MetGorovm gaat o&eat
Kerknieuws
Onderwijs
Posterijen
Binnenland
Hoe voorkomt men het
doorloopen van kleedingstukken
in de wasch?
Burgerlijke Stand
Telegrammen
Donkere wolken boven
Afghanistan.
T/STDAG 12 SEPTEMBER.
194-5-20.00 UUÏZ
NEDEBUWPSCHE
OMBOE?
Wil
Ned, Herv. Kerk,
Beroepen: ie Aalst (Gld.) en te
Sluipwijk (vac. R. Damsté), cand, P, J,
Dorsman te Rotterdam; te Schoonre-
vroerd (toez.), H. A. Leenmans Jr te
Ede; te Terwolde (vac. H. v. Ewijck),
p, v. Wijnen te Winsum (Fr.).
Bedankt: voor Broek op Langen-
dljk, A. S. Bijlsma te Rijswijk (Gld.).
Geref. Kerken.
Beroepen te Bennekom (2e pred.
pl.), J. Boer te DuisburgRuhrort, tij
delijk hulpprediker te Bennekom.
Aangenomen: naar Bennekom,
J. Boer.
Chr. Geref. Kerk.
Beroepen: te DriebergenRij-
senburg, M. Baan te Bussum.
Geref. Gemeenten.
Tweetal: te DirkslandH. Ligten-
berg te Kampen en A. v. Stuyven-
berg te Yerseke.
Beroepen: te Dordrecht, A. Ver
hagen te Middelburg.
AFSCHEID, BEVESTIGING EN
INTREDE.
Ds H. Bakker, die met emeritaat gaat,
neemt Zondag 28 September in de Koe
pelkerk, afscheid van de Ned. Herv. Ge
meente te Amsterdam.
Ds O. W. Bouwsma neemt 19 Octo
ber afscheid van de Geref. Kerk te Us-
selmuidenGrafhorst en wordt 2 No
vember door zijn ambtsvoorganger, Ds
M. de Goede van Utrecht, bevestigd te
Breukelen.
Zondag zal Ds S. J. Popma van
Amersfoort, cand. J. van Buuren beves
tigen als predikant der Geref. Kerk te
Amersfoort.
Beroepbaar verklaard.
Cand. P. H. de Bres te Oegstgeest stelt
zich niet meer beroepbaar in de Ned.
Herv. Kerk.
De classis Gouda der Geref. Kerken
heeft cand. B. Rietveld (Crabethstr. 61,
Gouda) praeparatoir geëxamineerd en
beroepbaar verklaard.
Cand. Drs S. J. Ridderbos (Epeweg
603, Heerde) stelt zich na 1 October a.s.
beroepbaar in de Geref. Kerken.
Het Prov. Kerkbestuur van Noord-
Brabant en Limburg heeft tot de Evan
geliebediening in de Ned. Herv. Kerk
toegelaten de heeren P. J. Dorsman,
cand. aan de R. U. te Utrecht, A. J.
Flint, eveneens cand. taan de R. U. te
Utrecht en T. J. Drenth, cand. aan de
R. U. te Groningen.
Hulppredikers.
Benoemd tot hulpprediker der Geref.
Kerk te IJmuiden, cand. J. Haitsma te
Amsterdam.
Cand. J. M. Vlijm te Utrecht heeft
de benoeming tot hulpprediker der Ge
ref. Kerk te Ameide aangenomen.
Een drieling in een predikantsgezin.
Maandagavond heeft mevrouw v. d.
Waal, echtgenoote van Ds I. P. v. d.
Waal, Ned. Herv. predikant te Haarlem,
(voorheen te Grijpskerke) het leven ge
schonken aan een drieling. Het zijn drie
jongens. Moeder en kinderen maken het
wel. (Stand.)
Giften en legaten.
De Ned. Herv. Gem. van Oude-Pekela
heeft een legaat ontvangen van 1000
van wijlen mej. F. Wessels aldaar.
DE KRACHT DER VOORBEDE.
In de „Charloische Kerkbode" schrijft
Dr H. N. Ridderbos over de kracht der
voorbede:
„De tijd waarin wij levén is in vele op
zichten moeilijk en zwaar. Toch heeft
hij ook iets vóór we zouden bijna
schrijven: zijns ondanks omdat hij ons
terugbrengt tot de oorsprongen van ons
geestelijk bestaan, omdat hij roept tot
concentratie van wat eir schuilt aan in
nerlijke krachten in de gemeente des
Heeren.
Eén van die krachten, waarvan we de
waarde misschien dikwijls onderschat
hebben, is de voorbede. Er zijn omstan
digheden, waarin wij elkander niet meer
ongeveer zes uur de begane grond be
reik.
De lange-afstandsloop
van een kater. In Mei verhuisde
een Haagsche familie uit de Celsiusstraat
naar Apeldoorn. De kat, Tinus geheeten,
werd als lid van de familie meegeno
men naar de schoone Geldersche stad.
Wie schetst de verbazing der buren, toen
dezer dagen Tinus zich in zeer verfom
faaiden toestand in de Celsiusstraat ver
toonde, waar hij zich regelrecht naar zijn
vroegere woning begaf om zich in zijn
oude hoekje neer te vlijen.
De nieuwe bewoners wisten eerst niet,
hoe zij het hadden, maar de buren brach
ten hen weldra op de hoogte, wie de on
aangediende bezoeker was. Het geval
was zoo verbluffend, dat de buren eerst
niet konden gelooven, dat het dezelfde
iinus van vroeger was en dachten aan
een soortgenoot. Nu wist men zich te
herinneren, dat Tinus vroeger een ope
ratie aan de keel had ondergaan voor
het verdwij deren van een vischgraat, die
was blijven steken. Daarvan was een lit-
teeken achtergebleven. Welnu, toen de
mren het dier aan den lijve onderzoeh-
®h, vonden zij inderdaad op de bewuste
Plek het litteeken, zoodat geen twijfel
meer mogelijk was. Men heeft daarop
op een uitwendige wyze de helpende
hand kunnen bieden; waarin het. contact
geheel verbroken Is, Zelfs corresponden
tie is onmogelijk of tot een onbeteeke-
nend minimum, beperkt. Denk slechts aan
onze broeders en zusters, verwanten en
medestrijders voor het Koninkrijk Gods
in onze overzeesche gewesten; ook aan
diegenen, die door het uitbreken van
den oorlog verhinderd zijn tot de hun
nen weder te keeren; die in andere lan
den vertoeven of verre zeeën bevaren-
Het voornaamste wat we in zulke om
standigheden kunnen doen is voor el
kander te bidden. Zeker, ook een betoo
ning van medeleven, dat nog op andere
wijze kan plaats hebben, is niet minder
dan een staaltje van eenvoudige Chris
tenplicht. Maar laat ons toch daarbij de
kracht der voorbede niet onderschatten.
Daarin heeft de Heere ons een middel
gegeven om elkander tot hulp en steun
te zijn, welks waarde en kracht grooter
is dan alle andere. Want in die voorbede
appelleeren wij aan Gods onwederstan-
delijke macht en aan Zijn grondelooze
liefde. De voorbede der geloovigen wordt
ons in de Schrift aangeprezen als hèt
middel om de hemelsche hulpbronnen te
openen en geopend te houden.
En nu weten wjj, dat onze voorbede
ten slotte niets beteekent zonder de voor
bede van den grooten Middelaar van het
volk, Jezus. Hij pleit op het verbond, Hij
houdt den Vader Zijn belofte voor, Hij
wijst op het volbrachte werk. En die
voorbede is het diepste geheim van de
volharding en van de overwinning van
het volk in de laagte. Maar daarmee zijn
wij niet ontslagen ook mede de voorbede
op te zenden. Van de aarde moet het
opklimmen, in een niet onderbroken, van
alle zijden toevloeiende gebedsdrans:. In
dat geloovig en aanhoudend smeeken der
gemeente trilt haar eigenlijke leven, en
wordt openbaar haar gebondenheid aan
Christus, aan Zijn Koninkrijk èn aan den
strijd en het lijden der broeders.
Houdt dan aan in de gebeden, niet het
minst in de voorbede.
Dan zullen de fonteinen des hemels
geopend blijven om ons allen, die den
Koning liefhebben, hemelsche kracht in
menschelijke zwakheid te doen toevloei-
PROMOTIE DR W.' TH. NAUTA.
Hedenmiddag is aan de Vrije Univer
siteit gepromoveerd tot doctor in de
wis- en natuurkunde de heer W. Th.
Nauta te .Amsterdam, op een dissertatie
getiteld: „Diarylmethylen" (inleidende
onderzoekingen over een nieuw type van
vrije radicalen met driewaardige kool
stof). Als promotor trad op Prof. Dr Ir
J. Coops.
Dr Wybe Thomas Nauta werd 17 Juni
1913 te Holwerd geboren en bezocht de
Chr. H. B. S. te Leeuwarden waar hij in
1931 eindexamen deed. In Sept. van dat
jaar werd hij ingeschreven als student
aan de Vrije Universiteit waar hij in
Dec. 1934 candidaatsexamen deed. In
den cursus 19361937 fungeerde Dr
Nauta als collegeassistent bij Prof.
Coops. In Juli 1939 legde hij cum laude
zijn doctoraal examen in de scheikunde
af. Zijn arbeid aan zijn proefschrift
werd onderbroken door de jongste mo
bilisatie van het v.m. Ned. leger. Sedert
Juni 1940 is Dr Nauta als eerste assis
tent verbonden aan het scheikundig la
boratorium van de Vrije Universiteit.
Van de hand van Dr Nauta zijn publica
ties verschenen in het Recueil travaux
chimiques des Pays Bas, w.o. enkele in
samenwerking met zijn promotor en in
het Chemisch Weekblad.
Bond van Chr. (M)Uloscholen.
In de gisteren te Utrecht gehouden
algemeene vergadering van den Bond
van Chr. (M) Uloscholen is in de plaats
van Ds J. C. van Dijk, Ned. Herv. pre
dikant te Bloemendaal, die om gezond
heidsredenen is afgetreden, tot voorzit
ter gekozen Ds R. Dijkstra, Ned. Herv.
predikant te Amsterdam.
Examens.
Aan de Mode-Academie De Leeuw
van Rees te Amsterdam slaagde voor
het examen coupeuse-leerares mej. A. J.
Dekkër te Goes.
de familie te Apeldoorn „per expresse"
van het merkwaardige geval op de hoog
te gebracht.
De enorme tocht, waarover Tinus ver
moedelijk weken heeft gedaan, is, zooals
duidelijk te zien is, niet zonder meer
aan den kranigen kater voorbijgegaan.
Zijn pooten vertoonden sporen van groo-
te slijtage, en aan zijn uiterlijk was te
zien, dat hij heel wat ontberingen heeft
moeten doormaken voor hij zijn doel had
bereikt. (Telegr.)
Controlekaart voor
rookartikelen. Wie met zijn
vleeschbons een slagerswinkel binnen
treedt, heeft recht op een bepaalde hoe
veelheid vleesch, doch wie met een
„Raucherkontrollkarte" een sigarenwin
kel binnentreedt, kan daaraan niet het
recht ontleenen, dat hem een zekere
hoeveelheid sigaretten, sigaren of tabak
moet worden verstrekt! Deze kaarten
voor rookers zijn uitsluitend de naam
zegt het reeds bestemd voor „con'-
trole". Zij hebben o.a. ten doel, het queue
maken voor de sigarenwinkels tegen te
gaan, althans te verminderen.
Voor eiken dag van de maand bevat
ten zy een vakje; rookartikelen worden
alleen afgeleverd op vertoon van de
kaart. aankoop van hot eon of ander
HET ACHTSTE LEERJAAR.
Een der belangrijkste van de serie wij
zigingen in onze onderwijswetgeving,
aangekondigd door den secretaris-gene
raal van het departement van onderwijs,
wetenschap en cultuurbescherming in
zijn radiorede van 12 Aug. j.l., is wel
de invoering van een verplicht achtste
leerjaar op de gewone lagere school met
ingang van den cursus 19421943.
De N. R. Crt. schrijft hierover:
Algemeen was de meening, toen Minis
ter Waszink in 1927 het zevende leerjaar
herstelde, dat deze leerkring geen bloo-
te* herhaling of voortzetting der eerste
zes jaren zijn mocht. In een circulaire
van 3 November 1928 nr 5712 I afd. L.
O.A., gezonden aan de inspecteurs van
het Lager onderwijs komt deze zinsnede
voor: „Voor de groote meerderheid der
leerlingen is het onderwijs, dat zij in het
zevende leerjaar genieten, eindonderwijs.
Met de kennis die zij daarin opdoen, moe
ten zij het leven ingaan. Het onderwijs
moet zich daarom, voor zoover de om
standigheden dit toelaten, aan hunne
behoeften aanpassen. En daar deze be
hoeften voor een groot aantal leerlingen
eener school of van verschillende scholen
nagenoeg dezelfde zjjn, beteekent, dit te
vens, dat het onderwijs zich moet aan
passen aan de behoeften der streek en
van de daarin het sterkst vertegenwoor
digde maatschappelijke kringen. Daar
uit vloeit voort, dat het onderwijs in
groote steden anders zal moeten zijn dan
in kleine plaatsen, in handels- en nijver
heidscentra anders dan in een landelijke
omgeving, in de eene industrieplaats
weer anders dan in een andere en in een
landbouwstreek anders dan in plaatsen
waar tuinbouw het hoofdmiddel van be
staan uitmaakt."
Nu moeten wij tot ons leedwezen vast
stellen, dat in dit opzicht het heringe
voerde zevende leerjaar meestal een
mislukking geweest is. Het werd
meestal herhalingsjaar en uitbreidings
jaar.
In de groote plaatsen kwam nog daar
bij, dat het overgroote deel der leerlingen
na het afloopen der zesde klasse de
school verliet, om voortgezet onderwijs
in theoretischen of practischen zin te
gaan volgen; de restanten leerlingen dus
in centrale zevende klassen moesten bij
eengebracht worden, waar het geruimen
tijd duurde voor men hen op hetzelfde
niveau had gebracht en dus kon door
gaan.
Zoodoende genoot het zevende leer
jaar noch de sympathie der ouders, noch
die der leerlingen, het werd gevoeld als
iets overbodigs.
De ernstige poging om uit deze ma
laise te geraken, kwam uit het zuiden
des lands: men trachtte daar in het
hoogste leerjaar eenvoudig nijverheids
onderwijs in te voerenin 1937 kreeg een
commissie, van ministers zijde ingesteld,
de opdracht te onderzoeken, hoe het ze
vende en de eventueel hoogere leerja
ren van de school voor gewoon lager
onderwijs, in het bijzonder ook in ver
band met de hier en daar opgekomen
neiging om door toevoeging van huis
houdelijke vakken aan het onderwijs in
die leerjaren een speciaal karakter te
geven, konden worden ingericht. Het
rapport dezer commissie is in 1940 ver
schenen en kan als grondslag dienen
voor een zevende en achtste klasse.
Want wil men het 7de en 8ste leer
jaar in ons volk doen leven, dan moet
men daarin iets anders geven, iets aan
het practische leven aanpassende
iets wat de leerlingen te arbeiden
geeft en niet alleen theoretisch laat op
nemen, iets wat hun arbeidsvreugde
verschaft en van welks noodzakelijkheid
zij doordrongen zijn, anders wordt ook
dit een mislukking.
Moeilijkheden zullen hierbij te over
winnen zijn, waarbij wel als allereerste
de vraag zal opkomen: Hoe komen wij
aan de noodige schoolruimte? Onze
scholen zijn veelal gebouwd voor het ze
ven klassen-systeem; er zal wellicht bij
gebouwd moeten worden en is dit op het
oogenblik mogelijk?
Dat de vragen van aansluiting tus-
schen lager onderwijs en voorbereidend
hooger, middelbaar en uitgebreid lager
onderwijs tot een beslissing zullen ko
men, schijnt ons daarbij volstrekt nood
zakelijk.
wordt het vakje van den dag afgestem
peld, zoodat het niet langer mogelijk zal
zijn een aantal sigarenwinkels af te loo-
pen en bij de een b.v. sigaretten, bq den
ander sigaren en bij den derde tabak te
koopen.
De groote moeilijkheid bestaat nu nog
hierin, dat de kaarten zonder aanzien des
persoons worden uitgereikt, dus zoowel
aan rookers als aan niet-rookers. Voor-
loopig schijnt de handelaar of winkelier
nog vrij gelaten te zullen worden ten
aanzien van de hoeveelheid, die hij per
keer en per dag aan een klant kan of
wil afleveren. Een bepaalde rantsoenee
ring is dus aan de invoering van de kaart
niet verbonden. V.P.B.
Rijkspostspaarbank.
Opgave betreffende het kantoor der
posterijen te Middelburg.
In den loop der maand Augustus werd
aan bovengenoemd kantoor ingelegd
f77.938,85 en terugbetaald f97.535,89.
Derhalve minder ingelegd dan terug
betaald f 19.597,04.
JAARLIJK8CH CONGRES VAN DEN
B.B.N.
De Bond voor bedrjjfsautoverkeer in
Nederland (B.B.N.) heeft gisteren zijn
jaarlijksch congres gehouden onder lei
ding van zijn voorzitter oud-minister
ir M. C. E. Bongaerts, die er in zijn
openingsrede op heeft gewezen, dat dit
het eerste congres is, dat de B.B.N.
onder zijn nieuwen naam en zijn gewij
zigde statuten houdt. Het congres staat,
aldus de heer Bongaerts, in het teeken
van samenwerking tusschen de drie
elementen, welke de zeer groote toe
komst van het bedrijfsverkeer op den
weg zullen opbouwen, met name de
wegenbouwer, de wagenbouwer en de
weggebruiker.
De heer M. J. M. van Poll, voorzitter
van de afdeeling beroepsgoederenver-
voer van den B.B.N., behandelde de
organisatie van het wegvervoer; de heer
W. Fick, hoofd van den technischen
dienst van den B.B.N., de instandhou
ding van het vervoer op den weg in
Nederland na 10 Mei 1940.
De heer van Poll gaf een beeld vaD
de ontwikkeling van het oeconomische
leven en van het verkeer en van den
toestand in het geheele verkeers- en
vervoerswezen, welke het gevolg is van
het feit, dat het technische apparaat
grootere capaciteit heeft dan voor de
dekking van de behoefte noodig is. De
oplossing van de moeilijkheid is slechts
denkbaar als gevolg van een regeling,
i
Als de kleuren van een kleedingstuk
doorloopen,, kan het onherroepelijk ver
loren zijn. Speciaal dunne zijden stof
fen en wol loopen gemakkelijk door, als
men hen, niet zorgvuldig behandelt. De
oorzaak van het doorloopen kan zijn.
Een te vet sop. Hoewel het ge
bruik van te veel zeep tegenwoordig wel
niet zoo licht val voorkomen, moet men
er toch steeds op bedacht zijn, dat wan
neer men een enkel stukje in een sopje
wascht, men slechts een geringe hoe
veelheid water heeft en met weinig zeep
kan volstaan.
Te lang weeken. Teere stukken
mogen slechts zeer kort, hoogstens 20
minuten voorweeken in gewoon koud
water. Slechts wanneer het stuk zeer
vuil is kan men wat borax aan het wa
ter toevoegen, doch soda mag nimmer
gebruikt worden.
Is het kleedingstuk eenmaal doorge-
loopen, dan zet men het zoo spoedig
mogelijk in koud water. Trekt de kleur
er niet uit, dan wascht men het over in
koud zeepsop. Goed spoelen, uitknijpen
in een badhanddoek en zoo snel mogelijk
drogen.
Dunne zijden stoffen strijkt men na
het uitknijpen onder een doekje onmid
dellijk op. Een enkele maal kan men een
doorgeloopen vlek in zijden en wollen
stoffen met een wolbleekmiddel verwij
deren.
GOES. Overleden: Huibregt van 't
Westeinde, 77 j. wedn. van Joanna Faes
Margaretha Priem, 57 j. e.v. Marinus Lu
cas Rentmeester te Ovezand; Martina
van der Schraaf, 35 j. te Wemeldinge.
Over de maand Augustus.
POORTVLIET. Gehuwd: 7, F. J.
Schijf, 25 j. van Goes en C. M. Krqger
25 j.; 14, C. Lisseveld, 24 j. van Vlis-
singen en M. N. Oostdijk, 21 j.; 28, G.
Minheere 30 j. van Oud-Vossemeer en
M. C. van de Velde 24 j.
Overleden: 22, Willem Anthonisie, 76
j. eehtg. van Cornelia Plantsoen.
GROOTE BRAND TE CHICAGO.
CHICAGO (D. N. B.). In een uit vier
verdiepingen bestaand pakhuis in Chi
cago is een geweldige brand uitgebroken,
waartegen alle brandweergroepen uit de
stad het moesten opnemen. Het blus-
schingswerk wordt bemoeilijkt door tal
rijke ontploffingen, die veroorzaakt wor
den door munitie en olie. De in gevaar
zijnde opgeslagen voorraden hebben een
waarde van vele millioenen dollars. Men
heeft het vuur nog niet kunnen blus-
schen.
L. HOEJENBOS.
's GRAVENHAGE. (A.N.P.) Op 65-
jarigen leeftijd is hier gisteren na een
kortstondige ziekte overleden de oud
directeur van Maatschappelijk Hulpbe
toon, de heer L, Hoejenbos.
waardoor er weer evenwicht zal worden
gebracht tusschen capaciteit en bevre-
digbare behoeften. Daar de vrjje con
currentie de kwaal slechts doet ver
ergeren, blijft er geen andere weg over
dan die van ordening van het geheele
bedrijfsleven, op dat doel gericht. Spr.
wees op de taak in dezen van de com
missie Wolterson, waarvan een aparte
advies-commissie zich bezig houdt met
de ordening van het verkeers- en ver
voerswezen. Tot nu toe zijn er twee
van overheidswege ingestelde organisa
ties tot stand gekomen: De Nederland-
sche organisatie voor het beroepsgoede-
renvervoer langs den weg (N. O. B.)
en de eigen vervoerders-organisatie
(E.V.O.)
De beroepsvervoerders moeten van den
N.O.B. lid zijn om hun bedrijf te mogen
uitoefenen, vandaar, dat men deze or
ganisaties dwangorganisaties noemt.
Met belangstelling en met oprechte
hoop, dat de opzet van de organisatie
van het wegvervoer moge slagen, zien
wij naar den arbeid dezer organen uit.
Voor de B.B.N. blijft echter nog een
groote taak bestaan, dat men service
zou kunnen noemen.
De heer Fick heeft in zijn uiteenzet
ting de technische mogelijkheden voor
den automobilist, die het zonder ben
zine moet doen, uiteengezet.
SECRETARIS COMMISSIE-
POSTHUMA.
Naar men ons meldt is dezer dagen
Ir W. F. Gerhard l.i. benoemd tot secre
taris der commissie-Posthuma in plaats
van Dr Ir M. D. Dijt.
V.P.B. Ankara. Men slaat hier den
ontwikkelingsgang van den toestand in
het Oosten nauwkeurig en met eenige
bezorgdheid gade. Vooral houdt men zich
bezig met de vraag: wat zal er met Af
ghanistan gebeuren?
In het Midden-Oosten betitelt men Af
ghanistan gewoonlijk als „de navel van
de wereld". Dit land heeft een opper
vlakte van 650.000 vierkante kilometer
en is dus ongeveer even groot als Groot-
Duitschland zonder de Poolsche gebie
den. Het telt echter niet meer dan 7
millioen inwoners. In weerwil van zijn
grootte is Afghanistan evenwel klein te
noemen in verhouding tot zijn onmiddel
lijke naburen. Het ligt ingeklemd tus
schen de reusachtige gebieden van de
Sowjet-Unie en Engelsch Indië „als een
graankorrel tusschen twee molenstee-
nen".
Tot dusverre behpefde het geen vrees
te koesteren, tusschen deze twee molen-
steenen verpletterd te worden, want het
vormt den sleutel tot de poort naar In
dië. Zijn beide naburen hielden elkaar
van weerskanten in bedwang. Zoodra de
Sowjet-Russische regeering pogingen in
het werk stelde, om via Afghanistan een
weg te zoeken naar Indië, stootte zij op
den heftigen tegenstand van Engeland;
en als Engeland van Indië uit iets tegen
Afghanistan trachtte te ondernemen, om
dat land onder zijn beheer te brengen,
ging Moscou op zijn achterste beenen
staan en protesteerde krachtig.
Of Engeland thans van de gelegenheid
gebruik wil maken om Afghanistan te
bemachtigen, dan wel of Afghanistan op
het punt staat, het slachtoffer te worden
van een overeenkomst tusschen Enge
land en Sowjet-Rusland is op het oogen
blik nog een open vraag. Eéiv ding ech
ter is zeker: van die zijde wordt blijk
baar alles in het werk gesteld om op een
of andere wijze een einde te maken aan
de onafhankelijkheid van Afghanistan
althans, deze opinie is men hier vrij al
gemeen toegedaan.
Het land tusschen de Sowjet-Unie en
Indië wordt vaak gekenschetst als het
Aziatische Zwitserland. De overeenkomst
is inderdaad zeer groot. Beide landen lig
gen in het hart van een werelddeel. Geen
van beide heeft een toegang tot de zee.
Zij zijn bergachtig en waren uit dien
hoofde moeilijk te ontsluiten voor het
moderne verkeer. Eigenaardig is ook, dat
beide landen niet worden bewoond door
één volk, doch door een mengsel van ver
schillende volken en rassen. Deze zijn
echter, zoowel in Zwitserland als in Af
ghanistan, sterk aan hun geboortegrond
gehecht.
Zooals wij reeds opmerkten, is Afgha
nistan over het algemeen bergachtig.
Het voornaamste gebergte wordt ge
vormd door den Hindoekoesj, welke hier
en daar een hoogte bereikt van bijna
3000 meter. De Oostgrens van Afghani
stan bestaat geheel uit bergruggen, waar
in slechts weinig bergpassen voorkomen.
In het Noorden des lands echter zijn
groote vlakten en ook woestijnen; in den
Zuidwesthoek, waar de drie landen: Be-
loetsjistan, Afghanistan an Iran elkan-
tVOI2PTOl/£R DE/U ZSNQEtl
1 6 eöo/vn/ew
WET ÊEfu ivlEDtVE aDSRJEK
DIVEIZSE opcoEDewDe RseaarAce^ ouga «y* g. theater