akkertje DE ZEEUW van Zaterdag 31 Mei 1941 - Tweede blad. De Directie van den Landbouw en de Productieslag. LEVENSGANG Uit de Provincie Land- en Tuinbouw Tien punten van een ontwikkelingsplan. Nare dagen"? Neem n FEUILLETON Inkomens en vermogens in Nederland. Wederopbouw van de Fransche koopvaardijvloot. VLISSINGEN. ZIHD-BEVELAND, In verband met de organisatie van den Productietoeslag 1941 leek bet ons ge- wenscht, aldus Ir A. Roebroek, de direc teur-generaal van den Landbouw, in het Voorwoord in een door de Directie van den Landbouw uitgegeven brochure om trent den wederopbouw der Directie van den Landbouw sedert 1935 een beknopt overzicht te geven. We vinden het een en ander wel verspreid, doch het is goed, dat het geheel van dezen arbeid eens in het kort «wordt samengevat, wijl daar door de eenheid in de pogingen tot het leveren van den Productieslag zal wor den bevorderd en de gelukkige samen werking tusschen de leiders daarvan en de Directie van den Landbouw zal wor den bevestigd en gestimuleerd. De brochure heet: De Arbeid der Di rectie als grondslag voor de verhooging der bodemproductie. Ze licht in omtrent het onderwijs, de voorlichting, 't Staats- boschbeheer, den Cultuurtechnischen Dienst, de natuurbescherming, de zuivel bereiding, de veehouder^, de bestrijding der veeziekten. Ini voorbereiding blijken te zijn een centraal instituut voor zuivelonderzoek ert eert voor landbouwonderzoek, een ge zondheidsraad1 voor dieren (centrale or ganisatie van de bestaande gezondheids diensten), een economisch documentatie- bureau en een tuinbouwkeurinigsdienst. Wat noodig is. ket ontwikkelingsplan van den arbeid in den eerstkomenden tijd bevat behalve ad I de oprichting van de beide reeds in voorbereiding zijnde centrale instituten, de volgende negen punten: II. a. Aan de uitbreiding der Land bouw Hoogeschool als toporganisatie van ons onderwijs, voorlichting en we tenschappelijk onderzoek, dient met kracht verder gewerkt. In het bijzonder zal steeds gezorgd moeten worden, dat de hoogleeraren ook materieel in staat worden gesteld fundamenteel weten schappelijk onderzoek te verrichten. b. De stichting van enkele middel bare landbouwwinterscho- 1 e n is zeer noodzakelijk. c. Na het afloopen van de middelbare landbouwwinterschool dient de afgestu deerde, op rijperen leeftijd gekomen, in de gelegenheid te worden gesteld een aanvullenden sociaal-economischen cur sus te volgen. d. Uitbreiding van een aantal lage re land- en tuinbouwscho len, alsmede vakscholen, is noodzake lijk. e. Uitbreiding van het aantal cur sussen voor volwassenen in bepaalde landbouwgebieden is zeer wenschelijk. f. Instelling van vakexamens op het gebied van den land bouw zal - in navolging van die op tuinbouwge bied in een bestaande behoefte voor zien. f II. a. Uitbreiding van het aantal con sulenten is in het algemeen genomen niet noodzakelijk, doch wel dient de outillage van deze consulenten nog meer in overeenstemming te worden gebracht men den van hen gevraagden arbeid, in verband waarmede het aantal weten schappelijke medewerkers en assistenten verder dient te worden uitgebreid. b. Het stichten van B edrijfs- vereenigingen en Land bouwstudie-clubs verdient alle aanbeveling in die gevallen, waar men rekenen kan op overtuigde aange slotenen. door J. VAN DEN BOSCH. 17) _o_ De courantenlooper komt en vraagt, of ook Gertjan Bakker het bulletin voor ztfn raam wil hangen. Wat zal hjj anders doen? Hy doet het. Dan gaat hij naar binnen en zegt: „Ik heb mijn. eigen dood vonnis voor het raam gehangen, Maai ke". Moeder Maaike beknort hem. Is dat nu praat. Als hij persé niet wil, behoeft er niets te gebeuren. Ik geloof, dat Klaas toch gelijk heeft, zegt Gertjan, al hou ik mijn hart vast. Hij komt op zulke lasten te zitten. Het is niet vol te houden. Het gekke van het geval is, dat er over het financieele gedeelte nog nooit ge sproken is. Zullen de lasten werkelijk zoo zwaar zijn, dat Klaas geen uitkomst heeft? Het bulletin doet wonderen. Want fei telijk voor het eerst gaat Gertjan met moeder Maaike serieus praten, hoe het moet. Als Klaas 's avonds thuis komt, be merkt hij, dat er kentering is. En moe- IV. a. Reglementeering der heng- sten-h o u d e r ij, onder leiding der erkende stamboeken. b. Herziening der geheele Staatszorg op het gebied der rundveefok ker ij. V. Door de instelling van een N a - tionalen Gezondheids raad als federatiê der speciale Ge zondheidsdiensten, worden deze Dien sten nog sterker geactiveerd. VI. De voorlichting op het gebied van de zuivel dient in het bijzonder geleid te worden ia de richting van de melkhy giëne, in verband waarmede melk- controle-stations noodig zijn, waarbjj allen, die melk voor con sumptie of voor industrieele doeleinden leveren, dienen te worden aangesloten. Het dagelijksch bestuur dezer stations blijve onder leiding van de belangheb benden. De stations dienen te staan on der overheidscontrole. VII. Het Staatsboschbe- h e e r dient in staat te worden gesteld om alle uitgaven voor uitbreiding en het normale onderhoud der onder zijn beheer staande bosschen uit te voeren als normaal werk, dus niet in werkver schaffing. De voorlichting op het ge bied van den boschbouw worde uitge breid. VIII. De Cultuurtechni sche Dienst dient uit eigen be grooting die werken te kunnen uitvoe ren, welke als normale werken tot be vordering van de bodem productie kun nen worden beschouwd, dus niet in werkverschaffing. Er dient een land bouwkundig toezicht te worden inge steld op alle openbare lichamen, welke grond beheeren of ontwateren. IX. Een juiste kennis en dieper in zicht in de ingewikkelde structuur van het landbouwbedrijf zijn noodzakelijk als basis voor maatregelen, die naar ver betering kunnen leiden. X. a. Instelling van openbare licha men met verordenende bevoegdheid tot veiligstelling van bepaalde landbouwbe langen (bestrijding van plantenziekten, dierziekten, cultuurvoorwaarden) is -ge wenscht. b. Maatregelen ter voorkoming van onjuiste verhoudingen tusschen grond bezitter en grondgebruiker zijn noodza kelijk met inachtname van de noodige voorzichtigheid op dit terrein, waar zoo gemakkelijk ongewenschte gevolgen van goed bedoelde voorschriften kunnen op treden. BLOEMENDAAL DE RIJKSTE GEMEENTE. Hoe groot de verschillen zijn tusschen de gemiddelde inkomens> in de verschil lende gemeenten des lands, blijkt duide lijk uit de thans verschenen statistiek der inkomens en vermogens in Nederland voor 1939'40, welke bewerkt is door het Centraal Bureau voor de statistiek. Een aangeslagene in Bloemendaal ver dient gemiddeld f 6682, een aangeslage ne in Neeritter (Limburg) daarentegen gemiddeld f 1255. Ook per inwoner ge nomen is Bloemendaal er het beste aan toe met f 1891, waartegenover in het Brabantsche plaatsje Veen een gemid deld inkomen per inwoner van slechts f 54 staat. De hoogste vermogens wor den in 's-Graveland aangetroffen, n.l. gemiddeld f 315.000 per aangeslagene, waartegenover enkele gemeenten staan met een gemiddeld cijfer van f17.000 Per inwoner gerekend is Bloemendaal de rijkste gemeente met een gemiddeld vermogen van f 19.000. der zegt het hem onder de roos: Vader denkt er nu sterk over. Praat nog maar niet er over. Dat komt vanzelf wel voor elkaar. Alleen je kunt hier toch niet alleen blijven wonen, Klaas? Het beste is, dat je Adriana maar in huis houdt, als die wil. Klaas doet de vertrouwelijke mededee- ling, dat Adriana het doen wil, zoolang ja wat zal hij nu zeggen? Sjaan laat niets van zich hooren. Het wordt een wonderlijk glval, dat hem steeds meer beroert. Hij heeft verleden week, tja, er was anders niet een geschikt moment, Sjaan, een briefje in de hand gedrukt, toen zij uit de kerk kwam. En daarop is antwoord gekomenhij moet nog even geduld hebben; moeder denkt er precies zoo over; zij vergeet hem niet en was blij met zijn briefje, dat haar zei, dat ook h ij niet vergat Maar ja, wat hèb je aan dergelijke woorden? Daden moet hij zien. Als Sjaan het werkelijk meent en dat gelooft hij nog steeds, zij is niet een meisje, dat vandaag zóó en morgen zus praat dan moet zij haar vader eenvoudig trotsee- ren, ongeacht de gevolgen, die voor de hand liggen. Tuinenga onterft haar dan natuurlijk. Maar wat doet dat er toe? Hij heeft niet het geld van den boer lief, maar zijn hart hangt aan Sjaan. Wanneer komen we nu bij de stad? MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Met eenige huivering heb ik het mo ment tegemoet gezien, dat ik in het be zit zou worden gesteld van een P. B. Maar nu heb ik het, en bet is mij erg meegevallen. Dat P. B. gaat een belangrijke plaats innemen, bij allerlei levensgebeuren, amice. Stap je in 't. huwelijksbootje,, ga je verhuizen, verander je van beróep, ver trek ja naar 't buitenland, steedB moet dat P. B. er aan te pas komen. Dan met zeer veel zorgvuldigheid moet je het bewaren en ten allen tijde bij je dragen. En o wee, als je het kwijt bent. Dan moet de politie er aan te pas komen. Aangifte doen van de ver missing, natuurlijk. Ja, dat Persoons Bewijs gaat een groote plaats in je leven innemen. Het meest zag ik nog op tegen die vingerafdrukken. Want bi) dat woord vingerafdruk, dacht ik voorheen aan een stelletje misdadigers, waarvan de politie een lijstje van bizonderheden had geregistreerd en een van die bizonder heden was een vingerafdruk. Doch nu wordt heel de bevolking bo ven de 15 jaar geregistreerd en deze re gistratie wordt voltooid met een een heidsfoto en een vingerafdruk. Laat ik je nu eens vertellen, hoe ik aan mijn P. B. gekomen ben. Daar is elf man aan te pas gekomen (de dames meegerekend). Op het voorgeschreven uur begaf ik mij naar, de uitgifteplaats der P. B.'s. In de deuropening van het lokaal waar ik het voor mij nog eenigszins grieze lige document zou ontvangen stond een vriendelijke deurwachter. Op de meest voorkomende wijze, kreeg ik een teeken van hem, dat het mijn beurt was. Met mijn oproepingskaart, foto's, stamkaart en identiteitsbewijs gewapend, loop ik naar het eerste tafeltje, waarachter ik op de ioopende band zal worden inge schakeld. Op het tafeltje staat een ge heimzinnig machientje. Daar zie ik mijn foto's in verdwijnen, de juffrouw die het bedient geeft er een slag op en de vier kante foto's zijn in achthoeken veran derd. Onderwijl zijn de door mij ingele verde documenten, met nog andere sa mengevoegd en passeeren alweer de handen van een volgende juffrouw. Wat die er precies mee gedaan heeft, ont ging me, vanwege de belangstelling voor dat brutale machientje. Daarna vielen m'n paperassen in han den van een meneer. Die vroeg me naar mijn beroep. En nauwelijks had ik een woord gesproken of het stond al op mijn P. B. De volgende juffrouw werkte ook al met een apparaatje. Daar werd mijn P. B. ingeklemd en nog voor ik er erg in had, had een overigens zeer wel willend politieman mijn rechterwijsvin ger te pakken. Och, och, daar zou je 't gaan hebben. Ik snapte natuurlijk di rect dat het om mijn vingerafdruk te doen was en jawel hoor, in een oogwenk waren drie precies eendere afdrukken verzameld. Twee daarvan zou ik ver krijgen op mijn P. B. Even een korte nabehandeling van mijn zwartgeworden vingertop en juist toen ik bij mijzelf constateer, dat die vingertop er heel goed was afgekomen, is een juffrouw (alweer een andere) bezig met me een gulden afhandig te maken. Gewillig breng ik mijn offertje, met de gedachte, 'tis toch voor 5 jaar, en te oordeelen naar alles wat hier gebeurt, krijg Je toch ook waar voor je geld. De dan volgende juffrouw heeft een groote plakpot met een verdacht luchtje voor zich, en in een ommezientje is mijn achthoekige foto in een achthoek van mijn P. B. ingeplakt. Dan volgt een kleine onderbreking in de behandeling op den loopenden band in den letterlijken zin van het woord, want de daarop volgende juffrouw noo- digt mij uit te gaan zitten en dan twee maal mijn handteekening te plaatsen. Ik voldoe daar direct aan, want ik be gin heusch aardigheid in het geval te krijgen. Dan volgt nog een meneer. Die bergt met de uiterste nauwkeurigheid die hij aan zijn ambt verplicht is, de beschei den op, die ik toch niet meekrijg. vraagt moeder, als ze het 's avonds nog eens in de courant lezen. Nu, zoo gauw gaat dat niet. De Eer ste Kamer moet het ontwerp ook nog behandelen. Je krijgt nu weer voorloo- pige verslagen en memorie van ant woord. Het duizelt moeder: wat gaat dat toch allemaal langzaam. Langzaam, maar zeker, zegt Klaas. Maar Gertjan vindt het best. Hjj heeft zich verzoend met de gedachte, dat hij het zaakje verlaten zal en dat Klaas de vrijheid krijgt, er een nieuw pand neer te zetten. Tenminste, hij méént, dat hij er mee verzoend is. Als hij even wel hoort, dat de annexatie nog niet di rect een feit wordt, is hij blij. Voorloopig kan hij dus nog blijven. Want dat heeft hij in- elk geval met moeder afgesproken: het plan gaat niet door, vóór Westvoort eenmaal Maas land is. Als Klaas dat verneemt, stelt het hem wel iets teleur. Hij wilde eigenlijk klaar zijn, als de feestelijkheden gehouden wor den. Er is namelijk reeds een comité in wording, dat de annexatie feestelijk vie ren wil. Dwaze menschen, vindt Gertjan. Ze gaan feesten op hun eigen graf. Straks wordt de rekening gepresenteerd. Hoogere belastingen. Want die stad, nou, die slokt wat geld op. Dan nog een station. Dat is weer een juffrouw. Die schuift mijn nu gereed gekomen P. B. in een keurig doorziek tig etuitje en reikt mij mijn stamkaart met P. B. toe. Daar het niet tot mij doorgedrongen was, wat die stamkaart er mee te maken had, waag ik dit aan die juffrouw te vragen. Ze is vriendelijk genoeg me dit oogenblikkelijk to ver' tellen. Ik kan niet nalaten te zeggen: dat is handig bedacht. Natuurlijk ga ik dat geheim nu niet verklappen. Zoo kreeg ik mijn P. B. De eerste dagen heb ik het met koes terende blikken herhaaldelijk bekeken, maar telkens weer vlug en diep wegge stopt, vanwege het onwelriekende luchtje, waarmee die eene plakkende juffrouw het heeft doen vergezellen. Het is 5 jaar geldig. Dan is het Mei 1946. Ik tracht in den mist van die tijd ruimte met mijn geestesoog door te dringen. Het lukt me niet. Het zal jouw ook niet gelukken, amice. En nie mand niet. Tot volgende week D.V. Je STENTOR. ZIJ HERSTELT ZICH LANGZAAM VAN DE VERLIEZEN DIE ZIJ HEEFT GELEDEN. Ten tijde van den wapenstilstand ver keerde de Fransche koopvaardijvloot in een beklagenswaardigen toestand. Zij had, door verschillende oorzaken, bijna 300.000 ton verloren. Een groot aantal Fransche schepen bevond zich in de ha vens der Fransche koloniën. Zoo lagen in Casablanca 48 schepen, in Marok- kaansche havens 36, in Dakar 23, in an dere havens van Fransch West-Afrika 10, op de Antillen 12 en in Madagascar of Indo-China 15 schepen. Nu kwam het er op aan, na het slui ten van den wapenstilstand weder zoo veel mogelijk schepen ter beschikking van Frankrijk te krijgen. Het eerst ko zen de schepen uit Casablanca en de ha vens van Marokko weder zee, evenals die uit de havens van West-Afrika. Van 20 September tot 1 November passeer den niet minder dan 48 schepen onder de Fransche vlag de Straat van Gibral tar. Op 3 Maart van dit jaar beschikte Frankrijk weder over een koopvaardij vloot ter sterkte van 1,5 millioen ton. Over het algemeen verkeeren de sche pen in een niet al te goeden staat. Daar om is het zaak, ze weder zoo spoedig mogelijk zeeklaar te maken. Hieraan wijdt de regeering haar beste krachten. Vooral wil men den bouw bevorderen van snelle motorschepen, koel- en tank schepen. Ook zijn talrijke visschers- schepen op stapel gezet, ten dienste van de zeevisscherij. Men rekent, dat een deel daarvan reeds in den aanstaanden herfst in dienst kan worden gesteld. (V. P. B.) UITGESLOTEN SLAGERS. Het rijksbureau voor de voedselvoor ziening in oorlogstijd maakt bekend, dat wederom eenige slagers wegens fraudu leuze slachtingen of het voorhanden hebben van vleeseh, afkomstig van frauduleuze slachtingen, voor geruimen tijd van het verkrijgen van een toewij zing van vee en vleeseh door de Neder- landsche veehouderij-centrale zijn uitge sloten. Het zijn o.m. de slagers A. Koets, no. 133 te Z o u t e 1 a n d e en J. P. v. d. A m e e 1 e, no. A 73, Hoofdplaat. Tegen deze slagers is proces-verbaal opgemaakt. VISCHVERBOD. Het is verboden met of zonder vaar tuig aan de kuststrook en in de havens tot aan de Keersluisbrug te visschen. Overtreding van dit verbod wordt ge straft op grond van de wet op de spion- nage. Maar Westvoort wordt er stukken beter van, merkt Klaas op. Dat is zoo zijn stokpaardje, vindt Gertjan, hoofd schuddend. Hjj ziet er niets van. Hij ziet Westvoort minder worden. Dïe stadgeest, neen hoor, hjj moet er niets van hebben. Het is veel beter, dat de menschen bljjven bjj hun landelijke vroomheid. Maar als moeder Maaike dan beschei den opmerkt, dat er van landelijke vroomheid in Westvoort niet zooveel te bemerken is, dan weet Gertjan, die an ders altijd wel een weerwoord heeft, er weinig op te zeggen. V. KENTERING. Dit wordt het sobere verhaal van ken tering der geesten. Hoe is dat zóó gegaan met den boer van „Zandhoeve"? Ja, Sjaan zou het met geen mogelijk heid kunnen zeggen. Zij heeft alleen een vermoeden. Maar een vermoeden is nog geen zekerheid. Zij gelooft, dat de stille, maar niettemin krachtige invloed van moeder aan het werk is geweest. Het is ook niet onmogelijk, dat het Tuininga deugd heeft gedaan, dat zijn bevel strikt werd opgevolgd. Hij weet met zekerheid, dat Sjaan en Klaas Bakker elkaar niet spreken. En dat is nu al maanden zoo. Driewegen. Gemeenteraad on der leiding van wnd. burge meester. Donderdagavond vergader de de gemeenteraad. Afwezig de heer P. Koeman. Weth, Timmerman opent deze verga dering. Een schrijven leest hij voor, waarin wordt vermeld dat Mr A. J. M. Eikhuizen met ingang van 21 Mei 1 J4i is aangewezen als wnd. burgemeester dezer gemeente, in de .plaats van den burgemeester G. M. C. Ort. Den ambts keten draagt hij over en vraagt of de wnd. burgemeester verder de vergade ring wil leiden als voorzitter. Deze neemt de leiding op zich en spreekt eenige woorden naar aanleiding van het plotseling vertrek van burg. Ort. Hij geeft eenig overzicht wat deze in bijna 5 jaar tot stand heeft gebracht. Burg. Ort is in deze gemeente gekomen op een secretarie die heelemaal geïnstalleerd moest worden. Deze is nu modern inge richt. Ook de wegBverbetering had steeds zijn aandacht. Zoo heeft burg. Ort veel tot stand gebracht in deze ge meente, waarvoor men hem dankbaar kan zijn. Een schrijven was ingekomen om den wnd. burgemeester tevens aan te wij zen als wnd. secretaris. Met alg. stem men wordt hij benoemd. Daarna wordt de eed door hem afgelegd en brengt hij dank aan de leden voor het in hem ge stelde vertrouwen. De zitdagen voor den wnd. burg. wor den vastgesteld en wel op Maandag-, Woensdag- en Vrijdagmiddag van 2 tot 4 uur. De veldwachtersverordening zal wor den gewijzigd- zooals is voorgeschreven. Op verzoek van den heer G. M. O. Ort wordt deze eervol ontslag verleend als ambtenaar van den burgerlijken stand, met ingang van 21 Mei 1941. Tot ambtenaar van den Burgerlijken Stand werd met. algem. stemmen geko zen Mr A. J, M. Elkhuizen. Op de aan beveling stohden: 1. Mr A, J. M. Eik huizen; 2. J. de Witte. In verband met de benoeming van een ambtenaar ter secretarie wordt aan den heer J. van Oosten eervol ontslag ver leend als ambtenaar der steunverlee- ning, met ingang van 1 Juli 1941. Dhr van Oosten vraagt of de straat en parkeerterrein, gelegen tusschen de Jager en Nieuwenhuize verbeterd wordt. Dhr Timmerman zegt, dat dit zeker de bedoeling is, wanneer er steenen over zijn van de te vernieuwen straat. Zoo mogelijk wordt ook de zijkant van de Nieuwstraat verbeterd. 's-Heer Abtskerke. Rundvee keuring. Donderdagmiddag werd al hier vanwege de Prov. Vereeniging ter verbetering van het Rundvee in Zee land, een rundveekeuring gehouden. Uitslag: Stieren: le pr. „Tarzan" van de Stie- renvereeniging 's-Heer Abtskerke, 81.5 p.; le pr. „Juultjes Bertus" van P. van de Guchte, Nisse, 78.5 p.; 2e pr. „Ber tus 5" van Jan Blok, 74.5 p.; 2e pr. „Karei" van F. de Roo, 74.5 p. le Kalfkoeien: le pr. „Nelly" van H. Harinck, 77.5 p.; 2e pr. „Nora" van Wed. J. Tolhoek, 77 p.; 3e pr. „Mina" van J. Tolhoek, 76 p.; 4e pr. „Kapitein" van M. H. van Liere, 75.5 p.; 5e pr. „Dora" van W. Minnaard Wzn., 74.5 p.; 6e pr. „Nora" van Jan Braam, 74 p.; 7e pr. „Lena", van B. Markusse, 74 p.; 8e pr. „Emma" van M. H. van Liere, 73 p. 9e pr. „Emma" van L. Tolhoek, 73 p.; 10e pr. „Martha" van L. Tolhoek, 73 p. 2e Kalfkoeien: le pr. „Eeken" van L. Tolhoek, 78 p.; 2e pr. „Bea" van B. Markusse, 76 p.; 3e pr. „Dina" van J. Tolhoek, 75 p. 3e Kalfkoeien: le pr. „Emma" van C. van Liere Jzn., 78 p.; 2e pr. „Starre" van W. Minnaard Wzn., 77.5 p. 4e Kalfkoeien: le pr. „Mina" van H. Harinck, 83 p.; 2e pr. „Martha" van J. Tolhoek, 81 p.; 3e pr. „Nelly" van B. Markusse, 77 p.; 4e.pr. „Ida" van Wed. J. Tolhoek 76.5 p.; 5e pr. „Nora" van W. van Liere 76 p.; 6e pr, „Anna" van L. Tolhoek, 75 p. Hij heeft Bakker slechts tweemaal ge zien in dien tijd. Eenmaal, dat de jongen hem niet zag en eenmaal, dat zij als het ware tegenover elkaar stonden. Toen heeft die Bakker gegroet en gezegd: „Morge, Tuininga". En de boer heeft van verbouwereerdheid vriendelijk ge antwoord: „Ook zoo, Bakker". Dat is alles geweest. Klaas heeft het vriende lijk gestemd. Hij heeft gedacht aan het briefje van Sjaan: Heb je nog even ge duld? Zou er verandering komen Maar nu de boer. Hy stelt het op prijs, dat Sjaan zijn gebod niet overtreedt. De stille hoop is er geweest, dat op die wijze de jongen vergeten zou worden. Maar die hoop is beschaamd. Want op een keer Sjaan heeft een moeilijken tijd achter den rug, daar va der, hoewel niet onredelijk, haar minder vriendelijk heeft behandeld, het is een toestand van gewapenden vrede geweest, maar geleidelijk is de verhouding beter geworden en werd vader de oude in viteert Tuininga haar, mee naar de stad te gaan. Hij moet er wat zaken doen en het is mooi weer. Een aardig fiets tochtje, niet? Met beide handen grijpt Sjaan het verrassende voorstel aan. Zij rijden door Westvoort, waar in de dordpsstraat het bouwen opvalt. „Het bennen nou al stadjers", spot Tuininga. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1941 | | pagina 5