De Waichsche Seraf, jeugd te Serooskerks bijeen. DITJES en DATJES. VRUWILU^tEGIOEM -NËqgpHD* 95D@ groote Ketter" Wanneer verduisteren? Uit de Provincie Geen exportvergunningen uit Ned.-lndië voor Japan. Jaarlijksche Openluchtsamenkomst op de „Korenbloem" VERBOUWT KOOLZAAD. Ernstige gevaren bedreigen Europa. Het bolsjewistische ondier is losgelaten. Zjj, die reeds zooveel bloed vergoten, die in eigen land het Christendom hebben uitgeroeid, dio de cultuur vernietigden, het huwelijk tot een aanfluiting maak ten, zij waagden den sprong. Daarom werden de Duitsche legers aan de Oostgrens samengetrokken, daar om sloegen zij toe op het juiste oogen- blik, daarom werd op 22 Juni j.l. het offensief tegen de bolsjewistische hor den ingezet. Zoolang er nog Sovjet-benden zijn, die de bevelen opvolgen van den tiran Sta lin, en zijn medeplichtigen, zoolang is het gevaar niet geweken, zoolang dient Europa alle krachten in te spannen, om de totale vernietiging van het commu nisme te bereiken. Alle krachten moeten worden inge spannen, zonder uitzondering. Vandaar de vrijwilligerslegioenen in alle beschaaf de landen. Vandaar ons eigen legioen, dat wordt gevormd door duizenden Ne derlanders, die het gevaar, ook voor eigen land en volk, beseffen en begrij pen, dat indien alle krachten moeten worden ingespannen, daartoe ook de be schikbare Nederlandsche krachten be- hooren en daaromgroeit het legioen van dag tot dag. Nederlanders, er dreigt gevaar, alle krachten moeten worden ingespannen. Ook op uw inzet wordt gerekend, dus doet uw plicht, meldt u aan bij het Koninginnegracht 22, 's Gravenhage. De voorman der Nederlandsche S. S., Feldmeijer, hekelde in felle bewoordin gen het optreden van de Nederlandsche Unie. De boeren, aldus spr., hebben 't recht van spreken veroverd, daar zij begrip toonden voor den nieuwen tijd en zij zich daar persoonlijk voor inzetten. De Landes-bauernführer, graf Grote, zeide o.m., dat de Nederlandsche boeren een groeiende belangstelling aan den dag leggen vor de geweldige gebeurte nissen van dezen tijd. Spr. heeft het absolute vertrouwen in de Nederlandsche hoeren, dat het hun gelukken zal hun volk samen te bunde len tot een hecht blok, dat hand in hand met het Duitsche volk strijdt en werkt aan de orde van het nieuwe Europa. De leider van het Nederlandsch Agra risch Front in Limburg, de heer Quaed- vlieg, betoogde, dat het Nederlandsch Agrarisch Front aan den boer de plaats zal geven, die hem toekomt. De betooging werd besloten met het gezamenlijk zingen van het zesde cou plet yan het Wilhelmus. BATAVIA WIL ZICH NIET BINDEN VOOR DE TOE KOMST. (Domei.) Uit Batavia wordt aan het Japansche telegraaf agentschap gemeld: Van betrouwbare zijde wordt verno men, dat Nederlandsch-In- d i voor het oogenblik geen export vergunningen voor Japan uitgeeft, waarbij er op wordt gewezen, dat het systeem van vergunningen, dat de vo rige week is opgesteld, allen handel met Japan heeft geplaatst onder regeerings- controle, met inbegrip van leveranties volgens de Japansch-Nederlandsche olie-overeenkomst. De directeur van Economische Zaken, de heer H. J. van M o o k, heeft ver klaard, dat de verleening van export vergunningen afhankelijk is van den toestand aan den Stillen Oceaan. Hij voegde hieraan toe, dat hy niet bereid was, het bestuur vast te leggen aan een bepaalden koers voor zijn optreden in de naaste toekomst. FEUILLETON 9.) -o- Met leede oogen wordt dat door de Hugenoten gezien. Want wel heet het, dat de eerste baron van Frankrijk, con- nétable Montmorency, de Hervorming zoo weinig gezind is, dat hij die wel te vuur en te zwaard zou willen vervolgen, maar voor dezen zijn zij niet bang. Het huis De Guise staat aan het hoofd der partij, die, terwille van den godsdienst, een bur geroorlog ontketenen wil. En de De Gui ses hebben allen invloed op den zwakken Koning. Vandaar de gevatte opmerking van Koningin Catharina, die De Guises haat met een doodelijken haat. Zij wil, mocht eenmaal dat tijdstip aanbreken, heer- schen en Invloed uitoefenen. En hoewel de Hugenoten en hun streven haar koud laten, wil zij die beschermen, omdat De Guises die willen uitroeien. Maar het komt niet ia don Koning op, dit zijn vrouw toe t8 dichten. Hij is er te dom voor en zij te slim. Juist, omdat zij slim en sluw is, zet zij het gesprek over dat onderwerp niet voort. Zij weet genoeg. Alleen merkt zij op: „Uwe Majesteit had beter gedaan, De Guises niet aan REDEVOERINGEN VAN DS C. B. BA- VINCK EN DS A. B. C. HOFLAND. Zaterdagmorgen. Een loodgrys wolkendek spant zich uit over het Walchersche landschap en vele jongeren zullen zich wel afgevraagd heb ben, of de jaarlijksche openluchtmeeting van de Ringen en Kringen der J.V.'s en M. V.'s op Geref. grondslag op Walche ren, welke op de hofstede de „Koren bloem" te Serooskerke zou worden ge houden, wel zou doorgaan. Regenwolken schuiven voortdurend aan en af. Zoo nu en dan vallen druppels, doch hevige regenbuien laten op zich wachten. Er staat een flinke bries, die de wol- kenrij langs den hemel voortjaagt. Echt zomerweer om in de openlucht bijeen te komen is het eigenlijk niet, maar jonge menschen laten zich niet afschrikken door wind en regendruppels. De jongelui hopen op een meeting in Gods heerlijke en vrije natuur. Er gaat een eigen bekoring van uit. Men voelt dat men ongedwongen kan samenzijn. Zoo heeft iedere bijeenkomst zijn eigen sfeer en karakter. Op weg naar Serooskerke hebben wij ons ook afgevraagd, pf wij de Geref. jeugd van Walcheren zouden ontmoeten in een kerkgebouw of in de openlucht. Toen wij in het dorp gekomen, eens informeerden, verwees men ons direct naar de „Korenbloem", want de organi satoren hadden doorgezet. Daar was de vergaderplaats van de jeugd. Daar, te midden van akkers en weiden. Daar, te midden van Gods rijke schepping, welke verkondigt Zijn majesteit en almacht. Dat de jeugd gaarne deze bijeenkom sten bezoekt, bleek wel uit de opkomst. Elke plaats van Walcheren leverde een groot of klein contigent bezoekers en be zoeksters en tegen het aanvangsuur wa ren honderden aanwezig. Een gelukkig verschijnsel is, dat de ouderen met de jongeren medeleven, want ook verscheidenen van hen, die de jongelingsjaren reeds achter zich heb ben liggen, gaven van hun belangstel ling blijkt, en onder hen bevond zich ook de burgemeester van Serooskerke, de heer P. Dregmans. De opening. Aan den rand van het terrein was een podium gemaakt. Hierop nam de Chris telijke muziekvereeniging van Seroos kerke plaats, welke onder leiding van den heer K. P. A. B r o e r s e zijn medewer king aan deze meeting verleende, en wel ke zoowel vooraf, als in de pauze vroolij- ke marschen liet hooren. Hier was ook de spreekplaats, terwijl rondom het podium een aantal banken waren neergezet, wel ke echter lang niet allen aanwezigen een plaats konden bieden. De leiding berustte by den heer W. F. Diermanse, van Souburg, voorzitter van den ring Vlissingen, die ter opening liet zingen Psalm 68 10, waarna hy voorlas 2 Petrus 3 813 en voorging in gebed. In zyn openingswoord zeide hij, dat al ler hart vervuld is van vreugde en dankbaarheid, omdat ondanks alles deze bijeenkomst toch i*on doorgaan, al was er dan minder zonneschijn dan vorige ja ren. Wij gevoelen thans, aldus spr., de be- het hof toe te laten. Zij zullen niets dan ellende veroorzaken." „De Guises hebben hun verdiensten voor het land," zegt hij effen. „Mijn va der handelde onder den invloed van tante Margaretha." De Koningin geeft geen antwoord. En zoo is er een oogenblik pauze. De Koning ziet onverschillig zijn ge malin aan. Ongetwijfeld zit hij met zijn gedachten bij een andere vrouw, zijn maitresse. Van die verhouding is de Koningin vol ledig op de hoogte, zooals ieder aan het hof. Het is een publiek geheim, dat Diana de Poitiers, dubbel zou oud als de Ko ning, dezen om haar vinger windt Hen drik II is algeheel onder haar invloed. Als jonge weduwe kwam zij aan het hof, deze handige en listige mevrouw de Sé- néchale, zooals haar titel luidde. Zij nam den toen zeventienjarigen koning voor zich in en in den loop der jaren was die verhouding zoo gebleven. Aanvankelijk trad zij heel voorzichtig en tactisch op, doch toen zij eenmaal zeker was van haar macht over den koning en zij der halve van de Koningin niets meer te vreezen had, overschreed zij in teugel- Jooze hebzucht alle grenzen. Met de Ko ningin leefde zij op zeer goeden voet, voor het Uiterlijk althans. Zij noemden zich eikaars vriendinnen. Maar Koningin Catharina haat dia vrouw met een doo hoefte aan eikaars gemeenschap. W(j zyn verbonden met banden niet van deze aarde, doch door God zelf gelegd. Met het J.V.-bondsied brengen wij Hem dank, dat Hij ons saamvergaarde en wij voegen er de bede aan toe, dat Hij ons in de toekomst samengehecht houdt. Onze verwachtingen voor de toekomst zijn van den Heere alleen, op de vastheid van Zijn trouw en op de onwankelbaar heid van Zijn beloften. Na een woord van welkom tot de bei de sprekers, Ds C. B. Bavinck Jr. en D s A. B. C. Hofland, resp. Geref. pred. te Kampen en te Oost- k a p e 1 1 e, verleende de voorzitter het woord aan Ds Bavinck, die sprak over „Bezinning en ver wacht i n g". Rede Ds Bavinck. Spr. ving aan met te wijzen op het voorgelezen Schriftgedeelte, dat spreekt van een zich bezinnen en verwachten. Wij moeten ons bezinnen, op wat er ge beurt en wat wij verwachten. In dit hoofdstuk wordt gesproken van spotters. Thans zijn er ook van die men schen, die zeggen: waar blijft nu God; laat God nu alle ellende van dezen tijd maar toe? Het is immers aan niets te zien, dat God regeert. Tegen deze men schen zegt de apostel, dat bij God dui zend jaren zijn als één dag en één dag als duizend jaren. God werkt en wel met groote haast en kracht. Hij breekt veel kapot, wat de komst van Zijn Rijk in den weg staat. Harde harten worden vermurwd en tot Hem gedreven. De een heid der Kerk is meer tot uiting geko men en wij zijn naar elkaar toe gesla gen. Door alle ellende en afbraak in den oorlog heen bouwt God Zijn Rijk. Tegelijk verdraagt Hij in eindeloos ge duld de zonden en ongerechtigheden en grijpt God nog niet in en komt Hij nog niet ten gerichte, opdat er nog gelegen heid zij tot bekeering. Wanneer wij dat in het geloof bezien, dan begrijpen wij echter ook, dat eens aan Gods geduld een eind komt. In onze dagen zien wij een heenwijzing naar het einde en hierin komt de waarschuwing tot ons: Waakt, want de dag des Heeren komt. Als God dan het menschenwerk zal louteren, zal dat iets verschrikke lijks zijn. Door de vuurproef heen komt ,Zijn Rijk echter en zal dat Rijk in gerech tigheid openbaar worden. Het heerlijkste is, dat indien wij dit alles in het geloof verwachten, wij moedig kunnen zijn, want wat in het geloof gebouwd is, heeft toekomst. Zoo doet de bezinning over onzen tyd ons steeds weer denken aan dat, wat wij naar Gods Woord te ver wachten hebben. Deze bezinning dwingt ons echter ook tot strenge zelfbezinning: „Hoedanigen behoort gij te zijn". God vraagt ons steeds Hem te dienen. Deze verwachting spoort ons altyd weer aan tot harden arbeid in dienst des Konings, zoolang als God ons daartoe gelegenheid geeft. En daarbij moeten wij het niet van de wereld verwachten, maar moeten wij de kracht zoeken bij God, de Bron van alle kracht. Wy moeten haastend zyn in het werk. Gods tempo is zoo geweldig groot, dat Hij tragen en lauwen niet gebruiken kan. Alle halfheid en lauwheid zijn juist nu dubbele zonde. Onze Generaal weet hoe het zal gaan. Het Koninkryk van Christus Trium- fator komt. Dan zullen allen, die Hem liefhebben in deze wereld „verwachten de en haastende" Hem moeten dienen. Wij blijven bidden en werken onder de zekerheid, dat het Koninkrijk, waarin heeriykheid en glorie zal zyn, komt. Na de pauze, welke op de rede van Ds Bavinck volgde, kondigde de voor zitter aan, dat met begeleiding gezon gen zou worden twee coupletten van het Bondslied van de J.V. Het Bondslied delijken haat. Overigens staat zij er machteloos tegenover. Want de maitresse heeft de invloed en om haar, de Konin gin, bekommert zich niemand. Deze gevaarlijke vrouw is een dure voor den Koning. Het heele land weet er van. Het volk mort, dat het ook voor „Haar" hooge lasten moet opbrengen. In hofkringen is dat wel bekend. Maar zij, in wier macht 't misschien ligt, aan de zen toestand een einde te maken, geven er de voorkeur aan, Diana de Poitiers te vleien. En zoo blijft een zedelooze toe stand bestaan, die allicht niet meer als zedeloos wordt gezien. De Koningin is van alles op. de hoogte. Zij weet, dat niet zij, maar de maitresse de liefde van haar gemaal bezit. Overi gens laat dit haar vrij onverschillig. Want zij koestert niet de minste liefde voor den Koning. Het verdriet .haar al leen, dat zij geen invloed uitoefenen kan en in Frankrijk het vijfde rad aan den wagen is. En er is geen vooruitzicht op verande ring. De Koning is jong en een krach tige; gezonde figuur, heel wat gezonder en krachtiger dan de Kroonprins, de eerste zoon uit het huwelijk van hem en Catharina de Medici. Deze zoon, geroe pen om eenmaal den troon te bestijgen, als hij dan tenminste nog niet overleden zou zijn, is een beklagenswaardige fi guur, de eenige, die onder invloed van van de M.V. kan niet gezongen worden, zoo zeide de heer Diermanse, want de muziekvereeniging heeft hiervan geen muziek. Maar nu had de voorzitter de spirit van de meisjes toch onderschat. Zy lieten het er niet by zitten en na het J.V.-bondslied klonk uit honderden ke len spontaan het M.V.-bondslied op. Het bleek, dat de Walchersche meisjes ook zonder muziek kunnen zingen. \Het klonk als een klok. Vervolgens was het woord aan Ds Hofland voor het houden van zyn rede over: „Wat blijft". Te midden van alles, wat er tegen woordig verandert, b 1 y f t dit, dat ge- loovigen in eiken tijd hun roeping hebben te vervullen, om te getuigen van Jezus Christus, van Zyn recht op alle leven en om te arbeiden voor de heili ging van het leven in al zyn kringen, aldus spr. Er gaan stemmen op, welke zeggen, dat deze roeping vandaag heel anders vervuld moet worden, dat deze Chr. ar beid thans op geheel andere wijze moet worden verricht. Dat ook hierin nu ver andering moet komen. Deze stemmen komen uit den hoek van hen, 'die de tyds- omstandigheden in oogenschouw nemen en die vinden, dat deze nu niet geschikt zijn, om met dezelfde roeping het gan- sehe leven tegen te treden. Om nog op e 1 k levensterrein het recht van Chris tus te verkondigen en de Christelijke ar beid voort te zetten. Zij vinden, dat dit in dezen tijd hoogstens nog kan op het engere gebied van kerk en gezin. Wij zeggen, neen, dat b 1 y f t, onze roeping blijft, om het recht van Je zus Christus over heel het breede men- schenleven uit te roepen. Daar is het een roeping voor, een ambtelijke roeping welke niet in een bepaalden tijd voor een zeker stuk van het leven kan worden af gelegd. We moeten ook niet meegaan met hen, die op het. povere resultaat van den Christelijken arbeid wijzen. Die zeggen: j er kornt toch niets terecht van de heili ging van het leven. En die daarom wen- schen, dat die arbeid in gansch andere banen wordt geleid. Ook. tegenover hen zeggen we: neen, dit blyft, onze roeping tot Christelijken arbeid op ieder levensterrein. Wij moe ten niet vragen naar het resultaat, maar gehoorzaam zijn en de uitkomst aan God overlaten. De omstandigheden kunnen daarbij wel moeilijk zijn en moeilijker zullen ze nog wel worden, want dat is ons voor zegd. Daarom zullen we nog meer dan voorheen uit het geloof alleen moeten gaan leven. Het geloof, dat niet een kracht-op-zichzeïf is, maar waarin zeer krachtige daden gedaan kunnen worden, wanneer er door dat geloof geleefd wordt uit Christus, geleefd wordt bij Zijn Woord. Dit hebben de jongeren, de mili tia Christi, in hun oefentijd te leeren. Ook door hun vereenigingsarbeid. Dan zullen, ook zij, kunnen vervullen de roe ping, die blijft. Hierbij is uw wapen: het geloof! Het geloof, dat de wereld overwint, want Hij, der vaderen Sterkte, Hij is ook ónze God. Beide redevoeringen werden met groo te aandacht gevolgd. Hierna sprak de voorzitter een kort slotwoord en werd staande gezongen Psalm 661, waarop Ds Bavinck deze prachtig geslaagde meeting met dank zegging beëindigde. Het was Zaterdag hoogconjunctuur voor onze Nederlandsche Spoorwegen, Op een groot aantal scholen begon de ,vacantic, terwijl ook vele bedrijven deze week sluiten, zoodat Zaterdag nog tal van employé's naar hun vacant* e-ver- blijfplaats vertrokken. In gewone omstandigheden zou onze actieve spoorwegdirectie voor de noo- dige extra-treinen hebben gezorgd, maar dit is in de huidige situatie niet moge lijk. Het publiek begrijpt dat. Het moppert niet, maar stapt nu even vroolijk in een volle als vroeger in een leege coupé, om in gang of pad een staanplaats in te nemen. De reizigers helpen elkaar zooveel mogelijk. De dames worden aan een zit plaats geholpen en zij, die staan moe ten, doen dit gelaten, blij als ze Zijn, dat het in oorlogstijd toch nog mogelijk is, familie of vaeantieverblijf te berei ken. Komt de trein te laat op de plaats van bestemming, men praat er niet over. Het kan nu eenmaal niet anders. Zoo reizen de Nederlanders in den zo mer van 1941. Ir W. C. v. d. Meer geeft in de Agr. Post de volgende acht punten voor den verhouw van koolzaad. 1. Grondsoort. Koolzaad kan ver bouwd worden op klei, zand en zavel, en op ouderen dalgrond. 2. Voorvrucht. In volgorde van geschiktheid: grasland (gescheurd), kla ver, aardappelen (vroeg gezaaid), erw ten, wintergerst, vlas, rogge en winter tarwe. De voorvrucht moet tijdig het land ver laten en is des te meer geschikt naar mate ze meer stikstof in den grond ach terlaat Want de stikstofvoeding is eigen lijk het hoofdpunt bij den koolzaadver- bouw. Door de flinke toewijzing van stik stof, vooral voor de lichtere gronden, ko men dus verschillende voorvruchten in aanmerking. 3. Grondbewerking. Op de klei zorgen we voor een niet te grof kluiierig zaaibed; op zand de aanwezige kluiten intact laten. In beide gevallen ondiep ploegen. 4. Ras. Mansholt's Hamburger kool zaad is van ouds bekend. Daarnaast komt in aanmerking Lembke's koolzaad. 5. Hoeveelheid zaaizaad hangt af van den toestand van den grond. Op grof kluiterig land 56 kg. Op fijner land 24 kg. Ontsmetten van het zaad is gewenscht. 6. Z a a i t ij d. In 't Noorden: plm. 10 Augustus. In 't Zuiden: plm. 20 Augus tus. Uiterste zaaitijd in 't Noorden: 25 Augustus, in 't Zuiden 10 September. Ook met lateren zaai kunnen, als de omstandigheden gunstig zijn, vooral in het Zuiden nog ,wel goede resultaten worden bereikt. Bij voorkeur zaaie men echter op tijd, dus vroeger, en op een tijdstip, waarop de grond voldoende voch tig is. 7. gaaien. Zeer ondiep, op 3340 cm. rijen afstand. Na-eggen in het alge meen overbodig, op zand zelfs veelal on- gewenscht. 8. Bemesting. Kali en fosforzuur als voor tarwe en rogge. De stikstof is de voornaamste factor, die de ontwikke ling van het gewas beheers cht. STUURT VROEG OM DEN DOKTER. In verband met de benzineschaarschte verzoekt het dagelyksch bestuur van de Nederlandsche Maatse happy tot Bevor dering der Geneeskunst, zooveel dit mo gelijk is, de doktersboodeehappen vroeg in den morgen te zenden en in elk ge val vóór negen uur des morgens. De ge neeskundigen kunnen dan hun dag en dus ook de hun toegewezen benzine, zoo economisch mogelijk indeelen. Niet strikt noo&ige boodschappen in den loop van den dag, moeten zooveel mogelyk beperkt worden. de Koningin staat. Om adem te kunnen halen moet hij steeds den mond wijd open doen. Hij lijdt aan een chronische middenoorontsteking. Do Koningin weet, dat hij bang voor haar is. Tijdens zijn regeering zou zij op den voorgrond kun nen treden. Maar wat, peinst zij dan, een hoop te koesteren, die niet spoedig in vervulling zal gaan? Dan moet eerst de Koning dood zijn. En die gezonde, sterke man kan nog jaren leven. De sluwe gedachten van deze Konin gin gaan dan verder. Eerder kan de knaap met zijn te breede schouders en klein hoofd, die meer op een mislukte pop dan op een mensch lijkt, sterven. En dan komt zijn broertje aan de beurt, wat beteekent, dat zij een lange reeks van jaren het regentschap heeft waar te nemen en haar macht kan doen gelden. Alsde De Guises dan niet optre den. Vandaar haar haat tegen de beide broeders, die zij, evenals haar schoon vader, wantrouwt. Die zij tenslotte door ziet, omda.t zij van haar eigen aard zijn. Haar gedachten gaan dan naar een ander voornaam geslacht, eveneens met groote verdiensten voor het Ijand. Maar dat geslacht, het Huis Bourbon, houdt Koning Hendrik van Valois ver van het hof verwijderd. De Koningin weet, dat dit geslacht on recht wordt aangedaan en hoewel zij er niet voor terugdeinst, zelf onrecht te be- DINSDAG 5 AUGUSTUS 1941. 's Morgens tot 6.05 u. 's Avonds van 21.26 u. MIDDELBURG. Medio gaat jublileeren. Het zal op 27 Augustus 50 jaar geleden zyn, dat de gymnastiekvereeniging Me dio burgum werd opgericht. Van een grootsche viering van dit gouden pubi- gaan, heeft zij toch diepe bewondering voor Anton van Bourbon, den beschaaf den, charmanten graaf, die met waardig heid het onrecht draagt. Feitelijk bestaat er den laatsten tijd een Protestantsche partij. De Koningin heeft er zich over verbaasd, dat haar ge maal dat toestaat, ook al, omdat de voornaamste minister, de kardinaal van Lotharingen, een gezworen vijand der Hugenoten is. Er is slechts één verkla ring en die zal wel juist zijn, namelijk, dat de buitenlandsche zorgen den Ko ning kwellen. De oorlog verslindt schat ten gelds en voordeelen worden niet be haald. Het is geen wonder, dat hij naar vrede snakt. En als die gesloten is, het zijn zijn eigen woorden, dan zal hij zich aan de zaken wijden. Wat kan dat anders be- teekenen, dan dat de Hugenoten zullen vervolgd!? „Waarover denkt Uwe Majesteit?" vraagt de Koning. Zij schrikt op uit haar gepeins. Want zij is geheel vergeten, dat vlak in haar nabijheid een slaperige figuur gedoken zit. „Aan de intriges van dit hof," ant woordt zij dan, gevat De Koning lacht (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1941 | | pagina 2