B£ZEEDW
AMStétis
TWEEDE BLAD
LEVENSGANG
Binnenland
Uit de Provincie
Uw kind en de gevaren van
rundertuberculose.
FEUILLETON
Besprekingen te Batavia
verloopen vlot.
ZUID-BEVELAND.
WALCHEREN.
VAN
VRIJDAG 16 MEI 1941. Nr 14.
Dezer dagen verscheen een boekje van
Dr A. van Loy (arts te Sas van
Gent), onder bovenvermelden titel.
Wij hopen dat ook onze melkveehou
ders het zullen lezen en nu eindelek eens
gaan begrijpen hoe groot de beteekenis
is van een doeltreffende t.b.c.-bestry-
ding.
Hoewel laat georganiseerd aangevan
gen is de t.b.c.-bestrijding in" Zeeland
krachtig ter hand genomen.
Evenwel zijn er nog melkveehouders
die' door hun afzijdig houden een ge
vaar zyn voor onzen veestapel en in
direct voor de volksgezondheid.
Aan het voorwoord van dr Loy ont-
leenen wy:
„Voor eenigen ty'd werd ik aan het
ziekbed geroepen van een meisje van
zes jaar.
Het kind was al eenige weken suffig
en hangerig geweest, ze at slecht en was
in korten tyd een zeurderig en lastig
kind geworden, terwyl ze vroeger aar
dig en lief was.
Toen ik er by kwam, had ze juist stui
pen gehad, het kind trok daarby heftig
met de armen en beenen en de mond
vertrok zich voortdurend tot een afschu-
weiyke gry'ns.
Het kind was soms bewusteloos, vaak
in de war. Dan ylde het en verwekte in
d'r gekwelde hoofdje de meest vreem
de fantasieën. Stap voor stap heb ik de
ïydensgeschiedenis van Marletje V. kun
nen volgen.
In de oogenblikken, dat ze bijkwam,
klaagde ze over heftige hoofdpijn en
keek haar ouders met groote vraag-
oogen aan; hulp en verlichting zoekend
De diagnose was niet moeilijk; he!:
kind leed aan hersenvliesontsteking.
In het ruggemergsvocht werden tu
berkelbacillen gevonden. Na vijf dagen
nam God Marietje tot Zich.
Op zichzelf zou het sterven van dit
kind mij niet aangezet hebben over de
tuberculose te schrijven.
Doch wat mij de pen deed opnemen,
was het feit, dat de tuberkelbacillen die
in het ruggemergsvocht van het onge
lukkige kind gevonden waren van b o-
v i n e n oorsprong waren.
Het waren rundertuberkel
bacillen die het kind geïnfecteerd
hadden en tot een pijnlijken en wreeden
dood veroordeelden.
De voedingsbodems, waarop ze waren
gekweekt en de dierproeven, die daarna
waren genomen, lieten geen enkelen
twijfel bestaan.
Volgens de ouders kwam het kind
nooit met koeien in aanraking, het was
er zelfs bang voor geweest.
Een directe besmetting door „aan-
hoesten" door een tuberculeuse koe was
dus uitgesloten.
door
J. VAN DEN BOSCH.
5) -o-
Tegen dè.t moment zien moeder en
dochter bepaald op. Als Klaas Bakker
nu een flinke boerenzoon was, wiens
vader tot de kapitaalkrachtigen behoor
de, dan was de toestemming er direct.
Maar Klaas is de zoon van Gertjnn
Bakker, het kleine kruideniertje van
Westvoort.
Zeg zelf eigeniyk kan een boeren
dochter, wier vader in goeden doen is,
niet huwen met een dorpskruidenier,
al heeft Gertjan Bakker een goed
zaakje.
Zonder dat er met een enkel woord
over gerept is, weten ze, dat dit het
standpunt van Tuininga is. Moeder weet
nog méér. Sjaan is nu ruim twee en
twintig, 't Wordt tyd, dat zy aan den
man komt. Er zyn meer kinderen op de
boerderyGerard, de oudstedan Sjaan
vervolgens Flip en dan Grietje nog.
Zou er nu nooit een fiksche boeren
zoon een oogje op Sjaan geslagen heb-
Restte dus alleen nog de mogelykheid
van besmetting door melk.
Monsters van de melk, die iederen
dag werd thuisbezorgd, werden onder
zocht en hierin werden dezelfde bacillen
gevonden als in het ruggemergsvocht
van het gestorven kind, rundertuberkel
bacillen.
Toen ik dat wist, werd het my te
machtig.
Alles is in ons kleine ordelyke land
geregeld.
Maat dat ieder jaar in ons land een
aantal kinderen sterven of voor huu le
ven zwak en gebrekkig blyven door tu
berculose veroorzaakt door rundertu
berkelbacillen en dat te weinig wordt
gedaan om dat alles te voorkomen, is
toch te erg.
Voor korten tyd verdedigde ik by het
verkrygen van den doctorsgraad de vol
gende stelling:
„Het is in het belang der volksge
zondheid dat de keuring van melkvee
op tuberculose verplichtend wordt ge
steld."
Wie ooit een kind heeft zien sterven
aan tuberculeuse hersenvliesontsteking;
wie ooit het gemartelde door pyn en
angst vertrokken gezichtje zag van
zóó'n arme kleine; wie weet, dat zóó'n
kind niet had hoeven te sterven, als er
maar geen met rundertuberkelbacillen
besmette melk werd gedronken, voelt
zich in opstand komen tegen deze on
volledige wetgeving.
Meer dan thans het geval is, moet de
stryd tegen de witte pest een stryd
worden van het geheele volk.
Het volk moet weigeren langer de
mogelijkheid te aanvaarden, dat de klei
ne moordenaars, die de tuberkelbacillen
zyn, aan huis worden bezorgd en iede
ren dag opnieuw het leven onzer kin
deren bedreigen.
Een kleine advertentie In de rubriek
„Vraag en Aanbod" kost slechts 55 cent
bij vooruitbetaling.
NEDERLANDSCH VRACHTSCHIP
„HERCULES" TOT ZINKEN
GEBRACHT.
Volgens berichten uit New-Yorksche
scheepvaartkringen zijn vier in Britschen
dienst staande schepen door optreden
van den vijand tot zinken gebracht. Het
zijn het Noorsche vrachtschip „Solferi-
no" (2580 ton), het Britsche motorschip
„Derbyshire" (11.660 ton), het Neder-
landsche vrachtschip „Hercules"
(2317 ton) en het Britsche motortank
schip „San Conrado" (7982 ton). Laatst
genoemd schip zou 400 mijlen ten Zuid-
gebracht.
DE HERTOG VAN COBURG IN
NEDERLAND.
Op uitnoodiging van den weermachts
bevelhebber in Nederland, generaal der
vliegers Fr. Christiansen, heeft de pre
sident van het Duitsche Roode Kruis,
generaal der infanterie, NSKK-Ober-
gruppenrührer Hertog Karl Eduard von
Coburg, bezoek gebracht aan het bezette
Nederlandsche gebied. Hij inspecteerde
de inrichtingen en werkzaamheden van
het Duitsche Roode Kruis in lazeretten
van de weermacht en de organisatie op
de stations in verschillende' plaatsen.
Gedurende zijn verblijf te 's Graven-
hage maakte de hertog zijn opwachting
bij den Rijkscommissaris, Rijksminister
Seyss-Inquart, en 's avonds was hij de
gast van den weermachtsbevelhebber en
van den Rijkscommissaris.
VERDACHTE IN UNIFORMENZAAK
BUITEN VERVOLGING GESTELD
Het A.N.P. meldt: De officier van ju
stitie bij de arrondissementsrechtbank te
Almelo deelt mede, dat een der verdach
ten in de z.g. uniformenzaak, door hem
buiten vervolging is gesteld, omdat ge
bleken is, dat hy geen schuld heeft aan
eenig landverraderlijk misdrijf.
De officier vertrouwt, dat door deze
mededeeling de bedoelde volledig zal zyn
gerehabiliteerd.
ben? Tuininga kan zich dat maar niet
begrypen. Ze is toch een flinke meid,
goed uit de kluiten gewassen, kernge
zond en pienter. Niet leelijk ook. Tjonge,
in zyn tyd ging dat toch anders!
Als de boer zóó doorslaat, lacht zyn
vrouw. Och kom, tyd genoeg nog. De
rechte Jozef zal wel komen opdagen,
hoor. En als de boer nu verstandig is,
moet hy geen gekke dingen uithalen.
Van dat „aan elkaar koppelen" komt
gemeeniyk niet veel terecht. Dat weet
Tuininga immers ook wel? Nu moet hy
niet een vryer voor Sjaan gaan zoeken.
Dat loopt falikant uit.
Tuininga moet het in zyn hart toe
stemmen. Hy zal dan ook wel oppas
sen, dat hy geen domme dingen uithaalt.
Maar hy mag toch zeker Albert van
Zanten, daarginds achter Westvoort,
wel vriendelijk bejegenen, als die eens
komt aanloopen? Komt die soms voor
Sjaan? Laat hy het dan gauw zeggen!
Want dat is een schoonzoon naar den
smaak van Tuininga.
Maar niet naar den smaak van
moeder Dirkje. O, zeker, een flinke vent,
hoor. Niets op aan te merken, voor zoo
ver zy weet. Maar een pure ongeloo-
vige. Dat kan den boer niet schelen.
Hy is het zélf ook, hoewel niet onver
schillig. Maar moeder Dirkje hoopt vu
rig, dat Sjaan een geloovig man krygt.
Zooals zy zelf ook gelooft. Er is één
MEN MAG ECHTER NIET AL TE
OPTIMISTISCH ZIJN, VOL-
GENS JOSJIZAWA.
Domei meldt uit Batavia
- Kenkitsji Josjizawa, de leider van de
Japansche economische missie in Neder-
landsch-Indië, heeft gistermiddag een
onderhoud van een half uur gehad met
den heer H. J. van Mok, directeur van
economische zaken. Naar wordt verno
men heeft Josjizawa tydens dit onder
houd in byzonderheden een uiteenzetting
gegeven van het Japansche ontwerp voor
een economische overeenkomst tusschen
de twee landen; de heer Van Mook heeft
een tegenvoorstel gedaan.
Na deze bespreking heeft Josjizawa
aan de journalisten het volgende mede-
geedeeld
„De onderhandelingen
hebben een vlot verloop.
Evenwel mag men niet al
te opt imistisch zyn ten
ten aanzien van het uit-
eindeiyke resultaat van
onze besprekinge n."
Naar verder wordt vernomen, zullen de
heeren Josjizawa en Van Mook in het be
gin van de volgende week elkaar opnieuw
ontmoeten, ten einde de besprekingen
voort te zetten.
„GEEN BEGRIP VOOR JAPANS BE-
DOELINGEN TE BATAVIA."
Het Japansche blad „Tsjoegai Tokio
Sjimboen" wydt een hoofdartikel aan de
houding van Nederlandsch-Indië
ten aanzien van Japan.
„Terwyi Fransch Indochina door het
onlangs afgesloten verdrag zich duideiyk
uitgesproken heeft voor een samengaan
met Japan inzake de Groot-Aziatische
gedachte", zoo schryft het blad onder
meer, „doet Nederlandsch-Indië juist
het tegenovergestelde.
Batavia s c h y n t Japans
ware bedoelingen nog
steeds niet te begrypen.
De verdedigingsmaatrege
len, die Nederlandsch-In
dië treft, wjjzen nog steeds
op een vyandige houding
ten opzichte van Japa n."
Het blad zoekt hierin ook de ver
klaring van het langzame vorderen der
handelsbesprekingen.
„Zoolang er geen grondige verande
ring ontstaat", zoo vervolgt de „Sjoegai
Tokio Sjimboen", „zal er ook geen ver
betering in de betrekkingen tusschen bei
de landen mogelijk zyn."
Het blad besluit zijn beschouwing met
deze opmerking: „wanneer men in Neder-
landsch-Indië zijn houding laat beïnvloe
den door de hoop op een Engelsche over
winning, zal men met een bittere ont
goocheling uit dezen droom rekening
moeten houden."
Wemeldinge. (Vervolg gemeenteraad.)
Voorstel ontslag H. Dekker, als agent
arbeidsbemiddeling met ingang van 1
Mei 1941,
De voorzitter zegt, dat de heer Dek
ker een zeer actief persoon geweest is.
B. en W. stellen voor dit ontslag eervol
te verleenen en hem dank te zeggen
voor de vele werkzaamheden aan deze
betrekking verbonden.
B. en W. stellen voor diens salaris
vanaf 1 Januari 1940 te verhoogen met
f100, hetwelk met algem. stemmen
wordt goedgekeurd.
Bij het punt verordening Vrijwillige
Brandweer zegt de voorzitter, dat deze
practisch geen verandering ondergaat.
In totaal zal deze uit 15 brandweerlie
den bestaan met inbegrip van den
brandraad. De vergoeding die daarvoor
genoten wordt bedraagt f 1 voor het
eerste uur en voorts f 0.50 per uur. De
vergoeding aan den Brandraad bedraagt
f 100. Aangenomen.
Een voorstel tot aanvulling der alge-
meene politie-verordening met bepaling
betreffende het ruimen van sneeuw
komt thans in behandeling.
troost: Sjaan begeert niet anders dan
moeder. Sjaan heeft moeder gevolgd.
Flip ook. Zy gaan geregeld met moeder
naar de kerk van Nedervoort. Dan
heeft Sjaan verleden jaar belydenis des
geloofs afgelegd. Flip zal wel volgen.
Gerard niet. Die houdt het met vader.
En Grietje? Och, die is nog wat jong.
Soms denkt moeder: die houd ik ook
niet
Dè,t is de angel van „Zandhoeve":
Dirkje Laarsma heeft, tegen den zin
van haar ouders, die tenslotte hebben
toegestemd, omdat Dirkje niet anders
wilde, de hand aanvaard van Tuininga,
die niet ééngeestes met haar is. Is het
huweiyk ongelukkig? Dat mag niet ge
zegd worden. Tenminste niet in den ge
wonen zin van het woord. Maar er sla
pen wel twee „gelooven" op het kussen.
Neen, dat is niet juist uitgedrukt. Er is
geloof en ongeloof, onverschilligheid.
Ook niet goed opgemerkt. Tuininga is
een boer van een samengesteld karakter.
Hy is een ongeloovige; hij is toch ook
niet een onverschillige. Zyn vrouw heeft
hy al die jaren de vrye hand gelaten.
Dat heeft hy haar beloofd, toen zy in
het huweiyksbootje stapten. En hoewel
de Laarsma's er weinig vertrouwen in
hadden, heeft Tuininga zyn belofte ge
houden, eeriyk is eeriyk. Geen stroo-
breed legt hy zyn vrouw in den weg.
Zy gaat naar de kerk, hy vindt het best.
De heer Ruissen wenscht tevens een
bepaling opgenomen te zien betreffen
de belemmering van het uitzicht voor
het verkeer door overhangende takken
en struiken.
De voorzitter zegt, dat by hem nim
mer klachten zyn binnen gekomen.
Beide verordeningen worden zonder
hoofdelyke stemming aangenomen.
By hel punt benoeming iid Burgerlyk
Armbestuur in de vacature A. de Graag
werd aanbevolen de heeren Janus Ruis
sen en M. van den Hamer. Gekozen
wordt de heer Janus Ruissen met 6 te
gen 1 stem op M. van den Hamer.
Rondvraag. De heer Slaakweg
vraagt of er wel voldoende de hand
wordt gehouden aan het vuilwerpen in
de sloot aan den achterweg.
De voorzitter acht het wel gewenscht
een bord te plaatsen.
De heer Ruissen vraagt of met het
oog op de slagersverordening op Dins
dagmiddag dit ook van toepassing is op
de kanaalkooplieden.
De voorzitter zegt, dat het B. en W.
ook niet bevredigt. Mocht behoefte be
staan aan opheffing, dan staan B. en
W. er niet afwyzend tegenover. Boven
dien blykt dit ook niet door alle sla
gers te zyn verzocht.
De heer Ruissen vraagt of B. en W.
voldoende aandacht schenken aan de
Oranjeboomstraat. Deze straat ligt erg
ongeiyk. Verder brengt hy in bespre
king, dat by de 100 M. nieuwe Dorps
straat, de onderstraat onder een nieuw
niveau zou worden gebracht.
De voorzitter zegt, beide punten heb
ben de aandacht van B. en W. Zy zul
len de Oranjeboomstraat verbeteren met
steenen die over zyn. Wat de Dorps
straat betreft, de post liet dit niet toe
en was reeds belangryk overschreden.
Wanneer dit jaar de begrooting dit toe
laat zal het gebeuren.
De heer de Jonge vraagt voor de vry-
willige brandweer waterdichte kleeding.
De voorzitter zegt, dat by aanschaf
fing van materiaal ook dit onder het
oog zal worden gezien. Ook verzekering
van het brandweerpersoneel is aange
vraagd voor eventueele ongevallen.
De heer de Jonge vraagt of de B-steun
al uitgekeerd is en of er geen menschen
waren die daarvoor in aanmerking
kwamen.
De voorzitter antwoordt, dat de men
schen veelal werk hadden in het jaar
dat bijna teneinde was, zoodoende had
deze uitkeering niet veel zin.
De heer de Jonge zegt, er stond toch
een post op de begrooting. Het is voor
verscheidene menschen toch 10 weken
winter geweest.
De voorzitter zegt, de menschen had
den ongeveer een heel jaar gewerkt. U
kunt later als lid van de commissie voor
B-steun een beroep doen op den Burge
meester.
Kruiningen. Woensdagavond hield de
Zondagsschoolvereen. „Samuël" haar
jaarvergadering in de consistorie der
Ned. Herv. Kerk, onder leiding van den
voorz. Ds Mortier. Het jaarverslag van
den secr.-penningm. W. de Back meldde
o.a. de moeilijkheden door innundatie
en evacuatie en ook wat het ver
gaderlokaal betreft. De rekening over
1940 werd goedgekeurd. Het batig sal
do was minder dan vorig jaar. Het af
tredend bestuurslid D. Baveco werd by
acclamatie herkozen.
Koudekerke. Toezicht op vuur
tje stoken. Het komt de laatste da
gen voor, dat droge slootkanten en (of)
struiken in brand gestoken worden, zon
der dat de noodige maatregelen tegen
eventueele schade worden getroffen.
Daardoor is het voorgekomen, dat een
brandweerman zich genoodzaakt heeft
gezien een dergelijken brand te blus-
schen, aangezien deze anders ernstige ge
volgen zou hebben gehad.
Ook wordt er niet altyd op gelet, dat
de ontstoken brand voor zonsondergang
volkomen gebluscht moet zijn.
De politie is daarom opgedragen, op
een en ander toezicht te houden. Worden
de noodige voorzieningen niet of onvol
doende getroffen, dan zal het opmaken
van een proces-verbaal niet kunnen uit-
blyven.
Alleen, h y gaat niet. De vier kinderen
zyn gedoopt. Hy is er by geweest. Al
leen heeft hy, als niet gerechtigd, het
„jawoord" niet uitgesproken op de drie
gestelde vragen. De kinderen gaan- mee
naar de kerk. Hy vindt het best. Gerard
heeft tenslotte de kerk vaarwel gezégd.
De boer heeft er geen bezwaar tegen.
En als Grietje temet daar is alle kans
op met vader en Gerard meegaat en
vindt, dat zy het wel zonder God in de
wereld stellen kan, de boer zal er geen
woord van zeggen. Hy is per saldo im
mers net zoo?
Met de Laarsma's is de verhouding
altyd goed geweest. Boer Tuininga is
geen man, om ongenoegen mee te kry-
gen. Maar ze moeten hem zyn gang
laten gaan en niet dwingen, om in dét
opzicht zyn vrouw te volgen, hoe ont-
zaggelyk veel hy ook van haar houdt.
Moeder Dirkje heeft geleerd, dat het
vrywel een drogrede is, om te zeggen:
laat my maar trouwen met een onge
loovige; hy is niet een onverschillige;
ik kryg hem wel mee. Zóó heeft zy ge
sproken, toen vader en moeder hun ern
stige bezwaren opperden tegen de ver
bintenis met Tuininga. Vader Laarsma
heeft het hoofd geschud: neen, Dirkje,
dat is een ingeving, die niet van God af
komstig is; jy hebt het uit te maken,
dat je Tuininga bekeeren zult; in negen
en negentig van de honderd gevallen
Chr. Wykverpleging.
Woensdagmiddag kwam de vereeniging
voor Christelyke Wykverpleging „Het
Groene Kruis", werkzaam in de gemeen
ten Koudekerke, Biggekerke, Meliskerke
en Zoutelande in laatstgenoemde ge
meente in jaarvergadering byeen, onder
voorzitterschap van den heer J. L. Dreg-
mans.
Onder de ingekomen stukken werd ver
meld het besluit van den waarnemend
secretaris-generaal van het departement
van Justitie, waarby de verlengde en ge-
wyzigde statuten zyn goedgekeurd.
In het verslag van den secretaris werd
in herinnering gebracht de wisseling in
de betrekking van wykverpleegster.
Voorts werden eenige woorden gewyd
aan de extra drukke werkzaamheden in
de maand Mei 1940. Gelukkig bleef de
vereeniging voor schokkende gebeurte
nissen gespaard en kon het werk onge
stoord zyn voortgang hebben.
Uit het verslag van den penningmees
ter bleek dat de totale uitgaven bedroe
gen f 2628,13, de ontvangsten f 2474,69,
alzoo een nadeelig saldo van f 153,44.
Dit nadeelig saldo vindt zyn oorzaak in
verschillende kapitaalsuitgaven, gedekt
uit de gewone middelen. Waar deze uit
gaven aanmerkeiyk hooger zyn dan het
saldo, levert de exploitatie als zoodanig
in feite een voordeelig saldo op.
Zuster Koster las het door de vorige
zuster opgemaakte verslag voor. In Kou
dekerke werden afgelegd 842 bezoeken,
in Biggekerke 631, in Zoutelande 1435 en
in Meliskerke 370. Ten behoeve van de
T.B.C.-bestryding werden in totaal 177
bezoeken afgelegd. De consultatiebu-
reaux werden regelmatig bezocht en
steeds komen meer moeders met haar
kinderen.
De aftredende bestuursleden de heeren
J. L. Dregmans, Ds Ph. A. Warrens, L.
Simonse, Ds M. Vreugdenhil en J. Stroo
werden herbenoemd, terwyi in de vaca
ture ontstaan door vertrek van Ds de Ru
benoemd werd Dr Brandenburg te Bigge
kerke.
Besloten 'werd tot aanschaffing van
eenige artikelen, terwyi algemeen het
standpunt ingenomen werd, om hangen
de de huidige onzekere tydsomstandig-
heden geen ingrijpende reorganisatie tot
stand te brengen, maar des noodig deze
te zijner tyd onder hfet oog te zien.
Vrouwenpolder. Loop der bevolking
over April. Ingekomen: W. Wagenaar,
veldarbeider, Zoekweg A 31 uit Veere,
Kruisweg B 61; C. Breel geb. Buijs, zon
der beroep, Gapinge, Bijenweg B 131 uit
St. Laurens, Noordweg A 102C. J. Ver-
sluys wed. A. W. Lijspens, zonder beroep,
Dorp A 73 uit Vlissingen, Coosje Bus-
kenstraat 45 bovenJ. C. Lyspens, on-
derwyzeres, Dorp A 73 uit Vlissingen,
Coosje Buskenstraat 45 bov.
Vertrokken: P. H. Blaas en gezin, me
taaldraaier, Dorp A 18, naar Vlissingen,
v. d. Zwaluwestraat 3; A. Kuiper en ge
zin, machinist, Dorp A 68, naar Vlissin
gen, Meidoornlaan 9; J. de Visser, mole
naarsknecht, Dorp A 128, naar Rotter
dam, Maashaven 3; M. Geschiere geb.
Mesu, zonder beroep, Gapinge B 94 naar
Biggekerke B 5; P. van Sorge, zonder
beroep, Gapinge B 11 naar Middelburg,
Noordweg 81.
Domburg. Gemeenteraad. De
raad dezer gemeente kwam Woensdag
avond in voltallige vergadering bijeen.
Aangezien door de oprichting van de
gewestelijke arbeidsbureaux de gemeen
telijke instelling verdween, werd aan den
plaatselijken arbeidsagent, dhr J. van
der Hage, ervol ontslag verleend wegens
opheffing van zyn betrekking.
Aan dhr J. H. Goossens werd op zijn
verzoek eervol ontslag verleend als amb
tenaar van den Burgerlijken Stand.
Bericht was ontvangen dat voor deze
gemeente ontheffing was verleend tot
het uitvaardigen van een verordening
inzake de bestryding van wandgedierte.
Als lid van de commissie tot wering
van schoolverzuim werd in de vacature
J. de Jonge, benoemd met alg. st. dhr
A. Bosdyk alhier.
Van dhr W. Schrier was een verzoek
ingekomen tot verlagen van zyn aanslag
voor het vergunningsrecht. Waar echter
door adressant thans betaald wordt het
gebeurt zooiets ook nietje ziet wel het
tegenovergestelde, namelyk, dat de an
dere party de ongeloovige volgt.
Die vrees van Laarsma en zyn vrouw
is niet bewaarheid. Ze hebben het mee
gemaakt, dat Dirkje haar eigen weg vol
gen mocht van haar man. En die weg is
voor haar afgebakend. Het is de weg
van strikte gehoorzaamheid aan het
Woord Gods. En Tuininga vindt het
goed.
En tóch al den dag voelt moeder
Dirkje den angel, dien zy zichzelf in
het vleesch heeft gedreven. Willens en
wetens. Tegen de waarschuwingen in.
Want haar huweiyks- en gezinsleven
blyft gedeeld. Het is niet anders. Met
haar man kan zy niet praten over gees-
telyke dingen. Hy is er onverschillig
voor. En hy is ook weer niet onverschil
lig. Hy vindt het goed, dat er aan tafel
gebeden wordt: wie het doen wil ten
minste, het is het stille gebed; hy keurt
het niet af, dat Dirkje uit den Bybel
leest, een gewoonte, die zy van huis
heeft meegebracht en van meetaf, heeft
nagevolgd. Maar als Gerard spottende
blikken werpt, wanneer de anderen stil
zitten te bidden, en een min of meer
hatelyke onverschilligheid aan den dag
legt, als uit Gods Woord wordt gele
zen dan heeft de boer geen enkel
woord van afkeuringhet kan hem niets
schelen.