DE ZEEUW
TWEEDE BLAD
ONZE KLEINE BOEREN.
„De groote Ketter"
Uit de Provincie
Waar blijven onze gebruikte
distributiebonnen?
VAN
DONDERDAG 28 AUG. 1941. Nr 101.
Ongeveer 1/3 deel van het totaal aan
tal landbouwbedrijven in ons land is niet
grooter dan 15 ha. Bijna 2/3 deel haalt
de 10 ha. niet. Hierbij rijn de tuinbouw
bedrijven, voor welke een andere maat
staf gelden moet, niet inbegrepen.
Het totaal aantal landbouwbedrijfjes
van minder dan 5 ha., doch die niette
min dienen moeten als hoofdbestaans
middel voor even zoovele gezinnen, be
draagt bijna 60.000, dat van 5 tot 10 ha.
niet minder dan ruim 50.000, zoodat dus
voor ongeveer 110.000 boerengezinnen
de levensvoorwaarden bepaald worden
door de mogelijkheden, welke het kleine
landbouwbedrijf hen biedt.
We vermoeden, dat velen aan wie een
oppervlakte van 5 ha. in de natuür zou
worden getoond, dit een zeer groote uit
gestrektheid zouden vinden en het onbe
grijpelijk achten, dat het de grootste
moeite kost daarop zijn brood te verdie
nen.
We willen daarom beginnen met het
eenvoudigste geval, n.l. dat van een zui
ver weidebedrijf, waarin de melk niet op
het bedrijf zelf wordt verwerkt, doch óf
naar de stad gaat als consumptiemelk óf
naar de zuivelfabriek voor,de bereiding
van zuivelproducten.
In een dergelijk bedrijf nu geldt als
een normale, in 't geheel niet buitenspo
rige arbeidsprestatie, dat de algeheele
verzorging van 10 melkkoeien en het
daarbij behoorende andere vee, het mel
ken en de arbeid op het weiland, dat deze
koeien noodig hebben, verricht worden
door één man. Alleen in den hooitijd kan
dan nog wat extra hulp noodig zijn.
In dezen arbeid vindt een volwassen
man een volledige dagtaak het geheele
jaar door, maar ook niet meer dan dat.
Gemiddeld kan men aannemen, dat
voor één melkkoe ha. grasland noo
dig is voor zomer- en wintervoeding,
voor het jongvee per stuk een kleinere
oppervlakte. Voor 10 melkkoeien met
bijbehoorend jong vee zal men zonder al
te groote fout daarom mogen rekenen
met een oppervlakte van 10 ha.
Dit wil dus zeggen, dat in het zuivere
weidebedrijf een oppervlakte van 10 ha.
maar juist toereikend is aan één man het
geheele jaar door een volledige dagtaak
te geven en dat dus ook alleen onder die
omstandigheden een dergelijk man een
inkomen kan verwachten, dat met een
normaal jaarloon overeenkomt.
Nu ligt de toestand voor vele bedrijf
jes anders, doordat die naast weiland
ook bouwland omvatten en de arbeids-
aanwending op bouwland aanmerkelijk
grooter is. Hoeveel grooter die is, hangt
af van den aard der verbouwde gewas
sen; het minst voor granen, het meest
voor aardappelen, suikerbieten en an
dere wortelgewassen. Laten we, om onze
gedachten bij een vast getal te bepalen,
aannemen, dat het geheele jaar met een
volledige dagtaak gevuld zou worden
door een akkerböuwbedrijfje van 5 ha.,
al moeten wij daarbij onmiddellijk aan-
teekenen, dat de zaak veel gecompliceer
der is. Voor gemengde bedrijfjes is duS
pas een volledig- loon te verwachten,
wanneer de grootte daarvan zich be
weegt tusschen 5 en 10 ha., al naar de
verhouding tusschen de oppervlakten
bouwland en grasland.
Hoe staat het nu met de zuivere wei-
debedrijfjes, die minder, soms belangrijk
minder groot zijn dan 10 ha., en waar
men b.v. slechts 4 a 6 melkkoeien houden
kan?
Wanneer deze bedrijfjes geen andere
werkzaamheid leveren dan die welke ver-
eischt wordt door die 4 tot 6 melkkoeien,
dan wordt de arbeidskracht van één man
ook slechts voor 40 60 pet. benut en is
het onmogelijk hierop een volledig loon
te verdienen. En, wanneer op zoo'n be
drijfje van ongeveer 5 ha. bovendien nog
andere werkkrachten zijn, is er daarvoor
FEUILLETON
26) o—
In de slotzitting wordt voorgelezen een
Koninklijk decreet, dat de Staten bijeen
roept en een maand later de geestelijk
heid.
En binnen zeer korten tijd weet heel
Frankrijk, vriend en vijand, dat Admi
raal de Coligny, zoo hij al niet een ketter
is, dan toch zéér sympathiseert met de
Hugenoten. Hij kon de leider wel zijn.
Het nieuws dringt ook door tot Chatil-
lon, waar Charlotte de Laval het met
vreugde verneemt.
Neen, zij heeft zich niet vergist in haar
gemaal: wanneer hij eenmaal een keuze
gedaan heeft, dan staat hij er ook voor.
Al zou de dood hem bedreigen.
Is daarop kans?
Er is een intieme samenkomst. Van
Koningin-Moeder Catharina, den Koning
en de beide De Guises. Dan komt het
optreden van De Coligny ter sprake.
„Hij is een ketter", zegt de Kardinaal
„Dan zal hij eenmaal het lot eens ket
ters deelen", merkt Catharina de Medici
op, terwijl zjj vleiend en vol charme de
geen werk en dus ook geen verdienste.
Het spreekt vanzelf, dat de kleine boe
ren, die dagelijks met deze moeilijkheid
te worstelen hadden, naar een oplossing
daarvoor hebben gezocht, waar uitbrei
ding van het bedrijfje met meer grond
niet mogelijk was.
Men heeft die hierin gezocht, dat men
naast het rundvee ander, klein vee, is
gaan houden, dat niet gevoed behoefde te
worden met het gras en het hooi, dat op
het eigen weiland werd - voortgebracht.
Hiervoor leenden zich het best varkens
en kippen, die beide gehouden konden
worden met aangekocht handelsvoeder.
In de gemengde bedrijfjes gebruikte
men het bouwland voor een groot deel
voor aardappels en rogge, die een belang
rijk deel van het varkensvoeder kunnen
leveren, maar dit brengt in den algemee-
nen opzet geen verandering. In elk ge
val hield men aanmerkelijk meer vee dan
men zou kunnen voeden met het voeder,
dat in het eigen bedrijfje werd voortge
bracht.
Door deze oplossing werd het mogelijk,
dat een volledige dagtaak geschapen
werd in een bedrijfje, waarvan de opper
vlakte dit niet toeliet en daardoor kon
men ook een volledig loon verwerven, in
niet weinige gevallen bovendien voor an
dere gezinsleden dan alleen de man.
Deze oplossing echter is alleen moge
lijk, wanneer die bedrijfjes de noodige
varkens en kippen houden en dit kan al
leen, wanneer het voeder daarvoor uit
het buitenland kan worden aangevoerd.
Kan dit niet, dan is er op deze bedrijfjes
geen volledige dagtaak te vervullen en
kan dus ook geen normaal loon worden
verdiend en zijn deze boerengezinnen aan
diepe armoede overgeleverd.
Het voortbestaan van ruim 100.000
kleine boeren en hun gezinnen is afhan
kelijk van den aanvoer van voedermid
delen uit het buitenland. Het gaat hier
om bijna 2/3 deel! van onze geheele boe
renbevolking.
Wordt mettertijd die aanvoer niet her
steld, dan is op deze bedrijfjes het niet
mogelijk een bestaan voor een gezin te
verwerven, zullen velen elders een heen
komen moeten zoeken, waardoor de res-
teerende kunnen worden vergroot. Dit
zou een zware slag zijn voor die men
sehen en onze volkskracht zeer ernstig
aantasten. (De Nederlander)
MIDDELBURG.
Tijdrede.
Op Vrijdag 5 September a.s. zal
D.V. in de Langedelft-kerk alhier optre
den Prof. G. Wisse, die een tijdrede zal
houden over den geweldigen wereldtoe
stand, met het onderwerp: „De bood
schap van het eerste gezicht uit de Open
baring van Johannes aan onzen tijd."
De Persoonsbewijzen.
Zooals wij reeds eerder mededeelden
is de uitreiking van de Persoonsbewijzen
op 8 Augustus j.l. beëindigd. Dit wil ech
ter niet zeggen, dat alle Middelburg-
sche ingezetenen in het bezit zijn van
een dergelijk bewijs.
Onder hen, die een dergelijk bewijs nog
niet in hun bezit hebben, kan men ver
schillende categoriën onderscheiden, n.l.:
1. Zij, die tijdig kennis gaven dat zij
tijdens de algemeene uitreiking voor kor-
teren of langeren tijd uitstedig waren.
2. Zij, 'die tijdelijk ongesteld waren.
3. Zij, die na oproeping niet versche
nen zonder eenige kennisgeving.
4. Zij, die door ziekte of hoogen ouder
dom onmogelijk een gang naar het ge
meentehuis konden ondernemen.
De onder punt 3 bedoelde personen
hebben uiteraard nog gelegenheid hun
persoonsbewijs ter secretarie af te halen
tijdens de gewone uren van openstelling,
doch zullen dan behoudens zeer aan
nemelijke dringende redenen aan le
ges f 2,verschuldigd zijn.
De onder 1 en 2 bedoelde personen die
nen zoodra zjj weer in de gelegenheid zjjn
te verschijnen, daarvan onmiddellijk ken
nis te geven, opdat hen een officieele op
roeping kan worden gezonden.
Voldoen de sub 1, 2 en 3 bedoelde per
sonen niet tijdig aan hun plicht in dezen,
dan zullen zij niet tijdig in het bezit zijn
beide gebroeders, die haar vijanden zijn,
aanziet.
De bleeke knaap, die koning van het
verscheurde Frankrijk is, zwijgt, als zijn
moeder spreekt. Hij weet wel, dat zij fei
telijk naar zijn dood verlangt, om dan
zelf het heft in handen te kunnen ne
men
En diep bedroefd, teleurgesteld, de
wanhoop nabij, zoekt hij het gezelschap
zijner gemalin, Maria Stuart, op. Die
twee hebben elkaar oprecht lief. Zij be
grijpt haar gemaal ten volle. Maar haar
invloed is gelijk nuL
Want steeds treedt Catharina de Me
dici tusschenbeide. De Koningin-Moeder,
die aan het overwegen is, of zij mogelijk
voordeel trekken kan van den Admiraal
de Coligny, den ketter
VIM. La Sague.
Estampes ligt in diepe rust. Uit het
dorp zelf komt geen enkel geluid de
nachtelijke stilte verbreken. Alleen van
de boerenhoeven in de buurt komt zoo
nu een dan het geblaf van een hond of
het geloei van beesten, die terug verlan
gen naar de weide, die zij pas hebben
verlaten, om in den stal te overwinteren.
Het is een donkere nacht. De maan is
niet te bekennen. Hier en daar twinkelt
van een persoonsbewijs en het aan zich
zelf te wijten hebben wanneer zij met
den strafrechter in aanraking komen.
De sub 4 bedoelde personen zullen ge
leidelijk aan door de ambtenaren worden
bezocht voor het uitreiken van hun per
soonsbewijs.
Nadrukkelijk moeten wij er echter nog
op wijzen dat dit alleen geldt voor hen,
die werkelijk niet in staat zijn om voor
1 Jan. a.s. ter secretarie te verschijnen.
VLISSINGEN.
Tienjarig bestaan
van het Chr. Ziekenhuis Bethesda.
In verband met het feit, dat het Dins
dag 10 jaar geleden was, dat het Chr.
Ziekenhuis Bethesda officieel werd ge
opend, werd Dinsdagavond een bijeen
komst van bestuur, personeel en dokto
ren gehouden. Daar heeft de voorzitter,
Ds J. J. H i e t k a m p, een rede uitge
sproken, waarin hij de groote dankbaar
heid over de oprichting en het bestaan
van deze inrichting vertolkte.
Na vele jaren van werken en wach
ten kon het ziekenhuis er in 1931 komen,
dank zij de royale schenkingen van den
heer en mevrouw Blum-de Niet, aan wie
wij zeer veel dank verschuldigd zijn.
Dank brengt spr. ook aan Ds Hartjes,
die zooveel voor het ziekenhuis deed,
aan directie en personeel (die zich in de
oorlogsdagen zoo flink gedroegen), aan
de medici, maar bovenal aan God, Die
Bethesda bewaarde en tot zegen stelde.
Het aantal patiënten steeg steeds en
bedroeg in 1940: 1013.
Ten slotte wekte spr. allen op dit werk
in dienende liefde en in biddend opzien
tot God te blijven verrichten.
Daarna voerden nog het woord: de di
rectrice, Dr Staverman en een oud-leer
linge.
Ook werden enkele geschenken aange
boden, terwijl eenige bloemstukken aan
de samenkomst een eenigszins feestelijk
cachet gaven.
De rioleering voltooid.
Verwacht wordt dat de nieuwe riolee-
ringswerken, waarmee men kort na den
oorlog begonnen is, deze week gereed
zullen komen. De nieuwe stadswijken
zijn daarmee geheel in het rioleerings-
stelsel betrokken.
ZUID-BEVELAND.
Kloetinge. Gemeenteraad. Gis
teravond kwam de gemeenteraad onder
voorzitterschap van den burgemeester
Mr H. W. Baron Schimmelpen-
ninckvan der Oye, in vergade
ring bijeen.
Na opening met het ambtsgebed, wor
den de notulen onveranderd vastgesteld.
Bij de ingekomen stukken is een ont
werpverordening voor heffing van gel
den bij inenting en herinenting. Deze
wordt z.h.st. vastgesteld.
Naar aanleiding van het rapport van
de commissie tot onderzoek der gemeen
terekening 1940, wordt deze vastgesteld
op voor wat den gewonen dienst betreft
in ontv. en uitg. van resp. f 103.301,45
en f 96.101,14, batig saldo f 7.200,31 en
wat den kapitaaldienst betreft in ont
vang en uitgaaf van resp. f 12.353,76 en
f 24.165,54, nadeelig saldo f 11.811,78.
Bij het voorstel tot vaststelling van
het bedrag, bedoeld in art. 55 ter, sub a,
b, c der L.O.-wet 1920, vraagt de heer
Blomaard haar de oorzaak van dit hoo-
ge bedrag, waarop de voorzitter ant
woordt, dat dit komt door de aanschaf
fing van gymnastiektoestellen.
Z.h.st. worden aangenomen de voor
stellen tot regeling van de rechtspositie
van de vaste kern van het personeel van
den luchtbeschermingsdienst en tot vast
stelling van de verordening inzake op
ruiming van zaadgevend onkruid.
Hierna is aan de orde het voorstel tot
verzekering tegen brandschade van de
gemeente-eigendommen tot een totaal
bedrag van f 214.500. De heeren Blo
maard, Buitenhuis en Lenshoek vragen
inlichtingen. Besloten wordt de verzeke
ring voor den tijd van 5 jaar aan te
gaan bij de N.V. „De Nederlanden van
1845".
Eveneens z.h.st. worden aangenomen
de voorstellen tot wijziging der gemeen-
tebegrooting 1941 en tot vaststelling van
den pensioengrondslag van C. de Ruiter,
als gemeente-ontvanger, met ingang van
1 Augustus 1941 op f850.
aan het donkere firmament een enkele
ster.
„Ssst. Ik hoor wat", fluistert een stem
in een sloot aan den kant van den weg.
„Je raaskalt", luidt het weinig vrien
delijke antwoord.
Maar een derde, een officier van de
Koninklijke garde, wil er het zijne van
hebben. Hij begeeft zich naar den weg,
legt zich plat neer en luistert scherp.
„Niets in aantocht", zegt hij terug-
keerend. „Als de vent hier maar voor
bij komt!"
„Zonder eenigen twijfel. Zijn weg
moet immers over Estampes leiden
Hoe zou hij anders in Béarn komen?"
merkt de andere officier op.
In de sloot liggen twee officieren en
tien ruiters, terwijl twee ruiters de wacht
houden bij de paarden, die achter het
eerste huis van het dorp staan. Op een
signaal zijn de beesten onmiddellijk bij
de hand.
„Moet hij naar Béarn?"
„Natuurlijk. Hij is immers een ver
trouwde van den Koning van Navarre
„Weet ik veel. Al die herrie interes
seert mij niets. Maar ik wil je eerlijk
verklaren, dat ik liever tegen de Span
jaarden of Engelschen vecht dan tegen
mijn eigen volk."
„Hm. Ben je ook al een ketter?"
Het stoffelijk wel en wee van practisch
alle Nederlanders is in dezen oorlogstijd
in belangrijke mate afhankelijk van het
Centraal distributiekantoor, welke over
heidsinstelling de geheele technische uit
voering van de distributiewet 1939 in
handen heeft. Dat deze opdracht geen
peulschilletje is en dat een buitenstaan
der zich nauwelijks kan voorstellen, hoe
omvangrijk en gecompliceerd het distri
butieapparaat wel is, zal voor iedereen
duidelijk zijn. De moeilijkheden, welke
zich hierbij voordoen en welke dik
wijls op zeer korten termijn om een
oplossing vragen, zijn vele en men zal
haar eigenlijk eerst dan beseffen, wan
neer men een kijkje achter de schermen
neemt en dan niet alleen de zeer moder
ne mechanische administratie ziet en be
wondert en daarbij allerlei astronomi
sche getallen van te verwerken kaarten
en bonnen hoort, maar tevens getuige is
van het laatste distributiestadium: de
na-controle van de ingeleverde opplak-
vellen en de daarop volgende papierver
nietiging. Met na-controle het woord
zegt het reeds wordt bedoeld een con
trole op de controle, welke door de dis
tributiediensten wordt verricht.
Voor deze nacontrole moest destijds
een apart gebouw in gebruik worden ge
nomen. Zij werd gevestigd in Den Haag,
dicht bij den hoofdzetel van het Cen
traal distributiekantoor. In dit gebouw
was de nacontrole tot nu toe geconcen
treerd. Reeds spoedig echter bleek, dat
deze taak zóó omvangrijk was, dat be
sloten moest worden de groote steden
het werk der nacontrole zelve te laten
uitvoeren. Bovendien en deze toestand
was allerminst ideaal moest de nacon
trole voor enkele artikelen, n.l. voor
vleesch, textiel en brood, achterwege blij
ven.
Zooals het Centraal Distributiekantoor
onder de energieke en bezielende leiding
van den heer De Hoo tot nu toe alle
technische moeilijkheden heeft weten te
overwinnen het groote publiek zou
hiervoor over het algemeen wel iets meer
belangstelling en waardeering mogen
hebben zoo heeft het thans ook aan
dezen onbevredigenden toestand 'n einde
gemaakt. De oplossing is gezocht en ge
vonden in de richting van decentralisatie,
waarbij het land in twee deelen is ge
splitst.
De Noordelijke provincies leveren hun
opplakvellen in bij een in Hattem geves
tigd bijkantoor en de Zuidelijke bij een
kantoor, dat in Gennep is gesticht.
De organisatie van dit nieuwe systeem
maakt het noodzakelijk, dat de groote
steden haar opplakvellen voorloopig nog
naar Den Haag sturen. In October ech
ter zullen deze steden de bonnenvellen
naar één der bijkantoren moeten zenden.
Gedurende de eerstvolgende weken is
de toestand dus zoo, dat de bonnen van
rond 3.350.000 personen in Hattem, van
Bij de rondvraag vraagt de heer
Blomaard voorzieningen te treffen voor
het muurtje bij het water op het Markt
veld. Zal aandacht aan besteed worden.
De voorzitter brengt tenslotte in deze
laatste vergadering van den raad den le
den dank voor het vele werk, dat zij ge
daan hebben en voor de prettige manier,
waarop zij dit deden, waardoor steeds de
belangen der gemeente voor oogen wer
den gehouden. •- In 't bijzonder bedankt
Spr. de wethouders voor hun steun.
Weth. Straub betuigt namens den raad
den burgemeester dank voor zijn leiding
en aangename samenwerking en wenscht
hem, nu zijn taak zwaarder wordt,
kracht en wijsheid van God toe bij het
vervullen van zijn ambt.
Hierna sluiting.
Kattendijke. Op Vrijdag a.s. des voor
middags 10.30 u„ zal de Raad dezer ge
meente bijeenkomen ter bespreking van
de volgende punten:
Vaststelling arbeidsovereenkomst vas
te kern luchtbeschermingsdienst;
Vaststelling kosten onderwijs ingevol
ge art. 55 ter der L.O.-wet
Aanbieden gemeenterekening 1940;
Vaststelling pensioengrondslag P. de
Hullu.
Heelemaal niet, maar er zitten toch
respectabele lui onder de Hugenoten.
In Valenciennes heb ik onder den dap
peren De Coligny gevochten. Is het niet
bedroevend, dat wij misschien straks
tegen hem moeten vechten
„De Admiraal is geen Hugenoot."
„Best mogelijk. Hij sympathiseert
toch met de ketters? Het is toch zeker
een politiek geheim, dat hij in de notabe
lenvergadering bijna gevochten heeft met
den hertog De Guise."
„Dat bewijst juist mijn bewering. Hij
is geen Hugenoot. Het gaat tegen de
De Guises. En die hebben al aardig bak
zeil moeten halen."
„Maar ons tractement zien we niet.
Het blijft een ellendige toestand."
De officier redeneert niet consequent.
De godsdienst laat hem koud. Hij is
krijgsman. Met genoegen zou hij aan de
zijde der Hugenoten strijden, indien het
tot een burgeroorlog komen mocht. Als
die slechts goed betaalden. Maar daar
in ziet hij geen heil. Als hij n u reeds
met veel vertraging zijn loon ontvangt,
hoe zal dat zijn onder de ketters?
„Ja, een ellendige toestand. Maar die
verbetert, als de Hugenoten uitgeroeid
zijn."
„Als je het maar gelooft'', zegt de
ander droog.
rond 2.230.000 personen in Gennep en
van rond 2.230.000 personen in Den Haag
worden ingeleverd, ook de vleesch-, tex
tiel- en broodbonnen.
Het bijkantoor in Hattem is zijn werk
zaamheden op 18 Augustus begonnen.
Het bijkantoor te Gennep begint de
volgende week volgens hetzelfde plan te
werken. Einde September zal dan bereikt
zjn, dat alle bonnen, ook die, welke tot
nu bij de distributiediensten bewaard ble
ven, nagecontroleerd en vernietigd wor
den.
Men zal zich allicht afvragen, waarom
juist Hattem en Gennep zijn uitgekozen.
Natuurlek heeft dit een goede reden. In
de eerste plaats kwamen deze gemeenten
in aanmerking, omdat zij ten opzichte
van het gebied, dat den bijkantoren is
toegewezen, centraal z(jn gelegen'en in
de tweede plaats, omdat in beide dorpen
een papierfabriek is gevestigd, welke
het vernietigde papier kan verwerken.
Dat dit laatste van veel beteekenis is,
moge biyken uit het feit, dat alleen reeds
de brood- en vleeschbonnen per week een
hoeveelheid van 80009000 kg papier
vertegenwoordigen.
In Hattem heeft men voor het bijkan
toor beslag kunnen leggen op een oud en
niet meer in gebruik zijnd schoolgebouw,
terwijl het bijkantoor in Gennep in de
fabriek zelve ondergebracht kon worden.
In elk der bijkantoren zjn ongeveer 80
menschen te werk gesteld.
Het spreekt vanzelf, dat zoowel Hat
tem als Gennep de vestiging dezer bij
kantoren in hun gemeenten met vreugde
hebben begroet.
Tenslotte nog iets over de beteekenis
van deze ontzaglijke hoeveelheden ge
bruikte bonnen voor de papierindustrie.
Zooals bekend, vormt de aanvoer van
grondstoffen voor deze industrie in oor
logstijd een zeer moeilijk vraagstuk.
De voornaamste grondstoffen, hout en
uit hout bereide halfproducten als ge
slepen houtstof en cellulose, moeten uit
het buitenland komen en dit gaat zoo
moeilijk en met zooveel stagnatie, dat de
grondstofsituatie voor de papier-indu
strie de grootste zorgen baart.
Indien al het oud papier in alle vormen
zooveel mogelijk als grondstof beschik
baar kwam, zou dit een aanmerkelijke
verbetering beteekenen. Weliswaar moe
ten verschillende papiersoorten bij ge
bruik van oud-papier als grondstof aan
heldere kleur en aan vastheid iets inboe
ten, maar in de huidige omstandigheden
is hoofdzaak, zooveel mogelijk te kunnen
voldoen aan de enorme papierbehoefte
van de moderne samenleving.
Weliswaar beschikte de Nederlandsche
papierindustrie bij het uitbreken van den
oorlog over groote voorraden en was ook
de handel goed voorzien, doch deze voor
raden zjn reeds sterk afgenomen en nie
mand kan voorzien hoelang wij er nog
mee zullen toe moeten komen. Daarom is
het een prijzenswaardig initiatief ge
weest, het distributiepapier na vernieti
ging onmiddellijk weer productief te ma
ken.
WALCHEREN.
Westkapel ie. Op de agenda voor de
Zaterdag, 2 uur n.m., te houden open
bare vergadering van den gemeenteraad,
komen o.a. de volgende punten ter be
handeling voor:
wijziging gemeentebegrooting, dienst
1941;
vaststelling arbeidsovereenkomstenbe-
sluit personeel vaste kern luchtbescher
ming;
vaststelling verordening tot heffing en
invordering van rechten voor inenting
tegen typhus en para-typhus;
vaststelling verordening ingevolge af-
vallenbesluit n met betrekking tot het
beschikbaar stellen van beenderen;
herziening gemeenschappelijke rege
ling Vleesehkeuringsdienst Oostkapelle;
wijziging politieverordening in verband
met opneming van bepalingen betreffen
de het wegruimen van sneeuw en ijs
aanbieding gemeenterekening, dienst
1940;
vaststelling raadsbesluit ingevolge art.
55 ter, 1ste lid der Lager Onderwijswet
tot vaststelling van het bedrag der wer
kelijke uitgaven openbaar lager onder
wijs, c.a. over 1940.
Zij bevinden zich op eenigen afstand
van twee ruiters, die zich beginnen te
vervelen aan den slootkant. De nacht
is bovendien al aardig koud. Zij hullen
zich in hun mantels.
„Daar komen zij!" roept opeens één
der ruiters. Bizonderheden zijn hen niet
bekend, maar zij weten wel, dat een
belangrijk persoon moet worden gearres
teerd, die met enkele manschappen dezen
weg passeeren zal.
Enkele mannen springen op. Maar een
scherp bevel jaagt hen weer in hun
ongemakkelijke houding.
„Opletten! Elk kent zijn taak", zegt
de aanvoerder met gedempte stem. „Ver-
deelen!"
Onder den eenen officier kruipen vijf
ruiters over den weg in de richting van
de komenden, die nu duidelijk hoorbaar
zijn. In den stillen nacht weerklinken
de snelle paardenhoeven. De andere rui
ters blijven op hun plaats.
Nauwelijks drie minuten later draaft
de kleine ruiterschaar in totaal vier man,
voorbij. Meteen springen vóór en achter
de in de hinderlaag liggende ruiters van
de koninklijke garde op. Het viertal is
volmaakt ingesloten.
(Wordt vervolgd.)