DE ZEEDW Reorganisatie van de Rijkspolitie. TWEEDE BLAD Arnold Inglehurst Huidonzuiverheden, vetwormpjes, pukkels en uitslag Ruilverkeer en Driemogendhedenpact. Keuringsdienst van Waren in het gebied Goes. De samenstelling en organisatie van marechaussee en rijksveldwacht. Minimum en maximum boterprijs. Eensgezindheid. Uit de Provincie De inkrimping van de autobussen. VAN VRIJDAG 4 OCTOBER 1940. Nr. 4. De „Standaard" laat de poli tieke strekking van het verbond der drie mogendheden: Duitschland, Italië en Japan rusten maar aldus dit blad er ligt in dit driehoekspact ook een ele ment besloten, waarover we wel iets wagen te zeggen. We doelen daarmee op de zichtbare strekking aan de grond gedachte van het driehoeksverbond ook economische gevolgen te ver binden. Het is alweer een drietal jaren ge leden, dat Dr Colyn in een redevoering in de Staten-Generaal gewaagde van een opkomend streven naar de vorming van economische eenheden van grooten omvang. Werd de 19e eeuw, althans in haar tweede helft, nog gekenmerkt, door de gedachte, dat onze aarde één groote economische levensruimte vorm de, waarbinnen iedereen zich (tamelijk) vry behoorde te kunnen bewegen, van lieverlede kwamen andere gedachte^ naar voren, gedachten die uitdrukking gaven aan den wensch naar stabieler nationaa 1-economisch evenwicht. Men behoeft in dat verband slechts na men als van List en Wagner te noemen, om deze laatste stelling te bewijzen. Na den ongelukkigen vrede van 1919 kwam dit streven zoo goed als overal tot verdere ontwikkeling, tot ten slotte de afsnoering van het wereldverkeer in de meeste landen leidde tot een staats interventie in het economische leven, die wel onvermijdelijk was, maar tegelijk den Staat voor een taak plaatste, waar voor hij niet berekend was. Mede onder den invloed van dat bewustzijn is de drang naar een corporatief staatsbestel met toenemende kracht op den voor grond gekomen. De herinnering aan de Middeleeuwen riep het gildewezen weer voor de aandacht, terwijl ten onzent ook op de ook nu nog bestaande corpora tieve organisaties: waterschappen en polderbestuur b.v., werd gewezen als voorbeeld voor wat men op economisch gebied zou dienen te doen. Nu zullen we thans niet de vraag be handelen in hoeverre deze gedachten op economisch terrein op zichzelf gezien voor practische verwezenlijking vatbaar zijn, maar wel meenen we te mogen zeggen, dat in zuiver nationaal verband de kans op mislukking veel grooter zal blijken dan die van slagen. En daarmee keeren we terug naar het driemogendhedenpact, dat zich klaar blijkelijk groote economische verbanden voor oogen stelt; gebiedsdeelen die, schoon niet geheel, dan toch grooten- deels op eigen beenen zullen kunnen staan. Het valt niet te ontkennen, dat aan deze gedachte een aanlokkelijke kant zit, althans indien men er op reke nen mag, dat binnen zulk een groote „levensruimte" ook een zoo groot mo gelijke vrijheid van goederenverkeer toegelaten wordt. Wie het meerdere niet krijgen kan, moet wel met het mindere genoegen nemen. Als een vrij of nage noeg vrij ruilverkeer met alle landen onzer aarde niet mogelijk blijkt, dan is het in elk geval reeds een groote voor- Uitgang indien zulks mogelijk werd ge maakt voor de Europeesche landen on der elkaar. We moeten ruimte laten voor de mo gelijkheid, dat we ons hier aan inleg kunde hebben schuldig gemaakt en dat de voornemens op dit gebied minder ver reiken dan we in het bovenstaande aan namen. Mocht dit zoo zijn, d.w.z. zouden de onderscheiden landen op zichzelf aangewezen blijven, met tegelijk het voortbestaan van de worging van het onderling goederenverkeer, dan zal een zuiver landelijk corporatief systeem op economisch terrein voor het kleine Nederland geen baat kunnen brengen. Men kan dit dan bepleiten op FEUILLETON door E. E. GREEN. 3) _o— De ongelukkige loopbaan van zijn zoon is de zwaarste beproeving geweest, die Adam Bearward te dragen heeft ge had. Het heeft hem verbitterd en hard gemaakt. Hij toont dat niet altijd in hooge mate, maar nu en dan treedt het te voorschijn, vooral als de godsdienst het thema van het gesprek is, of de leer der Methodisten in het algemeen. Niets kan hem overtuigen, dat het niet de leer der Methodisten is, die zijn zoon te gronde gericht heeft, en ik heb gehoord, dat hij stelselmatig allen gods- dienstigen invloed van de jongens van daan houdt. Laat ik je echter niet langer ver moeien met mijn gepraat. Het is hoog tijd voor ons, om weg te gaan. We zul ten moeite hebben, om voor het vallen van den avond thuis te zijn; maar we kunnen het wel klaar spelen, want we andere, b.v. op sociale gronden, maar economisch gezien geeft men zich dan over aan jachtvermaak op schim men. Aan het jaarverslag over 1939 van dezen dienst ontleenen wjj: Het Keuringsgebied Goes strekt zich uit over de geheele provincie Zeeland benevens in de provincie Noord-Brabant over een aantal gemeenten: te samen 122 gemeenten met 375427 inwoners. Het personeel bestond op 31 Dec. 1939 uit 13 personen. Het aantal bedrijven, dat onder het toezicht van den keuringsdienst viel en voor heffing krachtens het Heffingsbe- sluit in aanmerking kwam bedroeg 9399. Behalve het normale toezicht op le vensmiddelen en de levensmiddelenbe- drijven nam de keuringsdienst ook de controle van levensmiddelen voor de mi litairen op zich. Het onderzoek naar de watervoorzie ningen der levensmiddelenbedrijven werd voortgezet. Zoo langzamerhand is de mogelijkheid voor het verkrijgen van deugdelijk water door de oprichting van verschillende streekwaterleidingen vrij wel algemeen geschapen, zoodat thans ook de eischen hieromtrent vastgelegd in het Algemeen besluit, kunnen worden gehandhaafd. Wat betreft de hygiënische toestan den bij de bereiding van consumptieijs, hierin valt een zeer groote verbetering te constateeren. Ook dit jaar werden tal van gasver- kenners gekeurd op reukvermogen en cursussen voor opleiding gegeven. Door de keurmeesters werden cursussen ge geven ter opleiding van winkeliers in verband met de vestigingswet, terwijl de directeur als rijksgecommitteerde zijn medewerking aan de te Goes gehouden examens verleende. Het aantal inspecties van bereid-, be waar- en verkoopplaatsen door de keur meesters verricht bedroeg 20483 en wel 7033 inspecties van kruidenierswinkels, 1635 inspecties van broodbakkerijen en bakkerswinkels, 2771 inspecties van melkverkoopersbedrijven en 2959 in specties op markten, veilingen, visch- verkoopgelegenheden enz. In het laboratorium werden 14703 monsters onderzocht, waaronder 10349 monsters melk en 544 monsters melk producten. Naar aanleiding van dit onderzoek of de inspecties door de keurmeesters wer den 56 processen verbaal opgemaakt en 657 waarschuwingen gegeven en 356 partijen buiten consumptie gebracht. Wittebrood, waarvan 458 monsters werden onderzocht, bleek 91 maal te licht te zijn. In vele gevallen bleek de afwijking gering te zijn, zoodat met een waarschuwing kon worden volstaan. Achtmaal werd proces-verbaal opge maakt en 71 waarschuwingen gegeven. Melkbrood werd 204 maal bemonsterd. In 10 monsters was het gewicht aan droge stof te licht, terwijl in 17 mon sters de hoeveelheid gebruikte melk te gering was. 13 waarschuwingen werden gegeven en tweemaal proces-verbaal op gemaakt. In het laboratorium werden 100 mon sters cacao onderzocht. Over het alge meen kon hierop weinig aanmerking worden gemaakt. 15 monsters hadden iets te hoog vochtgehalte, één monster was een weinig schimmelig. Ter plaatse werden 43 partijen afgekeurd wegens schimmelvorming. De 39 onderzochte monsters chocola de en melkchocolade voldeden over het algemeen aan de eischen. In twee mon sters was de hoeveelheid cacao-bestand- deelen te laag. Een monster chocolade hagelslag was bedorven, zoodat de ge heele party vernietigd werd, terwyi één party ranzige chocolade-tabletten, waar in bovendien nog spinsels van insecten zaten, vernietigd werd. Onderzocht werden 598 monsters room- en consumptiefs. Hiervan bevat ten 41 monsters coli bacteriën, in 50 monsters was het aantal bacteriën te boog, van 5 monsters was de composi tie onvoldoende verhit, acht monsters roomys bevatten te laag vetgehalte. Sa charine werd niet aangetroffen. 36 waarschuwingen werden gegeven en 5 processen-verbaal opgemaakt. Op een totaal van 53 monsters had den 4 afkeuringen plaats van roomtof- fees met te weinig boter bereid en van zes monsters honingkoek wegens te wei nig toegevoegde honing. Ter plaatse werden 43 partyen vernietigd. In sommige gevallen was de tinvoe ring van tomatenblikjes sterk aange tast.. Het tingehalte in dergelyke waar was dan steeds te hoog. Een monster puddingpoeder was als zoodanig onvoldoende aangeduid. We gens ondeugdelyken toestand werden 101 partyen in beslag genomen. Wegens toevoeging van water by de melk werden 18 processen-verbaal opge maakt. Twee processen-verbaal werden opgemaakt wegens ontrooming, drie we gens de aanwezigheid van vuil in de melk één wegens het ontbreken van den naam op het voertuig, één wegens 't verkoopen van melk zonder in het bezit te zyn van een vergunning en drie wegens het ont nemen van melk aan het vaatwerk an ders dan door middel van een kraan. 113 monsters karnemelk hadden een lagere vetvrije droogrest dan 7.3 pet. Hiervoor werden 38 waarschuwingen en drie processen verbaal gegeven. Een monster koffieroom had 860000 bacte riën per kubieke centimeter, was zeer bitter en ongenietbaar. Drie monsters hadden iets te laag vetgehalte. Een monster bak- en braadvet bevatte larven, zoodat de geheele voorraad in be slag genomen moest worden. Drie monsters garnalen hadden te hoog boorzuurgehalte. Twee monsters Pilchards waren bedorven. Door de keurmeesters werden ter plaatse 36 par tyen afgekeurd. Het onderzoek naar de middelen voor watervoorziening der verschillende be- dryven waar levensmiddelen werden ver kocht, werd voortgezet. Voornameiyk had dit onderzoek op Walcheren plaats. Er werden 56 monsters welwater en 66 monsters regenwater onderzocht. Af gekeurd werden 54 monsters welwater en 63 monsters regenwater. De betrok kenen werden via het Gemeentebestuur der betreffende gemeente, medegedeeld, dat zy beschikten over een middel van watervoorziening, dat niet voldeed aan de bepalingen van het Algemeen besluit. Praktisch kwam dit hierop neer, dat de betreffende bedrijven zich hadden aan te sluiten aan de waterleiding. Het rijksbureau voor de voedselvoor ziening in oorlogstijd»'fnaakt bekend, dat tot nader order voor de levering van boter aan verbruikers een maximumprijs van fl.85 per kg. en een minimumprijs van f 1.75 per kg. geldt Voor levering van boter op z.g. „toewijzingen" ingevolge de boter- en vetdistributie geldt deze mini mumprijs niet. Nogmaals wordt er uitdrukkelijk op gewezen, dat aflevering van boter aan den consument slechts tegen afgifte van bonnen van de boter- of vetkaart mag ge schieden. Afleveringen van boter aan een be paalde categorie van verbruikers zooals bakkerijen, restaurants, hotels en derge lijke grootverbruikers mogen slechts ge schieden op z.g. toewijzingen. „Men spreekt van eensgezindheid. O, ik ken ze, die zoogenaamde, die gedwon gen, die schadelyke, die verderfelijke eensgezindheid, welke zoo menig onheil aan het Vaderland heeft berokkend. Ik althans hoop my nooit schuldig te ma ken aan de eensgezindheid waardoor men, uit moedeloosheid, wanneer men de overwinning der tegenpartij voorziet, zich gaat scharen onder haar vlag." (Groen v. Prinsterer, Adviezen I, 308) Van bevoegde zyde wordt aan het A. N. P. het volgende meegedeeld: Naar menigeen zal hebben bemerkt, zyn sinds eenigen tyd enkele maatrege len in een stadium van uitvoering geko men, welke liggen op het gebied van re organisatie der politie in Nederland; en kele benoemingen, welke ongetwyfeld in breeden kring aandacht hebben getrok ken, houden hiermede verband, 't Schynt nuttig te zyn over een en ander iets na ders te melden. In de eerste plaats werd, gezien de dringende behoefte aan versterking van de centrale leiding van het departement van justitie over de politie en tevens met het oog op verdere concentratie van be paalde diensten, het reeds lang bestaande plan om aan dat departement een d i - r e c t e u r-g e n e r a a 1 van po litie te verbinden op voorstel van den secretaris-generaal van dat depar tement tot uitvoering gebracht. Tot deze hooge leidende functie is Mr A. Brants, tot dusver procureur-generaal fungeerend directeur van politie te Den Haag, geroepen. Marechaussee voortaan burgerlijk rijkspolitiecorps. Van groot gewicht zyn voorts eenige maatregelen op het gebied van de sa menstelling en de organisatie der politie korpsen. Onder de vraagstukken, welke zich in den nieuwen toestand, waarin ons land zich na de bezetting bevindt, voordeden, was een der eerste welke het lot moest zyn van het wapen der marechaussee, een korps, dat weliswaar bestemd was voor politiedienst, doch militair was georga niseerd en deel uitmaakte van de Neder- landsche landmacht. Geheel in overeenstemming met de houding van het Duitsche militaire ge zag, dat reeds had goedgevonden, dat de marechaussee, haar politie-werkzaamhe- den voortzette, werd door de burgerlijke bezettingsoverheid beslist, dat het korps geheel intact zou worden gelaten en zijn politiediensten zou voortzetten. Slechts werd het wapen gelicht uit het verband der Nederlandsche weermacht en ver kreeg het 't karakter van een burgerlijk rykspolitiekorps, dat niet meer, gelyk vroeger, mede ressorteerde onder het de partement van defensie, doch thans al leen onder het departement van justitie. By deze beslissing bleef het niet. Ge leid door het inzicht, dat in het alge meen in Nederland de politie numeriek te zwak was, zeker voor een land in om standigheden als waarin Nederland was komen te verkeeren, besloot de hoogere S.S.- en politieleider by den Rykscom- missaris voor het bezette Nederlandsche gebied, in nauw overleg met den secreta ris-generaal van het departement van justitie, dat zou worden overgegaan tot een zeer aanmerkelyke versterking van de Nederlandsche ryks- en gemeentepoli tie, waarby de organieke sterkte van de marechaussee zou worden gebracht op 4000, die van de ryksveldwacht op 2200 man. Tevens deed zich hiermede de ge legenheid voor om uitvoering te geven aan den wensch van Duitsche autoritei ten om het beroepspersoneel der ontbon den Nederlandsche weermacht in andere betrekkingen onder te brengen. Gebieden voor marechaussee en rijksveldwacht. Bij deze nieuwe regeling kwam uit den aard der zaak het oude vraagstuk van de dislocatie der beide rijkspolitiekorp sen opnieuw aan de orde. Dit vraagstuk, is thans in beginsel in dezen zin opgelost, dat het grondgebied des rijks verdeeld is in een gedeelte, warin als rijkspolitie uitsluitend marechaussee wordt ingezet, en een gedeelte, dat behoudens in het ge val dat bystand van grooter omvang noodig is, by uitsluiting voor de ryks veldwacht bestemd is. Het marechaus- verdwynen door de huidzuiverende, huidvoedende en huidverfraaiende Purol. Dopje 30, 60 ct. Tube 45 ct. By Apoth. en i Drogisten. hebben den wind in onzen rug." De twee vrienden gingen naar buiten en riepen om hun paarden, die vlug voor werden gebracht door Kaïn en Abel. Kaïn was een knappe donkere jongen, met een open gelaat; met een uitdruk king erop, die op 'n helder verstand wees en tegelyk op een sluimerend ongeduld 1 met zyn omgeving; die hen, die zyn va der gekend hadden, het hoofd deed schudden en éénzelfde lot voorspellen. Abel, hoewel veelgelijkend op zijn broer, was veel blonder en keek eer droomerig dan rusteloos. De broers waren zeer aan elkaar ge hecht, en hoewel de bygeloovigen het hoofd schudden en zeiden, dat het nooit goed kon gaan, als je kinderen zulke namen gaf als Kaïn en Abel, was er tot nog toe niets gebeurd, dat gewicht gaf aan hun voorspellingen. De jongens leefden samen meer dan broederlyk, en werden algemeen geliefd door de reizigers, die altyd bereid wa ren een praatje met hen te maken en hun vragen te beantwoorden. Terwijl het in het „Old Half-way Hou se" een en al drukte was door het haas tige vertrek van sommigen, en het ka mers bespreken voor den nacht van an deren, naderde een eenzame ruiter lang zaam het dorp Marshtdorpe uit zuide- lyke richting. Hij zat op een groot paard, waaraan men zien kon, dat het van een goed ras was. Het zette zyn pooten zoo keu rig en stevig neer en stak nu en dan de ooren op, terwijl het zijn mooi gevorm- den kop omwendde naar een of ander voorwerp aan den kant van den weg, dat door sneeuw bedekt was en daar door niet meer duidelijk te onderschei den was. De ruiter was zoo met sneeuw bedekt, dat het moeilijk zou zijn ook maar eeni ge beschrijving van hem te geven, maar hij zat met zijn hoofd gebogen, en zijn hoed over zijn oogen getrokken, zoodat zijn gezicht niet te zien was. Het eenige, wat iemand terloops had kunnen opmer ken, was, dat hij geen pruik droeg, maar dat zyn eigen haar krullend en goudblond was, de kleur, die men an ders nooit ziet behalve bij een kind. Hij zat op zijn paard met het gemak en de houding van een bekwaam ruiter; maar er was iets in die houding, dat op ontzettende vermoeidheid wees, zoo niet op iets ergers. Nu en dan zwaaide hy in het zadel, alsof hy van zijn paard zou kunnen vallen, en het leidsel hing slap in zijn hand, alsof hij niet langer de kracht had, om het dier den weg aan te geven. Het paard stapte echter geregeld voort en keek van rechts naar links met zijn zachte bruine oogen, als zocht hij naar eenig teeken van menschen of wo ningen. Het leek werkelijk, alsof het dier wist, dat de veiligheid van zijn meester daarvan afhing. De ruiter naderde nu den zuidelijken dijk, die met een rechten hoek afsloeg van den oostelijken dijk, die langs de zee liep en het begin aangaf van een meer bebouwde en ook meer bewoonde streek. De rijweg liep over den dijk; maar er was een ruiter- en voetpad, en daar zag hij rook opstijgen en de om- trekkeh van een paar met sneeuw be dekte woningen. Er waren echter ook huizen te zien aan weerszijden van den grooten weg een eind verderop. Het paard bleef staan, alsof het aan wijzing vroeg van zijn berijder, en deze scheen uit zijn half-bewusteloozen toe stand te ontwaken. Hij ging overeind zitten in het zadel en keek om zich heen. Hij schudde daarop de sneeuw seegebied omvatte Noordwesteiyk en Noordeiyk Friesland, het overgroote deel van Groningen, Drenthe en Over- yssel, den GelSerschen Achterhoek, de Over-Betuwe, het grensgebied naby Arn hem en Nymegen, geheel Limburg, N. Brabant met uitzondering van het N.- Westelyk gedeelte, Oostelijk Zuid-Beve land, de gemeente Vlissingen en Z. Vlaanderen en ten slotte eenige gebieden in het binnenland, t.w. de vier groote steden met hun omstreken. Dit laatste vormt een afwyking van de reeds vroeger tot stand gebrachte dis locatieplannen. Het is gedaan op dezen grond, dat de marechaussee by uitstek geschikt geacht moet worden voor op treden in groot verband ter voorkoming en beteugeling van roerigheden. In onze kere tyden als die welke wy beleven be- hooren verstoring van rust en orde nu eenmaal tot de mogelykheden. Dergelyke verschynselen plegen zich het eerst voor te doen in de groote be volkingscentra en het is ook daar, dat zy het grootste gevaar kunnen opleveren. Het is derhalve raadzaam te zorgen, dat er in de grootste steden steeds een machtsapparaat van beteekenis by de hand is, dat tevens in de omstreken van die steden een meer geregelde surveillan- cetaak kan verrichten. Het ligt daarom in de bedoeling in die groote steden veel grootere eenheden der marechaussee te concentreeren dan tot dusver by ons be kend waren. Uit overeenkomstige overwegingen is tevens besloten de marechaussee ook el ders desnoods ook in het ryksveld- wachtgebied te bestemmen voor het verleenen van eventueel noodigen by- stand van grooten omvang, hetzy in het binnenland, hetzij aan 's lands grenzen. Het aantal divisies wordt gebracht van 4 op 8, de hoofdplaatsen zullen zyn Amsterdam, 's-Gravenhage, Bergen op Zoom, 's-Hertogenbosch, Maastricht, Arnhem, Zwolle en Groningen. Een gemeenschappelijke chef. Het zal duidelijk zijn, dat deze reorga nisatie een groote hoeveelheid arbeid vergt en eenigen tyd zal kosten. Mede ter bevordering van een vlotte afwikke ling van dezen arbeid zyn de beide rijks politiekorpsen geplaatst onder een ge- meenschappelijken chef, den inspecteur generaal der Nederlandsche politie, voor de uitoefening van welke functie kolonel A. W. de Koningh, tot dusver inspecteur der marechaussee, werd aangewezen. Aan den inspecteur-generaal wordt een staf toegevoegd, waarin zoowel de beide rykspolitiekorpsen als de plaatseiyke politie zullen zyn vertegenwoordigd. Zooals reeds gemeld, zal de noodzake- ïyke beperking van het benzinegebruik het noodig maken, de autobusdiensten belangryk in te krimpen. Voor iederen dienst is in overleg met de betrokken eigenaren nagegaan, wel ke waarde zy hebben voor het verkeer. Ook werden besprekingen gevoerd over de vraag, of het wenschelyk is, des Zon dags niet te ryden en het aantal daar mede gespaarde kilometers te gebruiken op werkdagen. Het resultaat dier besprekingen is ge weest, dat op de meeste lijnen de Zon dagsdienst zal worden stopgezet. De beperking der autobusdiensten zal vermoedelyk op 7 October ingaan. Op Walcheren, aldus de P. Z. C., zul len des Zondags geen busdiensten wor den uitgeoefend, terwyl in de week het aantal ritten op de lijnen Middel- burgWestkapelle en Mid del b u r gD o m b u r g van vyf op vier ritten heen en weer wordt terugge bracht, op de lyn Koudekerk e Vlissingen van vier op drie rit ten, terwyl op de lijn Veer eM i d - d e 1 b u r g het aantal van twee ritten gehandhaafd blijft. van den rand van zijn hoed, en wreef die ook uit zijn oogen en van zijn ge zicht. Nu het gezicht te zien was, zou ieder een dadelyk opgemerkt hebben, dat de reiziger ziek was. Die intense bleekheid en die zwarte schaduwen onder de oogen worden nooit anders gezien dan by iemand, die werkelijk ziek is, of erg uit- I geput; een uitputting, die gewoonlijk de voorlooper is van een ziekte. Het was een opvallend knap gezicht, met fijn gevormde trekken, en het droeg het stempel, dat men gewoonlijk in ver band brengt met hooge geboorte. De oogen waren groot en doordrin gend, zelfs nu, terwijl ze toch wat dof stonden door zwakte en vermoeidheid; zij waren van een blauwe kleur, die naar violet overhelde, en er was iets in hun uitdrukking, dat iemand, die eenmaal hun blik ontmoet had, niet na kon la ten er voortdurend aan te denken, be nieuwd, wat daar toch de reden van kon zijn, en toch altijd eenigszins verlan gend, om dien blik nogmaals te ont moeten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5