Vredesvoorwaarden. Dagblad voor de Provincie Zeeland EERSTE BLAD Binnenland WINTERJAS VRIJDAG 11 OCTOBER 1940 55c JAARGANG - No. 10 Interneerlng van Nederlanders. Distributie vaste brandstoffen. De uit den Opbouwdienst ontslagen personen. LANGE VÖ&ST5T&AAT44. GOES Wederopbouw van door oorlogs geweld vernielde of beschadigde woningen. De Nederl. Unie en 't Joodsche vraagstuk. Uitgave: N. V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw" Bureaux Lange Vorststraat 7 0, does Postrekening 444BB Telefoon 2438 bijkantoor Middelburg: La. Boekhandel J. J. F A N O Y, Lange Giststraat 34 en Noordweg 155. Directeur - Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA Abonnefneai»gcIj9 t2& fis? kwsrtssS Weekabonnementen voor Middelbar® Goes en yDüstagen f 0.20 Losse namntec*öftöf AdvertentiSn 30 cent ï»er ««cl Ingezonden tnededeeSnges 69 cost por rsgsl Kleine Advertentlën Dhtsdag» es Vrijdag» f 0.75 b!j voeraltbetalteg Advertentlën onder letter of motto 10 cent extra J BIJ sböiracf Bëlsagrljga Esrflpg Dit nummer bestaat uit twee bladen. In het laatste nummer van „Volk en Vaderland" komt een artikel voor, geti teld „Vredesvoorwaarden". Daarin wordt o.a. gezegd: „Er is één punt, waarin de gedach ten van alle Nederlanders van welke kleur overigens ook elkaar op onver dachte wyze ontmoeten, n.l. het innig verlangen naar den Vrede. En al denken zQ daarbij tevens aan een vrede tusschen de op leven en dood strQden.de groote mogendheden, op den vrede die ons vaderland met Groot- Duitschland zal hebben te sluiten, richt zich toch in de eerste plaats aller aan dacht". En dan wordt betoogd: „Een spoedig einde van alle vijande lijkheden zou aan het totstandkomen van onzen bQzonderen vrede zeker be vorderlijk zQn, doch is daarbij niet on misbaar. Er laat zich zeer wel een eind- regeling met onzen grooten buurman denken, ook nu de eindoverwinning door de As-mogendheden nog niet is be haald. En het is zelfs te wenschen, dat zoo'n regeling spoedig zijn beslag vindt, omdat het voor ons vaderland van over wegend belang is, dat aan den bestaan- den halfslachtigen toestand een einde komt. Nederland is thans bezet gebied; het is niet zelfstandig en ook niet ver overd, zoodat daarbinnen tweeërlei overheid met verdeelde verantwoorde lijkheid regeert. De gevolgen daarvan hebben wij dagelijks voor oogen en zij manen ons met alle krachten op het afsluiten van een eindregeling aan te sturen, waardoor de verantwoordelijk heid weer in één hand wordt gelegd en dietoch eens komen moet." Deze redeneering heeft zonder twijfel veel aantrekkelijks, schrijft het „Nederl. Dagblad" terecht, doch men mag één ding niet voorbijzien en dat is de reali teit. En die realiteit leert: ten eerste, dat, in tegenstelling met Noorwegen, slechts een deel van den Nederland- schen Staat bezet is en niet de geheele Staat, en ten tweede dat, zoolang de vijandelijkheden tusschen de thans oor logvoerende mogendheden voortduren, geen rustig overleg met de andere, niet bezette, deelen van den Nederlandschen Staat mogelijk is, eenvoudig omdat de verbinding ontbreekt. Van een alge- meene, duurzame eindregeling kan daarom niet eerder sprake zijn, dan na dat de zoo even bedoelde vijandelijk heden zyn gestaakt. Zoolang dit nog niet het geval is, zal men slechts kun nen spreken van een voorloopige regeling, laat ons dit hier direct aan toevoegen, kan natuurlijk allerlei reor ganisaties en wijzigingen in de binnen- landsche verhoudingen omvatten, die door de ontwikkeling der gebeurtenis sen noodzakelijk zijn geworden. „Vova" spreekt over den wensch der verantwoordelijkheid in één hand te leg gen, betoogende dat de verantwoorde lijkheid thans verdeeld is. Dit laatste is echter niet juist, want de verant woordelijkheid ligt in één hand, n.l. in die van de bezettingsautoriteit. Deze heeft die verantwoordelijkheid tegelijk met de capitulatie op zich genomen en is er zich ten volle van bewust, gezien de instelling van een burgerlijk Duitsch bezettingsbestuur culmineerende in den Rijkscommissaris. Nu kan men wel zeg gen: ja, maar zoodra wij in optima for ma vrede sluiten, verdwijnt automatisch het bezettingsbestuur, doch dit is volko men in strijd met de realiteit van den oorlog, immers, wij liggen in feite in de gevechtszone (men denke slechts aan de bommen die dagelijks, of liever „nachtelijks" op onze steden en dorpen vallen en thans al in de honderden doo- den hebben geëischt onder onze bevol king ),en daarom kan vóór het einde der vijandelijkheden alleen al uit een zuiver militair oogpunt de bezetting en daarmede ook het bezettingsbestuur met opgeheven worden. Iets anders is of de bezettingsautori teit het noodig oordeelt door middel van delegatie zekere belangrijke func ties van binnenlandsch bestuur aan Ne derlanders op te dragen; dit zou dan echter niet meer zijn dan een Neder- landsch be stuur en niet een sou- v e r e i n e en derhalve uiteindelijk verantwoordelijke Neder landsche r e g e e r i n g. Met dit laatste moet noodzakelijkerwijs gewacht worden tot den vrede. Voor een d e f i - a i t i e v e constitutie moet men waar- 'Jk nog eenigen tijd geduld oefenen! Naar van bevoegde zijde is meegedeeld is het aantal der personen, die bij wijze van vergelding voor de vasthouding en interneering van Duitsche staatsburgers in Nederlandsch-Indië zijn aangehouden om te worden geïnterneerd, welk aan tal aanvankelijk ongeveer honderd be droeg inmiddels tot ongeveer 130 ge stegen. Blijft de Indische regeering bij haar tot nu toe Ingenomen standpunt vol harden, dan is te verwachten, dat zoo niet deze week, dan toch in den loop van de volgende weken nieuwe internee- ringen zullen volgen, waarbij met de mogelijkheid rekening gehouden moet worden, dat men nogmaals honderden personen zal Interneeren. VERBETERING. BQ de publicatie vim de officieele bekendmaking van den Secretaris-Ge neraal van het Departement van Han del, NQverheid en Scheepvaart betref fende de distributie van vaste brand stoffen in ons blad van Woensdag is een fout geslopen, waardoor het laatste gedeelte daarvan, hetwelk betrekking heeft op de aanwijzing der bonnen voor October, ten onrechte den indruk wekt, als zou gedurende die maand uitsluitend turf verkrijgbaar zijn. De bedoelde passage luidt als volgt: gedurende de maand October geven de met 01, 02 en 03 gemerkte bonnen van de „bonkaart distributie vaste brand stoffen haarden, kachels", alsmede de met 01, 02, 03, 04, 05 en 06 gemerkte bonnen van de „bonkaart distributie centrale verwarming", en voorts de met „brandstoffen, een eenheid, le periode"; alsmede de met „cokes, een eenheid, 'eerste periode" gemerkte bonnen elk recht op het koopen van een een heid vaste brandstoffen als boven aangegeven. Verder geven gedurende de maand October de met 04, 05 en 06 gemerkte bonnen van de „bonkaart distributie vaste brandstoffen haarden, kachels" elk recht op het koopen van een een heid turf, als boven aangegeven. Met nadruk wordt er echter de aan dacht op gevestigd, dat deze met 04, 05 en 06 gemerkte bonnen in den loop van het stookseizoen alsnog zullen wor den aangewezen voor het koopen van steenkolen of andere vaste brandstof fen. Men heeft dus de keus om hierop thans turf of later andere brandstof fen te betrekken. LUCHTBESCHERMING. Het studieorgaan N.V.L. is officieel orgaan van de rijksinspectie luchtbe scherming geworden. Het wordt niet meer door de Nederlandsche vereeniging voor luchtbescherming uitgegeven, maar door de N.V. A. W. Sythoff's Uitg. Mij., en draagt een nieuwen naam, n.l. „Pro Cive", met welken naam („Voor den Bur ger") men wil aanduiden, dat het tijd schrift beoogt al die maatregelen te be vorderen, welke dienstig zijn voor de bescherming van de burgerij tegen haar bedreigende gevaren. „DE NEDERLANDSCHE UNIE" BOUWT HAAR ORGANISATIE VERDER UIT. Van de zijde van De Nederlandsche Unie deelt men ons mede: Zooals men weet, heeft De Nederland sche Unie indertijd by den opbouw van haar organisatorisch apparaat, Neder land verdeeld in elf provincies en drie steden: Amsterdam, Rotterdam en 's Gravenhage. Elke provincie of stad kreeg een secretaris tot leider, wien werd opgedragen, in zijn gebied de or ganisatie van de Unie verder uit te bouwen en het contact met de Neder landsche bevolking steeds hechter te maken. Om dezen secretaris in zijn werk bij te staan, werd tegelijk tot de spoedige oprichting van gewestelijke (eventueel stedelijke) raden besloten, waarin alle bevolkings-groepen vertegenwoordigd zouden zijn. De eerste van deze raden, en wel die in Amsterdam, is thans gereed gekomen en Woensdagmiddag geïnstalleerd. Een kleine advertentie in de rubriek „Vraag en Aanbod" kost slechts 75 cent 1 bij vooruitbetaling. VISCHPRIJZEN WORDEN VAST GESTELD. Naar de „Held. Crt." van bevoegde zQde verneemt, zijn voor de meest voor komende vischsoorten vastgestelde, overal geldende maximumprijzen be paald. Van overheidswege zjjn namelijk maatregelen genomen om het opdrijven van de vischprjjzen onmogelijk te ma ken, en zoodoende de visch, die toch al schaarsch is, niet door fancy-pryzen buiten het bereik van het gewone visch- etend publiek te doen vallen. Zoowel voor den visschers als voor den vischventer worden de prjjzen be paald. Naar wordt vernomen, zal de winstmarge voor den venter 10 pet. be dragen. MAXIMUMPRIJZEN VOOR EEN HEIDSRIJWIELBANDEN. De secretaris-generaal, waarn. hoofd van het departement van handel, nijver heid en scheepvaart deelt mede, dat bQ de PrQzenbeschikklng eenheidsrQwiel- banden nr 1, welke gisteren in werking is getreden, maximumprijzen voor een heidsrijwielbanden zijn vastgesteld. Een- heidsrjjwielbuiten- en binnenbanden, wel ke volgens de voorschriften van het rijksbureau voor rubber zQn vervaardigd, zQn te herkennen aan de zwarte respec tievelijk roode kleur en aan een merk be staande uit de letter B, C, H of V. By verkoop aan verbruikers bedragen deze maximum-pryzen, inclusief vracht en omzetbelasting, voor: Tour buitenband 28 X1 y2 f 2. Transport buitenband 28X1% f3.30, 28X13/4_15/8f 3.70, 82X2 f4.25, 26X2 f4.—. Tour binnenband 28 X1% f 0.68. Transport binnenband 28 X1% f 0.87, 28X13^—15/3 f 0 96) 26X2 (ook ballon) f 1.05, 28X2 f 1.12. Voor de maximum-pryzen, die zijn vastgesteld by verkoop aan grossiers en detaillisten, wordt verwezen naar de Ne derlandsche Staatscourant. Voor het monteeren mag ten hoogste een bedrag van f 0.30 per band worden berekend. By gelyktydige montage van een binnen- en buitenband mag 't bedrag van f 0.30 slechts eenmaal in rekening worden gebracht. DE REGELING VAN DE KOST WINNERSVERGOEDING. Zooals bekend, zal in het tijdvak van 915 October 1940 een groot gedeelte van de bij den Opbouwdienst geplaatste per sonen uit dezen dienst worden ontslagen. Met betrekking tot de kostwinnersver goeding is de volgende regeling getroffen. Ten aanzien van alle ontslagenen wordt de kostwinnersvergoeding doorbe taald tot en met 19 October 1940. Mocht blijken, dat de ontslagene er niet in slaagt voor of op 14 October 1940 loongevende arbeid te vinden, dan wordt de kostwinnersvergoeding doorbetaald tot en met 26 October 1940. Wat de onderofficieren betreft die tot de laatstvertrekkende groep behooren, wordt de kostwinnersvergoeding doorbe taald tot en met 26 October 1940. Onder loongevenden arbeid wordt ver staan arbeid, die een geldelijke verdien ste oplevert, ongeveer gelijk aan of hoo- ger dan de inkomsten, die tot grondslag hebben gediend bij het vaststellen van de kostwinnersvergoeding. Na 26 October 1940 mag voor diegenen, die in het tijdvak van 9—15 October wer den ontslagen, geen kostwinnersvergoe ding meer worden uitbetaald. Mocht in bepaalde gevallen toch behoefte aan steun blijven bestaan, dan zal daarin op andere wijze dan door middel van kostwinners vergoeding moeten worden voorzien. KUSTVISSCHERIJ WEER MOGELIJK. Voor een beperkt aantal loggers. Naar het A.N.P. van bevoegde zijde verneemt zal voor een zeer beperkt aan tal loggers toestemming worden verleend tot het uitoefenen van treilervisscherij langs de kust, met Scheveningen als ha ven van uitgang en terugkeer. Bij loting zal worden uitgemaakt, wel ke loggers hiervoor in aanmerking ko men. Evenals voor de overige kustvisscherij is aan deze toestemming de voorwaarde verbonden, dat de schepen bij donker binnen moeten zijn. Ten aanzien van de haringvisscherij kunnen nog geen mededeelingen worden gedaan. SNELSCHEERCREME ZONDER BON. Als vetzuurgehalte minder dan i pet. is. Blijkens een officieele mededeeling is bepaald, dat de snelscheercrême met een vetzuurgehalte van minder dan vier pro cent buiten de distributie valt en der halve zonder afgifte van bonnen mag worden gekocht en afgeleverd. In de toekomst zal, wanneer snel scheercrême van een lager gehalte dan 4 pet. of zonder vetzuur in den handel wordt gebracht, op de verpakking de aan duiding „bonvrij" worden vermeld. Van de nog bij den handel aanwezige oude voorraden, mogen alleen de soorten, welke minder dan 4 pet. vetzuur bevat ten, zonder bon worden afgeleverd. veel meer gevallen van deze regeling gebruik gemaakt zou kunnen worden dan tot dusver geschied is. Het gemeentebestuur is de instantie, tot welke men zich kan wenden, Indien men meent op toepassing van deze voor schotregeling recht te hebben. Van de zyde van het regeeringscommissariaat voor den wederopbouw zullen de gemeen tebesturen de noodige inlichtingen ont vangen. Indien U een vergunning voor een ontvangen heeft, kijkt dan eerst even in DE VOORSCHOTREGELING. Het A.N.P. meldt: Het spreekt vanzelf, dat de regeling en vergoeding van de schade, welke aan woningen tijdens de oorlogsdagen is toe gebracht, veel administratieven arbeid en beslommeringen met zich brengen. Tengevolge hiervan was het niet moge lijk de schade op korten termijn voor alle geheel of gedeeltelijk vernielde perceelen vast te stellen en tot een vergoeding over te gaan. Echter is het dringend noodzakelijk den wederopbouw van verwoeste en het herstel van beschadigde woningen zoo veel mogelyk te bespoedigen. Om nu te voorkomen, dat de herbouw zou moeten wachten op verschillende formaliteiten betreffende de financieele afwikkeling, heeft de regeeringscommis- saris voor den wederopbouw een rege ling getroffen, welke van groot belang is voor de eigenaren van vernielde of beschadigde woningen, die om financi eele redenen nog niet met den herbouw konden beginnen. Via de gemeentebesturen is de moge lijkheid geopend om van het regeerings commissariaat een voorschot te ontvan gen in die gevallen, waarin het betreft woningen met minder dan 450 kub. M. inhoud (bedrijfsruimte niet meegere kend). Dit zullen dus in het algemeen middenstands- en arbeiderswoningen zijn. Voor geheel verwoeste woningen kan de regeeringscommissaris aan de betrok kenen 80 pet. van de verkoopwaarde van het perceel op 9 Mei 1940 als voorschot op de tegemoetkoming in de schade uit- keeren. Voorshands zal het voorschot echter niet hooger kunnen zijn dan 80 pet. van f 10.000 is f 8000. Wanneer men niet ln staat mocht zjjn het overblijvende deel zelf te financieren en geen hulp van derden kan krijgen, kan de regeeringscommissaris het verschil tusschen de kosten van nieuwbouw en het voorschot als hypotheek leenen. Deze hypotheek zal in normale gevallen tegen 4 pet. worden verstrekt, doch indien de financieele toestand van den betrokkene daartoe aanleiding geeft, kan de regee ringscommissaris gemakkelyker voor waarden toestaan. Er zyn maatregelen getroffen om deze voorschotregeling zoo vlot en soepel mo gelyk te doen functionneeren. Natuurlijk moet aan eenige eischen worden voldaan. Zoo moet het te bebouwen pand in over eenstemming zijn met de geldende voor schriften en passen in de eventueel in voorbereiding zijnde stadsplannen. Voorts moet het regeeringscommissa riaat goedkeuring verleenen voor de uit voering in verband met de benoodigde materialen. Is hierover echter overeenstemming bereikt, dan kan de financieele regeling zonder vertraging tot stand komen. In bepaalde gevallen heeft dit sy steem reeds tot goede resultaten geleid. Te Roosendaal, Westdorpe en enkele an dere plaatsen wordt reeds met voor schotten, welke krachtens deze regeling verstrekt zyn, gebouwd. Het is echter aan geen twyfel onderhevig, dat er in EEN OPENHARTIG WOORD. Het driemanschap van de Nederland sche Unie schrijft in „De Unie" het vol gende „openhartige woord" over de Joden in Nederland: „In Nederlandsche ambtelijke functies mogen krachtens verordening geen joden of halfjoden meer worden aangesteld, noch bevorderd. Het is bekend, dat De Nederlandsche Unie vanaf hare oprichting zich op het standpunt heeft geplaatst, dat een rege ling noodzakelijk was voor het vraag stuk der naar Nederland uitgewezen Joden uit andere landen, doch dat eenige verandering in de sinds onheuglijke tij den door het Nederlandsche volk aange nomen houding tegenover de Joden, die sinds geslachten in Nederland wonen en werken, onnoodig en ongewenscht is. Onnoodig, omdat in Nederland de Jo den niet de positie innemen en ook niet de houding aannemen, welke in andere landen het jodenvraagstuk acuut hebben gemaakt. Van overwoekering of van met onzen volksaard strijdige beïnvloeding van het leven van het Nederlandsche volk door hier levende Joden, was en is in het algemeen geen sprake. Ongewenscht, omdat onze Christelijke verdraagzaamheid en rechtvaardigheid ons in onze verhoudingen doen beseffen, dat wij geen hier levende groep om haar afkomst uit onze samenleving mogen stoo- ten of in een hoek onzer samenleving mogen terugdringen. De Nederlandsche Unie stelde haar lid maatschap dan ook open voor allen, die volgens de wet als Nederlanders zijn ge boren en den leeftijd van 18 jaren hebben bereikt. Het hier boven gemaakte onder scheid kwam ook daarin reeds tot uiting. De eerlijkheid, dus ons besef, dat men dit vraagstuk naar zijn Nederlandsche trekken en niet naar elders opgedane er varingen of geldende beginselen moet zien en behandelen, gebiedt ons, thans op te merken, dat wij hopen, dat ook hierin onze opvattingen niet natuur lijk als Unie, maar als volk zullen kunnen worden geëerbiedigd. Wij erkennen, dat het thans bij veror dening bepaalde het jodenprobleem ge matigd aanvat. Toch meenden wij, dit openhartig woord niet achterwege te mo gen laten, daar wij van oordeel zijn, dat de Nederlandsche zienswijze en in lange traditie hier gegroeide verhoudingen op zichzelf de beste waarborgen bieden voor een praktische samenwerking en een werkwijze, welke in ons land behoudens enkele uitzonderingen steeds goed hebben voldaan. De neteligheid van dit vraagstuk, ge zien de verschillen in ervaring en opvat ting in Duitschland en hier, mag voor De Nederlandsche Unie geen reden zijn, niet ronduit hare meening hierover te uiten. Openhartigheid gaat ook hieriy boven al les; juist ter voorkoming van verkeerd begrip der over en weer levende overtui gingen en opvattingen. BURGEMEESTERS. By besluit van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken van 9 October is J. van Scheers, met ingang van 15 October 1940 op zyn verzoek, als burgemeester van de ge meente Alblasserdam, eervol ontslagen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 1