Rondgang door den Dam-doothof.
1*18
■*->
a
fo
c
a o
a
O
c
Een wrak op
de zandplaat.
Waar de winden waaien.
O*
Q
c:
0
O)
c
«3
-X
(L)
'A
O
co
S
X
V
CD
u
<0
<D
k_
F
2
L_
3
CD
«O
1—
LU
0
CO
0
Q
<D
O)
c
0
LU
Q
u
a
a
i
3
1 On
I LJ
fej
O
03
CO
OT
Cfl
O
O
to
co
O
u
O
O o
CO 73
C ®i
S c
5 &s
<j S fl
t
S
■a>3
-
£1
I
o I
C£
5H 73
T*T
-
H «rj
r
uuw
o o
-~ Cï O
n
a h« O
WT3 O
o
t-i D
0.~ X!
gq as
N-S
■u 3
TT
^Sg-^f0
S e rf
al C
I gë
"•§1
»^5 (i) +J
o.a o
o *3 &o
O 3
arf^
a
2 u
t» 1H
43 <5 3Q
T3 ^3 OT
G -JJ c® G
o 2 b
N j3 .g C -is;
M l.«
-£
ts O
S i
U vS
SS
O*
"O
■3" O 5!
CO J) p O
ÏO
•y
O O SP
G3
'2 u *o
O O
O G
G
u^M®
"a «"S a
*-i >5 O
73 O ®^4
73 OT
-*J
s a
s G
N
CJ T3
G
73 O
Js"
-M IQ
'-J
HH CO
MM O
O
N
:g>
2
•s 8
WW»
o> -0 o
,o o
■o E-i s xi
s c
?e«g
X2
J a-a
■3 2
■i g-S
M>©i3
-■«3
2 8 &.2
Jh c
'O M ft rt
g :&-§ 2
N N
.0)03
&T3
2
be 2 S
H W H
o o
bCu T3
ma
-u O
ai M
OH O
ft3 9
M
ai
a a
m O
73.2
O bo-g'
S
5 c
>%2
is
IS
73
3PT7
73 &0.S O
G
•o-g*
CC -4-"
„2><«
"O o
x: 2 0 a
P„Ti
ttf) T3
C ÏH JH
2 2 c
t» t(H .C
JaT S5
N C
c 2
.ofl
x)
02 T3 o
'H <1) K
©22'S
•o 5
as O 23
x) c
O 02
02 O 73
-r
flcg
c g
C Ci
-O ©"3^
2 r-t X!
■S
rG (U
S c o
G .2 <u
73 N T3 73
S3 ,2
rQ 73 OT
1*5-o
1^§
G eö 5
a 3 §2
Sh G
&0 S3
bfl O
73 co 73
G
-r-, 0)
O 5*M
S,ö
-M
,£1
TT
I g
G bO
G rG
g a
O
G
bO
G G fl
P
G
cO -M
^.0 ffl
bo c fl
G -u
P c^
bo S 73
<0 OS
(0
o
"a g
>-
to -ö c
c
73
-C G
o nï
o
§oMg
o 2
N C
a
2_S 2
p dQ
bo +j
^2SmS
P C 60 C H
O co
73 O S4
«w3
O
hOTi
C C
Ht3
s. m
-O I
c
ai
ho
|.s
ïh-M bfl
G
S3 O S3
03
CO
<32
4_>
bo m
G
aj
S 73
a
O G
G bp
M
t3
73 22?
S-i
a^
+-» 4-> 2 w
2 c c
g-o S Sfa-a
c 2 M
b£_2 +J C
c 2 3
bp© g-3 rt
l-#j G -♦-» 0 +J
G Ed T3
a> c S
.3 O
i+j+i 2
C S u ai u
o a <0 2
O X! «2 Xi X3 H Xi
*3.0
C73 N
tH O
02 O
bOrW 73
G
G
©.S -y
bo
■s gJ
a
O XJ
8 fao-o g 2
-3 sh c B 5
a c
0 1> O g
A bp 0 P cö
M-H bQ (-;
•S-Hc-SS
<u ©-0-^5 C
C h cö 32 "C
o c oj o S
Sc i-
co a
if ÖJO
O G
G
^-v
bo
S3 73
r?
O o
G -
n
G
cö
weer gewoon doen. Meestal immers heeft
de betrokkene een zekere gêne voor de
gedane bekentenissen. Daarbij komt nog,
dat het jonge mensch zich al gauw met
een enkelen tip tevreden stelt. Al konden
wjj er zelf misschien nog veel meer van
vertellen, ook dan moeten wfl ons laten
uitschakelen. De taak is immers voldoen
de volbracht, als het wagentje weer op
gang is. Vaak ook komen dezelfde moei
lijkheden nog eens terug en wij kunnen Han
dieper op de kwestie ingaan. Nog belang
rijker is, dat de opvoeder der jeugd bereid
is vergeten te worden, zooais Palmer het
uitdrukt. Als de Sturm und Drangzeit
voorbij is, denkt men daar liever niet aan
terug. En met volwassen leerlingen moet
men uit zichzelf liever niet op intieme
jeugdherinneringen terugkomen. Zelf vin
den ze vaak in hun pas volwassen zijn de
jeugdmoeilijkheden overdreven en onreëL
Eerst wanneer zij zoo zelve kinderen heb
ben, die dergelijke moeilijkheden vertoo-
nen, zullen de besten onder hen den ernst
en realiteit durven toegeven. Ze kunnen er
dan ook objectiever op terugschouwen. Dan
eerst zou de grijze paedagoog er met hen
over kunnen spreken. Meestal krijgt hij
er dan de kans niet meer toe. Dat hoeft
ook niet.
Waar het tenslotte op aan komt en wat
't ruitenwisscher-exempel bedoelde, is lief-
dp wen zonder den eisch terug te willen
ontvangen, offervaardig dienen zonder den
onuitgesproken wensch bedankt te worden.
Trouwens de jeugd kan nog niet voldoende
dankbaar zijn, omdat ze te zeer met zich
zelf bezig is. De grootste fout zou zijn
gebrek aan dankbaarheid by hen, hen aan
te rekenen. Iets anders is of men in groep
of klassikaal verband deze dankbaarheid
hen niet onder het oog kan brengen. Dit
moet echter zéér tactisch en onpersoonlijk
geschieden, bijv. bij geschiedenisles, wan
neer men zonder teveel nadruk erop wijst
hoe groote mannen op volwassen leeftyd
den tol der dankbaarheid betaalden aan
hun leermeesters uit hun kinder-en-jeugd-
jaren. Vele schoone voorbeelden zjjn hier
van te geven. Nu kan men vragen, houdt
de taak van den opvoeder op met uitslui
tend ruitenwisscher te zijn. Inderdaad is
er in ons beeld een zekere eenzydigheid
en is een enkele aanvulling gewenscht.
Hierover een volgenden keer verder.
Rotterdam. P. W. J. S.
DE NEDERLANDSCHE ZEE
REDDINGSDIENST REDDE
ENGELSCHE VLIEGERS.
Een verslaggever van de V.P.B. had een
onderhoud met den Directeur van den Zee
reddingsdienst, den oud-luit. ter zee P.
Heyman. Deze dienst is opgericht in
Augustus 1940 en heeft reeds veel men
sehen kunnen redden. Op schitterende wgze
volbrachten de bemanningen hun taak, zoo
dat tot nu toe 40 mensehen van verschil
lende nationaliteit gered konden worden.
Het reddingswerk is niet zonder gevaar.
Een der schepen is beschoten, waardoor
leden van de bemanning worden gedood,
terwgl een ander schip op een mijn is
geloopen. Maar het werk wordt voortgezet
Zoo wordt de Nederlandsche vlag hoog
gehouden op een wgze, die zeevarend Neder
land alleszins waardig is.
De heer Heyman noodigde ons uit ^Rn
mee te gaan met een schip van den dienst,
dat juist in den afgeloopen nacht de be
manning van een Engelschen bommenwer
per, die by de kust was neergeschoten, van
den verdrinkingsdood had gered.
Heel in de verte zagen wy als een don
kere massa het wrak van het Engelsche
vliegtuig boven water uitsteken.
„Het was een moeilijke redding', zei de
kapitein. „Midden in den nacht kregen wg
bericht, dat een vliegtuig in het water was
neergestort Wij voeren uit en ontdekten
noodseinen.
Met myn schip kon ik de plaats des
onheils niet bereiken wegens het ondiepe
water, zoodat onze stuurman er in de vlet
heen roeide. Hij ontdekte zes vliegers, die
tot hun middel in het water stonden; drie
van hen ondersteunden hun kameraden, die
gewond waren. De stuurman nam de ge
wonden in de vlet terwgl de overigen zich
zwemmend aan de vlet vasthielden. Zoo
bereikte hg met bovenmenschelijke inspan
ning het schip. Bg het aanboord nemen
van de gewonden dreef de vlet weg, maar
de mannen waren gered en dat is het voor
naamste. Natuurlgk waren zg zeer dank
baar, telkens weer herhaalden zg: „You
saved our Life, you saved our life". Nou,
wg waren ook big, dat alles zoo goed af
geloopen was en voeren snel naar de haven
terug, waar de geredden door de Duitsche
autoriteiten op uiterst correcte wgze ver
der werden verzorgd."
Intuschen was de boot het vliegtuig tot
op eenige honderden meters genaderd, maar
verder ging het wegens de zandplaten niet.
Geen nood, de vlet werd gestreken en
daarin de tocht voortgezet, tot wg het wrak
bereikten.
Als een lamgeslagen vogel lag het vlieg
tuig in het water. De motoren waren diep
in het zand gedrongen, de staart afgebro
ken; het scheen een wonder, dat de be
manning er nog zoo goed was afgekomen.
GEMIS AAN ZEDELIJK BESEF.
Er is altgd een groote groep van per
sonen, die toeziet, niet meedoet, wel vruch
ten plukt; die zich geen opofferingen ge
troost van tgd en contributiegeld, maar
toch ook geen gewetensbezwaar heeft, om
ce voordeelen mede te genieten, verkregen
door den arbeid van hen, die zich wel in
spannen, menschen dus van weinig ont
wikkeld zedelgk besef.
Prof. SLOTEMAKER DE BRUINE.
32) —o—
Nou, weet je wat, ik trouw niet met
jou of je moeder. Als het me niet bevalt,
kom ik niet meer. Ik kom je eens opzoeken.
Janssteeg?
10a, zei Margot, big. Ik zal het moe
der zeggen.
Zg deed het dien avond instantelgk.
Maria keek er van op. Ze begreep onmid-
dellgk de situatie, toen Margot haar het
een en ander vertelde. Was dat kind in
zulk een omgeving beland? Waren die
meisjes haar collega's? Waarom had zg
toch niet eerst geïnformeerd Maar ja, van
die dingen wist mevrouw Hetterschg ook
niets af, naar alle waarschgnlgkheid. Wel
ke gevaren bedreigen de meisjes toch
hier.' En die Margot snapte het niet eens
goed. Heerlijk was dat. Maar aan den an
deren kant...
Ik wil vanavond eens met jou en Lucie
praten, zei ze resoluut. Het is veel beter,
dat ik jullie op de hoogte breng, voor zoo
ver ik er van weet, want ik weet ook lang
niet alles, dan dat jullie het hoort op een
atelier. Het meisje, waarvan je spreekt,
lgkt me een fideele meid. Want zg wil met
jou er niet over praten. Maar zóó zgn ze
allemaal niet. Een ander zou je dingen
vertellen, waarvan je zoudt schrikken. Het
is beter, dat moeder het doet.
Heere, mgn God, bewaar ze voor de
verleiding, bad haar hart, terwgl zg haar
werk voortzette, daarbg geholpen door Lu
cie, die haar krachtig tot steun was en des
avonds gedeeltelgk nog door Margot. Maar
die mocht niet veel doen van Maria. Ze
zat den heelen dag opgesloten op het ate
lier, des avonds moest zg noodig ontspan
ning hebben. Maria had al eens met haar
gepraat over een vereeniging, maar er was
niets anders dan een meisjesvereeniging,
die naaide voor arme menschen, voor de
diaconie en zoo. Dat was heel goed en nut
tig, doch Margot naaide den ganschen dag.
Dat was geen ontspanning. Nu was er
sprake van, dat zg en Lucie naar een zang-
vereeniging zouden gaan, maar er was nog
niets van gekomen. Zg vonden het thuis
veel te gezellig en wilden moeder niet al
leen laten, als Magnolia naar bed was.
Zich aansluitend bg het door Margot
meegedeelde, vertelde Maria dien avond
aan haar beide meisjes, hoe die atelier
meisjes dan wel leven moesten, naar haar
eigen getuigenis.
't Is in den grond een vreeselijk leven,
kinderen. God beware jullie er voor. Houd
Hem toch steeds in het oog en bid vurig,
of je rein moogt big ven. Want die arme
meisjes worden naar ziel en lichaam be
dorven, als zg het nog niet zijn. Ze laten
zich verlokken door het schijnschoon der
wereld. Ze bevinden zich in de klauwen
van satan. En al hebben zg pret, als het er
op aankomt want dat meisje heeft de
volle waarheid gezegd, Margot vinden
zg hun leven verschrikkelijk. Ze zijn sla
vinnen van de zonde. Ze kunnen er zich
met aan ontworstelen. En zinken al dieper
weg.
Met ontzetting hoorden Margot en Lucie,
vooral de eerstgenoemde, omdat die de
meisjes zoo goed kende, de uiteenzetting
van moeder aan. Zooiets hadden zg zich in
de verste verte niet kunnen indenken. Dat
was nu uitgaan en pret maken! Dat was
nu hun omgang met heertjes!
U vindt het toch wel goed, dat ik haar
gevraagd heb, moeder? vroeg Margot, met
eenige benepenheid nu.
Jawel, heel goed zelfs. Als ik jou
hoor, dan lgkt dat meisje nog niet zoo ver
op het verkeerde pad te zijn. Als wij haar
er van kunnen terughouden, dan hebben we
dat te doen. Dat is niet meer dan onze
plicht. Maar stel je er niet te veel van voor,
Margot. 't Is ook best mogelgk, dat het
meisje niet wil, al heeft zg haar goede
oogenblikken, die haar aanklagen. De dui
vel is een groote macht, hoor. Wg onder
schatten hem meestal.
Twee avonden later zat Jane Vermeer in
de gezellige kamer der Jansvelds, waar
Maria het meest het woord voerde. Zg
sprak met geen woord over het atelier,
tenminste niet over het leven der meisjes,
zooals Margot haar dat had verteld. Toen
later Margot daarover haar verwondering
uitsprak, zei Maria, dat het heel dom ge
weest zou zgn. Dat kwam vanzelf wel. Ver
trouwen moet je niet eischen. Het moet ge
geven worden.
En Jane had vast beloofd zy had het
bg'na gevraagd, of het mócht dat zy
terug zou komen.
Je beweert, dat jullie arm zgn, zeide
ze den volgenden morgen tot Margot. Er
is niets van waar. Je bent rgk met zulk een
moeder! Als ik zoo'n moeder had! En
zoo'n vader. Want je vader was zeker ook
een beste
Ik weet niet goed, wat je bedoelt.
Zóó best zgn we niet. Maar mgn vader
was een lieve man. We hielden ontzagge-
lgk veel van hem. En we missen hem allen
dag nog.
Margot wendde het hoofd af. Haar stem
stokte. En Jane Vermeer zweeg.
XI. Tonnis en Kees.
'tls jammer van den jongen. Er zit
een goede kop op. Hg kon best méér wor
den. Als hg eens een jaar of twee, drie de
school in Wageningen bezocht, dan was
er een goede kans. Maar ja, studie kost
geld. Hij heeft het niet. En ik niet. Anders
hielp ik hem.
Straatsma, de onderwgzer van Woudesch,
zette het Maria uiteen. Hg was in Haren-
stede en zocht zgn oude dorpsgenooten
eens op. Lucie was niet thuis; voor moe
der op werk af. Magnolia was in schooL
Maar Margot was juist thuis gekomen,
bad een uurtje schafttgd.
Straatsma was voor het eerst. Hg had
la eerder willen komen, maar ach, hoe
gaat dat? het komt er dan niet van. Ze
moesten het toch niet toeschrgven aan
mindere belangstelling in hun lot.
Nu, Maria dacht daaraan in de verste
verte niet. Hg was altgd een goede vriend
geweest. En hg informeerde belangstellend
naar hun wedervaren en hun omstandig
heden. Maria had hem gezegd, dat zy
zeer tevreden waren. Werk volop. Het was
wel zwaar. Zg voelde des avonds haar
vermoeidheid, maar 's morgens was zy
weer monter. De meisjes maakten het best.
Magnolia ze'fa. Wat zg niet had gedacht,
want het kind ontbeerde te veel buiten
lucht. Ze zag er dan ook smalletjes uit,
doch was gelukkig gezond. Neen, de buurt
beviel niet erg; de woning ook niet. Maar
nog even geduld: als het zoo bleef met de
verdiensten, dan kon een betere woning er
wel af. Niet overhaasten. Je moest tegen
woordig zoo voorzichtig zijn. Alles was
zoo duur en dan, die distributie. Als er nu
maar eens een eind aan den oorlog kwam.
En als vanzelf was 't gesprek gekomen op
de kweekerij in Woudesch. Och ja, de
jongens kwamen wel eens, maar niet vaak.
Tonnis had niet dikwgls verlof, moest
meester denken. En hg hielp dan in de
kweekerij. En Kees? Nu, meester kende
hem wel. Hij was niet vrijpostig. Tonnis
ook niet, maar die was in dienst toch iet
wat vrijmoediger geworden. Zoo nu en
dan kwam Kees eens aanloopen. 'tWas
nu weer al enkele weken geleden.
En toen had Straatsma Kees weer „op
gehemeld". Een kraan van een jongen.
Jammer, dat die niet verder komen kon.
Ilij had hem alles geleerd, wat er maar te
leeren was. Nu deed hij aan zelfstudie. Je
komt er wel een eind mee, maar een diplo
ma is veel beter. Enkele jaren werken,
hard studeeren en hg was klaar voor tuin-
bouwleeraar, kon dan een goed stuk brood
verdienen, kon ook naar Indië, als hg
wilde, waar hij goed betaald werd. Kees
wilde dolgraag. Maar het geld voor de
studie! Bepaald jammer voor den jongen.
Het leek er op, dat hij zijn heele leven
knecht op een kweekerij zou blijven. En
dat was geen schande, natuurlijk niet.
Maar zooveel onbekwamen en middelma-
tigen hadden goede betrekkingen, terwgl
zoo'n kraan niet verder kon. Straatsma
zou hem in de gaten houden. Mogelgk
vond hij iemand bereid, den jongen finan
cieel te helpen.
't Is natuurlijk ook nog de vraag, of
Verloop hem houden wil.
Verloop? vroeg Margot.
Ja, Verloop. Zoo heet toch de kwee-
ker, die op de kweekerg van jullie
Och ja, natuurlijk, hoe dom, lachte
Margot. Ik was dien heelen naam vergeten!
Jullie hebben ook geen bemoeienis
met hem. Hg is een flinke vent. Jammer,
dat hg een man van de wereld is. Maar
voor de zaak is hg goed. Echter, ik geloof
niet, dat de kweekerg beter is dan bij jullie.
'kHeb tenminste gehoord, dat hij er aan
denkt, één der jongens weg te doen, als
Tonnis uit dienst komt. En dat kon dan
Kees wel eens zijn. Tonnis is nu eenmaal
zakelijker en practischer.
Van Kees heb ik gehoord, dat de
kweekerg niet florissant is. De tijden zgn
er ook niet naar. Misschien wordt het straks
wat beter. Verloop moet nog al veeleischend
zijn. Dat waren wij niet. We waren tevreden
met een bescheiden stukje brood en daar
om konden wij ons redden. Ik heb het Ver
loop bg den verkoop ook gezegd. Hij is er
niet ingeloopen.
Ho, ho, dat beweer ik ook niet. Maar
hg heeft er zich meer van voorgesteld, dan
de uitkomst is. Dat heb ik al wel begrepen.
De twee jongens zal hg wel niet kunnen
houden, of willen houden, daar wil ik van
af wezen, 'k Heb zooiets van Janse gehoord.
En dan denkt Verloop er aan, Tonnis te
houden, als die straks uit dienst komt. Jam
mer voor Kees.
Voor Tonnis ook, zei Maria. Die twee
hangen aan elkaar als klitten. Wat is er,
Margot
Margot kleurde.
Kees zei laatst, dat Tonnis veel beter
is voor de kweekerg en dat die blijven moet.
Hg zou dan probeeren in de stad te komen
bij een bloemist. Misschien kan hij dan een
school afloopen, 's avonds. Maar Tonnis wil
niet, dat Kees er weggaat. Hg zegt, dat
hg wel iets vinden zal.
Hebben de jongens er met jou dan
pver gepraat? vroeg Maria verbaasd.
Kees toen. Hij weet wel, wat hem bo
ven het hoofd hangt.
Maria gaf er geen antwoord op. Zg keek
alleen Margot scherp aan, zonder dat deze
het merkte. Maria vermoedde iets, maar
had geen zekerheid. Nu bleek haar, dat
Kees en Margot samen gepraat hadden,
zonder dat zg er iets van wist.
Ja, zoo zgn die jongens, lachte Straats
ma. Maar één van hen zal het veld moeten
ruimen. En nu kan Tonnis het wel niet
willen, dat Kees weggaat, maar Verloop
maakt dat nu eenmaal uit.
Ze kunnen ook allebei weggaan, meen
de Margot.
Dat kan, maar dat zou dom zgn, want
dan hebben beiden niets. En 'tis wel uit
gesloten, dat beiden weer ergens slagen.
Alle menschen heeten geen Jansveld! Wat
was dat toch vermakelgk hé, hoe die twee
bij jullie zgn beland! Ik heb het er vaak
met mgn vrouw over. 'tWas voor jullie
toch een heel ding.
We hebben er geen minuut spijt van
gehad. We hadden veel aan de jongens.
En de jongens nog méér aan jullie!
Je moet ze maar eens over jullie hooren
praten.
Ze waren erg aanhankelgk. En ik ben
big, dat wij hen in zooverre hébben mogen
opvoeden en dat zg den goeden weg loopen.
Tonnis ook. Hg is in dienst niet veranderd,
't Zgn trouwe jongens, zei Maria warm. Het
speet me voor hen, dat ik weg moest. En
'ts jammer dat Verloop zgn woord niet
houden kan of wiL Hg had me beloofd de
jongens te zullen houden op dezelfde wgze.
'tls niet geheel op dezelfde wgze. Nu
ja, ze zgn kind in huis, maar het bevalt
Kees niet. Hij praat er weinig over, maar
ik bemerk wel, dat hg met weemoed terug
denkt aan die dagen. Och, Verloop is niet
vijandig, zooals Janse bgvoorbeeld, maar hij
is in hooge mate onverschillig voor den
godsdienst. Kees heeft geen meeleven en
dat doet hem pijn. Hij was het zoo anders
gewoon.
(Wordt vervolgd.)
RedacteurH. M. Slabbekoorn,
Oostsingel 60a, Goes.
Wy ontleenen aan „De Humorist" een
probleem van J. J. Kaan, Terneuzen. Dhr
Kaan is voor alle Zeeuwsche dammers een
goede bekende, zoowel als speler en als pro
blemist.
Wedstrgd-probleem No. IV.
Auteur J. J. Kaan, Terneuzen:.
Zwart 10 sch. op; 2, 4, 8, 14, 18, 19, 20,
23 29 35.
Wit'll sch. op: 11, 25, 27, 28, 30, 31, 32,
34, 41, 44, 46.
Wit speelt en wint.
Oplossingen voor 2 Juli, te zenden aan
het adres van den redacteur.
Oplossing van wedstrijdprobleem IL
Auteur E. Plasschaert, Clinge.
De stand was:
Zwart 9 sch. op: 7, 9, 10, 13, 17, 18, 19,
29, 36.
Wit 9 sch. op: 27, 28, 30, 31, 32, 40, 44,
47, 48.
send. Er zullen ongetwijfeld oplossers ge
weest zijn, die deze gedwongen slagen over
het hoofd zagen.
Goede oplossingen ontvangen van:
J. Strooband, W. Boogaard, Middelburg;
A. v. Oosten, BiezelingeDr C. Griep, Hein-
kenszand; M. J. v. Weele, D. v. d. Kreeke,
Goes; L. Bosselaar, Ellewoutsdijk, allen
2 punten.
J. Breure Nzn, Colijnsplaat, 1 punt.
Het Zeeuwsch Damtourtiooi.
Zaterdag is de spanning tijdens den wed
strijd niet zoo groot geweest als men had
mogen verwachten. Dhr de Jonge ver
schalkte dhr Strooband in de opening met
een verrassend zetje. En dhr Strooband die
zelf gaarne openingszetten speelt is zoo
doende met zgn eigen wapen geslagen.
Dhr Deurloo speelde zijn openingszetten
ook niet naar de regelen der kunst, waar
van dhr Boogaard prompt profiteerde.
De eenige partij die strijd te zien gaf was
derhalve die tusschen dhr Anderson met
wit en Lente.
Na de 42ste zet van wit kwam het tot
onderstaande stand.
Zwart 11 schgven op: 8. 13. 14. 15. 16.
18. 19. 21. 23. 24. 26.
Wit 11 sch op: 25. 27. 28. 30. 32. 33. 35.
36. 37. 38 40.
W. Lente.
Oplossing:
1. 27—22
2. 48—43
3. 40—34
4. 34X3
5. 3X1
18X38 gedwongen.
38X 49 gedwongen.
49X24 meerslag.
36X27
en wint.
Dit mag een zeer goed geconstrueerd pro
bleem heeten. De eerste zetten zgn verras-
47 48 4f>
L. Anderson.
42e zet
en het spel verliep als volgt:
8—12
43.
40—34
12—17
44.
3429
23X34
45.
30X39
17—22
46.
28X17
21X12
47.
32—28
15—20
48.
27—22
18X27
49.
37—31
26X37
50.
28—23
19X28
51.
33X42
24—29
52.
35—30
29—34
53.
30—24
34X32
54.
24X15
12—18
55.
25—20
14X25
56.
15—10
25—30
57.
10—5
30—34
Remise.
Zwart had op de 42ste zet een kansrijker
voortzetting kunnen nemen, maar heeft dit
waarschgnlgk niet aangedurfd, door de
complicaties die zouden kunnen voorkomen.
In een latere rubriek komen we er op te
rug.
Op de 48ste zet nam wit ook geen enkel
risico, en vereenvoudigde de stelling, hoe
wel 3832 kansrgk spel gaf.
Met de 52ste zet forceerde wit remise en
verzekerde zich van een verdeeling van de
punten.
Correspondentie.
J. B. te C. Ik dank U voor het ontvangen
schrijven. Ik hoop u wel eens op te zoeken.
Komt u soms wel eens in Goes? Oplossing
probleem H was niet goed. Als zwart 49
16 speelt wat dan?
A. v. O. te B. Dat deed me goed iets van
U te vernemen. Ik hoop dat er nog velen
dat voorbeeld zullen volgen.
A. K. te K. In dank ontvangen. Wordt
bekeken. Houd mij steeds aanbevolen.