Dagblad voor de Provincie Zeeland
EERSTE BLAD
Diepere eenheid.
VRIJDAG 20 SEPTEMBER 1940
54e JAARGANG - No. 296
In beslaggenomen ladingen
vrijgelaten
Prof. Dooyeweerd en de
Nationale Unie.
De regeling van den
pachtprijs.
Nog verdere beperking
benzlnegebruik.
Buitenland
De aanvallen op Engeland.
Von Ribbentrop te Rome.
Frankrijk verlangt naar den vrede.
Het Italiaansch weermachtsberlcht.
Uitgave: N. V. Uitgevers - Maatschappij
„Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Goes
Postrekening 44480 Telefoon 2438
Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel
J. J. F A N O Y, Lange ölststraat 34 en
Noordweg 188.
Directeur - Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA
ARfisne0eoi»er{j9 t2M per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelbars
does en VBssïngea f 030
Losse nammeëa I cebO
AdvertentiSn 30 cent per fegsl
ingezonden mededeeüngen 60 cent per regel
Kleine Advertenties Dinsdags en Vrijdags
f 0.75 bi] vooruitbetaling
AdVertentiën onder letter of Sotto
10 cent èxïrS J
BIJ ëbütmi belangrijke körïlng
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Verblijdend in hooge mate is de toe
nadering die te conatateeren valt tus-
schen de Antirevolutionaire party en de
Chr.-Hist. Unie.
Daarvan spreken de groote gecom
bineerde vergaderingen die in verschil
lende deelen van het land werden ge
houden, maar niet minder de gecombi
neerde vergaderingen van piaatselijke
kiesvereenigingen.
Daarvan spreekt ook wat in de pers
organen over en weer geschreven wordt.
Zoo schreef nog dezer dagen de „Ne
derlander" o.m. het volgende:
„Het is verheugend, dat er in de bij
eenkomsten van Anti-Revolutionairen
en Christelijk Historischen van exclusi
visme geen sprake was. Geenszins zat
hier de bedoeling voor zich zelfgenoeg
zaam terug te trekken in de Protes-
tantsch-Christelyke eenheid. Uitdruk
kelijk werd de deur open gehouden voor
een breedere samenwerking met allen,
die ter wille van hun anders geaard
geestelijke leven dezelfde ruimte bin
nen de staatkundige orde begeeren.
Het is nog te vroeg vast te stellen
welke mogelijkheden er voor deze sa
menwerking zijn en er is nog te veel
onzeker om zich van de politieke con
sequenties, waartoe zjj zou kunnen lei
den, zelfs maar een voorstelling te ma
ken, maar 'tfeit zelf is van voldoende
belang om het hier te constateeren".
„Voor ons Christelyk-Historischen
was in het bijzonder ook van belang
hetgeen Dr Coljjn te Scheveningen in
den aanhef van zijn rede zei. Hij merk
te op, dat het nog immer treft, dat
er zoovelen zijn, die een veroordeelend
vonnis uitspreken over het Nederland
van voor Mei 1940. En daarop volgde
blijkens het persverslag dit: „Dat zulks
in de eerst verwarrende weken na 14
Mei het geval was, behoeft geen ver
wondering te wekken. In die eerste da
gen heeft ieder van ons wel eens wat
gedaan, gezegd of geschreven, wat hij
nu niet of althans niet op die wijze
zou hebben gedaan, gezegd of geschre
ven".
Wij hebben dit verstaan en gewaar
deerd. Dr Colijn heeft hiermede in het
openbaar bevestigd wat degenen, die
contact met hem hadden, ook zonder
dat het werd uitgesproken, wel reeds
wisten. Door aldus te spreken heeft hij
van zijn kant de bereidheid getoond
uit den weg te ruimen wat voor zeer
velen uit onzen kring een belemmering
was om zich voluit achter deze samen
werking te stellen. Naarmate men zelf
dieper de teleurstelling van hetgeen zich
rondom den 14den Mei afspeelde heeft
gevoeld en den schok, die dat teweeg ge
bracht, heeft ondergaan, zal het ge
makkelijker vallen de toegestoken hand
te aanvaarden."
Tot zoover de „Nederlander".
Er is een roepen om eenheid dat
betrekkelijk weinig beteekenis heeft om
dat het is een pogen om met verdoeze
ling van de dieper liggende beginselen
een s c h ij n eenheid tot stand te bren
gen. Een vermenging van ijzer en leem.
Maar zoo staat het niet met de A.-R.
partij en de C.-H. Unie.
Er is hier bij alle verscheidenheid een
diepere eenheid, die als het niet tot
samensmelting komt, toch een
hartelijke en voor ons nationale leven
vruchtbare samenwerking moge
lijk maakt.
Bij het uitbreken van den oorlog hier
te lande zijn door de Duitsche autoritei
ten een aantal schepen, die zich op weg
naar Nederlandsche havens bevonden,
aangehouden en naar Duitsche havens
opgebracht.
De commissie voor aangehouden la
ding („Coval") heeft de verdediging
van de belangen van ladingseigenaren
op zich genomen. De waarde der be
trokken goederen bedroeg circa
f 1.500.000. Na een reeks besprekingen
met het Prisenhof te Hamburg en an
dere Duitsche instanties is vrijgave toe
gestaan van het meerendeel dezer goe
deren, waarvan verschillende zendin
gen inmiddels hier te lande zyn aange
komen.
In de pers circuleerde een bericht, dat
Prof. Dooyeweerd aanwezig zou zijn ge
weest op een vergadering der Nationale
Unie.
Om alle misverstand weg te nemen,
schrjjft thans Prof. D. in de „Stan
daard":
Inderdaad ben ik aanwezig geweest by
een vertrouwelijke samenspreking door
het bestuur van de Nationale Unie met
enkele personen van verschillende rich
ting belegd. De bedoeling hiervan was
het program der Unie aan de verschil
lende standpunten te toetsen en zoo mo
gelijk medewerking te verkrijgen voor
een gezamenlijke poging invloed ten goe
de op de „Nederlandsche Unie" uit te
oefenen. Dit was niet de latere vergade
ring, waarvan in de pers werd melding
gemaakt en waar ik niet tegenwoordig
was.
Ik kwam by de vertrouwelijke samen
spreking uiteraard niet op eigen initia
tief, maar op verzoek van het bestuur
der Nationale Unie en heb, geljjk ook de
bedoeling was, van deze gelegenheid ge
bruik gemaakt om het anti-revolutionai
re standpunt zoo helder mogelyk in de
zen kring' uiteen te zetten.
Hierop is nog gevolgd een tweede sa
menspreking met enkele heeren der Na
tionale Unie te mijnen huize, waarbij ik
den indruk kreeg van een streven mjjn
standpunt in serieuze overweging te ne
men.
Ik heb intusschen een en ander maal
mijn bezwaren tegen program en metho
de der Unie duidelijk naar voren ge
bracht.
Van een toetreding tot de Unie is mij
nerzijds dan ook geen sprake geweest.
Prof. Dr H. DOOYEWEERD
Aanvraagformulieren voor de verkla
ring van geen bezwaar".
Ter voorkoming van opdrijving van
den pachtprijs is op 17 Augustus het
Pachtprysopdrijvingsbesluit 1940 afge
kondigd.
Krachtens dit besluit is het o.m. ver
boden, een pachtovereenkomst te slui
ten, indien de bedongen pachtprijs hoo-
ger is dan die, welke voor het verpach
te op 1 September 1939 gold. Uitzonde
ring op dezen regel is slechts voor bij
zondere gevallen mogelyk, indien de se
cretaris-generaal van het departement
van landbouw en visschery, in overeen
stemming met het bevoegde pachtbureau
een verklaring heeft afgegeven, dat er
bij hem tegen de verhooging geen be
zwaar bestaat. In de Staatscourant van
gisteren is opgenomen een besluit van
den secretaris-generaall van landbouw
en visscherij, waarin bepaald wordt, dat
een verpachter, die een zoodanige ver
klaring van geen bezwaar wenscht, zich
schriftelijk rechtstreeks tot het bevoeg
de pachtbureau moet wenden.
Het verzoek moet gedaan worden op
een speciaal aanvraagformulier, dat by
het pachtbureau verkrijgbaar is.
GELDENDE PERIODE MET EEN
WEEK VERLENGD.
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart, in overleg
met den secretaris-generaal, waarne
mend hoofd van het departement van
Waterstaat, maakt bekend:
De huidige benzinesituatie in ons land
maakt een nog verdere beperking nood
zakelijk.
Niet alleen zal deze beperking gevon
den moeten worden in een verminderde
toewijzing voor de Octoberperiode, doch
ook zal het voor iederen benzineverbrui
ker noodzakelijk zijn zichzelf, daar waar
mogelijk, uit eigen beweging beperking
in het verbruik van benzine op te leggen.
Het is de plicht van iederen staatsbur
ger, dat hij zooveel mogelijk bijdraagt
tot het in stand houden van het economi
sche leven. Men zal zich dus keer op keer
weer hebben af te vragen vóór men met
zijn auto rijdt: „Is het wel dringend
noodzakelijk, dat ik dit doe?"
Van overheidswege moeten in dit ver
band tevens de volgende maatregelen ge
nomen worden:
Het bij beschikking van 14 Aug. 1940
aangewezen tijdvak van 1 tot en met 30
Sept. 1940, zijnde de derde motorbrand
stof-distributieperiode, wordt verlengd
tot en met 6 Oct. a.s.
Als vierde distributieperiode wordt
niettemin aangewezen het tijdvak van 1
tot en met 31 October 1940.
Als gevolg hiervan zullen wederver-
koopers van 1 tot en met 6 October a.s.
zoowel de thans geldende coupons met
groenen opdruk op grijzen ondergrond,
welke bevestigd zjjn aan de op grjjzen on
dergrond gedrukte vergunning, o.m.
voorzien van het groene cyfer 3, mogen
accepteeren als de voor October ontwor
pen coupons met gelen opdruk op licht-
grijzen ondergrond, bevestigd aan een op
lichtgrijzen ondergrond gedrukte ver
gunning, waarop o.m. in gele kleur het
cijfer 4 voorkomt.
Speciale aandacht van wederverkoo-
pers wordt nog gevraagd voor den thans
verschoven datum van laatste inzending
aan leveranciers van opplakvellen met
coupons. In tegenstelling met de laatste
alinea van een schrijven d.d. 16 dezer,
hetwelk aan wederverkoopers uitgegaan
is onder het hoofd „motorbrandstofbe
schikking 1940 Nr 1", wordt de uiterste
datum, waarop September-coupons nog
aan leveranciers ter aanvulling van den
voorraad mogen worden ingezonden, be
paald op 7 October a.s.
DUITSCH WEERMACHTBERICHT.
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht maakt bekend:
Het luchtwapen viel ook Woensdag,
trots de ongunstige weersgesteldheid,
verscheiden doelen van militair belang
in de omgeving van Londen aan.
De dok- en haveninstallaties te Tilbu
ry, de staatswerf te Chatham en de
groote olieopslagplaatsen van Port Vic
toria werden met succes gebombardeerd.
Verscheiden olietanks en een tankboot
gingen in vlammen op.
Des nachts werden de vergeldings-
tochten tegen Londen ln versterkten
omvang voortgezet. Vooral werden de
Silverton- en Royal Albert-docks, als
mede andere belangrijke doelen door
talryke bommen van het zwaarste kali'»
ber getroffen. In vele wijken van Londen
ontstonden groote branden.
Ook in andere deelen van Engeland
werden militaire doelen, zooals de ha
veninstallaties te Liverpool, de
chemische fabrieken te Billingham,
de Tynedocks te Newcastle, als
mede vliegvelden in Midden-Enge-
land met succes aangevallen. Het leg
gen van mynen in de Zuid-Engelsche ha
vens werd voortgezet.
Vijandelijke vliegtuigen wierpen in
Noord-Frankrijk en België op
verscheiden plaatsen bommen, zonder
noemenswaardige schade aan militaire
doelen aan te richten. Een aantal bur- i
gers werd gedood.
In den nacht van 18 op 19 September
werden in West-Duitschland binnenvlie
gende Britsche vliegtuigen door het
Duitsche luchtafweergeschut tot omkee-
ren gedwongen. Zy wierpen hun bom
men op niet-militaire doelen en vielen
daarbij het ziekenhuis van Bethel aan.
Drie ziekenhuizen werden vernield,
hoewel zij door het Roode Kruis duide
lijk als zoodanig gekenmerkt waren.
Hierbij werden negen kinderen gedood
en twaalf gewond.
De Woensdag door den vijand geleden
totale verliezen bedragen 38 vliegtui
gen. 13 eigen vliegtuigen worden ver
mist.
In weerwil van het feit, dat het weer
een krachtige hindernis vormde, heeft
de Duitsche luchtmacht, naar D.N.B.
verneemt, haar aanvallen op militaire
en strategische doelen in Londen giste
ren voortgezet.
In goedingelichte Duitsche kringen
te Berlijn verneemt United Press, dat
militaire doelen te Londen, Billingham,
Newcastle en Liverpool zijn gebombar
deerd. Tot dusverre zouden daarbij 35
Britsche vliegtuigen neergeschoten zijn,
terwijl het eigen luchtwapen 13 machi
nes verloren heeft.
Bij de des nachts ondernomen ver-
geldingsaanvallen op de Britsche hoofd
stad, kon men met zekerheid naast de
vele oude branden, die nog in het ge-
heele stadsgebied woeden, een toene
ming van nieuwe brandhaarden waar
nemen. Opmerkelyk was, dat ditmaal
rondom de stad weer zoeklichten aan
flitsten, die den laatsten tijd geheel ver
dwenen waren.
Vermoedelijk houdt dit verband met
het feit, dat op 16 en 17 September
meer dan 200 versperringsballons rond
om Londen losgeslagen zijn. Zoeklichten
noch versperringsballons kunnen de
Duitsche luchtmacht beletten, haar ver-
geldingsvluchten tegen strategische doe
len in het centrum der stad te onder
nemen.
Woensdagnacht ls ook een nieuwe
aanval gedaan op Liverpool, waarvan
de Engelschen hoopten, dat het de ha
ven van Londen gedeeltelijk zou kunnen
vervangen. Daar hebben de opslag
plaatsen van grondstoffen, thans de
grootste van Engeland, zeer te lijden ge
had.
Volgens U. P. gelooft men te Londen,
dat de Duitsche vliegers een nieuwe
aanvalsmethode bezigen. Tijdens bet
werpen der bommen zag men n.l. licht
schijnsels, die niet van de gewone bom
men en ook niet van het afweergeschut
konden zijn. Ook waren tydens de ont
ploffingen geen vliegtuigen te hooren of
te zien.
Volgens deskundigen is er geen spra
ke geweest van vèrdragend geschut. Zy
zyn van meening, dat de Duitsche vlie
gers waarschijnlijk een nieuw soort
bommen gebruiken.
DE SITUATIE TE LONDEN
De Londensche correspondent van de
„Ya", aldus meldt D.N.B. uit Madrid,
die eenigen tijd buiten Londen is ge
weest, deelt mede, dat hy de hoofdstad
zeer veranderd heeft teruggevonden.
Alle bewoners zyn in de ban van de ver
schrikkingen der laatste weken. Het
verkeer is volkomen in wanorde ge
raakt. Het is geen uitzondering, wan
neer arbeiders twee of drie uur te laat
op hun werk komen. In de arbeiderswij
ken hebben vele menschen geen ander
onderdak meer dan de schuilplaatsen.
Gisteren hebben de sirenes te Londen
practisch den geheelen dag geloeid,
meldt de Londensche correspondent van
Stockholm* Tidningen. Geweldige ge
vechten hebben zich boven de Theems
afgespeeld. Het Duitsche luchtwapen
heeft steeds weer opnieuw in sterke for
maties aangevallen. Vooral waren er veel
jachtvliegtuigen waar te nemen.
Ook de Londensche correspondent van
het Madrilleensche blad A. B. C. schrijft,
dat de Duitsche bommenwerpers zich
geen rust schijnen te gunnen.
De correspondent meldt vervolgens,
dat er om de andere straat van de Lon
densche City puin ligt. Wie Londen vroe
ger gekend heeft en het thans terug ziet,
zou het nauwelijks herkennen.
Volgens Aftonbladet is Donderdag in
Engeland het parool uitgegeven, het roo-
ken van sigaretten, sigaren en pijpen op
straat na te laten. Dit wordt gemoti
veerd met het brand- en ontploffingsge
vaar als gevolg van vernielde gasbuizen.
DE BRITSCHE BOMAANVAL OP DE
INRICHTING BETHEL BIJ BIELE
FELD.
Het D.N.B. meldt uit Berlijn:
Omtrent den bomaanval op de inrich
ting Bethel bij Bielefeld, die in de ge-
heele wereld als „stad der barmhartig
heid" bekend staat, vernemen wij de vol
gende bijzonderheden.
Gisternacht vloog een vijandelijk
vliegtuig over het gebied van de inrich
ting Bethel en wierp achtereenvolgens 8
brisantbommen uit, deels van vrij zwaar
kaliber. De eerste bom trof den grooten
winkel van de inrichting en richtte aan
zienlijke materieele schade aan. Daarbij
werden drie personen gekwetst.
De tweede bom trof de verpleeginrich
ting voor zwakzinnige en epileptische
kinderen „Klein Bethel" en sprong op
de eerste verdieping. Daardoor werd een
slaapzaal met vijftien kinderen in den
leeftijd van negen tot achttien jaar ge
troffen en totaal verwoest. Vijf vrouwe
lijke verpleegden waren terstond dood.
De anderen waren allen deels zwaar,
deels lichter gewond. Twee andere pa
tiënten gaven na hun overbrenging naar
het ziekenhuis den geest. Voorts verkee-
ren er nog twee in levensgevaar.
De derde bom viel omstreeks tien me
ter van bovengenoemde verpleeginrich
ting in den tuin en ontplofte daar. De
scherven richtten schade aan het gebouw
aan, en aan de eveneens omstreeks op
tien meter afstand gelegen verpleegin
richting Siloah. Hier werden twee vol
wassen vrouwelijke patiënten gedood en
een verpleegster zwaar gewond. De vier
de bom richtte slechts schade aan door
scherven.
De vyfde bom viel op het kerkhof van
Bethel en vernielde een groot aantal
graven. Door de overige bommen werd
slechts schade aan muren en ramen aan
gericht. Een deel van den inboedel werd
vernield.
De Duitsche pers publiceert veront
waardigde artikelen over den Britschen
aanslag op de alom bekende inrichtingen
van ds Bodelschwingh by Bielefeld in
Westfalen.
De Duitsche Minister van Buitenland-
sche Zaken Von Ribbentrop heeft giste
ren! een onderhoud met Mussolini gehad.
Het werd in het bijzijn van den Italiaan-
schen minister van Buitenlandsche Za
ken, graaf Ciano, den Duitschen ambas
sadeur te Rome, Mackensen, en den Ita-
liaanschen ambassadeur te Berlijn, Al-
fieri, gevoerd. Deze eerste bespreking
heeft ruim twee uur geduurd.
Na afloop werd een officiëel communi
qué gepubliceerd, hetwelk zegt, dat het
onderhoud een hartelijk karakter droeg.
In politieke kringen wordt nog verno
men, aldus D. N. B., dat de bespreking
van den Duce met Von Ribbentrop in een
atmosfeer van bijzondere hartelijkheid
gevoerd is. De groote problemen, waar
om het thans gaat, zoo verklaart men,
zijn aan een uitvoerige en diepgaande be
spreking onderworpen.
Ook is de groote voldoening over den
militairen toestand tot uiting gekomen.
De besprekingen met den Duce, zoo
betoogt men verder, worden gevoerd op
het oogenblik, dat Duitschland en Italië
tot den grooten aanval tegen Engeland
zijn overgegaan. Terwijl Duitschland het
hart van het Britsche wereldrijk in Euro
pa aanvalt, marcheert Italië tegen de
sleutelstelling va» het Er.gelech§ kolo
niale rijk in Afrika op, opdat eindelijk
de weg vrij wordt voor de nieuwe orde,
waarvoor de As-mogendhaden strijden.
NAAR DE VEROVERING VAN
GIBRALTAR?
Evenals te Berlijn wordt ook te Rome
van offioiëele zijde de grootste reserve
over het doel van Von Ribbentrop's be
zoek in acht genomen. Niettemin wijzen
waarnemers te Rome er op, dat derge
lijke gedachtenwisselingen in het verle
den steeds belangrijke gevolgen hadden,
In welingelichte kringen van de Itali-
aansche hoofdstad wordt de mogelijk
heid geopperd, dat de as-mogendheden
plannen maken voor de verovering van
een ander bolwerk van het Brltsohe rijk,
nX Gibraltar.
De reis van den Duitschen minister van
Buitenlandsche Zaken, die onmiddellijk
volgt op het onderhoud van Hitler met
Serrano Suner, den Spaanschen minister
van Binnenl. Zaken, zou volgens de
meening van politieke kringen te Rome
ten doel kunnen hebben, het plan voor
een nauwere samenwerking tusschen de
as-mogendheden en Spanje te verwezen
lijken. Het feit, dat Suner zich tegenover
de Duitsche journalisten zoo openhartig
over den eisch tot teruggave van het
Spaansch gebied in Europa heeft uitge
laten, wordt te Rome als zeer belang
rijk gekenmerkt.
In andere kringen, waar men zich
voorzichtiger uitdrukt, is men van mee
ning, dat zelfs in geval Spanje niet daad
werkelijk aan den oorlog zou deelnemen,
de regeering van Franco er waarschijn
lijk in toegestemd heeft de asmogend-
heden met onderzeeboot- en vliegtuig
bases te helpen.
„Frankrijk verlangt naar den vrede,
naar het einde van den oorlog, doch het
zal zyn by het wapenstilstandsverdrag
aangegane verplichtingen loyaal nako
men. Frankrijk heeft geen mogelijkheden
om het initiatief tot het verkrijgen van
dien vrede te nemen. Het moet alle
krachten, die het land nog resten, thans
ten nutte maken voor het behoud van
zyn rijk en iedere poging tot het verwek
ken van opstanden in zyn koloniën ener
giek bestrijden."
Deze woorden, aldus United Press,
sprak de Fransche minister van Buiten
landsche Zaken Baudoin, in de Ameri-
kaansche club te Vichy, waar hy een
rede hield voor Amerikaansche journa
listen.
En de minister voegde daaraan toe:
„Wat de buitenlandsche politiek betreft,
zyn er voor ons weinig mogelijkheden
om het initiatief te nemen. Slechts in
zake de vraagstukken die ons imperium
betreffen, laat het wapenstilstandsver
drag ons bewegingsvrijheid. Het onder
handelen over vraagstukken ,het empire
betreffende, wordt door ons niet afge
wezen.
Daarvan hebben we reeds het bewijs
geleverd.
Wij onderhandelen echter altijd op de
principiëele voorwaarde, dat de eenheid
van zyn ryk en koloniën en Frankryks
souvereiniteit gerespecteerd worden."
Het 104de Italiaansche weermachts-
bericht meldt:
Eenheden van de vijandelijke marine
hebben langs de kust tusschen Bardia en
Sidi el Barrani een actie tegen onze troe
pen ondernomen. Onze luchtmacht kwam
tusschenbeide, bombardeerde den vyand