DE ZEEUW TWEEDE BLAD ONZE KLEINE BOEREN. „De groote Ketter" Uit de Provincie Waar blijven onze gebruikte distributiebonnen? VAN DONDERDAG 28 AUG. 1941. Nr 101. Ongeveer 1/3 deel van het totaal aan tal landbouwbedrijven in ons land is niet grooter dan 15 ha. Bijna 2/3 deel haalt de 10 ha. niet. Hierbij rijn de tuinbouw bedrijven, voor welke een andere maat staf gelden moet, niet inbegrepen. Het totaal aantal landbouwbedrijfjes van minder dan 5 ha., doch die niette min dienen moeten als hoofdbestaans middel voor even zoovele gezinnen, be draagt bijna 60.000, dat van 5 tot 10 ha. niet minder dan ruim 50.000, zoodat dus voor ongeveer 110.000 boerengezinnen de levensvoorwaarden bepaald worden door de mogelijkheden, welke het kleine landbouwbedrijf hen biedt. We vermoeden, dat velen aan wie een oppervlakte van 5 ha. in de natuür zou worden getoond, dit een zeer groote uit gestrektheid zouden vinden en het onbe grijpelijk achten, dat het de grootste moeite kost daarop zijn brood te verdie nen. We willen daarom beginnen met het eenvoudigste geval, n.l. dat van een zui ver weidebedrijf, waarin de melk niet op het bedrijf zelf wordt verwerkt, doch óf naar de stad gaat als consumptiemelk óf naar de zuivelfabriek voor,de bereiding van zuivelproducten. In een dergelijk bedrijf nu geldt als een normale, in 't geheel niet buitenspo rige arbeidsprestatie, dat de algeheele verzorging van 10 melkkoeien en het daarbij behoorende andere vee, het mel ken en de arbeid op het weiland, dat deze koeien noodig hebben, verricht worden door één man. Alleen in den hooitijd kan dan nog wat extra hulp noodig zijn. In dezen arbeid vindt een volwassen man een volledige dagtaak het geheele jaar door, maar ook niet meer dan dat. Gemiddeld kan men aannemen, dat voor één melkkoe ha. grasland noo dig is voor zomer- en wintervoeding, voor het jongvee per stuk een kleinere oppervlakte. Voor 10 melkkoeien met bijbehoorend jong vee zal men zonder al te groote fout daarom mogen rekenen met een oppervlakte van 10 ha. Dit wil dus zeggen, dat in het zuivere weidebedrijf een oppervlakte van 10 ha. maar juist toereikend is aan één man het geheele jaar door een volledige dagtaak te geven en dat dus ook alleen onder die omstandigheden een dergelijk man een inkomen kan verwachten, dat met een normaal jaarloon overeenkomt. Nu ligt de toestand voor vele bedrijf jes anders, doordat die naast weiland ook bouwland omvatten en de arbeids- aanwending op bouwland aanmerkelijk grooter is. Hoeveel grooter die is, hangt af van den aard der verbouwde gewas sen; het minst voor granen, het meest voor aardappelen, suikerbieten en an dere wortelgewassen. Laten we, om onze gedachten bij een vast getal te bepalen, aannemen, dat het geheele jaar met een volledige dagtaak gevuld zou worden door een akkerböuwbedrijfje van 5 ha., al moeten wij daarbij onmiddellijk aan- teekenen, dat de zaak veel gecompliceer der is. Voor gemengde bedrijfjes is duS pas een volledig- loon te verwachten, wanneer de grootte daarvan zich be weegt tusschen 5 en 10 ha., al naar de verhouding tusschen de oppervlakten bouwland en grasland. Hoe staat het nu met de zuivere wei- debedrijfjes, die minder, soms belangrijk minder groot zijn dan 10 ha., en waar men b.v. slechts 4 a 6 melkkoeien houden kan? Wanneer deze bedrijfjes geen andere werkzaamheid leveren dan die welke ver- eischt wordt door die 4 tot 6 melkkoeien, dan wordt de arbeidskracht van één man ook slechts voor 40 60 pet. benut en is het onmogelijk hierop een volledig loon te verdienen. En, wanneer op zoo'n be drijfje van ongeveer 5 ha. bovendien nog andere werkkrachten zijn, is er daarvoor FEUILLETON 26) o— In de slotzitting wordt voorgelezen een Koninklijk decreet, dat de Staten bijeen roept en een maand later de geestelijk heid. En binnen zeer korten tijd weet heel Frankrijk, vriend en vijand, dat Admi raal de Coligny, zoo hij al niet een ketter is, dan toch zéér sympathiseert met de Hugenoten. Hij kon de leider wel zijn. Het nieuws dringt ook door tot Chatil- lon, waar Charlotte de Laval het met vreugde verneemt. Neen, zij heeft zich niet vergist in haar gemaal: wanneer hij eenmaal een keuze gedaan heeft, dan staat hij er ook voor. Al zou de dood hem bedreigen. Is daarop kans? Er is een intieme samenkomst. Van Koningin-Moeder Catharina, den Koning en de beide De Guises. Dan komt het optreden van De Coligny ter sprake. „Hij is een ketter", zegt de Kardinaal „Dan zal hij eenmaal het lot eens ket ters deelen", merkt Catharina de Medici op, terwijl zjj vleiend en vol charme de geen werk en dus ook geen verdienste. Het spreekt vanzelf, dat de kleine boe ren, die dagelijks met deze moeilijkheid te worstelen hadden, naar een oplossing daarvoor hebben gezocht, waar uitbrei ding van het bedrijfje met meer grond niet mogelijk was. Men heeft die hierin gezocht, dat men naast het rundvee ander, klein vee, is gaan houden, dat niet gevoed behoefde te worden met het gras en het hooi, dat op het eigen weiland werd - voortgebracht. Hiervoor leenden zich het best varkens en kippen, die beide gehouden konden worden met aangekocht handelsvoeder. In de gemengde bedrijfjes gebruikte men het bouwland voor een groot deel voor aardappels en rogge, die een belang rijk deel van het varkensvoeder kunnen leveren, maar dit brengt in den algemee- nen opzet geen verandering. In elk ge val hield men aanmerkelijk meer vee dan men zou kunnen voeden met het voeder, dat in het eigen bedrijfje werd voortge bracht. Door deze oplossing werd het mogelijk, dat een volledige dagtaak geschapen werd in een bedrijfje, waarvan de opper vlakte dit niet toeliet en daardoor kon men ook een volledig loon verwerven, in niet weinige gevallen bovendien voor an dere gezinsleden dan alleen de man. Deze oplossing echter is alleen moge lijk, wanneer die bedrijfjes de noodige varkens en kippen houden en dit kan al leen, wanneer het voeder daarvoor uit het buitenland kan worden aangevoerd. Kan dit niet, dan is er op deze bedrijfjes geen volledige dagtaak te vervullen en kan dus ook geen normaal loon worden verdiend en zijn deze boerengezinnen aan diepe armoede overgeleverd. Het voortbestaan van ruim 100.000 kleine boeren en hun gezinnen is afhan kelijk van den aanvoer van voedermid delen uit het buitenland. Het gaat hier om bijna 2/3 deel! van onze geheele boe renbevolking. Wordt mettertijd die aanvoer niet her steld, dan is op deze bedrijfjes het niet mogelijk een bestaan voor een gezin te verwerven, zullen velen elders een heen komen moeten zoeken, waardoor de res- teerende kunnen worden vergroot. Dit zou een zware slag zijn voor die men sehen en onze volkskracht zeer ernstig aantasten. (De Nederlander) MIDDELBURG. Tijdrede. Op Vrijdag 5 September a.s. zal D.V. in de Langedelft-kerk alhier optre den Prof. G. Wisse, die een tijdrede zal houden over den geweldigen wereldtoe stand, met het onderwerp: „De bood schap van het eerste gezicht uit de Open baring van Johannes aan onzen tijd." De Persoonsbewijzen. Zooals wij reeds eerder mededeelden is de uitreiking van de Persoonsbewijzen op 8 Augustus j.l. beëindigd. Dit wil ech ter niet zeggen, dat alle Middelburg- sche ingezetenen in het bezit zijn van een dergelijk bewijs. Onder hen, die een dergelijk bewijs nog niet in hun bezit hebben, kan men ver schillende categoriën onderscheiden, n.l.: 1. Zij, die tijdig kennis gaven dat zij tijdens de algemeene uitreiking voor kor- teren of langeren tijd uitstedig waren. 2. Zij, 'die tijdelijk ongesteld waren. 3. Zij, die na oproeping niet versche nen zonder eenige kennisgeving. 4. Zij, die door ziekte of hoogen ouder dom onmogelijk een gang naar het ge meentehuis konden ondernemen. De onder punt 3 bedoelde personen hebben uiteraard nog gelegenheid hun persoonsbewijs ter secretarie af te halen tijdens de gewone uren van openstelling, doch zullen dan behoudens zeer aan nemelijke dringende redenen aan le ges f 2,verschuldigd zijn. De onder 1 en 2 bedoelde personen die nen zoodra zjj weer in de gelegenheid zjjn te verschijnen, daarvan onmiddellijk ken nis te geven, opdat hen een officieele op roeping kan worden gezonden. Voldoen de sub 1, 2 en 3 bedoelde per sonen niet tijdig aan hun plicht in dezen, dan zullen zij niet tijdig in het bezit zijn beide gebroeders, die haar vijanden zijn, aanziet. De bleeke knaap, die koning van het verscheurde Frankrijk is, zwijgt, als zijn moeder spreekt. Hij weet wel, dat zij fei telijk naar zijn dood verlangt, om dan zelf het heft in handen te kunnen ne men En diep bedroefd, teleurgesteld, de wanhoop nabij, zoekt hij het gezelschap zijner gemalin, Maria Stuart, op. Die twee hebben elkaar oprecht lief. Zij be grijpt haar gemaal ten volle. Maar haar invloed is gelijk nuL Want steeds treedt Catharina de Me dici tusschenbeide. De Koningin-Moeder, die aan het overwegen is, of zij mogelijk voordeel trekken kan van den Admiraal de Coligny, den ketter VIM. La Sague. Estampes ligt in diepe rust. Uit het dorp zelf komt geen enkel geluid de nachtelijke stilte verbreken. Alleen van de boerenhoeven in de buurt komt zoo nu een dan het geblaf van een hond of het geloei van beesten, die terug verlan gen naar de weide, die zij pas hebben verlaten, om in den stal te overwinteren. Het is een donkere nacht. De maan is niet te bekennen. Hier en daar twinkelt van een persoonsbewijs en het aan zich zelf te wijten hebben wanneer zij met den strafrechter in aanraking komen. De sub 4 bedoelde personen zullen ge leidelijk aan door de ambtenaren worden bezocht voor het uitreiken van hun per soonsbewijs. Nadrukkelijk moeten wij er echter nog op wijzen dat dit alleen geldt voor hen, die werkelijk niet in staat zijn om voor 1 Jan. a.s. ter secretarie te verschijnen. VLISSINGEN. Tienjarig bestaan van het Chr. Ziekenhuis Bethesda. In verband met het feit, dat het Dins dag 10 jaar geleden was, dat het Chr. Ziekenhuis Bethesda officieel werd ge opend, werd Dinsdagavond een bijeen komst van bestuur, personeel en dokto ren gehouden. Daar heeft de voorzitter, Ds J. J. H i e t k a m p, een rede uitge sproken, waarin hij de groote dankbaar heid over de oprichting en het bestaan van deze inrichting vertolkte. Na vele jaren van werken en wach ten kon het ziekenhuis er in 1931 komen, dank zij de royale schenkingen van den heer en mevrouw Blum-de Niet, aan wie wij zeer veel dank verschuldigd zijn. Dank brengt spr. ook aan Ds Hartjes, die zooveel voor het ziekenhuis deed, aan directie en personeel (die zich in de oorlogsdagen zoo flink gedroegen), aan de medici, maar bovenal aan God, Die Bethesda bewaarde en tot zegen stelde. Het aantal patiënten steeg steeds en bedroeg in 1940: 1013. Ten slotte wekte spr. allen op dit werk in dienende liefde en in biddend opzien tot God te blijven verrichten. Daarna voerden nog het woord: de di rectrice, Dr Staverman en een oud-leer linge. Ook werden enkele geschenken aange boden, terwijl eenige bloemstukken aan de samenkomst een eenigszins feestelijk cachet gaven. De rioleering voltooid. Verwacht wordt dat de nieuwe riolee- ringswerken, waarmee men kort na den oorlog begonnen is, deze week gereed zullen komen. De nieuwe stadswijken zijn daarmee geheel in het rioleerings- stelsel betrokken. ZUID-BEVELAND. Kloetinge. Gemeenteraad. Gis teravond kwam de gemeenteraad onder voorzitterschap van den burgemeester Mr H. W. Baron Schimmelpen- ninckvan der Oye, in vergade ring bijeen. Na opening met het ambtsgebed, wor den de notulen onveranderd vastgesteld. Bij de ingekomen stukken is een ont werpverordening voor heffing van gel den bij inenting en herinenting. Deze wordt z.h.st. vastgesteld. Naar aanleiding van het rapport van de commissie tot onderzoek der gemeen terekening 1940, wordt deze vastgesteld op voor wat den gewonen dienst betreft in ontv. en uitg. van resp. f 103.301,45 en f 96.101,14, batig saldo f 7.200,31 en wat den kapitaaldienst betreft in ont vang en uitgaaf van resp. f 12.353,76 en f 24.165,54, nadeelig saldo f 11.811,78. Bij het voorstel tot vaststelling van het bedrag, bedoeld in art. 55 ter, sub a, b, c der L.O.-wet 1920, vraagt de heer Blomaard haar de oorzaak van dit hoo- ge bedrag, waarop de voorzitter ant woordt, dat dit komt door de aanschaf fing van gymnastiektoestellen. Z.h.st. worden aangenomen de voor stellen tot regeling van de rechtspositie van de vaste kern van het personeel van den luchtbeschermingsdienst en tot vast stelling van de verordening inzake op ruiming van zaadgevend onkruid. Hierna is aan de orde het voorstel tot verzekering tegen brandschade van de gemeente-eigendommen tot een totaal bedrag van f 214.500. De heeren Blo maard, Buitenhuis en Lenshoek vragen inlichtingen. Besloten wordt de verzeke ring voor den tijd van 5 jaar aan te gaan bij de N.V. „De Nederlanden van 1845". Eveneens z.h.st. worden aangenomen de voorstellen tot wijziging der gemeen- tebegrooting 1941 en tot vaststelling van den pensioengrondslag van C. de Ruiter, als gemeente-ontvanger, met ingang van 1 Augustus 1941 op f850. aan het donkere firmament een enkele ster. „Ssst. Ik hoor wat", fluistert een stem in een sloot aan den kant van den weg. „Je raaskalt", luidt het weinig vrien delijke antwoord. Maar een derde, een officier van de Koninklijke garde, wil er het zijne van hebben. Hij begeeft zich naar den weg, legt zich plat neer en luistert scherp. „Niets in aantocht", zegt hij terug- keerend. „Als de vent hier maar voor bij komt!" „Zonder eenigen twijfel. Zijn weg moet immers over Estampes leiden Hoe zou hij anders in Béarn komen?" merkt de andere officier op. In de sloot liggen twee officieren en tien ruiters, terwijl twee ruiters de wacht houden bij de paarden, die achter het eerste huis van het dorp staan. Op een signaal zijn de beesten onmiddellijk bij de hand. „Moet hij naar Béarn?" „Natuurlijk. Hij is immers een ver trouwde van den Koning van Navarre „Weet ik veel. Al die herrie interes seert mij niets. Maar ik wil je eerlijk verklaren, dat ik liever tegen de Span jaarden of Engelschen vecht dan tegen mijn eigen volk." „Hm. Ben je ook al een ketter?" Het stoffelijk wel en wee van practisch alle Nederlanders is in dezen oorlogstijd in belangrijke mate afhankelijk van het Centraal distributiekantoor, welke over heidsinstelling de geheele technische uit voering van de distributiewet 1939 in handen heeft. Dat deze opdracht geen peulschilletje is en dat een buitenstaan der zich nauwelijks kan voorstellen, hoe omvangrijk en gecompliceerd het distri butieapparaat wel is, zal voor iedereen duidelijk zijn. De moeilijkheden, welke zich hierbij voordoen en welke dik wijls op zeer korten termijn om een oplossing vragen, zijn vele en men zal haar eigenlijk eerst dan beseffen, wan neer men een kijkje achter de schermen neemt en dan niet alleen de zeer moder ne mechanische administratie ziet en be wondert en daarbij allerlei astronomi sche getallen van te verwerken kaarten en bonnen hoort, maar tevens getuige is van het laatste distributiestadium: de na-controle van de ingeleverde opplak- vellen en de daarop volgende papierver nietiging. Met na-controle het woord zegt het reeds wordt bedoeld een con trole op de controle, welke door de dis tributiediensten wordt verricht. Voor deze nacontrole moest destijds een apart gebouw in gebruik worden ge nomen. Zij werd gevestigd in Den Haag, dicht bij den hoofdzetel van het Cen traal distributiekantoor. In dit gebouw was de nacontrole tot nu toe geconcen treerd. Reeds spoedig echter bleek, dat deze taak zóó omvangrijk was, dat be sloten moest worden de groote steden het werk der nacontrole zelve te laten uitvoeren. Bovendien en deze toestand was allerminst ideaal moest de nacon trole voor enkele artikelen, n.l. voor vleesch, textiel en brood, achterwege blij ven. Zooals het Centraal Distributiekantoor onder de energieke en bezielende leiding van den heer De Hoo tot nu toe alle technische moeilijkheden heeft weten te overwinnen het groote publiek zou hiervoor over het algemeen wel iets meer belangstelling en waardeering mogen hebben zoo heeft het thans ook aan dezen onbevredigenden toestand 'n einde gemaakt. De oplossing is gezocht en ge vonden in de richting van decentralisatie, waarbij het land in twee deelen is ge splitst. De Noordelijke provincies leveren hun opplakvellen in bij een in Hattem geves tigd bijkantoor en de Zuidelijke bij een kantoor, dat in Gennep is gesticht. De organisatie van dit nieuwe systeem maakt het noodzakelijk, dat de groote steden haar opplakvellen voorloopig nog naar Den Haag sturen. In October ech ter zullen deze steden de bonnenvellen naar één der bijkantoren moeten zenden. Gedurende de eerstvolgende weken is de toestand dus zoo, dat de bonnen van rond 3.350.000 personen in Hattem, van Bij de rondvraag vraagt de heer Blomaard voorzieningen te treffen voor het muurtje bij het water op het Markt veld. Zal aandacht aan besteed worden. De voorzitter brengt tenslotte in deze laatste vergadering van den raad den le den dank voor het vele werk, dat zij ge daan hebben en voor de prettige manier, waarop zij dit deden, waardoor steeds de belangen der gemeente voor oogen wer den gehouden. •- In 't bijzonder bedankt Spr. de wethouders voor hun steun. Weth. Straub betuigt namens den raad den burgemeester dank voor zijn leiding en aangename samenwerking en wenscht hem, nu zijn taak zwaarder wordt, kracht en wijsheid van God toe bij het vervullen van zijn ambt. Hierna sluiting. Kattendijke. Op Vrijdag a.s. des voor middags 10.30 u„ zal de Raad dezer ge meente bijeenkomen ter bespreking van de volgende punten: Vaststelling arbeidsovereenkomst vas te kern luchtbeschermingsdienst; Vaststelling kosten onderwijs ingevol ge art. 55 ter der L.O.-wet Aanbieden gemeenterekening 1940; Vaststelling pensioengrondslag P. de Hullu. Heelemaal niet, maar er zitten toch respectabele lui onder de Hugenoten. In Valenciennes heb ik onder den dap peren De Coligny gevochten. Is het niet bedroevend, dat wij misschien straks tegen hem moeten vechten „De Admiraal is geen Hugenoot." „Best mogelijk. Hij sympathiseert toch met de ketters? Het is toch zeker een politiek geheim, dat hij in de notabe lenvergadering bijna gevochten heeft met den hertog De Guise." „Dat bewijst juist mijn bewering. Hij is geen Hugenoot. Het gaat tegen de De Guises. En die hebben al aardig bak zeil moeten halen." „Maar ons tractement zien we niet. Het blijft een ellendige toestand." De officier redeneert niet consequent. De godsdienst laat hem koud. Hij is krijgsman. Met genoegen zou hij aan de zijde der Hugenoten strijden, indien het tot een burgeroorlog komen mocht. Als die slechts goed betaalden. Maar daar in ziet hij geen heil. Als hij n u reeds met veel vertraging zijn loon ontvangt, hoe zal dat zijn onder de ketters? „Ja, een ellendige toestand. Maar die verbetert, als de Hugenoten uitgeroeid zijn." „Als je het maar gelooft'', zegt de ander droog. rond 2.230.000 personen in Gennep en van rond 2.230.000 personen in Den Haag worden ingeleverd, ook de vleesch-, tex tiel- en broodbonnen. Het bijkantoor in Hattem is zijn werk zaamheden op 18 Augustus begonnen. Het bijkantoor te Gennep begint de volgende week volgens hetzelfde plan te werken. Einde September zal dan bereikt zjn, dat alle bonnen, ook die, welke tot nu bij de distributiediensten bewaard ble ven, nagecontroleerd en vernietigd wor den. Men zal zich allicht afvragen, waarom juist Hattem en Gennep zijn uitgekozen. Natuurlek heeft dit een goede reden. In de eerste plaats kwamen deze gemeenten in aanmerking, omdat zij ten opzichte van het gebied, dat den bijkantoren is toegewezen, centraal z(jn gelegen'en in de tweede plaats, omdat in beide dorpen een papierfabriek is gevestigd, welke het vernietigde papier kan verwerken. Dat dit laatste van veel beteekenis is, moge biyken uit het feit, dat alleen reeds de brood- en vleeschbonnen per week een hoeveelheid van 80009000 kg papier vertegenwoordigen. In Hattem heeft men voor het bijkan toor beslag kunnen leggen op een oud en niet meer in gebruik zijnd schoolgebouw, terwijl het bijkantoor in Gennep in de fabriek zelve ondergebracht kon worden. In elk der bijkantoren zjn ongeveer 80 menschen te werk gesteld. Het spreekt vanzelf, dat zoowel Hat tem als Gennep de vestiging dezer bij kantoren in hun gemeenten met vreugde hebben begroet. Tenslotte nog iets over de beteekenis van deze ontzaglijke hoeveelheden ge bruikte bonnen voor de papierindustrie. Zooals bekend, vormt de aanvoer van grondstoffen voor deze industrie in oor logstijd een zeer moeilijk vraagstuk. De voornaamste grondstoffen, hout en uit hout bereide halfproducten als ge slepen houtstof en cellulose, moeten uit het buitenland komen en dit gaat zoo moeilijk en met zooveel stagnatie, dat de grondstofsituatie voor de papier-indu strie de grootste zorgen baart. Indien al het oud papier in alle vormen zooveel mogelijk als grondstof beschik baar kwam, zou dit een aanmerkelijke verbetering beteekenen. Weliswaar moe ten verschillende papiersoorten bij ge bruik van oud-papier als grondstof aan heldere kleur en aan vastheid iets inboe ten, maar in de huidige omstandigheden is hoofdzaak, zooveel mogelijk te kunnen voldoen aan de enorme papierbehoefte van de moderne samenleving. Weliswaar beschikte de Nederlandsche papierindustrie bij het uitbreken van den oorlog over groote voorraden en was ook de handel goed voorzien, doch deze voor raden zjn reeds sterk afgenomen en nie mand kan voorzien hoelang wij er nog mee zullen toe moeten komen. Daarom is het een prijzenswaardig initiatief ge weest, het distributiepapier na vernieti ging onmiddellijk weer productief te ma ken. WALCHEREN. Westkapel ie. Op de agenda voor de Zaterdag, 2 uur n.m., te houden open bare vergadering van den gemeenteraad, komen o.a. de volgende punten ter be handeling voor: wijziging gemeentebegrooting, dienst 1941; vaststelling arbeidsovereenkomstenbe- sluit personeel vaste kern luchtbescher ming; vaststelling verordening tot heffing en invordering van rechten voor inenting tegen typhus en para-typhus; vaststelling verordening ingevolge af- vallenbesluit n met betrekking tot het beschikbaar stellen van beenderen; herziening gemeenschappelijke rege ling Vleesehkeuringsdienst Oostkapelle; wijziging politieverordening in verband met opneming van bepalingen betreffen de het wegruimen van sneeuw en ijs aanbieding gemeenterekening, dienst 1940; vaststelling raadsbesluit ingevolge art. 55 ter, 1ste lid der Lager Onderwijswet tot vaststelling van het bedrag der wer kelijke uitgaven openbaar lager onder wijs, c.a. over 1940. Zij bevinden zich op eenigen afstand van twee ruiters, die zich beginnen te vervelen aan den slootkant. De nacht is bovendien al aardig koud. Zij hullen zich in hun mantels. „Daar komen zij!" roept opeens één der ruiters. Bizonderheden zijn hen niet bekend, maar zij weten wel, dat een belangrijk persoon moet worden gearres teerd, die met enkele manschappen dezen weg passeeren zal. Enkele mannen springen op. Maar een scherp bevel jaagt hen weer in hun ongemakkelijke houding. „Opletten! Elk kent zijn taak", zegt de aanvoerder met gedempte stem. „Ver- deelen!" Onder den eenen officier kruipen vijf ruiters over den weg in de richting van de komenden, die nu duidelijk hoorbaar zijn. In den stillen nacht weerklinken de snelle paardenhoeven. De andere rui ters blijven op hun plaats. Nauwelijks drie minuten later draaft de kleine ruiterschaar in totaal vier man, voorbij. Meteen springen vóór en achter de in de hinderlaag liggende ruiters van de koninklijke garde op. Het viertal is volmaakt ingesloten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1941 | | pagina 5