DE ZEEUW
Tentoonstelling „Productieslag" in Den Haag geopend.
Migraine
AKKERTJE
TWEEDE BLAD
»Oe groote Ketter"
Reorganisatie
Sociale Verzekering.
Neem
'n
FEUILLETON
Binnenland
De uitvoering van de
vereveningsbelasting.
VAN
DINSDAG 19 AUG. 1941. Nr. 93.
TOELICHTING OP DE
NIEUWE VERORDENING.
Van bevoegde zflde wordt de volgende
toelichting gegeven op de vier verorde
ningen betreffende de reorganisatie van
de sociale verzekeringen in ons land.
De beide eerste verordeningen betref
fen de ziekteverzekering, terwijl de bei
de andere de verhooging van de uitkee-
ringen van de invaliditeitsverzekering en
het opbrengen van de daartoe benoodig-
de financieels middelen regelen.
De ziekteverzekering.
Terwijl er tot dusver slechts sprake
was van een verzekering met uitkeering
in geld, die als eenige prestatie het zie
kengeld kende ter vervanging van het
loon, wanneer men door ziekte niet tot
werken in staat is, wordt door de boven
vermelde verordening nr 160, die „Zie-
kenfondsbesluit" genoemd wordt en op
1 November '41 reeds in werking treedt,
de verzorging krachtens de ziekteverze-
ring wettelijk ook tot de z.g. verstrek
kingen in natura uitgebreid. Deze ver
strekking in natura, die ook kan worden
samengevat onder den naam „zieken
zorg", omvat:
1. Doktershulp, met inbegrip van spe
cialisten en tandarts, hulp van verlos
kundige of vroedvrouw by een bevalling
en verpleging in een ziekenhuis of sana
torium.
2. Verstrekking van de noodige ge
neesmiddelen e.d. met inbegrip van de
kunstmiddelen voor het voorkomen en
de behandeling van ziekte of gebreken
en voor het herstel van de arbeidsge
schiktheid.
Daar komt nog een betaling in geld
bij, n.l. de uitkeering by overlijden, die
uitbetaald wordt, wanneer de verzekerde
of een van zijn familieleden komt te over
lijden.
Men zou ten aanzien hiervan kunnen
opmerken, dat de hiervoor eenoemde ver
zorging tot dusver door de ziekenfond
sen ook reeds verstrekt werd.
In de eerste plaats had de verzekerde
echter geen wettelijke aanspraak op
deelneming aan de verzekering van de
ziekenfondsen. Bovendien waren daar de
aanspraken op hulpverleening krachtens
de statuten toegezegd, terwiil de ver
zekerde thans tegenover het ziekenfonds
wettelijk op de hulpverleening aanspraak
kan maken, waartoe hem de rechtsmid
delen ter beschikking staan, die ook op
de andere gebieden der sociale verzeke
ring bestaan. Daarmede wordt echter
aanspraak op hulpverleening objectief
gemaakt en aan den invloed van den ver
zekeraar onttrokken, terwijl tot dusver
het ziekenfonds in een geschil in den re
gel de sterkste partij was.
Ook wat de betaling der nremie be
treft, treedt een regeling in werking, die
gunstiger is voor den verzekerde, want
de premie wordt niet meer door den ver
zekerde alleen gedragen, doch de werk
gever is voortaan tot betaling van de
helft van de bijdrage w e t t e 1 ij k
verplicht. De premie wordt niet
meer vastgesteld volgens vastei bepalin
gen, doch in passende verhouding ge
bracht tot het ontvangen loon. Daardoor
worden de lasten van hen, die recht kun
nen laten gelden op een voorkeursbehan
deling in de sociale verzekering, aanzien
lijk verlicht.
19) _k)_
Intusschen gist het alom in het land.
Want de belastingen stygen onrustba
rend. Het beheer' is een en al corruptie.
In tal van dorpen en steden kunnen de
salarissen niet meer uitbetaald worden.
De levensmiddelen worden schaarsch.
Al die dingen zyn in Parijs wel be
kend. Openlijk wordt er in hofkringen
over gesproken. Eén stuk intrigue is
aan den gang. En het eind is niet te
overzien.
Wanneer De Coligny, die nog steeds
groot aanzien geniet, weer tiaar het
hof vertrekken zal, moet hij niet in Pa
rijs zijn. Juist op den dag, dat hij naar
zijn kasteel vertrok om een kort verlof,
is, ondanks den winter, het Koningspaar
naar de sterke burcht te Blois vertrok
ken met een deel der hofhouding. Dat
hebben De Guises bevolen. Want die
vertrouwen de Koningin-Moeder niet.
Zij vreezen, dat deze weieens een aan
slag op het paar wagen kan. En toen
is Catharina de Medici ook naar Blois
gegaan. Met het gevolg, dat De Guises
daar niet weg kunnen. De een bewaakte
daar den ander. En de een koopt amb-
Do gezinsverzekering.
Een ander resultaat is bereikt door het
betrekken van de gezinsleden bjj de wet
telijke verzekering. De gezinsleden zul
len voortaan recht hebben op de hulp
verleening in natura in denzelfden om
vang als de verzekerde arbeider zelf
heeft.
Door de invoering van de gezinsver
zekering, die in het belang is van de
zorg voor een gezond nageslacht en daar
mede in het belang van de algemeene
volksgezondheid, is ook de noodzakelijk
heid gebleken, over te gaan tot aanvul
ling van de Ziektewet Deze behelst n.L,
dat aan een vrouwelijke verzekerde bij
een bevalling een bepaald bedrag wordt
uitgekeerd. Het lag dus volkomen in de
lijn der ontwikkeling van het denkbeeld
der gezinsverzekering, ook de echtge-
noote van een verzekerde in zulk een ge
val uitkeeringen in geld te doen.
Art. X der verordening no. 161 bepaalt
derhalve, dat aan de echtgenoote van
een verzekerde bij de bevalling een bij
drage in de kosten der bevalling van f 55
moet worden uitgekeerd.
Door de verordening no. 159 worden
de renten volgens de voorschriften van
de Invaliditeitswet verhoogd in den vorm
van extra bijdragen, die berekend worden
naar de bedragen der individueel toege
kende wettelijke rente. De bijslag be
draagt voor de: a. ouderdomsrente 25
b. invaliditeitsrente 50 c. weduwen-
en weezenrente 50
Indien de verzekerde gehuwd is wordt
de bijslag verhoogd tot 50 resp. 75
Hetzelfde is het geval, wanneer hy (zy)
weduwnaar (weduwe) of gescheiden is
en er kinderen zijn, die recht hebben op
onderhoud. Voor ieder dezer kindereu
wordt een nieuwe bijslag uitgekeerd van
20 doch ten hoogste voor zes kinde
ren, zoodat de totale bijslag in het uiter
ste geval 170, resp. 195 der wettelijke
rente bedraagt. Bjj de weduwen- en wee
zenrente wordt de bijslag van 50 voor
iederen wees verhoogd met 25 De re
geling geldt ook voor de kostelooze
ouderdomsrente volgens de wet op de
vrijwillige ouderdomsverzekering, die
volgens de voorschriften van deze wet
gedurende een bepaalden overgangstijd
ook werd uitgekeerd, indien de wette
lijke voorwaarden niet aanwezig waren.
Gemiddeld wordt de ouderdomsrente
verhoogd met 40 de invaliditeitsrente
met 68 en de weduwen- en weezen
rente met 52
Uitdrukkelijk moet er de aandacht op
gevestigd worden, dat deze renteverhoo-
gingen slechts van voorloopigen aard
zyn, want de geldigheid van de genoem
de Verordening duurt slechts tot 31 De
cember 1942. Een permanente regeling
kwam thans niet in aanmerking, omdat
die slechts bereikt kan worden door een
grondige hervorming der tegenwoordige
invaliditeitsverzekering.
De financiering.
By de keuze der financieringsmethode
is in de eerste plaats van beslissende
beteekenis geweest het feit, dat de bij
drage van den werkgever in de Neder-
landsche invaliditeitsverzekering in ver
gelijking met andere Europeesche lan
den uiterst gering is. De door de werk
gevers betaalde premiën zijn niet eens
voldoende voor de dekking der sobere
renten. Om dit ontoereikende rente
niveau te kunnen handhaven", moet de
Staat in aanzienlijke mate bijbetalen.
Verlangd wordt van den werkgever, dat
hij zich meer dan tot dusverre bewust
wordt van zijn ethischen plicht tot ver
zorging zyner arbeiders en daarvoor
ook grootere offers brengt dan in Ne
derland het geval is geweest. Of deze
extra last nu wordt opgelegd door ver
hooging der premiën of wel door een
heffing met het karakter van een belas
ting, zooals de Verordening nr. 158 in
houdt, is van geen belang en slechts een
kwestie van doelmatigheid.
Vasthoudend aan de gedachte, dat
ook de werknemer voor de waarborging
van zijn onbezorgden levensavond ge
durende den tijd, dat hij actief werkt,
een offer moet brengen, heeft men in de
Verordening de bepaling opgenomen,
dat de werkgever onder bepaalde voor
waarden een deel van zijn lasten op den
werknemer kan afwentelen.
tenaren van den ander om, om op de
hoogte van eventueele plannen te ko
men. Het regentschap over den vijftien
jarigen, stumperigen Koning wordt door
alleh gevoerd en tegen allen. En de prin
sen van den bloede, de Bourbons, vol
gens de wet er toe geroepen, zyn uit
gesloten.
Het is waarlijk geen wonder, dat Ad
miraal De Coligny zyn diepe bekommer
nis uitzegt tegen zyn gemalin, wanneer
hy in den rustigen, vromen kring van
het kasteel is gearriveerd.
Hij weet ook niet precies, wat hij
moet denken van Catharina de Medici,
de Koningin-Moeder. Dat deze zich heeft'
gewroken op Diana de Poitiers, de mai-
tresse van haar overleden gemaal, is
niet goed te keuren geweest, maar was
menschelijk. Haar wraak was trouwens
niet volkomen. Want zij heeft deze dame
misschien wel levenslang in de gevan
genis willen zetten of ter dood veroor-
deelen. Maar De Guises hebben er zich
tegen verzet en het is gebleven tot ver
banning naar de provincie, waarbij de
Koningin-Moeder haar een heerlijkheid
heeft ontnomen.
Het onbegrijpelijke evenwel is, dat
de Roomsche Catharina de Medici be
trekkingen met de Protestanten aan
knoopt. Zij onderhoudt vriendschap met
de Bourbons, die steeds hechter zich bij
de Protestantsche party hebben aange-
De heffing bedraagt 4V* pet. van het
uitbetaalde loonbedrag. Hiervan kan
met toestemming van het college van
ryksbemiddelaars lVs pet. op den werk
nemer worden afgewenteld. De inscha
keling der ryksbemiddelaars biedt den
waarborg, dat de werknemer slechts
moet bijdragen, wanneer hy daartoe ook
werkelyk in staat is.
Men zou nog kunnen aanvoeren, dat
de opbrengst dezer heffingen hooger
zal zijn dan de middelen, die voor de
noodmaatregelen noodig zyn. Het is
thans echter reeds zeker, dat de voor-
loopige renteverhooging moet wordfen
vervangen door een permanente rege
ling. Als nu al een reserve wordt ge
maakt voor de komende nieuwe rege
ling dan zijn de van den werkgever ver
langde offers niet vergeefseh gebracht.
In de staatscourant van gisteren is op
genomen de eerste beschikking tot uit
voering van het besluit op een vereve
ningsbelasting 1941.
Deze beschikking luidt als volgt:
Artikel 1. Zoolang het formulier
voor de loonbelastingaangifte nog niet
voor de vereveningsheffing is ingericht,
behoort de werkgever:
a. indien tegelijk loonbelasting moet
worden afgedragen, onder „aan loonbe-
lasting heeft ingehouden en afgedragen
j op te nemen: aan verevenings-
i heffing heeft afgedragen fDe bei-
de bedragen worden vervolgens samen-
geteld;
i b. indien niet tegelijk loonbelasting
moet worden afgedragen, de woorden:
„aan loonbelasting heeft ingehouden en
afgedragen te wijzigen in: aan
verevenigsheffing heeft afgedragen
Artikel 2. (1) By afdracht van
loonbelasting en vereveningsheffing ten
postkantore wordt vor beide heffingen
quitantie gegeven in één bedrag. Wordt
tegelyk ook commissarissenbelasting af
gedragen, dan wordt deze eveneens in
het totaalbedrag begrepen.
(2) By afdracht per postgiro of per
bankgiro dienen by het overschrijven
van de belastingschuld, zoowel het be
drag van de loonbelasting als dat van
de vereveningsheffing en eventueel van
de commissarissenbelasting, alsmede het
i totaal van deze bedragen te worden ver
meld.
TEGEN PRIJSOPDRIJVING VAN
„TWEEDEHANDS".
Het komt in den laatsten tijd herhaal
delijk voor, dat tweedehands goederen
(bijv. schrijfmachines) worden verhan
deld tegen prijzen, welke de op 9 Mei
1940 geldende prijzen aanzienlijk te bo
ven gaan. Zelfs is het geen uitzondering,
dat voor tweedehandsch artikelen meer
wordt betaald, dan voor overeenkomsti
ge nieuwe goederen, ook indien daarvoor
maximum-prijzen zijid vastgesteld.
Tweedehandsch artikelen
mogen in beginsel slechts
tegen prijzen worden ver
kocht, waartegen z ij op
9 Mei 1940 plachten te
worden verhandeld.
Voor zoover na 9 Mei 1940 met de toe
stemming van den Gemachtigde voor de
Prijzen van nieuwe artikelen bijzondere
prijzen werden vastgesteld, moeten de
prijzen van tweedehandsch goederen van
dezelfde soort in een redelijke verhou
ding beneden de prijzen voor de nieuwe
artikelen blijven.
De Gemachtigde voor de Prijzen vestigt
er de aandacht op, dat dergelijke over
tredingen der prysvoorschriften scherp
zullen worden gecontroleerd en dat de
bedrijvers er van zich aan vervolging
door de inspecties voor de prysbeheer-
sching blootstellen.
MEVR. A. v. HOOGSTRATEN-SCHOCH
De Ned. deelt mede, dat mevr. A. van
Hoogstraten-Schoch het ziekenhuis heef!
mogen verlaten. Niettemin zal zij zich
voorloopig nog in acht moeten nemen.
sloten. Wat is haar doel? „Om zich in
den rug te dekken", zegt de Admiraal,
die meent, deze slimme, sluwe vrouw
te doorzien. Zy is bekwamer, hij moet
het toegeven, dan. al de anderen, die
meenen te kunnen regeeren. Maar
waarom begunstigt zy de Protestanten?
Het. gaat Charlotte de Laval wel eens
duizelen, als zy haar man hoort rede
neeren, hetzij tegen haar, hetzij tegen
Andelot, hetzij tegenover andere edelen,
die het kasteel bezoeken. Want in den
engen kring is het nu wel bekend, dat
De Coligny zich openlijk voor de Her
vorming heeft verklaard. Het mag ver
bazing wekken, dat men in hofkringen
er nog niet van op de hoogte is.
Het duizelt Charlotte, als zy de toe
standen uiteen hoort zetten. Zij voor
zich is tevreden met haar veranderd
geloofsstandpunt. Het is haar voldoen
de, dat zij geloofszekerheid heeft. Het
is haar voldoende, als zij haar geloof
belijden mag. En moet zij er voor lijden,
zij zal dat lijden, om Christus' wil, moe
dig dragen. Maar zóó simpel is de con
stellatie toch niet. De godsdienstige
hervorming neemt een voorname plaats
in, o zeker, doch daarmee is de politieke
innig samengeweven.
Al duidelijker gaan de twee partijen
zich afteekenen. Aan den eenen kant de
partij van het hof, van de De Guises,
van de Montmorency's, gesteund door
In een gisteren in het gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen te 's Gra-
venhage gehouden vergadering, georga
niseerd door de commissie ter onder
steuning van de maatregelen, getroffen
voor de regeling van de landbouwpro
ductie (de commissle-Posthuma) en bij
gewoond door alle leidende persoonlijk
heden op het gebied van land- en tuin
bouw in Nederland, heeft de staatssecre
taris van het Duitsche Ryksmimsterie
voor landbouw en voedselvoorziening, de
heer Backe, een rede gehouden.
Staatssecretaris Backe had
tot onderwerp van zijn rede „de taak van
den Nederlandschen landbouw in de Eu
ropeesche ruimte" gekozen.
Naar aanleiding van een gebeurtenis
als de opening van de tentoonstelling
„De productieslag in Europa" in Neder
land, vraagt men zich onwillekeurig af,
of men hier te lande eigenlyk wel groote
resultaten mag verwachten van pogin
gen tot verhooging van de productie.
Wat de opbrengsten per hectare betreft,
staat Nederland immers onder alle lan
den ter wereld zoo ongeveer bovenaan,
te zamen met zyn nabuurstaten Dene
marken en België. Daarom stelt spr. deze
vraag doelbewust aan het begin van zijn
uiteenzetting-, om van het begin af dui
delijk te laten uitkomen, dat bedoeld feit
geenszins over het hoofd gezien is, maar
dat hij er desondanks van overtuigd is,
dat onder den invloed van de nieuwe eco
nomische staatkunde der groote Euro
peesche ruimte het productievermogen
van Nederland nog tot een aanzienlijke
uitbreiding in staat is.
Onder de omstandigheden, welke de
voorbije wereldhuishouding beheersch-
ten, was in Nederland het productiever
mogen van den landbouw ongetwijfeld
tot een groote hoogte gestegen, een zoo
danige hoogte, dat zij onder de in die
dagen optredende economische verhou
dingen wellicht reeds een topprestatie
beteekende. Thans echter zyn deze om
standigheden principieel gewijzigd en
door deze wijziging zyn de voorwaarden
geschapen voor nieuwe productiemoge
lijkheden, welke zelfs in het intensieve
Nederland volledig kunnen en moeten
worden uitgebuit.
De Nederlandsche graanhuishouding
volgde den typischen ontwikkelingsgang
van een land', dat dierlijke producten ver
edelt. Daarbij gelukte het nog, tarwe
in overmaat voort te brengen en geringe
hoeveelheden van deze graansoort met
de hoogste waarde voor den uitvoer af te
geven. Wel is waar werd dit slechts mo
gelijk gemaakt, doordat een toenemende
invoer van voederrogge, gerst en vooral
maïs, de eigen voedselvoorziening op
breederen grondslag stelde. Deze ontwik
keling zette zich voort door een stijgen
den invoer van lijnkoeken en vooral ook
van oliehoudende zaden, welke laatste
zoowel de noodige veekoeken leverden
voor de rundveehouderij en de boterpro-
ductie, alsook een stijgenden boteruit-
voer mogelijk maakten, doordat zy voort
durend grootere hoeveelheden margarine
voor verbruik in het land zelf ter be
schikking stelden.
De wereldoorlog onderbrak deze ont
wikkeling slechts voor korten tijd. Ge
lijktijdig en evenwijdig met de ontwik
keling tot vee-veredelingsland, en even
zeer veroorzaakt door de boven vermelde
werkverdeeling, verliep de ontwikkeling
van Nederland tot groentenland. In het
bijzonder was het de Engelsche markt,
maar later ook de Duitsche en Belgische
markten, welke deze ontwikkeling in de
richting van een uitbreiding van de teelt
van groenten en vroege aardappelen be
vorderden. Onder deze omstandigheden,
welke in zeer sterke mate van buiten
af, en wel vooral uit Engeland beïnvloed
werden, verkreeg de Nederlandsche land
bouw een zeer bijzondere structuur, n.l.
die van een landbouwgebied, waar men
veel meer groenten en aardappelen, ge
deeltelijk ook ooft, teelde dan men zelf
noodig had, en waar dierlijke verede
lingsproducten als boter, kaas, vleesch
en eieren in veel grootere mate werden
voortgebracht dan men zelf behoefde.
Maar deze overschotten werden slechts
de kerk. Dè,t is de macht, die meer dan
tweederde van den bodem en het kapi
taal bezit. Aan hen behooren de akkers,
de bergwerken, de mijnen, de toUen, de
belastingkantoren, de visscherij, de wijn
bergen, de bosschen. Zij beschikken over
den soldatenstand, over de geestelijk
heid, over de hooge ambtenaars
plaatsen.
Als zy haar man hoort, wordt alles
haar duidelijk: de behoudende party
heeft er geen begrip van, heeft er mis
schien niet eens kennis van genomen,
hoe de toestanden geleidelijk veranderd
zyn. De ontwikkeling van den handel,
de ontsluiting der overzeesche markten,
de opeenhooping van het geld door ste
den en reederyen maakt een nieuwe so
ciale orde noodzakelijk, waarin de bur
gerstand aanspraak kan maken op de
zelfde rechten, als de behoudende macht.
Als de behoudende macht de gevraagde
rechten niet geven wil, dan ligt het voor
de hand, dat hij tegenover zich krijgt
al de andere machten: arbeidersstand,
lagere geestelijkheid, de lage adel en
van den hoogeren adel die groep, die
zich om een of nadere reden van het
hof verre houdt, dus ook de leden van
het huis Bourbon, al stellen die zich op
die wijze feitelijk tegenover huns ge
lijken.
Hoe méér invloed de Protestantsche
groep verkrijgt, hoe gemakkelijker het
mogelijk, doordat men steeds meer af
hankelijk geraakte van den invoer van
voedermiddelen en in de laatste tien
tallen jaren ook van broodgraan.
De omstandigheid, dat Engeland met
betrekking tot den afzet van afgewerkte
producten zoo afhankelijk was van zijn
eigen dominions leidde tenslotte in 1932
tot het verdrag van Ottawa, waarbij En
geland aan zyn dominions op landbouw-
economisch gebied voorkeurposities gaf.
Sedert 1930 ongeveer had Nederland
bijzonder sterk te lijden onder het ineen
schrompelen van zijn afzetgebieden, ver
loor het door het steunen op de Angel
saksische landen den grondslag, waarop
het met Duitschland kon ruilen en kon
het zelfs de tegen spotprijzen aangebo
den groenten niet meer in Engeland
kwijt raken. Millioenen kilogrammen
moesten eenvoudig vernietigd worden,
hoewel de Duitsche behoeften in geenen
deele gedekt waren.
Hier verstikten landen in den over
vloed ginds leden millioenen menschen
honger.
Na Mei 1940 werden de afzetmoeilyk-
heden naar Duitschland uit den weg ge
ruimd en verkreeg in het bijzonder de
Nederlandsche tuinbouw wederom loo-
nende prijzen.
Heden ten dage staat de landbouw in
de Europeesche landen wederom voor een
beslissende keuze. Voortaan mogen wy
slechts opgaan den weg van de groote
economische Europeesche ruimte.
D r F. E. Posthuma, de tweede
spreker, vroeg zich af of onze eigen
landbouw dan zoo achterlijk was, dat wij
al dien vreemden import behoefden 9 Kon
onze landbouw slechts aardappelen le 'e-
ren voor het middagmaal en kaas voor
export
Scheepvaart, handel, industria en
beurs stonden in Nederland in ho aan
zien. Over landbouw werd amper ge
dacht, laat staan gesproken. Doch het
geheele Nederlandsche volk kan trotsch
zyn op hetgeen de Nederlandsche boer en
tuinder hebben verricht.
Waar in andere landen van Europa by
den productieslag verhooging van de
productie op den voorgrond staat, komt
verdere productieverhooging wegens
het hooge peil waarop onze land- en
tuinbouw staat pas in de tweede
plaats.
Spr. verklaarde vervolgens hoe wy in
Nederland, waar de land- en tuinbouw
steeds in den hoek werden gedrukt, toch
tot zulke hooge prestaties zijn gekomen
en ging de oorzaken na, die tot den
noodtoestand der laatste jaren hebben
geleid.
Op de wereldmarkt was te verdienen.
De Nederlandsche agrariër richt zich op
de wereldmarkt, die in de eerste plaats
het Britsche rijk behelsde.
Op het moment, dat de Nederlandsche
land- en tuinbouw gereed was om de ge
heele wereldmarkt met onze uitstekende
producten te voorzien, had de downperio
de ingezet en wel in die mate, dat de
wereldmarkt er aan te gronde ging. Toen
konden we niet anders meer. Al die ja
ren heeft men geen acht geslagen, zoo
ging dr Posthuma verder, op de zeker
stelling van de voedselvoorziening van
het eigen volk.
Practisch onvoorbereid zaten wij plot
seling midden in den chaos. Nederland
met zijn groote bevolkingsdichtheid
moest van den eenen dag op den ande
ren van vrijhandel overschakelen op au
tarkie.
Spr. kwam vervolgens terug op de
vraag: „Kan ons volk zichzelf voeden?'
We hebben een bevolkingsdichtheid van
ver over de 250 inwoners per vierkanten
kilometer, d.w.z. dat voor iederen Neder
lander 40 are oppervlakte beschikbaar
is. Na aftrek van de oppervlakte voor be
bouwde kommen, wegen, water en woes-
ten grond, als duinen en zandverstuivin
gen, blijven nog 30 are cultuurgrond per
hoofd van de bevolking over. Hiervan
werd 2/5 benut als bouwland en 3/5 als
grasland. Veel is het niet.
Niet zonder reden zjjn daarom ook in
Nederland de boeren, tuinders en vis-
schers opgeroepen voor een productie
slag, die gewonnen moet worden in het
vallen zal, concessies af te dwingen.
Zonder geweld. Tactisch, als de Coligny
is, acht hy geweld uit den booze.
Vandaar, dat hy krachtig: geweigerd
heeft, toen hem vanwege Godfried de
Renaudie gevraagd werd, aan de samen
zwering tegen de De Guises deel te
nemen. En mét hem de Koning van
Navarre en enkele andere invloedrijken.
Hy ziet er geen heil in.
Zij is een wonderlijk mengsel, deze
samenzwering. Eigenlyk weet niemand,
ook de Coligny niet, hoe zy precies tot
stand gekomen is. Er wordt beweerd,
dat de leden van het huis Bourbon er
de hand in hebben, maar de Admiraal
gelooft er niets van.
Intusschen heeft deze avonturier zich
als hoofd opgeworpen van een beweging,
die bestaat uit edelen, eenvoudige boe
ren, arbeiders, afgedankte soldaten, stu
denten, handwerkslieden en ook vrijwil
ligers uit Genève. De actie heeft ten
doel, de afzetting der De Guises, de
bijeenroeping der Staten en het dulden
der Reformatie te bewerkstelligen. Zij
verwachten alle heil van Condé, die zich
aan het hof bevindt en voor hen spreken
zal. Wil men de samenzweerders niet
ontvangen, dan zal Condé de poort voor
hen openen. En dan zal met geweld wor
den genomen, wat verlangd wordt.
(Wordt vervolgd.)