Vereen, van Chr. Onderwijzers en
Onderwijzeressen in Nederland
en de Overzeesche Gewesten.
Kerknieuws
Onderwijs
Ned, Herv. Kerk.
Drietal: te Edam, Mr H. van
Ewijck te Terwolde, W. Chr. Smits te
Wormer en K. Strijd te Oisterwtfk.
Beroepen: te Zuidland (toez.) J.
de Groot te Eek en Wiel.
Aangenomen: naar Driesum,
cand. H. G. Abma te Ede, die bedankte
voor Eemnes, Groot-Ammers, Noorden,
Otterlo en Poortvliet; naar Nieuwe-
Pekela-Beneden (toez.), A. van der Most
te FarnsumDelfzijl; naar Spannum en
Edens, J. Hoogenkamp te Hindeloopen.
Geref. Kerk.
Aangenomen naar Ruinerwold-
Koekange (2e pred. plaats), cand. C.
Verspuy, hulppred. aldaar; naar Rotter-
dam-Charlois (3e pred. plaats), H. de
Jong te Hoek van Holland.
Doopsgezinde Broederschap.
Zestal: te Amsterdam (vijfde pred.
plaats)A. L. Broer te Hilversum, D.
Dufour te Wageningen, W. I. Fleischer
te Balk, W. F. Golterman te Amersfoort,
G. J. W. den Herder te Drachten, J. J.
G. Wuite te Utrecht.
Rem. Broederschap.
Benoemd tot voorganger van den
kring Hilversum, cand. J. A. v. Nieu-
wenhuyzen te Amsterdam.
Hulppredikers.
Benoemd tot hulpprediker der Ned.
Herv. Gemeente te 's-Gravenhage (wijk
2), cand. F. L. van 't Hooft, aldaar.
Cand. J. Vinkenborg te Zwijndrecht
heeft de benoeming tot hulpprediker
der Ned. Herv. Gemeente te IJselmonde
aangenomen en bedankt voor die naar
Wieringermeer.
Emeritaat Ds G. Boersma.
Ds G. Boersma, Ned. Herv. predikant
te Silvolde, de nestor van de dienstdoen
de predikanten, die aan de Doetinchem-
sche Inrichtingen zijn opgeleid, heeft te
gen 1 Juli a.s. na een diensttijd van pre
cies 52 jaar, eervol emeritaat aange
vraagd.
Gerrit Boersma werd 27 Sept. 1859 te
Buitenpost geboren en ontving zijn op
leiding aan het Chr. gymnasium te Doe-
tinchem, waarna hij aan de R. U. te
Utrecht theologie studeerde.
In 1890 eandidaat geworden in Zuid-
Holland, deed hij 6 Juli van dat jaar zijn
intrede in zijn eerste gemeente te Heem-
se. Hier ifhm hij het initiatief tot het in
cultuur brengen van woeste grond, waar
op hij mooie resultaten zien mocht. In
1893 vertrok hij naar Haskerdijken, om
in 1896 te Hollandscheveld zijn intrede
te. doen. Krachtig heeft ds Boersma in
deze gemeente gewerkt aan de omzet
ting van ruwe volksgewoonten en hij
droeg er den bijnaam van „Hervormer
van Hollandscheveld". In 1903 vertrok
Ds Boersma naar Goes, waarna hij op
5 Dec. 1909 door zijn broer, Ds Boersma
van Harich, in zijn tegenwoordige ge
meente werd bevestigd.
In G o e s gaf Ds Boersma den stoot
tot de oprichting van een Chr. Herv.
school. De krasse grijsaard mocht tot in
hoogen ouderdom zijn gemeente dienen.
VER. VAN KERKVOOGDIJEN IN DE
NED. HERV. KERK.
De jaarlijksche algemeene vergadering
van de Ver. van Kerkvoogdijen in de
Ned. Herv. Kerk zal, naar wij vernemen,
Donderdag 19 Juni a.s. te Utrecht onder
presidium van den heer J. A. Bakker van
Menaldum worden gehouden. De verga
dering zal geheel een huishoudelijk ka
rakter dragen.
THEOL. HOOGESCHOOLDAG.
De jaarljjksche Schooldag van de The
ologische Hoogeschool te Kampen, welke
Donderdag 19 Juni in de Westerkerk te
Utrecht wordt gehouden, zal dit jaar on
der leiding staan van Prof. Dr G. M. den
Hartogh.
In de morgenvergadering zal de rector
Prof. Dr K. Schilder, een rede houden,
waarin hij een overzicht van dé lotgeval
len der school zal vermelden, terwijl Prof.
Dr K. Dijk zal refereeren over: „Actu-
eele prediking".
In de middagvergadering zal Ds J.
Overduin, Geref. predikant te Arnhem,
spreken over: „De plaats van de Chris
telijke hoop in de prediking" en Prof. Dr
J. H. Bavinck van Bithoven, zendings-
hoogleeraar aan de Theol. Hoogeschool,
over: „Zending en Theologie". Aan den
schooldag gaat 's avonds tevoren de ge
bruikelijke bidstond vooraf. Daarin" zal
ditmaal voorgaan Ds B. Holwerda, Ge
ref. predikant te Amersfoort.
Cenftraal-Bond voor Inwendige Zertding
en Dhr. Philanthropische Inrichtingen.
Op de 25ste conferentie voor Inwen
dige Zending, uitgaande van den Cen-
taal-Bond voor Inwendige Zending en
Dhr. Philanthropische Inrichtingen, wel
ke van. 21-24 Juli '41 te Hemmen onder
leiding van Ds J. C. Koningsberger van
Amsterdam wordt gehouden, zal als the
ma worden bespreken: „Wat is het ant
woord der Inwendige Zending op het
spreken der Kerk?"
Als onderwerpen vermeldt het pro
gramma:
„Barmhartigheid levensbeginsel van
de Kerk', Ds H. C. Touw, Leiden.
„De worsteling der Inwendige Zen-
mng rondom den persoon van O. G. Hel-
rilw üvPS v' Hoeven, Warnsveld.
«Hebben de opvoedkundige denkbeel-
en, van Heldring en Wichern ons nog
Sljssnkomst Hervormde Jongeren
4a ciiaq
ie uuooi
Evenals Ixi de andere gewesten te lande
werd ook in het gewest Zeeland en wel
te Goes op den tweeden Pinksterdag een
bijeenkomst van de Hervormde Jongeren
gehouden, welke in alle opzichten ge
slaagd 'mag heeten.
De dag werd begonnen met een litur
gische dienst in de Magdalenakerk, wel
ke geleid werd door Ds Korevaar van
Goes, die tot tekst had gekozen Hand.
2 46 en 47.
Na den gezamenlijken koffiemaaltijd
begon om half twee de middagvergade
ring in de groote zaal van de „Prins
van Oranje", die geheel gevuld was. Be
gonnen werd met het zingen van Psalm
146 1 en 3, waarna de voorzitter voor
ging in gebed.
Na verbolgens een welkomstwoord te
hebben gericht tot alle aanwezige Her
vormde Jongeren stelde Ds Hietkamp
de vraag: „Wat komen wij hier vandaag
doen?"
En als antwoord werd gegeven, om
getuigenis af te leggen van de eenheid
en verbondenheid van alle Hervormde
Jongeren en om zich te bezinnen op de
plaats, die de jonge lidmaten van de
Hervormde kerk in de kerk innemen.
Hierover werden 3 opmerkingen ge
maakt:
le. De jongeren staan in de kerk
maar ze staan er vaak zoo eenzaam.
Om elkaar te dragen en geestelijk tot
steun te zijn werd mede de Hervormde
jongerenbeweging opgericht.
2e. De jongeren staan in de kerk
maar ze staan er veelal nog zoo weinig-
bewust.'
a. Er is verdere bezinning noodig op
de kerk en haar boodschap, op den bijbel
en de kerkelijke belijdenisgeschriften, op
de ambten en de vragen van liturgie en
eeredienst. Daarover willen de Jong-
Hervormden met de ouderen mee gaan
denken!
b. De Jong-Hervormden beweging wil
ook te midden van allerlei richtingen
van wereld- en levensbeschouwing het
licht van Christus zoeken.
En te midden van de dagelijksche ver
zoekingen wil zij mee tot een steun zijn.
c. De Jong-Hervormdenbeweging wil
de jonge lidmaten van de Hervormde
kerk ook meer bewust in de Ned. Herv.
Kerk doen staan; in de kerk, die God
zelf in deze streken heeft geplant en die
Hij tot op dit oogenblik voor Nederland
heeft bewaard; wier grondbeginsel hecht
en sterk is en wier schat is het Evan
gelie der genade.
3e. De jongeren staan in de kerk
maar ze staan er vaak zoo weinig-actief!
Om de jonge leden te activeeren in-
en vóór de kerk wil de federatie van
Hervormde Jongeren ook dienstig zijn.
Met een opwekking tot de aanwezige
nog niet aangesloten jonge lidmaten, be
ëindigde spr. zijn rede.
Ds Panhuise van Aagtekerke
behandelde het eigenlijke onderwerp voor
dezen middag, dat door de Federatie der
Herv. Jongeren in elk gewest ter behan
deling was opgegeven, n.l.: „Geestelijk
weerbaar?"
Het is van groot belang alle aandacht
te besteden aan de „geestelijke weerbaar
heid". Dit heeft alle zin, omdat zij in
verband staat met God. Het gaat er om
of wij beschikken over „geestelijke wa
pens". Alleen door het geloof worden wij
„geestelijk weerbaar".
Van de Hervormde Jongeren mag die
geestelijke weerbaarheid verwacht wor
den. In art. 34 van de Ned. Geloofsbe
lijdenis wordt van de Doop gezegd: „door
hetwelk wij in de kerk Gods ontvangen
en van alle nadere volken en vreemde
religiën afgezonderd worden, om geheel
hem toegeëigend te zijn, zijn merk- en
veldteeken dragende". Wij, Herv. Jonge
ren, zijn gedoopt en hebben op deze Doop
geantwoord bij onze belijdenis. God heeft
ons daarmede „apart voor Hem" gezet.
God heeft ons het voorrecht gegeven
„Zijn vólk" te mogen zijn: een volk tot
Zijnen dienst bereid. Een „nieuw" volk,
in Jezus Christus. In dat nieuwe volk
zijn wij tevens afgezonderd van vreemde
religiën. De Heer zegt tegen Zijn volk:
„ïk ben de Heere uw God, die u uit
Egypteland uit het diensthuis uitgeleid
heb; gij zult geen andero godon voor
mijn aangezicht hebben."
Waar God ons nu zoo, gelijk het door
het sacrament van onze Doop betuigd
wordt, afgescheiden heeft op de door
Hem gewilde plaats, voor Zijn aange
zicht, staan wij onafgebroken in de volle
geestelijke wapenrusting Gods. Zien wij
dit niet dan ontbreekt het ons aan ge
loof, voldoende geloof.
Moge de Heilige Geest dan opnieuw
vaardig over ons worden, opdat wij ge-
looven in het heil Gods, opdat uit „het
is zoo en zoo", „ik weet zoo en zoo"
wordt „om geheel Hem toegeëigend te
zijn".
Doch dit „van Christus-zijn" brengt in
de wereld onherroepelijk een botsing met
het „van de wereld-zijn". Het merkteeken
van den Doop (eigendom van Christus)
op het voorhoofd dragende, vormen wij
het strijdende leger van Jezus Christus
op aarde. Wij dragen Zijn veldteeken
mede: de kruisbanier. Zijn we echter
betrokken in Christus' strijd, we zijn het
nu ook in Zijn overwinning.
Wie „met Christus" dus „voor Gods
aangezicht" leêft, bereikt „geestelijk ge
pantserd" de eindstreep.
In „storm en nachtgebruis" weten wij
ons veilig geborgen binnen de gewelven
van Gods kerk.
Laten wij ons steeds opnieuw op onze
Doop en Belijdenis bezinnen. Staat dan,
uw lenden omgord hebbende, enz. (Ef. 6).
De pauze, die nu volgde, gaf ruim
schoots gelegenheid om nieuwe kennis
makingen aan te knoopen en oude te
vernieuwen.
Een ander punt van het programma
was nog het instudeeren van liederen
uit den nieuwen bundel, onder leiding
van Ds Matzer v. Bloois van Oudelande,
terwijl enkele leden van de afdeelingen
Vlissingen en Goes voor declamatie zorg
den en dhr Visser van Vlissingen door
zijn solozang de vergadering opluisterde.
Nadat Ds Hietkamp nog een bijzonder
woord van dank had gebracht aan de
gewestelijke secretaresse Mevr. Korevaar-
Stolk, op wie het grootste gedeelte van
de zorg voor een goéde regeling van
dezen dag was neergekomen, werd het
slotwoord gesproken door Ds Dippel van
Middelburg, 2e voorzitter van het gewest
en,lid van de alg. synodale commissie.
Spreker sprak namens de kerk tot
deze kerkelijke jeugdgroep. Hij wijst er
op, dat de jeugd feller nog dan de oude
ren de groote levensonzekerheid van de
zen tijd ondergaat.
De kerk moet thans de jeugdbeweging
aanvaarden.
Ze is* dankbaar, dat er nu ook een
kerkelijke jeugdbeweging is. 't Had kun
nen gebeuren dat de jeugd de kerk links
had laten liggen, 't Heeft even zoo ge
leken. Maar de jeugd.yan de kerk hield
vast aan den Heer van de kerk en vond
de weg naar de kerk terug.
Ook in de houding van de kerk tegen
over de jeugd kwam wijziging. Aanvan
kelijk schrok ze van de critiek. Maar
aan deze qritiek ontdekte de kerk ook
haar schuld, haar verburgerlijking en
verstarring en slapheid. Ze aanvaardt
thans de jeugd, wil haar volwassen kin
deren leiden, maakt aanspraak op hun
steun. Kerk en jeugd -hooren weer samen.
Symptomen van deze veranderde hou
ding zijn de instelling van jeugddiensten,
de oprichting van de Ver. voor Jong-Her
vormden, de vorming van een Syno
dale Commissie voor kerk en jeugd,
de instelling van een Jeugdraad met
vasten secretaris, enz. Moederlijk heeft
de kerk haar armen naar de jeugd uit
gestrekt. Zij predikt Christus, bij dezen
naam past alleen absoluut geloof, het
geloof van de jeugd. Dit geloof is een
gave, die de H. Geest ons schenkt bin
nen de ruimte van de kerk. Wij worden
bij'al ons werk teruggeworpen op Gods
werk, op de uitstorting van den Pink
stergeest.
Hierna eindigde Ds Dippel met dank
gebed nadat staande gezongen was Gez.
217 1, 2, 3 en 5.
Het was een goede dag waarop met
dankbaarheid mag worden teruggezien.
iets te zeggen?", Drs J. Haeck, Amster
dam.
„Het kerkelijk karakter der inwendige
zending bjj Wichern", H. W. Duyvendak,
Haarlem.
„De jonge Kerken en de zending in
Indië", Dr K. Brouwer, Oegstgeest.
„Kerk en inwendige zending". Ds K. O.
Finkensieper, Zetten.
Een getuigenis.
Op voorstel van de kerk van Leeuwar
den heeft de classis Leeuwarden der Chr.
Geref. Kerk met algemeene stemmen be
sloten een instructie te zenden aan de
Part. Synode van het Noorden, met ver
zoek aan de Generale Synode te vragen,
een getuigenis te doen uitgaan tot de
kerk, waarin aangedrongen wordt op een
naleven ook in deze bijzondere omstan
digheden van de Wet des Heeren.
Giften en legaten.
Voor het tekort van de kerk ontving
Ds J. v. Herksen, Geref. predikant te
Ermelo, van een lid der gemeente een
gift van f 1000. i
Onder letters N. N. ontving Ds A.
K. Straatsma, Ned. Herv. predikant te
's-Gravenhage een bedrag van f 300.
Wijlen de heer G. v. Herk te Kra-
lingscheveer heeft aan de Ned. Herv.
Gem. te Ouderkerk a. d. IJssel gelega
teerd een bedrag van f 3000.
Ver. voor Chr. Nat Schoolonderwijs.
Naar wij vernemen zal de algemeene
vergadering van de Ver. voor Chr. Nat.
Schoolonderwijs, die Donderdag te Am
sterdam wordt gehouden, worden gepre
sideerd door Ds T. Ferwerda, Geref. pre
dikant te Amsterdam en vice-voorzitter
der vereeniging, aangezien de voorzitter,
Ds M. v. Grieken, em.-predikant te Arn
hem door een lichte ongesteldheid ver
hinderd is dit te doen. Ds v. Grieken zal
nu in zijn openingswoord zijn in de mid
dagvergadering te houden toespraak
verwerken en in zijn plaats zal in de
middagvergadering als referent optreden
de heer G. Meima, directeur der Chr.
Kweekschool te Groningen, inspecteur
der vereeniging, die enkele practische
onderwijsvraagstukken zal bespreken.
JUBILEA AAN DE CHR. KWEEK
SCHOOL TE MIDDELBURG.
Op 1 Juni herdachten de heeren K.
Huizenga en J. Weeda, dat zij vijf en
twintig jaar als leeraar verbonden wa
ren aan de Chr. Kweekschool te Middel
burg.
De eerstgenoemde diende eerst 't Chr.
onderwijs op een drietal plaatsen als on
derwijzer, waarna hij zich in 1912 liet
inschrijven als student aan de Univer
siteit te Groningen. In 1916 werd hij als
DE 88e ALG^EENE VERGADERING
Heden is te Amsterdam aangevangen
de 88e algemeene vergadering van de
Vereeniging van Chr. onderwijzers en
onderwijzeressen in Nederland en de
Overzeesche Gewesten.
Oudergewoonte ging aan de jaarver
gadering aan den avond van den Twee
den Pinksterdag een wijdingssamen
komst vooraf. Ditmaal vond deze plaats
in de Koepelkerk. Voorgangers waren
de heeren Ds H. Dijkstra, Ned. Herv.
predikant te Amsterdam en oud-lid der
Vereeniging, die sprak over: „Pinkster
stilte" en Prof. D r J. W a t e r i n k, di
recteur van het Paedologisch Instituut,
die een korte toespraak hield over:
„Pinksterstorm". Na afloop vond in
„Bellevue" een begroetingssamenkomst
plaats, aangeboden door de ontvangen
de afdeeling.
Aan de jaarvergadering was ook nu
weer een tentoonstelling van leermidde
len verbonden, welke hedenmorgen om
10 uur officieel werd geopend. Voor de
morgenuren stonden tevens verschillen
de uitstapjes op het programma.
Hedenmiddag ving in de groote zaal
van „Bellevue" de eerste zitting aan,
onder presidium van den heer P. v a n
A a 11 e n van Arnhem, die in zijn ope
ningswoord een bijzonder welkom toe
riep aan de aanwezige Kamerleden, de
vertegenwoordigers van verschillende
kerken, afgevaardigden van organisa
ties van schoolbesturen, afgevaardigden
van zusterorganisaties en de collega's
uit België. Spr. herdacht met een enkel
woord de leden, die door het oorlogs
geweld aan de vereeniging zijn ontval
len, als ook de leden, die door den dood
werden weggenomen, waarbij hij in het
bijzonder een woord van eerbiedige na
gedachtenis wijdde aan het plots ver
scheiden van den vice-voorzitter en voor
zitter van de afd. Amsterdam, wijlen den
heer J. Nauta.
Er is alle reden om een blik
te slaan in het verleden, temeer
daar dat spreekt van de houding der
werkers van toen. Hun standvastigheid
heeft den grond gelegd voor de vrije
school. Het heeft alleen dan waarde te
juichen over den bloei van het vrije
onderwijs als het, bij grooter omvang,
niets van zijn innerlijke kracht heeft
ingeboet, omdat het zich gedragen weet
door Gods Woord, dat stand houdt tot
in eeuwigheid.
Scholen, die zich naar Christus noe
men, moeten met het beste worden toe
gerust. De toekomst ligt in tal van
nevelen en de reuzenstrijd der volkeren
beslist er mede over. We moeten open
staan voor al wat zich aan ons presen-
roert, maar we zullen het toetsen aan
de oude, onveranderlijke beginselen. Zoo
vinde het nieuwe jaar ons, vast staande
in Gods kracht, aldus besloot spr.
De voorz. verleende hierna het woord
aan Drs M. B. van 't Veer, Geref.
pred. te Amsterdam-Centrum, om te re
fereeren ovèr: „Beginselen van
Calvijn's Schoolstichting".
Referaat Ds van 't Veer.
De beginselen, die zich steeds in een
ander gewaad realiseeren, zijn gedurende
de historische ontwikkeling der eeuwen,
dezelfde gebleven en op deze beginse
len moeten we ons, aldus spr., in een
tijd, waarin de school meer dan anders
in het brandpunt der belangstelling
staat, bezinnen. Want bij alle verande
ring komt de vraag op ons af, of daar
mee het beginsel al dan niet gemoeid
is. Spr. wees er vervolgens op hoe Cal-
vijn jarenlang gewerkt heeft om de
school, die juist voor zijn komst te
Genève door Farel c.s. was opgericht,
in zuivere banen te leiden en verder uit
te bouwen. Daarmee bewees Calvijn,
gelijk reeds Luther voor hem, dat de
R.-Kath. propaganda, dat dopr de Re
formatie de scholen in verval zouden zijn
geraakt, onjuist was. De Reformatie
heeft alleen het R.K. leersysteem, waar
door de school gedragen werd, door
broken. Maar zelf draagt ze in zich de
krachtige stimulans om het school
bezoek te bevorderen en het onderricht
te intensiveeren.
Calvijn ijvert zeer bepaald voor de
Chr. school, beheerscht door de be
ginselen der reformatie. Een school,
die alleen intellectueele ontwikkeling
zou geven, kent Calvijn niet. Ze moet
den ganschen persoon vormen, door hem
in de waarachtige kennis Gods op te
voeden. Als hoogste taak voor den onder
wijzer noemt hij „da„t hij hen leere
God lief te hebben en de zon
den te haten".
Hieruit is ook duidelijk hoe Calvijn's
oordeel luidt over een „neutrale" school,
al of niet met enkele uren (facultatief)
godsdienstonderwijs. Wie in een derge
lijke conceptie kan rusten heeft de zui
vere reformatorische lijn verlaten.
De invloed van Calvijn's school is on
berekenbaar groot geweest. Een geslacht
werd gevormd, dat door vastberaden
heid in den geloofsstrijd tot heden nog
bewondering afdwingt.
Zoó draagt Calvijn's stichting een
eigen stempel. Hij wist de school te
maken tot een instrument waardoor het
koninkrijk Gods zou komen. Van deze
roeping der school moeten wij ons meer
dan ooit klaar bewust worden. Daarom
wordt ook ons gevraagd getrouwheid
aan het Woord Gods. De toekomst van
de kerk én van het volk beide zal af
hangen van de vraag of de Chr. school
ook nu haar roeping getrouw zal blijven.
eandidaat in de Ned. Letteren benoemd
tot leeraar .aan de Kweekschool, om in
1925 te promoveeren in de Letteren en
Wijsbegeerte op het proefschrift: „Gro
ningen en de Ommelanden onder de heer
schappij van Karei van Gelder (1514
1536)". Hij volgde in 1930 den heer C.
Weeda op als directeur en werd in 1931
benoemd tot Inspecteur van Chr. Nat.
Schoolonderwijs in Zeeland.
De heer Weeda werd op 25-jarigen
leeftijd hoofd van de Chr. School te St.
Laurens en verwierf groote bekendheid
door zijn tuinbouwonderwijs. In 1916
werd hij tot tijdelijk leeraar benoemd,
wat in 1918 gevolgd werd door een vaste
aanstelling. Sindsdien verwierf hij de
aktePaedagogiek M.O.
In het gebouw der school werden de
beide jubilarissen met hun familie Zater
dag j.l. eerst toegesproken door den voor
zitter van het bestuur, mr J. W. Goed-
bloed, die hen beiden teekende ais voor
treffelijke docenten.
De heer J. van Swigchem, namens de
leeraren sprekende, wees op- den harte-
lijken collegialen omgang, waarna de
heer G. Keim, namens de leerlingen
sprak en evenals de vorige spreker, een
geschenk aanbood.
In zijn dankwoord wees Dr Huizenga
op de weldaden, door God hem in zijn
werk geschonken en op het door allen
in hem gestelde vertrouwen.
Ook de heer Weeda dankte allen en
vatte zijn gevoelens samen in Psalm
3 2 (berijmd).
Hierna bleef men nog eenige oogen-
blikken gezellig bijeen.
VERGOEDING VAN REISGELD.
Telt misoogst mee?
Wegens het per trein bezoeken door
zijn twee kinderen van de Geref. School
te Gasselternij veen,, verzocht de huurboer
H. Nijmeijer te Eext aan den raad van
Anloo, om de reiskosten ad f 120 per jaar
aan hem te vergoeden. De Raad besloot,
adressant de helft te vergoeden en over
woog, dat deze wel de helft der reisgel
den zelf kon betalen. Nijmeijer ging van
die beslissing in beroep bij Ged. Staten
van Drenthe, welk college heeft overwo
gen, dat adressant een boerderij vah 51
ha. exploiteert en inderdaad in staat mag
worden geacht, de halve reisgelden te
betalen. Op die overweging werd het be
roep ongegrond verklaard.
De landbouwer N. kwam van deze be
slissing in beroep bij den secretaris-gene
raal voor onderwijs, opvoeding en cul-
tuurbescherming en voerde tegen de ge
nomen beslissingen aan, dat hij wel in
1940 51 ha. grond in huur Jieeft gehad,
doch van slechts een oppervlakte van 21
ha. voordeel heeft gehad, daar de oogst
op de rest van zijn huurgronden mis
lukte, zoodat hij groot nadeel heeft ge
leden. Deswege mocht hij met vrouw en
zeven kinderen niet in staat worden ge
acht iets, laat staan de halve kosten, te
kunnen dragen. Daarom meende appel
lant dat het volledige bedrag aan hem
moest worden toegekend.
Voornoemde secretaris-generaal heeft
deze argumenten klemmend genoeg ge
acht om, met vernietiging van de bestre
den beslissingen, het gevraagde volledig
toe te wijzen, zoodat de gemeente Anloo
f 120 over het eerste jaar zal hebben te
betalen.
H. J. Versluis, f
Op 76-jarigen leeftijd is te 's-Graven
hage overleden de heer H. J. Versluis,
rustend hoofd der Chr. school te Seroos-
kerke (W.). Hij heeft 27 jaar aan het
hoofd van deze school gestaan. Zijn stof
felijk overschot wordt morgen te 's-Gra
venhage op Nieuw Eik en Duinen, ter
aarde besteld.
Onderwijsfonds voor de scheepvaart.
Aan het jaarverslag van het Onder
wijsfonds voor de Scheepvaart ontleenen
wij, dat de binnenvaartscholen in 1940
bezocht zijn door 2291 leerlingen.
Aan de examens voor schippers bij
de binnenvaart werd deelgenomen door
129 candidaten en 116 behaalden het
diploma. Aan de examens voor machi
nist bij de Rijn- en binnenvaart, namen
59 candidaten deel, waarvan er 41
slaagden.
Met steun van het Onderwijsfonds
zijn 861 schipperskinderen aan den wal
geplaatst voor het volgen van lager
onderwijs, doch wegens den onzekeren
toestand namen vele schippers hun kin
deren weer aan boord.
Aangezien de plannen tot opening van
een dagnijverheidsschool voor de Rijn
en binnenvaart te Rotterdam geen voort
gang konden vinden, is per 1 October
op het schoolschip Koningin Wilhelmina
te Amsterdam een klasse geopend vol
gens het Rotterdamsche leerplan.
In October werden de Prot. Christ,
en R.K. Oranje-Nassauschool voor lager
onderwijs aan schipperskinderen uit Dor
drecht overgebracht naar Maasbracht.
Hierdoor kon in samenwerking met de
Interconfessioneele school het Onder
wijsfonds voor de Scheepvaart aan de
j Berghaven te Born, het onderwijs aan
I de varende schipperskinderen in Lira-
burg afdoende worden geregeld.