B£ZEEDW AMStétis TWEEDE BLAD LEVENSGANG Binnenland Uit de Provincie Uw kind en de gevaren van rundertuberculose. FEUILLETON Besprekingen te Batavia verloopen vlot. ZUID-BEVELAND. WALCHEREN. VAN VRIJDAG 16 MEI 1941. Nr 14. Dezer dagen verscheen een boekje van Dr A. van Loy (arts te Sas van Gent), onder bovenvermelden titel. Wij hopen dat ook onze melkveehou ders het zullen lezen en nu eindelek eens gaan begrijpen hoe groot de beteekenis is van een doeltreffende t.b.c.-bestry- ding. Hoewel laat georganiseerd aangevan gen is de t.b.c.-bestrijding in" Zeeland krachtig ter hand genomen. Evenwel zijn er nog melkveehouders die' door hun afzijdig houden een ge vaar zyn voor onzen veestapel en in direct voor de volksgezondheid. Aan het voorwoord van dr Loy ont- leenen wy: „Voor eenigen ty'd werd ik aan het ziekbed geroepen van een meisje van zes jaar. Het kind was al eenige weken suffig en hangerig geweest, ze at slecht en was in korten tyd een zeurderig en lastig kind geworden, terwyl ze vroeger aar dig en lief was. Toen ik er by kwam, had ze juist stui pen gehad, het kind trok daarby heftig met de armen en beenen en de mond vertrok zich voortdurend tot een afschu- weiyke gry'ns. Het kind was soms bewusteloos, vaak in de war. Dan ylde het en verwekte in d'r gekwelde hoofdje de meest vreem de fantasieën. Stap voor stap heb ik de ïydensgeschiedenis van Marletje V. kun nen volgen. In de oogenblikken, dat ze bijkwam, klaagde ze over heftige hoofdpijn en keek haar ouders met groote vraag- oogen aan; hulp en verlichting zoekend De diagnose was niet moeilijk; he!: kind leed aan hersenvliesontsteking. In het ruggemergsvocht werden tu berkelbacillen gevonden. Na vijf dagen nam God Marietje tot Zich. Op zichzelf zou het sterven van dit kind mij niet aangezet hebben over de tuberculose te schrijven. Doch wat mij de pen deed opnemen, was het feit, dat de tuberkelbacillen die in het ruggemergsvocht van het onge lukkige kind gevonden waren van b o- v i n e n oorsprong waren. Het waren rundertuberkel bacillen die het kind geïnfecteerd hadden en tot een pijnlijken en wreeden dood veroordeelden. De voedingsbodems, waarop ze waren gekweekt en de dierproeven, die daarna waren genomen, lieten geen enkelen twijfel bestaan. Volgens de ouders kwam het kind nooit met koeien in aanraking, het was er zelfs bang voor geweest. Een directe besmetting door „aan- hoesten" door een tuberculeuse koe was dus uitgesloten. door J. VAN DEN BOSCH. 5) -o- Tegen dè.t moment zien moeder en dochter bepaald op. Als Klaas Bakker nu een flinke boerenzoon was, wiens vader tot de kapitaalkrachtigen behoor de, dan was de toestemming er direct. Maar Klaas is de zoon van Gertjnn Bakker, het kleine kruideniertje van Westvoort. Zeg zelf eigeniyk kan een boeren dochter, wier vader in goeden doen is, niet huwen met een dorpskruidenier, al heeft Gertjan Bakker een goed zaakje. Zonder dat er met een enkel woord over gerept is, weten ze, dat dit het standpunt van Tuininga is. Moeder weet nog méér. Sjaan is nu ruim twee en twintig, 't Wordt tyd, dat zy aan den man komt. Er zyn meer kinderen op de boerderyGerard, de oudstedan Sjaan vervolgens Flip en dan Grietje nog. Zou er nu nooit een fiksche boeren zoon een oogje op Sjaan geslagen heb- Restte dus alleen nog de mogelykheid van besmetting door melk. Monsters van de melk, die iederen dag werd thuisbezorgd, werden onder zocht en hierin werden dezelfde bacillen gevonden als in het ruggemergsvocht van het gestorven kind, rundertuberkel bacillen. Toen ik dat wist, werd het my te machtig. Alles is in ons kleine ordelyke land geregeld. Maat dat ieder jaar in ons land een aantal kinderen sterven of voor huu le ven zwak en gebrekkig blyven door tu berculose veroorzaakt door rundertu berkelbacillen en dat te weinig wordt gedaan om dat alles te voorkomen, is toch te erg. Voor korten tyd verdedigde ik by het verkrygen van den doctorsgraad de vol gende stelling: „Het is in het belang der volksge zondheid dat de keuring van melkvee op tuberculose verplichtend wordt ge steld." Wie ooit een kind heeft zien sterven aan tuberculeuse hersenvliesontsteking; wie ooit het gemartelde door pyn en angst vertrokken gezichtje zag van zóó'n arme kleine; wie weet, dat zóó'n kind niet had hoeven te sterven, als er maar geen met rundertuberkelbacillen besmette melk werd gedronken, voelt zich in opstand komen tegen deze on volledige wetgeving. Meer dan thans het geval is, moet de stryd tegen de witte pest een stryd worden van het geheele volk. Het volk moet weigeren langer de mogelijkheid te aanvaarden, dat de klei ne moordenaars, die de tuberkelbacillen zyn, aan huis worden bezorgd en iede ren dag opnieuw het leven onzer kin deren bedreigen. Een kleine advertentie In de rubriek „Vraag en Aanbod" kost slechts 55 cent bij vooruitbetaling. NEDERLANDSCH VRACHTSCHIP „HERCULES" TOT ZINKEN GEBRACHT. Volgens berichten uit New-Yorksche scheepvaartkringen zijn vier in Britschen dienst staande schepen door optreden van den vijand tot zinken gebracht. Het zijn het Noorsche vrachtschip „Solferi- no" (2580 ton), het Britsche motorschip „Derbyshire" (11.660 ton), het Neder- landsche vrachtschip „Hercules" (2317 ton) en het Britsche motortank schip „San Conrado" (7982 ton). Laatst genoemd schip zou 400 mijlen ten Zuid- gebracht. DE HERTOG VAN COBURG IN NEDERLAND. Op uitnoodiging van den weermachts bevelhebber in Nederland, generaal der vliegers Fr. Christiansen, heeft de pre sident van het Duitsche Roode Kruis, generaal der infanterie, NSKK-Ober- gruppenrührer Hertog Karl Eduard von Coburg, bezoek gebracht aan het bezette Nederlandsche gebied. Hij inspecteerde de inrichtingen en werkzaamheden van het Duitsche Roode Kruis in lazeretten van de weermacht en de organisatie op de stations in verschillende' plaatsen. Gedurende zijn verblijf te 's Graven- hage maakte de hertog zijn opwachting bij den Rijkscommissaris, Rijksminister Seyss-Inquart, en 's avonds was hij de gast van den weermachtsbevelhebber en van den Rijkscommissaris. VERDACHTE IN UNIFORMENZAAK BUITEN VERVOLGING GESTELD Het A.N.P. meldt: De officier van ju stitie bij de arrondissementsrechtbank te Almelo deelt mede, dat een der verdach ten in de z.g. uniformenzaak, door hem buiten vervolging is gesteld, omdat ge bleken is, dat hy geen schuld heeft aan eenig landverraderlijk misdrijf. De officier vertrouwt, dat door deze mededeeling de bedoelde volledig zal zyn gerehabiliteerd. ben? Tuininga kan zich dat maar niet begrypen. Ze is toch een flinke meid, goed uit de kluiten gewassen, kernge zond en pienter. Niet leelijk ook. Tjonge, in zyn tyd ging dat toch anders! Als de boer zóó doorslaat, lacht zyn vrouw. Och kom, tyd genoeg nog. De rechte Jozef zal wel komen opdagen, hoor. En als de boer nu verstandig is, moet hy geen gekke dingen uithalen. Van dat „aan elkaar koppelen" komt gemeeniyk niet veel terecht. Dat weet Tuininga immers ook wel? Nu moet hy niet een vryer voor Sjaan gaan zoeken. Dat loopt falikant uit. Tuininga moet het in zyn hart toe stemmen. Hy zal dan ook wel oppas sen, dat hy geen domme dingen uithaalt. Maar hy mag toch zeker Albert van Zanten, daarginds achter Westvoort, wel vriendelijk bejegenen, als die eens komt aanloopen? Komt die soms voor Sjaan? Laat hy het dan gauw zeggen! Want dat is een schoonzoon naar den smaak van Tuininga. Maar niet naar den smaak van moeder Dirkje. O, zeker, een flinke vent, hoor. Niets op aan te merken, voor zoo ver zy weet. Maar een pure ongeloo- vige. Dat kan den boer niet schelen. Hy is het zélf ook, hoewel niet onver schillig. Maar moeder Dirkje hoopt vu rig, dat Sjaan een geloovig man krygt. Zooals zy zelf ook gelooft. Er is één MEN MAG ECHTER NIET AL TE OPTIMISTISCH ZIJN, VOL- GENS JOSJIZAWA. Domei meldt uit Batavia - Kenkitsji Josjizawa, de leider van de Japansche economische missie in Neder- landsch-Indië, heeft gistermiddag een onderhoud van een half uur gehad met den heer H. J. van Mok, directeur van economische zaken. Naar wordt verno men heeft Josjizawa tydens dit onder houd in byzonderheden een uiteenzetting gegeven van het Japansche ontwerp voor een economische overeenkomst tusschen de twee landen; de heer Van Mook heeft een tegenvoorstel gedaan. Na deze bespreking heeft Josjizawa aan de journalisten het volgende mede- geedeeld „De onderhandelingen hebben een vlot verloop. Evenwel mag men niet al te opt imistisch zyn ten ten aanzien van het uit- eindeiyke resultaat van onze besprekinge n." Naar verder wordt vernomen, zullen de heeren Josjizawa en Van Mook in het be gin van de volgende week elkaar opnieuw ontmoeten, ten einde de besprekingen voort te zetten. „GEEN BEGRIP VOOR JAPANS BE- DOELINGEN TE BATAVIA." Het Japansche blad „Tsjoegai Tokio Sjimboen" wydt een hoofdartikel aan de houding van Nederlandsch-Indië ten aanzien van Japan. „Terwyi Fransch Indochina door het onlangs afgesloten verdrag zich duideiyk uitgesproken heeft voor een samengaan met Japan inzake de Groot-Aziatische gedachte", zoo schryft het blad onder meer, „doet Nederlandsch-Indië juist het tegenovergestelde. Batavia s c h y n t Japans ware bedoelingen nog steeds niet te begrypen. De verdedigingsmaatrege len, die Nederlandsch-In dië treft, wjjzen nog steeds op een vyandige houding ten opzichte van Japa n." Het blad zoekt hierin ook de ver klaring van het langzame vorderen der handelsbesprekingen. „Zoolang er geen grondige verande ring ontstaat", zoo vervolgt de „Sjoegai Tokio Sjimboen", „zal er ook geen ver betering in de betrekkingen tusschen bei de landen mogelijk zyn." Het blad besluit zijn beschouwing met deze opmerking: „wanneer men in Neder- landsch-Indië zijn houding laat beïnvloe den door de hoop op een Engelsche over winning, zal men met een bittere ont goocheling uit dezen droom rekening moeten houden." Wemeldinge. (Vervolg gemeenteraad.) Voorstel ontslag H. Dekker, als agent arbeidsbemiddeling met ingang van 1 Mei 1941, De voorzitter zegt, dat de heer Dek ker een zeer actief persoon geweest is. B. en W. stellen voor dit ontslag eervol te verleenen en hem dank te zeggen voor de vele werkzaamheden aan deze betrekking verbonden. B. en W. stellen voor diens salaris vanaf 1 Januari 1940 te verhoogen met f100, hetwelk met algem. stemmen wordt goedgekeurd. Bij het punt verordening Vrijwillige Brandweer zegt de voorzitter, dat deze practisch geen verandering ondergaat. In totaal zal deze uit 15 brandweerlie den bestaan met inbegrip van den brandraad. De vergoeding die daarvoor genoten wordt bedraagt f 1 voor het eerste uur en voorts f 0.50 per uur. De vergoeding aan den Brandraad bedraagt f 100. Aangenomen. Een voorstel tot aanvulling der alge- meene politie-verordening met bepaling betreffende het ruimen van sneeuw komt thans in behandeling. troost: Sjaan begeert niet anders dan moeder. Sjaan heeft moeder gevolgd. Flip ook. Zy gaan geregeld met moeder naar de kerk van Nedervoort. Dan heeft Sjaan verleden jaar belydenis des geloofs afgelegd. Flip zal wel volgen. Gerard niet. Die houdt het met vader. En Grietje? Och, die is nog wat jong. Soms denkt moeder: die houd ik ook niet Dè,t is de angel van „Zandhoeve": Dirkje Laarsma heeft, tegen den zin van haar ouders, die tenslotte hebben toegestemd, omdat Dirkje niet anders wilde, de hand aanvaard van Tuininga, die niet ééngeestes met haar is. Is het huweiyk ongelukkig? Dat mag niet ge zegd worden. Tenminste niet in den ge wonen zin van het woord. Maar er sla pen wel twee „gelooven" op het kussen. Neen, dat is niet juist uitgedrukt. Er is geloof en ongeloof, onverschilligheid. Ook niet goed opgemerkt. Tuininga is een boer van een samengesteld karakter. Hy is een ongeloovige; hij is toch ook niet een onverschillige. Zyn vrouw heeft hy al die jaren de vrye hand gelaten. Dat heeft hy haar beloofd, toen zy in het huweiyksbootje stapten. En hoewel de Laarsma's er weinig vertrouwen in hadden, heeft Tuininga zyn belofte ge houden, eeriyk is eeriyk. Geen stroo- breed legt hy zyn vrouw in den weg. Zy gaat naar de kerk, hy vindt het best. De heer Ruissen wenscht tevens een bepaling opgenomen te zien betreffen de belemmering van het uitzicht voor het verkeer door overhangende takken en struiken. De voorzitter zegt, dat by hem nim mer klachten zyn binnen gekomen. Beide verordeningen worden zonder hoofdelyke stemming aangenomen. By hel punt benoeming iid Burgerlyk Armbestuur in de vacature A. de Graag werd aanbevolen de heeren Janus Ruis sen en M. van den Hamer. Gekozen wordt de heer Janus Ruissen met 6 te gen 1 stem op M. van den Hamer. Rondvraag. De heer Slaakweg vraagt of er wel voldoende de hand wordt gehouden aan het vuilwerpen in de sloot aan den achterweg. De voorzitter acht het wel gewenscht een bord te plaatsen. De heer Ruissen vraagt of met het oog op de slagersverordening op Dins dagmiddag dit ook van toepassing is op de kanaalkooplieden. De voorzitter zegt, dat het B. en W. ook niet bevredigt. Mocht behoefte be staan aan opheffing, dan staan B. en W. er niet afwyzend tegenover. Boven dien blykt dit ook niet door alle sla gers te zyn verzocht. De heer Ruissen vraagt of B. en W. voldoende aandacht schenken aan de Oranjeboomstraat. Deze straat ligt erg ongeiyk. Verder brengt hy in bespre king, dat by de 100 M. nieuwe Dorps straat, de onderstraat onder een nieuw niveau zou worden gebracht. De voorzitter zegt, beide punten heb ben de aandacht van B. en W. Zy zul len de Oranjeboomstraat verbeteren met steenen die over zyn. Wat de Dorps straat betreft, de post liet dit niet toe en was reeds belangryk overschreden. Wanneer dit jaar de begrooting dit toe laat zal het gebeuren. De heer de Jonge vraagt voor de vry- willige brandweer waterdichte kleeding. De voorzitter zegt, dat by aanschaf fing van materiaal ook dit onder het oog zal worden gezien. Ook verzekering van het brandweerpersoneel is aange vraagd voor eventueele ongevallen. De heer de Jonge vraagt of de B-steun al uitgekeerd is en of er geen menschen waren die daarvoor in aanmerking kwamen. De voorzitter antwoordt, dat de men schen veelal werk hadden in het jaar dat bijna teneinde was, zoodoende had deze uitkeering niet veel zin. De heer de Jonge zegt, er stond toch een post op de begrooting. Het is voor verscheidene menschen toch 10 weken winter geweest. De voorzitter zegt, de menschen had den ongeveer een heel jaar gewerkt. U kunt later als lid van de commissie voor B-steun een beroep doen op den Burge meester. Kruiningen. Woensdagavond hield de Zondagsschoolvereen. „Samuël" haar jaarvergadering in de consistorie der Ned. Herv. Kerk, onder leiding van den voorz. Ds Mortier. Het jaarverslag van den secr.-penningm. W. de Back meldde o.a. de moeilijkheden door innundatie en evacuatie en ook wat het ver gaderlokaal betreft. De rekening over 1940 werd goedgekeurd. Het batig sal do was minder dan vorig jaar. Het af tredend bestuurslid D. Baveco werd by acclamatie herkozen. Koudekerke. Toezicht op vuur tje stoken. Het komt de laatste da gen voor, dat droge slootkanten en (of) struiken in brand gestoken worden, zon der dat de noodige maatregelen tegen eventueele schade worden getroffen. Daardoor is het voorgekomen, dat een brandweerman zich genoodzaakt heeft gezien een dergelijken brand te blus- schen, aangezien deze anders ernstige ge volgen zou hebben gehad. Ook wordt er niet altyd op gelet, dat de ontstoken brand voor zonsondergang volkomen gebluscht moet zijn. De politie is daarom opgedragen, op een en ander toezicht te houden. Worden de noodige voorzieningen niet of onvol doende getroffen, dan zal het opmaken van een proces-verbaal niet kunnen uit- blyven. Alleen, h y gaat niet. De vier kinderen zyn gedoopt. Hy is er by geweest. Al leen heeft hy, als niet gerechtigd, het „jawoord" niet uitgesproken op de drie gestelde vragen. De kinderen gaan- mee naar de kerk. Hy vindt het best. Gerard heeft tenslotte de kerk vaarwel gezégd. De boer heeft er geen bezwaar tegen. En als Grietje temet daar is alle kans op met vader en Gerard meegaat en vindt, dat zy het wel zonder God in de wereld stellen kan, de boer zal er geen woord van zeggen. Hy is per saldo im mers net zoo? Met de Laarsma's is de verhouding altyd goed geweest. Boer Tuininga is geen man, om ongenoegen mee te kry- gen. Maar ze moeten hem zyn gang laten gaan en niet dwingen, om in dét opzicht zyn vrouw te volgen, hoe ont- zaggelyk veel hy ook van haar houdt. Moeder Dirkje heeft geleerd, dat het vrywel een drogrede is, om te zeggen: laat my maar trouwen met een onge loovige; hy is niet een onverschillige; ik kryg hem wel mee. Zóó heeft zy ge sproken, toen vader en moeder hun ern stige bezwaren opperden tegen de ver bintenis met Tuininga. Vader Laarsma heeft het hoofd geschud: neen, Dirkje, dat is een ingeving, die niet van God af komstig is; jy hebt het uit te maken, dat je Tuininga bekeeren zult; in negen en negentig van de honderd gevallen Chr. Wykverpleging. Woensdagmiddag kwam de vereeniging voor Christelyke Wykverpleging „Het Groene Kruis", werkzaam in de gemeen ten Koudekerke, Biggekerke, Meliskerke en Zoutelande in laatstgenoemde ge meente in jaarvergadering byeen, onder voorzitterschap van den heer J. L. Dreg- mans. Onder de ingekomen stukken werd ver meld het besluit van den waarnemend secretaris-generaal van het departement van Justitie, waarby de verlengde en ge- wyzigde statuten zyn goedgekeurd. In het verslag van den secretaris werd in herinnering gebracht de wisseling in de betrekking van wykverpleegster. Voorts werden eenige woorden gewyd aan de extra drukke werkzaamheden in de maand Mei 1940. Gelukkig bleef de vereeniging voor schokkende gebeurte nissen gespaard en kon het werk onge stoord zyn voortgang hebben. Uit het verslag van den penningmees ter bleek dat de totale uitgaven bedroe gen f 2628,13, de ontvangsten f 2474,69, alzoo een nadeelig saldo van f 153,44. Dit nadeelig saldo vindt zyn oorzaak in verschillende kapitaalsuitgaven, gedekt uit de gewone middelen. Waar deze uit gaven aanmerkeiyk hooger zyn dan het saldo, levert de exploitatie als zoodanig in feite een voordeelig saldo op. Zuster Koster las het door de vorige zuster opgemaakte verslag voor. In Kou dekerke werden afgelegd 842 bezoeken, in Biggekerke 631, in Zoutelande 1435 en in Meliskerke 370. Ten behoeve van de T.B.C.-bestryding werden in totaal 177 bezoeken afgelegd. De consultatiebu- reaux werden regelmatig bezocht en steeds komen meer moeders met haar kinderen. De aftredende bestuursleden de heeren J. L. Dregmans, Ds Ph. A. Warrens, L. Simonse, Ds M. Vreugdenhil en J. Stroo werden herbenoemd, terwyi in de vaca ture ontstaan door vertrek van Ds de Ru benoemd werd Dr Brandenburg te Bigge kerke. Besloten 'werd tot aanschaffing van eenige artikelen, terwyi algemeen het standpunt ingenomen werd, om hangen de de huidige onzekere tydsomstandig- heden geen ingrijpende reorganisatie tot stand te brengen, maar des noodig deze te zijner tyd onder hfet oog te zien. Vrouwenpolder. Loop der bevolking over April. Ingekomen: W. Wagenaar, veldarbeider, Zoekweg A 31 uit Veere, Kruisweg B 61; C. Breel geb. Buijs, zon der beroep, Gapinge, Bijenweg B 131 uit St. Laurens, Noordweg A 102C. J. Ver- sluys wed. A. W. Lijspens, zonder beroep, Dorp A 73 uit Vlissingen, Coosje Bus- kenstraat 45 bovenJ. C. Lyspens, on- derwyzeres, Dorp A 73 uit Vlissingen, Coosje Buskenstraat 45 bov. Vertrokken: P. H. Blaas en gezin, me taaldraaier, Dorp A 18, naar Vlissingen, v. d. Zwaluwestraat 3; A. Kuiper en ge zin, machinist, Dorp A 68, naar Vlissin gen, Meidoornlaan 9; J. de Visser, mole naarsknecht, Dorp A 128, naar Rotter dam, Maashaven 3; M. Geschiere geb. Mesu, zonder beroep, Gapinge B 94 naar Biggekerke B 5; P. van Sorge, zonder beroep, Gapinge B 11 naar Middelburg, Noordweg 81. Domburg. Gemeenteraad. De raad dezer gemeente kwam Woensdag avond in voltallige vergadering bijeen. Aangezien door de oprichting van de gewestelijke arbeidsbureaux de gemeen telijke instelling verdween, werd aan den plaatselijken arbeidsagent, dhr J. van der Hage, ervol ontslag verleend wegens opheffing van zyn betrekking. Aan dhr J. H. Goossens werd op zijn verzoek eervol ontslag verleend als amb tenaar van den Burgerlijken Stand. Bericht was ontvangen dat voor deze gemeente ontheffing was verleend tot het uitvaardigen van een verordening inzake de bestryding van wandgedierte. Als lid van de commissie tot wering van schoolverzuim werd in de vacature J. de Jonge, benoemd met alg. st. dhr A. Bosdyk alhier. Van dhr W. Schrier was een verzoek ingekomen tot verlagen van zyn aanslag voor het vergunningsrecht. Waar echter door adressant thans betaald wordt het gebeurt zooiets ook nietje ziet wel het tegenovergestelde, namelyk, dat de an dere party de ongeloovige volgt. Die vrees van Laarsma en zyn vrouw is niet bewaarheid. Ze hebben het mee gemaakt, dat Dirkje haar eigen weg vol gen mocht van haar man. En die weg is voor haar afgebakend. Het is de weg van strikte gehoorzaamheid aan het Woord Gods. En Tuininga vindt het goed. En tóch al den dag voelt moeder Dirkje den angel, dien zy zichzelf in het vleesch heeft gedreven. Willens en wetens. Tegen de waarschuwingen in. Want haar huweiyks- en gezinsleven blyft gedeeld. Het is niet anders. Met haar man kan zy niet praten over gees- telyke dingen. Hy is er onverschillig voor. En hy is ook weer niet onverschil lig. Hy vindt het goed, dat er aan tafel gebeden wordt: wie het doen wil ten minste, het is het stille gebed; hy keurt het niet af, dat Dirkje uit den Bybel leest, een gewoonte, die zy van huis heeft meegebracht en van meetaf, heeft nagevolgd. Maar als Gerard spottende blikken werpt, wanneer de anderen stil zitten te bidden, en een min of meer hatelyke onverschilligheid aan den dag legt, als uit Gods Woord wordt gele zen dan heeft de boer geen enkel woord van afkeuringhet kan hem niets schelen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1941 | | pagina 5