akkertje
DE ZEEUW van Zaterdag 31 Mei 1941 - Tweede blad.
De Directie van den Landbouw
en de Productieslag.
LEVENSGANG
Uit de Provincie
Land- en Tuinbouw
Tien punten van een ontwikkelingsplan.
Nare dagen"?
Neem
n
FEUILLETON
Inkomens en vermogens
in Nederland.
Wederopbouw van de Fransche
koopvaardijvloot.
VLISSINGEN.
ZIHD-BEVELAND,
In verband met de organisatie van den
Productietoeslag 1941 leek bet ons ge-
wenscht, aldus Ir A. Roebroek, de direc
teur-generaal van den Landbouw, in het
Voorwoord in een door de Directie van
den Landbouw uitgegeven brochure om
trent den wederopbouw der Directie van
den Landbouw sedert 1935 een beknopt
overzicht te geven. We vinden het een
en ander wel verspreid, doch het is goed,
dat het geheel van dezen arbeid eens in
het kort «wordt samengevat, wijl daar
door de eenheid in de pogingen tot het
leveren van den Productieslag zal wor
den bevorderd en de gelukkige samen
werking tusschen de leiders daarvan en
de Directie van den Landbouw zal wor
den bevestigd en gestimuleerd.
De brochure heet: De Arbeid der Di
rectie als grondslag voor de verhooging
der bodemproductie. Ze licht in omtrent
het onderwijs, de voorlichting, 't Staats-
boschbeheer, den Cultuurtechnischen
Dienst, de natuurbescherming, de zuivel
bereiding, de veehouder^, de bestrijding
der veeziekten.
Ini voorbereiding blijken te zijn een
centraal instituut voor zuivelonderzoek
ert eert voor landbouwonderzoek, een ge
zondheidsraad1 voor dieren (centrale or
ganisatie van de bestaande gezondheids
diensten), een economisch documentatie-
bureau en een tuinbouwkeurinigsdienst.
Wat noodig is.
ket ontwikkelingsplan van den arbeid
in den eerstkomenden tijd bevat behalve
ad I de oprichting van de beide reeds in
voorbereiding zijnde centrale instituten,
de volgende negen punten:
II. a. Aan de uitbreiding der Land
bouw Hoogeschool als toporganisatie
van ons onderwijs, voorlichting en we
tenschappelijk onderzoek, dient met
kracht verder gewerkt. In het bijzonder
zal steeds gezorgd moeten worden, dat
de hoogleeraren ook materieel in staat
worden gesteld fundamenteel weten
schappelijk onderzoek te verrichten.
b. De stichting van enkele middel
bare landbouwwinterscho-
1 e n is zeer noodzakelijk.
c. Na het afloopen van de middelbare
landbouwwinterschool dient de afgestu
deerde, op rijperen leeftijd gekomen, in
de gelegenheid te worden gesteld een
aanvullenden sociaal-economischen cur
sus te volgen.
d. Uitbreiding van een aantal lage
re land- en tuinbouwscho
len, alsmede vakscholen, is noodzake
lijk.
e. Uitbreiding van het aantal cur
sussen voor volwassenen
in bepaalde landbouwgebieden is zeer
wenschelijk.
f. Instelling van vakexamens
op het gebied van den land bouw zal
- in navolging van die op tuinbouwge
bied in een bestaande behoefte voor
zien. f
II. a. Uitbreiding van het aantal con
sulenten is in het algemeen genomen
niet noodzakelijk, doch wel dient de
outillage van deze consulenten nog meer
in overeenstemming te worden gebracht
men den van hen gevraagden arbeid, in
verband waarmede het aantal weten
schappelijke medewerkers en assistenten
verder dient te worden uitgebreid.
b. Het stichten van B edrijfs-
vereenigingen en Land
bouwstudie-clubs verdient
alle aanbeveling in die gevallen, waar
men rekenen kan op overtuigde aange
slotenen.
door
J. VAN DEN BOSCH.
17) _o_
De courantenlooper komt en vraagt,
of ook Gertjan Bakker het bulletin voor
ztfn raam wil hangen. Wat zal hjj anders
doen? Hy doet het. Dan gaat hij naar
binnen en zegt: „Ik heb mijn. eigen dood
vonnis voor het raam gehangen, Maai
ke".
Moeder Maaike beknort hem. Is dat
nu praat. Als hij persé niet wil, behoeft
er niets te gebeuren.
Ik geloof, dat Klaas toch gelijk
heeft, zegt Gertjan, al hou ik mijn hart
vast. Hij komt op zulke lasten te zitten.
Het is niet vol te houden.
Het gekke van het geval is, dat er over
het financieele gedeelte nog nooit ge
sproken is. Zullen de lasten werkelijk
zoo zwaar zijn, dat Klaas geen uitkomst
heeft?
Het bulletin doet wonderen. Want fei
telijk voor het eerst gaat Gertjan met
moeder Maaike serieus praten, hoe het
moet.
Als Klaas 's avonds thuis komt, be
merkt hij, dat er kentering is. En moe-
IV. a. Reglementeering der heng-
sten-h o u d e r ij, onder leiding
der erkende stamboeken.
b. Herziening der geheele Staatszorg
op het gebied der rundveefok
ker ij.
V. Door de instelling van een N a -
tionalen Gezondheids
raad als federatiê der speciale Ge
zondheidsdiensten, worden deze Dien
sten nog sterker geactiveerd.
VI. De voorlichting op het gebied van
de zuivel dient in het bijzonder geleid te
worden ia de richting van de melkhy
giëne, in verband waarmede melk-
controle-stations noodig
zijn, waarbjj allen, die melk voor con
sumptie of voor industrieele doeleinden
leveren, dienen te worden aangesloten.
Het dagelijksch bestuur dezer stations
blijve onder leiding van de belangheb
benden. De stations dienen te staan on
der overheidscontrole.
VII. Het Staatsboschbe-
h e e r dient in staat te worden gesteld
om alle uitgaven voor uitbreiding en
het normale onderhoud der onder zijn
beheer staande bosschen uit te voeren
als normaal werk, dus niet in werkver
schaffing. De voorlichting op het ge
bied van den boschbouw worde uitge
breid.
VIII. De Cultuurtechni
sche Dienst dient uit eigen be
grooting die werken te kunnen uitvoe
ren, welke als normale werken tot be
vordering van de bodem productie kun
nen worden beschouwd, dus niet in
werkverschaffing. Er dient een land
bouwkundig toezicht te worden inge
steld op alle openbare lichamen, welke
grond beheeren of ontwateren.
IX. Een juiste kennis en dieper in
zicht in de ingewikkelde structuur van
het landbouwbedrijf zijn noodzakelijk als
basis voor maatregelen, die naar ver
betering kunnen leiden.
X. a. Instelling van openbare licha
men met verordenende bevoegdheid tot
veiligstelling van bepaalde landbouwbe
langen (bestrijding van plantenziekten,
dierziekten, cultuurvoorwaarden) is -ge
wenscht.
b. Maatregelen ter voorkoming van
onjuiste verhoudingen tusschen grond
bezitter en grondgebruiker zijn noodza
kelijk met inachtname van de noodige
voorzichtigheid op dit terrein, waar zoo
gemakkelijk ongewenschte gevolgen van
goed bedoelde voorschriften kunnen op
treden.
BLOEMENDAAL DE RIJKSTE
GEMEENTE.
Hoe groot de verschillen zijn tusschen
de gemiddelde inkomens> in de verschil
lende gemeenten des lands, blijkt duide
lijk uit de thans verschenen statistiek
der inkomens en vermogens in Nederland
voor 1939'40, welke bewerkt is door
het Centraal Bureau voor de statistiek.
Een aangeslagene in Bloemendaal ver
dient gemiddeld f 6682, een aangeslage
ne in Neeritter (Limburg) daarentegen
gemiddeld f 1255. Ook per inwoner ge
nomen is Bloemendaal er het beste aan
toe met f 1891, waartegenover in het
Brabantsche plaatsje Veen een gemid
deld inkomen per inwoner van slechts
f 54 staat. De hoogste vermogens wor
den in 's-Graveland aangetroffen, n.l.
gemiddeld f 315.000 per aangeslagene,
waartegenover enkele gemeenten staan
met een gemiddeld cijfer van f17.000
Per inwoner gerekend is Bloemendaal
de rijkste gemeente met een gemiddeld
vermogen van f 19.000.
der zegt het hem onder de roos: Vader
denkt er nu sterk over. Praat nog maar
niet er over. Dat komt vanzelf wel voor
elkaar. Alleen je kunt hier toch niet
alleen blijven wonen, Klaas? Het beste
is, dat je Adriana maar in huis houdt,
als die wil.
Klaas doet de vertrouwelijke mededee-
ling, dat Adriana het doen wil, zoolang
ja wat zal hij nu zeggen? Sjaan
laat niets van zich hooren. Het wordt een
wonderlijk glval, dat hem steeds meer
beroert. Hij heeft verleden week, tja, er
was anders niet een geschikt moment,
Sjaan, een briefje in de hand gedrukt,
toen zij uit de kerk kwam. En daarop
is antwoord gekomenhij moet nog even
geduld hebben; moeder denkt er precies
zoo over; zij vergeet hem niet en was
blij met zijn briefje, dat haar zei, dat
ook h ij niet vergat
Maar ja, wat hèb je aan dergelijke
woorden? Daden moet hij zien. Als Sjaan
het werkelijk meent en dat gelooft hij
nog steeds, zij is niet een meisje, dat
vandaag zóó en morgen zus praat dan
moet zij haar vader eenvoudig trotsee-
ren, ongeacht de gevolgen, die voor de
hand liggen. Tuinenga onterft haar dan
natuurlijk. Maar wat doet dat er toe?
Hij heeft niet het geld van den boer lief,
maar zijn hart hangt aan Sjaan.
Wanneer komen we nu bij de stad?
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Met eenige huivering heb ik het mo
ment tegemoet gezien, dat ik in het be
zit zou worden gesteld van een P. B.
Maar nu heb ik het, en bet is mij erg
meegevallen.
Dat P. B. gaat een belangrijke plaats
innemen, bij allerlei levensgebeuren,
amice.
Stap je in 't. huwelijksbootje,, ga je
verhuizen, verander je van beróep, ver
trek ja naar 't buitenland, steedB moet
dat P. B. er aan te pas komen.
Dan met zeer veel zorgvuldigheid
moet je het bewaren en ten allen tijde
bij je dragen. En o wee, als je het kwijt
bent. Dan moet de politie er aan te
pas komen. Aangifte doen van de ver
missing, natuurlijk.
Ja, dat Persoons Bewijs gaat een
groote plaats in je leven innemen.
Het meest zag ik nog op tegen die
vingerafdrukken. Want bi) dat woord
vingerafdruk, dacht ik voorheen aan
een stelletje misdadigers, waarvan de
politie een lijstje van bizonderheden had
geregistreerd en een van die bizonder
heden was een vingerafdruk.
Doch nu wordt heel de bevolking bo
ven de 15 jaar geregistreerd en deze re
gistratie wordt voltooid met een een
heidsfoto en een vingerafdruk.
Laat ik je nu eens vertellen, hoe ik
aan mijn P. B. gekomen ben. Daar is
elf man aan te pas gekomen (de dames
meegerekend).
Op het voorgeschreven uur begaf ik
mij naar, de uitgifteplaats der P. B.'s.
In de deuropening van het lokaal waar
ik het voor mij nog eenigszins grieze
lige document zou ontvangen stond een
vriendelijke deurwachter. Op de meest
voorkomende wijze, kreeg ik een teeken
van hem, dat het mijn beurt was. Met
mijn oproepingskaart, foto's, stamkaart
en identiteitsbewijs gewapend, loop ik
naar het eerste tafeltje, waarachter ik
op de ioopende band zal worden inge
schakeld. Op het tafeltje staat een ge
heimzinnig machientje. Daar zie ik mijn
foto's in verdwijnen, de juffrouw die het
bedient geeft er een slag op en de vier
kante foto's zijn in achthoeken veran
derd. Onderwijl zijn de door mij ingele
verde documenten, met nog andere sa
mengevoegd en passeeren alweer de
handen van een volgende juffrouw. Wat
die er precies mee gedaan heeft, ont
ging me, vanwege de belangstelling voor
dat brutale machientje.
Daarna vielen m'n paperassen in han
den van een meneer. Die vroeg me naar
mijn beroep. En nauwelijks had ik een
woord gesproken of het stond al op
mijn P. B. De volgende juffrouw werkte
ook al met een apparaatje. Daar werd
mijn P. B. ingeklemd en nog voor ik er
erg in had, had een overigens zeer wel
willend politieman mijn rechterwijsvin
ger te pakken. Och, och, daar zou je
't gaan hebben. Ik snapte natuurlijk di
rect dat het om mijn vingerafdruk te
doen was en jawel hoor, in een oogwenk
waren drie precies eendere afdrukken
verzameld. Twee daarvan zou ik ver
krijgen op mijn P. B. Even een korte
nabehandeling van mijn zwartgeworden
vingertop en juist toen ik bij mijzelf
constateer, dat die vingertop er heel
goed was afgekomen, is een juffrouw
(alweer een andere) bezig met me een
gulden afhandig te maken. Gewillig
breng ik mijn offertje, met de gedachte,
'tis toch voor 5 jaar, en te oordeelen
naar alles wat hier gebeurt, krijg Je
toch ook waar voor je geld.
De dan volgende juffrouw heeft een
groote plakpot met een verdacht luchtje
voor zich, en in een ommezientje is mijn
achthoekige foto in een achthoek van
mijn P. B. ingeplakt.
Dan volgt een kleine onderbreking in
de behandeling op den loopenden band
in den letterlijken zin van het woord,
want de daarop volgende juffrouw noo-
digt mij uit te gaan zitten en dan twee
maal mijn handteekening te plaatsen.
Ik voldoe daar direct aan, want ik be
gin heusch aardigheid in het geval te
krijgen.
Dan volgt nog een meneer. Die bergt
met de uiterste nauwkeurigheid die hij
aan zijn ambt verplicht is, de beschei
den op, die ik toch niet meekrijg.
vraagt moeder, als ze het 's avonds nog
eens in de courant lezen.
Nu, zoo gauw gaat dat niet. De Eer
ste Kamer moet het ontwerp ook nog
behandelen. Je krijgt nu weer voorloo-
pige verslagen en memorie van ant
woord. Het duizelt moeder: wat gaat
dat toch allemaal langzaam.
Langzaam, maar zeker, zegt Klaas.
Maar Gertjan vindt het best. Hjj heeft
zich verzoend met de gedachte, dat hij
het zaakje verlaten zal en dat Klaas
de vrijheid krijgt, er een nieuw pand
neer te zetten. Tenminste, hij méént,
dat hij er mee verzoend is. Als hij even
wel hoort, dat de annexatie nog niet di
rect een feit wordt, is hij blij.
Voorloopig kan hij dus nog blijven.
Want dat heeft hij in- elk geval met
moeder afgesproken: het plan gaat niet
door, vóór Westvoort eenmaal Maas
land is.
Als Klaas dat verneemt, stelt het hem
wel iets teleur. Hij wilde eigenlijk klaar
zijn, als de feestelijkheden gehouden wor
den. Er is namelijk reeds een comité in
wording, dat de annexatie feestelijk vie
ren wil.
Dwaze menschen, vindt Gertjan.
Ze gaan feesten op hun eigen graf.
Straks wordt de rekening gepresenteerd.
Hoogere belastingen. Want die stad,
nou, die slokt wat geld op.
Dan nog een station. Dat is weer een
juffrouw. Die schuift mijn nu gereed
gekomen P. B. in een keurig doorziek
tig etuitje en reikt mij mijn stamkaart
met P. B. toe. Daar het niet tot mij
doorgedrongen was, wat die stamkaart
er mee te maken had, waag ik dit aan
die juffrouw te vragen. Ze is vriendelijk
genoeg me dit oogenblikkelijk to ver'
tellen. Ik kan niet nalaten te zeggen:
dat is handig bedacht. Natuurlijk ga ik
dat geheim nu niet verklappen.
Zoo kreeg ik mijn P. B.
De eerste dagen heb ik het met koes
terende blikken herhaaldelijk bekeken,
maar telkens weer vlug en diep wegge
stopt, vanwege het onwelriekende
luchtje, waarmee die eene plakkende
juffrouw het heeft doen vergezellen.
Het is 5 jaar geldig.
Dan is het Mei 1946.
Ik tracht in den mist van die tijd
ruimte met mijn geestesoog door te
dringen. Het lukt me niet. Het zal
jouw ook niet gelukken, amice. En nie
mand niet.
Tot volgende week D.V.
Je STENTOR.
ZIJ HERSTELT ZICH LANGZAAM
VAN DE VERLIEZEN DIE ZIJ HEEFT
GELEDEN.
Ten tijde van den wapenstilstand ver
keerde de Fransche koopvaardijvloot in
een beklagenswaardigen toestand. Zij
had, door verschillende oorzaken, bijna
300.000 ton verloren. Een groot aantal
Fransche schepen bevond zich in de ha
vens der Fransche koloniën. Zoo lagen
in Casablanca 48 schepen, in Marok-
kaansche havens 36, in Dakar 23, in an
dere havens van Fransch West-Afrika
10, op de Antillen 12 en in Madagascar
of Indo-China 15 schepen.
Nu kwam het er op aan, na het slui
ten van den wapenstilstand weder zoo
veel mogelijk schepen ter beschikking
van Frankrijk te krijgen. Het eerst ko
zen de schepen uit Casablanca en de ha
vens van Marokko weder zee, evenals
die uit de havens van West-Afrika. Van
20 September tot 1 November passeer
den niet minder dan 48 schepen onder
de Fransche vlag de Straat van Gibral
tar. Op 3 Maart van dit jaar beschikte
Frankrijk weder over een koopvaardij
vloot ter sterkte van 1,5 millioen ton.
Over het algemeen verkeeren de sche
pen in een niet al te goeden staat. Daar
om is het zaak, ze weder zoo spoedig
mogelijk zeeklaar te maken. Hieraan
wijdt de regeering haar beste krachten.
Vooral wil men den bouw bevorderen
van snelle motorschepen, koel- en tank
schepen. Ook zijn talrijke visschers-
schepen op stapel gezet, ten dienste van
de zeevisscherij. Men rekent, dat een
deel daarvan reeds in den aanstaanden
herfst in dienst kan worden gesteld.
(V. P. B.)
UITGESLOTEN SLAGERS.
Het rijksbureau voor de voedselvoor
ziening in oorlogstijd maakt bekend, dat
wederom eenige slagers wegens fraudu
leuze slachtingen of het voorhanden
hebben van vleeseh, afkomstig van
frauduleuze slachtingen, voor geruimen
tijd van het verkrijgen van een toewij
zing van vee en vleeseh door de Neder-
landsche veehouderij-centrale zijn uitge
sloten.
Het zijn o.m. de slagers A. Koets,
no. 133 te Z o u t e 1 a n d e en J. P. v. d.
A m e e 1 e, no. A 73, Hoofdplaat.
Tegen deze slagers is proces-verbaal
opgemaakt.
VISCHVERBOD.
Het is verboden met of zonder vaar
tuig aan de kuststrook en in de havens
tot aan de Keersluisbrug te visschen.
Overtreding van dit verbod wordt ge
straft op grond van de wet op de spion-
nage.
Maar Westvoort wordt er stukken
beter van, merkt Klaas op. Dat is zoo
zijn stokpaardje, vindt Gertjan, hoofd
schuddend. Hjj ziet er niets van. Hij
ziet Westvoort minder worden. Dïe
stadgeest, neen hoor, hjj moet er niets
van hebben. Het is veel beter, dat de
menschen bljjven bjj hun landelijke
vroomheid.
Maar als moeder Maaike dan beschei
den opmerkt, dat er van landelijke
vroomheid in Westvoort niet zooveel te
bemerken is, dan weet Gertjan, die an
ders altijd wel een weerwoord heeft,
er weinig op te zeggen.
V. KENTERING.
Dit wordt het sobere verhaal van ken
tering der geesten.
Hoe is dat zóó gegaan met den boer
van „Zandhoeve"?
Ja, Sjaan zou het met geen mogelijk
heid kunnen zeggen. Zij heeft alleen een
vermoeden. Maar een vermoeden is nog
geen zekerheid. Zij gelooft, dat de stille,
maar niettemin krachtige invloed van
moeder aan het werk is geweest. Het is
ook niet onmogelijk, dat het Tuininga
deugd heeft gedaan, dat zijn bevel strikt
werd opgevolgd. Hij weet met zekerheid,
dat Sjaan en Klaas Bakker elkaar niet
spreken. En dat is nu al maanden zoo.
Driewegen. Gemeenteraad on
der leiding van wnd. burge
meester. Donderdagavond vergader
de de gemeenteraad. Afwezig de heer
P. Koeman.
Weth, Timmerman opent deze verga
dering. Een schrijven leest hij voor,
waarin wordt vermeld dat Mr A. J. M.
Eikhuizen met ingang van 21 Mei 1 J4i
is aangewezen als wnd. burgemeester
dezer gemeente, in de .plaats van den
burgemeester G. M. C. Ort. Den ambts
keten draagt hij over en vraagt of de
wnd. burgemeester verder de vergade
ring wil leiden als voorzitter. Deze
neemt de leiding op zich en spreekt
eenige woorden naar aanleiding van het
plotseling vertrek van burg. Ort. Hij
geeft eenig overzicht wat deze in bijna
5 jaar tot stand heeft gebracht. Burg.
Ort is in deze gemeente gekomen op een
secretarie die heelemaal geïnstalleerd
moest worden. Deze is nu modern inge
richt. Ook de wegBverbetering had
steeds zijn aandacht. Zoo heeft burg.
Ort veel tot stand gebracht in deze ge
meente, waarvoor men hem dankbaar
kan zijn.
Een schrijven was ingekomen om den
wnd. burgemeester tevens aan te wij
zen als wnd. secretaris. Met alg. stem
men wordt hij benoemd. Daarna wordt
de eed door hem afgelegd en brengt hij
dank aan de leden voor het in hem ge
stelde vertrouwen.
De zitdagen voor den wnd. burg. wor
den vastgesteld en wel op Maandag-,
Woensdag- en Vrijdagmiddag van 2 tot
4 uur.
De veldwachtersverordening zal wor
den gewijzigd- zooals is voorgeschreven.
Op verzoek van den heer G. M. O.
Ort wordt deze eervol ontslag verleend
als ambtenaar van den burgerlijken
stand, met ingang van 21 Mei 1941.
Tot ambtenaar van den Burgerlijken
Stand werd met. algem. stemmen geko
zen Mr A. J, M. Elkhuizen. Op de aan
beveling stohden: 1. Mr A, J. M. Eik
huizen; 2. J. de Witte.
In verband met de benoeming van een
ambtenaar ter secretarie wordt aan den
heer J. van Oosten eervol ontslag ver
leend als ambtenaar der steunverlee-
ning, met ingang van 1 Juli 1941.
Dhr van Oosten vraagt of de straat
en parkeerterrein, gelegen tusschen de
Jager en Nieuwenhuize verbeterd wordt.
Dhr Timmerman zegt, dat dit zeker de
bedoeling is, wanneer er steenen over
zijn van de te vernieuwen straat. Zoo
mogelijk wordt ook de zijkant van de
Nieuwstraat verbeterd.
's-Heer Abtskerke. Rundvee
keuring. Donderdagmiddag werd al
hier vanwege de Prov. Vereeniging ter
verbetering van het Rundvee in Zee
land, een rundveekeuring gehouden.
Uitslag:
Stieren: le pr. „Tarzan" van de Stie-
renvereeniging 's-Heer Abtskerke, 81.5
p.; le pr. „Juultjes Bertus" van P. van
de Guchte, Nisse, 78.5 p.; 2e pr. „Ber
tus 5" van Jan Blok, 74.5 p.; 2e pr.
„Karei" van F. de Roo, 74.5 p.
le Kalfkoeien: le pr. „Nelly" van H.
Harinck, 77.5 p.; 2e pr. „Nora" van
Wed. J. Tolhoek, 77 p.; 3e pr. „Mina"
van J. Tolhoek, 76 p.; 4e pr. „Kapitein"
van M. H. van Liere, 75.5 p.; 5e pr.
„Dora" van W. Minnaard Wzn., 74.5 p.;
6e pr. „Nora" van Jan Braam, 74 p.; 7e
pr. „Lena", van B. Markusse, 74 p.; 8e
pr. „Emma" van M. H. van Liere, 73 p.
9e pr. „Emma" van L. Tolhoek, 73 p.;
10e pr. „Martha" van L. Tolhoek, 73 p.
2e Kalfkoeien: le pr. „Eeken" van L.
Tolhoek, 78 p.; 2e pr. „Bea" van B.
Markusse, 76 p.; 3e pr. „Dina" van J.
Tolhoek, 75 p.
3e Kalfkoeien: le pr. „Emma" van
C. van Liere Jzn., 78 p.; 2e pr. „Starre"
van W. Minnaard Wzn., 77.5 p.
4e Kalfkoeien: le pr. „Mina" van H.
Harinck, 83 p.; 2e pr. „Martha" van J.
Tolhoek, 81 p.; 3e pr. „Nelly" van B.
Markusse, 77 p.; 4e.pr. „Ida" van Wed.
J. Tolhoek 76.5 p.; 5e pr. „Nora" van
W. van Liere 76 p.; 6e pr, „Anna" van
L. Tolhoek, 75 p.
Hij heeft Bakker slechts tweemaal ge
zien in dien tijd. Eenmaal, dat de jongen
hem niet zag en eenmaal, dat zij als het
ware tegenover elkaar stonden. Toen
heeft die Bakker gegroet en gezegd:
„Morge, Tuininga". En de boer heeft
van verbouwereerdheid vriendelijk ge
antwoord: „Ook zoo, Bakker". Dat is
alles geweest. Klaas heeft het vriende
lijk gestemd. Hij heeft gedacht aan het
briefje van Sjaan: Heb je nog even ge
duld? Zou er verandering komen
Maar nu de boer. Hy stelt het op prijs,
dat Sjaan zijn gebod niet overtreedt. De
stille hoop is er geweest, dat op die
wijze de jongen vergeten zou worden.
Maar die hoop is beschaamd.
Want op een keer Sjaan heeft een
moeilijken tijd achter den rug, daar va
der, hoewel niet onredelijk, haar minder
vriendelijk heeft behandeld, het is een
toestand van gewapenden vrede geweest,
maar geleidelijk is de verhouding beter
geworden en werd vader de oude in
viteert Tuininga haar, mee naar de stad
te gaan. Hij moet er wat zaken doen en
het is mooi weer. Een aardig fiets
tochtje, niet? Met beide handen grijpt
Sjaan het verrassende voorstel aan.
Zij rijden door Westvoort, waar in de
dordpsstraat het bouwen opvalt. „Het
bennen nou al stadjers", spot Tuininga.
(Wordt vervolgd.)