tot leering strekken, aldus „Het Vaderland". Ds H. Kluin schrijft in „De Vriend des Huizes" eenige rake opmerkingen over zwijgzaamheid en spraakzaamheid: Bekend is wel - de anecdote, die Prof. Wagenaar langen tijd geleden in een le zing over Groningsche toestanden ten beste gaf. Een Groninger landarbeider en diens vrouw zitten samen op een winteravond thuis in de kamer, bij de gloeiende ka chel. Zij schilt de aardappelen voor den volgenden dag. Hij leest zijn krant. De klok tikt regelmatig voort. Een uur lang is geen ander geluid hoorbaar dan haar tikken. Dan kijkt de man van zijn lectuur op en meent zijn vrouw over haar aardappelschotel te zien schudde bollen. Ineens verbreekt zijn stem de avondstilte. „Slaepst? (slaap je?)", vraagt hij. De vrouw reageert onmiddellijk en zegt: „Lukstl (je liegt hetl)", en gaat weer voort met schillen. Hij met lezen. Weer wordt niets anders gehoord dan het tikken van de klok. Dat zoo'n tooneeltje de werkelijkheid nabij komt, is ons tijdens ons verblijf in de provincie Groningen meermalen ge bleken. Die Groningers kunnen merk waardig goed zwijgen! Kwamen wij ergens op visite, dan lie ten zij ons rustig praten. Zelf praatten ze alleen, als ze iets te zeggen hadden, maar vonden het niet erg, een minuut te zwijgen, als er van hun kant geen stof tot spreken was. Intusschen vonden zij het buitengewoon interessant, op te mer ken, hoe die stadslui zich uitsloofden, om het gesprek gaande te houden. Tjonge, tjonge, wat konden die menschen pra ten. Langzamerhand leerden wij ook bij dergelijke gelegenheden wat grootere pauzes te maken, al gelukte het ons nooit, onze dorpelingen geheel te evena ren. Maar wanneer wij logé's hadden, die de een of andere avond in het dorp op visite waren gevraagd, kwamen deze meermalen doodmoe thuis. Doodmoe van het praten. Zij hadden alle mogelijke on derwerpen van gesprek geprobeerd en uitgeput, terwijl ze toch die Groningsche menschen niet in hun stadstempo mee konden krijgen! Eigenlijk geef ik de Groningers gelijk. Waarom altijd door te praten, als men tijdelijk uitgepraat is? Toen ik kortgeleden thuis met een gast over deze dingen praatte, vertelde hij mij van zijn overeenkomstige ervarin gen in Ned. Oost-Indië. Kwamen inland- sche hoofden bij hem, de bestuursambte naar ',s avonds op bezoek, dan zaten zij daar zwijgend in een rij. Hij had zich in het begin ongelooflijke moeite gegeven, een gesprek op gang te brengen. Het was niet gemakkelijk gebleken! Men vond dat stilzitten op visite en het el kander zien een genoegen op zichzelf, waartegen een onderling gesprek niet steeds kon opwegen. Moeten we zeggen: De uitersten (de stoere, nuchtere Groningsche arbeider en de gevoelige Oostersche mensch) raken elkaar? Onder ons cultuurlingen wordt veel gepraat. Daar zijn menschen, die zich niet gezond gevoelen, als ze niet op tijd hun praatje hebben. Zooals een ander zijn boterham, zijn bad, zijn verblijf in de frissche lucht noodig heeft. „Hè, daar hebben we eens een gezellig babbeltje kunnen maken. Daar ben ik heelemaal van opgeknapt!" In zulke gevallen zal het er dan ook wel weinig op aan komen, wat men zegt en waarover men praat. Men praat om te praten. Praat men werkelijk om te praten en komt het op het onderwerp van gesprek niet zoozeer aan, dan zal het peil der gesprekken daar wel de invloed van on dervinden! Inderdaad geloof ik, dat het de toets der kritiek in vele gevallen niet kan doorstaan. Wat wordt er veel op los gepraat! Dikwijls ook, kwasi-ernstig en principieel geredeneerd, terwijl de meest elementaire eischen van logica en rede lijkheid worden verwaarloosd. Nog erger is het, als wij denken aan vele gesprekken over de tegenwoordige tijdsomstandigheden. Hierbij paart zich aan de algemeene behoefte van ons cul- tuurmenschen om te praten nog de nood zakelijkheid om een uitlaatklep te heb ben voor de ergernis, de gevoelsontroe- ring, de vrees en de zorg voor wat de tijd meebrengt. Het zal wel niet anders kunnen. Maar dit neemt niet weg, dat het toch wel heel erg is. En dat ik den mensch ge lukkig acht, die nu en dan eens iets van de Groningsche of Oostersche zwijgzaam heid in practijk kan brengen. Er zijn nog verschillende konijnenhou ders, vooral onder de beginnelingen, die meenen dat de jonge dieren al heer gauw uit hun nestjes moeten komen om eens rond te snuffelen en aan een moesblaadje te peuzelen. Het is juist andersom. Hoe langer de jongen zich rustig in hun bed je houden, des te beter zullen ze groei en en des te meer moedermelk hebben ze gekregen. Als de jonge diertjes met 14 dagen al er op uit gaan om hun kostje op te scharrelen, is dat een teeken van onder voeding en zien we altijd slappe magere jongen, die het ook later nooit zoo goed zullen doen. Ook van de koppels gaan er veel meer dood dan van goed door de moeder gevoede koppels. De jonge konijnen mogen zich, wil het goed zijn, pas met drie weken uit het nest wagen. lederen dag een eindje ver der er buiten en een beetje langer, zoo dat ze met 4 weken overal rondtippelen en ook eten opzoeken, of hun moeder achterna rennen. Hoe langer we ze daarom bij de moe der laten hoe beter en u kunt de jongen daarom gerust tot 8 weken bij de moe der laten, want ze krijgen eiken dag nog een paar keer het allerbeste voedsel wat er is en zijn dan ook veel sterker. Willen we de jongen van de moeder spenen, dan moet vooral gelet worden op een regelmatige voeding van minstens drie keer per dag, omdat een plotseling wegnemen bij de moeder van veel groo- ter invloed is op de kleine dieren, dan we wel denken, want juist in dien tijd treden de meeste jeugdziekten op en loo- pen ze gevaar die planten te eten, die schadelijk zijn voor de gezondheid. We zien het immers zelf overal, zooals ook dezen zomer, dat er op dien leeftijd veel jonge dieren sterven. Bij het afwennen der jongen moeten we deze dan ook nooit allemaal tegelijk bij de moeder wegnemen, doch eerst een paar, b.v. twee of drie, en eenige dagen later de rest. Dit is ook beter voor de voedster. De voedster zelf moeten we na het Spenen der jongen natuurlijk goed blij ven voeden, want een goede voedster is tegen dien tijd altijd mager geworden. Zijn de jonge konijnen 1012 weken oud, dan moeten we vooral de rammen en voedsters bij elkaar weg doen en een goede ruimte geven, waarin ze naar har telust kunnen springen, dan zullen de spieren zich krachtig ontwikkelen en we krijgen een flinke vleeschbout. Sommige voedsters hebben nog wel eens een heel onhebbelijke gewoonte, waar wij vooral voor willen waarschu wen, omdat daardoor het geheele nest met jongen verloren kan gaan, n.l. dat ze haar behoefte gaat doen vlak bij het nest der jongen. Hierdoor wordt dit nest iederen dag nat en bevuild, zoodat de jonge diertjes na een paar dagen al ster yen, We weten allen, dat bijna leder konijn z'n vaste plaats in het hok heeft, waar ze hun behoefte doen. Mocht de voedster dit te dicht bij het nest doen, dan moet men het nest eiken dag een klein eindje verschuiven, zoo lang tot het naar een anderen hoek van den stal is verplaats. Doet men dit bij tijds, dan vindt de voedster dat wel best en dan hebben de jongen ook een behoor lijk droog nest. ONTDEKT DOOR BARENTZ EN HEEMSKERK. V. P. B.Noordland, Barentzland, Amsterdameiland nog altijd dragen de eilanden in het Hooge Noorden, die deel uitmaken van Spitsbergen, Neder- landsche namen als eenige herinnering aan den tijd, toen koene zeevaarders op zoek naar den Noord-Oostelijken door tocht in de met drijfijs bedekte Poolzee, rondzwalkten. Heemskerk en Barentz, beroemd door de overwintering op Nova Zembla, vonden den doortocht niet, maar wel ontdekten zij Spitsbergen. En kele tientallen jaren later werd hier een zomernederzetting gevestigd om de wal- vischvaarders in de gelegenheid te stel len hun rijken buit te bewerken. De traankokerijen wonnen er traan en daar om werd de nederzetting Smeerenburg genoemd. Voordat men het eiland zag, rook men het reeds, zeggen de schrijvers uit de zeventiende eeuw De walvischvaarders trokken meer naar het Noorden, Smeerenburg verviel en zoo werd Spitsbergen een vergeten uithoek, die nog slechts waarde had als uitgangspunt voor poolexpedities. Toch werden in de twintigste eeuw steenko len, dicht onder de oppervlakte gelegen en dus gemakkelijk ontginbaar, ontdekt en dit feit was de oorzaak van een reeks twisten over de vraag, wie eigenlijk de bezitter van dit land was. Tenslotte ver wierf Noorwegen in 1919 de souvereini- teit, maar dat jaar zag tevens het be gin van een omvangrijke exploratie van de Noordelijke IJszee door de Sovjet- Unie. De arctische scheepvaart had steenkolen noodig en waar kon men die beter halen dan op Spitsbergen? Een grondige penetratie had plaats, zoodat het belangrijkste mijnencomplex nu in Sovjet-Russische handen is. Dit produ ceert ruim 400.000 ton steenkolen per jaar, terwijl de totale productie 700.000 ton bedraagt. Onlangs is een Engelsch expeditie corps op Spitsbergen geland. Eerst werd gemeld, dat het eiland tot een vloot- en luchtsteunpunt gemaakt zou worden, maar later bleken de Engelsche troepen na de mijnen onbruikbaar gemaakt te hebben weder vertrokken te zijn. Spitsbergen is weer in de nevelen van het Noorden verzonken. ENGELSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN DUITSCHLAND, BERLIJN (D. N. B.) In den nacht van 16 op 17 September zijn Britsche bom menwerpers naar Zuidwest-Duitschland gevlogen. De brisant- en brandbommen, welke op verschillende plaatsen werden geworpen, richtten geringe schade aan in woonwijken. Onder de burgerbevol king werden verscheidene menschen ge dood en gewond. DE SJAH VAN IRAN, BERLIJN (D. N. B.) Reuter meldt uit Teheran, dat de Sjah van Iran, die, zoo als gemeld, gisteren is afgetreden ten behoeve van zijn zoon, de hoofdstad ver laten heeft, om zich naar Ispahan te be geven. BRITSCHE VLIEGTUIGVERLIEZEN. BERLIJN (D. N. B.) Het D. N. B. ver neemt van militaire zijde, dat Duitsche jagers in de middaguren van 16 Septem ber 4 Britsche jachtvliegtuigen hebben neergeschoten. De Duitsche vliegtuigen leden geen verliezen. HEVIGE AARDBEVING IN KLEIN- AZIë GEREGISTREERD. Het ethnografisch instituut te Bel grado heeft Dinsdag een nieuwe sterke aardbeving opgeteekend. De storingen der toestellen begonnen om 4 uur 34 min. 16.7 sec. De sterkste storing werd opgeteekend om 4 u. 36 min. De golven volgden elkander op in perioden van 8 seconden. In totaal duurde de registra tie 12 minuten. De haard van de aard beving bevindt zich in Klein-Azië, waar, zooals bekend, reeds eenige dagen gele den een hevige aardbeving heeft plaats gevonden. DE REGEERING VAN SYRIë AFGETREDEN. KABOEL. (D. N. B.) Radio Jeru zalem meldt, dat de regeering van Syrië is afgetreden. Generaal Catroux heeft aan Tag-Eddin-AIhuziï opgedragen een nieuwe regeering te vormen. GOES. Veilingsvereen. Zuid-Beveland. Veiling van Dinsdag 16 Sept. 1941. Appels: Codlin Keswick 1220, Cla- sieappels 1017, Cox Pomona 1230, Ellisons Orange 2050, Eng. Pigeon 10 —17, Gulderling 10—17, Gr. Herz. Fr. v. Baden 1230, Glorie v. Holland 15 35, Hondsmuil 1220, Jac. Lebel 12 20, Mancks Codlin 15—35, Notarisappel

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1941 | | pagina 3