Hevige Duitsche luchtaanvallen op Londen. Velleden, heden en toekomst. Dagblad voor de Provincie Zeeland B1Jc0„tr,c,s.„8e(„s<Mf,wï EERSTE BLAD Binnenland MAANDAG 9 SEPTEMBER 1940 54e JAARGANG - No. 286 Dubbel broodrantsoen voor aardappel- en bietenrooiers. De distributie van petroleum. bij uitvoer van eieren Restituties afgeschaft. De Nederlandsche ambulance uit Finland terug. Zware branden zijn ontstaan. - Een taaie en verbeten verdediging. Zondag buitenwijken van Londen bestookt. Uitgave: N. V. Uitgevers - Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw" Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Qocs Postrekening 44458 Telefoon 2438 Bijkantoor Middelburg: Fa. Bockhandel J. J. F A N O Y, Lange Giststraat 34 en Noordweg 185. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA Abonnementsprijs f2.00 per Scwarteaj Weekabonnementen voor Middelburg Goes en Vlisslngen f 0.20 Losse nummers 5 cent Advertentiën 30 cent per regel Ingezonden mededcefmgen 50 cent per regel Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f0.75 bij vooruitbetaling Advertentiën onder letter of motto 10 cent extra Dit nummer bestaat uit twee bladen. EEN REDE VAN DR H. COLIJN. Zaterdag is in het Kurhaus te Sche- veningen een vergadering gehouden, uit gaande van de A.-R. en C.-H. Kies verenigingen, waarin de heeren Prof. Slotemaker de Bruïne en Dr H. Coiyn het woord voerden. De belangstelling was zoo groot, dat de groote zaal tweemaal tot in alle hoeken gevuld was. De rede van Dr Coljjn, waarvan wij hier een verslag laten volgen, bewoog zich om drie punten: Nederland in het verleden, in het heden en in de toekomst. Wat het eerste punt aangaat, treft nog immer, dat er zoovelen zijn, die een veroordeelend vonnis uitspreken over het Nederland van voor 9 Mei 1940. Dat zulks in de eerste verwarrende weken na 14 Mei het geval was, behoeft geen verwondering te wekken. In die eerste dagen heeft ieder van ons wel eens wat gedaan, gezegd of geschreven, wat hij nu niet of althans niet op die wijze zou hebben gedaan, gezegd of geschreven. Maar dat de veroordeeling van het Nederlandsche verleden, cultu reel, sociaal, zelfs wat het geestelijke leven betreft, aanhoudt, dat verwon dert wel. Spr. blijft nog altijd van oordeel en hij zet dat nader uiteen, dat ons land onder de volken van Europa met eere mocht worden genoemd, al is hij geens zins blind voor de gebreken, die in ons staatsbestel zich hebben geopenbaard en waartegen spr. reeds twintig jaar geleden zijn stem heeft verheven. Men behoeft zich niet onnoodig te beroemen op wat wij èn in Europa èn in Azië beteekenden om vol te houden, dat er geen grond is voor een veroor deeling van het verleden op de wijze als veelal geschiedt. Wat den toestand van Nederland in het heden aangaat, waarmede spr. be doelt den tijd waarin het land door den overwinnaar bezet is, deze wordt ge kenmerkt door een roep van alle kan ten om hervorming, om herstel, om ver nieuwing. Uit welken hoek deze vernieu wingsdrang ook komt, in één opzicht is hij vrijwel gelijk, n.l. in zijn afkeer van degenen, die vroeger het land heb ben bestuurd. Het merkwaardige daarbij is verder, dat de vernieuwers in Nederland waar schijnlijk onder elkaar niet minder ver deeld zijn dan de oude politieke partij en waren. Wat spr. betreft, hij zou buiten gewoon verblijd zijn, wanneer wij op het gebied van sociale wetgeving, woning bouw, volksgezondheid, onderwijs, gees tesvrijheid, zullen kunnen houden, wat wij hadden. En indien degenen, die na °ns komen, ons koloniaal bewind in de toekomst op even voortreffelijke wijze zullen voeren als in het verleden het geval was. Alleen ons staatsbestel zal, ook als wij volledige onafhankelijkheid verkrij- gen, op de helling moeten. He politieke wilsvorming in Neder- and werkt te langzaam, de daadkracht t vaak te wenschen over. Gedurende en bezettingstijd kan men zich echter rmt cjiZlg Ilouden met hervormingen in "os staatswezen. Dat zal tot later moet- «n wachten. Ook het feit, dat de be ttende overheid uit den aard der zaak ae bestuursmacht; niet uit handen kan en> draagt er toe by, dat de roep om vernieuwing in het heden moeilijk in daden kan worden omgezet, behalve dan in de ethische sfeer. Immers, daden, die ingrijpen in het staatkundig en maatschappelijk leven, kunnen alleen worden verricht door hem, die bestuursmacht bezit. Velen hebben daarop nog niet een juisten kijk. Men meent, dat men wat moet doen, vooral om gevaren, die men ducht te keeren. Uit zulk een onbestemde vrees voor toe komstige gevaren is De Nederlandsche Unie geboren. De heer Coljjn wilde niet meer in den breede uitweiden over de eerste poging om tot zulk een Unie te geraken. Hy heeft dat elders voldoende duideiyk uit eengezet. Maar zeker ls het, dat de tweede Ned. Unie een soort schuil kelder geworden is voor hen, die be vreesd zyn voor de groep, die door den heer Mussert wordt geleid. Spr. acht zich verplicht nogmaals uit een te zetten, waarom zyn geestverwan ten zich met den opzet der tweede Ned. Unie niet kunnen vereenigen. Aan de eerste Ned. Unie heeft hy krachtig medegewerkt, omdat daar uitgegaan werd van de saambinding van de krach ten, stroomingen, organisaties, die in het Nederlandsche volk werkzaam wa ren, terwijl de tweede Ned. Unie zeer duidelyk zich richt op verdwyning van het bestaande en de vorming van een heidsinstituten, waarin het geheele Ne derlandsche volksleven behoort te wor den opgesloten. Dit brengt natuurlyk mee, dat de diepere levensovertuiging geen invloed meer hebben kan op de staatkundige en sociale wilsvorming. Op zichzelf erkent spr. de wenschelijk- heid van een algemeene uiting van den geest des volks voor zoover deze niet met het Nederlandsche extremisme meegaat. En dat is stellig 85 90 pro cent van het volk. Maar dat kan alleen slagen, wanneer men rekening houdt met de gecompliceerde geestelyke struc tuur van het Nederlandsche volk. Op dat doel had de eerste Ned. Unie zich ingesteld en daarmede houdt de tweede Nederl. Unie geen rekening. Ook zij propageert de eenheidsinstituten in staat en maatschappy en wyst de saam bundeling van de bestaande organisa ties af. Nu leide men uit het feit, dat een al gemeene volksbeweging niet naar buiten is kunnen optreden niet af, dat men in het heden met de armen gekruist, rustig moet blyven neerzitten. Dat doen wy ook niet. De Ned. Unie houdt vergaderingen en tracht het publiek voor haar inzich ten te winnen; hetzelfde doen de pro- testantsche christenen. En bovendien valt er een ontzagiyke hoeveelheid practisch werk te doen, waar ieder op zyn wyze aan kan mee werken, zoodat men waarlyk niet be vreesd behoeft te zyn, dat men in het heden tot ledigheid zal zijn gedoemd, al is er het een en ander, dat men gedu rende den bezettingstyd rustig moet laten liggen. Wat de toekomst aangaat, zal onze positie by het sluiten van den vrede worden geregeld. Hoe die vrede tot stand zal komen, hoe de vredes verdragen er zullen uitzien, niemand die het zeggen kan. Toch zyn wy niet geheel zonder aanwijzingen over de toe komst. Spreker herinnert aan de redevoe ringen van den Rijkscommissaris dd. 29 Mei en 27 Juli, waaruit blijkt, dat door de bezettende macht niet gevorderd zal worden, dat wij ons eigen Nederlandsche karakter zullen verloochenen en dat wy by onze politieke wilsvorming zelf den weg zullen kunnen bepalen, dien wy begeeren te volgen. Ongetwyfeld zyn deze uitlatingen van beteekenis. Maar aan den anderen kant zullen wy ook goed doen die beteekenis niet te overschatten in dien zin, dat wy alle toestanden en verhoudingen na den vre de zullen zien terugkeeren, zooals ze waren voor den lOen Hei. Het zal noodig zyn, dat wy met beide voeten op den grond blyven staan en een open oog hebben voor de verande ringen, die op het continent van Europa reeds ingetreden zyn of nog intreden zullen. Wat het eerste betreft, denkt spr. aan de dezer dagen gegeven scheids- rechtelijke uitspraak te Weenen over de verdeeling van Zevenburgen. En al weten wy niet, wat de toekomst voor de vyf reeds veroverde landen van West-Europa brengen zal, men zal toch verstandig doen met de gedachte te aanvaarden, dat nu Frankryk als groo te mogendheid weggevallen is, de Duit- sche stem op het vaste land van Europa de sterkste worden zal. Spr. kan evenmin als iemand anders, den sluier, die de toekomst bedekt, weg- 1 nemen. Maar die baart hem niet de meeste zorg. Hy hoopt, dat al zyn geest verwanten onder al de moeiïykheden van dezen tyd nimmer Groens adagium uit het oog zullen verliezen: er staat geschreven, er is geschied. Wie steunt op den bybel en de histo rie van zyn volk kent, die kan met vasten tred door het leven gaan. Niet, dat daardoor de moeiïykheden zelf wor den opgeheven, maar wel zoo, dat het benauwende van de moeiïykheden weg valt. En voorts zullen wy wys handelen wanneer wy de realiteit van de nieuwe verhoudingen niet uit het oog verlie zen, want alleen als wy ook met die rea liteit rekenen, kunnen wy het den Bilder- dyk van 1811 nazeggen: Holland uit het stof gerezen, Zal opnieuw ons Holland wezen. Het waarnemende hoofd van het de partement van landbouw en visschery maakt bekend, dat aan manneiyke ar beiders, belast met het aardappelen- en bietenrooien, tot 1 November a.s. extra broodrantsoenen op basis van 100 pet. mogen worden verstrekt. Deze tydeiy'ke extra verstrekking heeft alleen betrekking op brood en niet op bo ter of vet. Arbeiders, die gedurende deze periode andere oogstwerkzaamheden verrichten en vrouwelyke werkkrachten komen hier voor niet in aanmerking. ZEGEL 6 VOOR EEN PERIODE VAN ACHT WEKEN. Het waarnemende hoofd van het de partement van handel, nyverheid en scheepvaart tnaakt bekend, dat de duur van de eerstkomende distributieperiode voor petroleum, in verband met het beschikbaar houden van een zoo groot mogelyken voorraad gedurende de win termaanden, wordt gebracht op acht weken. Gedurende het tydvak van 9 Septem ber a.s. tot en met 3 November a.s. zal de met „Periode 6" gemerkte petroleum- zegei recht geven op het koopen van twee liter petroleum. Tot dusverre werden by uitvoer van eieren aan de exporteurs uitkeeringen verleend, welke ten doel hadden de be taalde invoerheffing op het veevoeder aan de pluimveehouders terug te geven. Nu er geen veevoeder meer wordt in gevoerd, is er geen aanleiding hiermede voort te gaan. Dienovereenkomstig zullen met ingang van heden Maandag geen restituties by uitvoer van eieren en eier- producten meer verleend worden. EEN ONTROEREND WEERZIEN. Zondagmorgen is de Nederlandsche ambulance na een verblyf van vele maanden in Finland weer op vaderland- schsn bodem teruggekeerd. Aan deze terugkomst was geen ruchtbaarheid ge geven. Alleen de naaste familie was er van op de hoogte. Niet het geheele personeel der ambu lance is teruggekeerd. In de wachtkamer gekomen, verwel komde generaal-majoor N. A. A. v. d. Roemer, voorzitter der Ambulancecom missie, de terugkeerenden. Gy hebt, aldus Spr., opnieuw den naam van het Nederlandsche Roode Kruis in het buitenland hoog gehouden. De heer J. Th. v. d. Vlugt, voorzit ter der Nederlandsch-Finsche vereeni- ging, dankte hartelyk voor de wyze waarop het Nederl. Roode Kruis door de uitzending der ambulance, het doel der vereeniging in practyk heeft ge bracht; het bevorderen van de cultu- reele betrekkingen tusschen Nederland en Finland en dat op een wyze die geen enkele critiek uitlokt, doch die slechts lof afdwingt. Als vertegenwoordiger der Finsche republiek te Den Haag dank ik u ook namens Finland, voor al hetgeen ge daar ten behoeve der lydenden hebt ge daan. Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend: Vrydag deed de luchtmacht aanvallen op doelen in Zuid-Oost Engeland, die voor de oorlogvoering van belang zyn. De vliegtuigfabrieken te Rochester en Weybridge, de oliereservoirs aan de Thameshaven en het vliegveld te Ken- ley werden met succes met bommen be stookt. Nachtelyke aanvallen waren ge richt tegen havens en bedryven der be-- wapeningsindustrie. Een in convooi varende Engelsche koopvaarder van 6000 br. reg. ton werd ten noordoosten van Aberdeen door bom men tot zinken gebracht. Nachts heeft de vijand wederom een aanval gedaan op Berlijn. Het lukraak werpen van bommen op niet-mllitaire doelen in de stad heeft wederom eenlge personen het leven gekost en eenige ma terieels schade veroorzaakt. Het Duitsche luchtwapen is er daarom toe overgegaan thans ook Londen op krachtige wijze aan te vallen. Vrydagnacht zyn dokken in het oos- teiyk deel van Londen met bommen in brand gestoken en door explosieve bom men zwaar beschadigd. Daar en in de oliereservoirs van de Thameshaven wa ren de groote branden reeds van verre te zien. Vrydag heeft de vyand 67 vliegtuigen verloren. Er werden 24 onzer eigen vlieg tuigen vermist. In den tyd van 1 tot 31 Augustus is aan vyandelyke en voor den vyand bruik bare scheepsruimte tot zinken gebracht: door torpedo's van onze duikbooten: 503.000 br. reg. ton en door andere zee- strydkrachten93.500 br. reg. ton, in to taal 596.500 br. reg. ton. By deze getallen zyn niet inbegrepen het tonnage der schepen tot zinken ge bracht door mynen, die zoowel door duikbooten als door andere oorlogsvaar tuigen voor de Engelsche kusten zijn ge legd. Deze getallen zullen pas later in byzonderheden kunnen worden bekend gemaakt. Daarmee is op zee, sedert het uitbre ken van den oorlog, alleen door het duik bootwapen 2.768 millioen br. reg. ton en door andere oorlogsvaartuigen 1.555 mil lioen br. reg. ton tot zinken gebracht. De vijandelijke scheepsverliezen ten ge volge van den strijd der marine bedra gen na een jaar handelsoorlog, dus 4.323 millioen br. reg. ton. Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakte Zaterdagavond bekend: Het luohtwapen heeft Zaterdagmid dag voor het eerst met sterkere kraohten de haven van Londen en de stad aangevallen. De aanvallen geschied den als vergelding voor de nachtelijke aanvallen welke het Engelsohe luohtwa pen de laatste weken in versterkten om vang tegen niet-militaire doelen in het Duitsohe rijksgebied heeft ondernomen. Van het stadscentrum van Londen tot aan de monding van de Theems strekt zich een enkele groote rookwolk uit. Vol gens tot dusver ontvangen berichten werden 31 vyandelyke vliegtuigen in luchtgevechten neergeschoten. Zes eigen toestellen worden vermist. Bij den grooten aanval van Zater dag op de Britsche hoofdstad zijn, naar het D.N.B. verder meldt, alle vliegtuig types gebruikt welke Duitschland bezit. Heinkel-bommenwerpers, Junkers-vlieg- tuigen en Messerschmitt-machines heb ben verderf naar het eiland overge bracht. Tweehonderdduizend kilogram ijzer is de laatste uren boven Londen los gelaten. De Engelsche luchtversperring werd van het Zuiden uit doorbroken. Het was moeilijk door den gordel van afweer rondom Londen heen te komen. De En- gelschen verdedigden hun hoofdstad taai en verbeten. De geweldige schade welke aan het hart van het Britsche rijk ver oorzaakt werd, is met offers betaald moeten worden. Maar op dit oogenblik Is het alleen van belang, dat hef Duit sohe luohtwapen op klaarlichten dag Londen met bommen heeft bestookt. Mi litaire waarnemers te Berlijn zijn het er over eens, dat dit het begin van de ver gelding is, welke Hitier heeft aangekon digd. Overal vielen bommen. Rookwolken vormden zich boven de daken. Ontplof fingen werden tot in de Duitsche vlieg tuigen vernomen. Het hart van het Britsche wereldryk is aan een feilen aanval van het Duitsche luchtwapen blootgesteld geweest. Zaterdagnacht Is het bombardement voortgezet erl ook Zondag zijn weer tal rijke gevechts- en Jachtvliegtuigen op gestegen. Van bevoegde zyde verneemt het D. N. B., dat de buitenwyken van Londen in den loop van Zondag met succes zyn aangevallen, Tegelykertyd zyn er uitge breide verkenningsvluchten boven het centrum van Londen gemaakt, waardoor de groote successen van den aanval van Zaterdag bevestigd werden. Rook en vlammen getuigen van de uit werking der Duitsche aanvallen. Van de Fransche kust wordt gemeld, dat men daar den enormen brand van Londen niet alleen van de Kanaalkust bij Calais kon zien, maar zelfs langs de geheele bocht, van de Seine tot aan Cherbourg toe. Volgens D. N. B. wordt van Engelsche zyde gemeld: „Er kan niet verzwegen worden, dat de huidige aanvallen op mi litaire doelen te Londen de felste zyn, die ooit zyn ondernomen. Het alarm heeft Zaterdagnacht 81/2 uur geduurd. De aangerichte schade is groot. Zoo wel in het Zuiden als het Oosten van Londen zyn de verkeersverbindingen ernstig gestoord. Pakhuizen en rivier schepen zyn in brand gevlogen. In an dere deelen van Londen zyn branden ontstaan. De branden in de oliereser voirs waren grooter dan ooit te voren." Van Engelsche zijde is steeds ver klaard, aldus het D. N. B., dat alle Duit sche aanvallen op Londen afgeslagen waren, maar in werkelykheid was Lon den tot Zaterdagmiddag nog niet aan gevallen. Op dat oogenblik is het pas begonnen. De Duitsche vliegers hebben bewezen, dat het mogelyk is, elke hoe veelheid bommen die men wil, van alle soorten en elk kaliber, bij dag en by nacht, op Londen te doen neerkomen. Londen zal, zoo wordt verder gezegd, zóólang met millioenieni kilogrammen bommen bestookt worden als de aanval len) van vijandelijke vliegers op niet-mi litaire doelen in Duitschland worden voortgezet. Voornamelyk zyn de in Oost-Londen gelegen industrieele doelwitten, welke belangryk voor de oorlogvoering zyn, geteisterd, n.l. in Silverton, Woolwich en Greenwich. De aangerichte schade moet ontzaglijk zijn Het geheele verkeerscentrum van Lon den is by den aanval in het ongereede geraakt. Schachten van den ondergrond- schen spoorweg zyn, naar men heeft kun nen constateeren, ingestort. Twee gas fabrieken vlogen in de lucht en groote entrepots en graansilo's vielen aan de Duitsche machines ten offer. Tot lang na middernacht hielden de aanvallen der Duitsche vliegers aan. Geconstateerd werd, dat een enorme brandhaard in het stadsgedeelte ten Zuiden van den Tower lag, waar belang- ryke en groote fabrieken zyn getroffen. In het centrum van de stad woeden vele andere groote en kleine branden. Zondagmiddag naderden opnieuw de Duitsche machines de Britsche hoofd stad. United Press meldt, dat om 12.28 uur te Londen luchtalarm werd gegeven en dat om 1.22 uur het signaal klonk, dat alles weer veilig was. Reuter meldt: By hun eersten aanval verschenen de Duitsche bommenwerpers vroeg in den avond in verscheidene gol ven boven Londen. Er waren oogenblik- ken, dat de lucht vol was met ontplof fende granaten, neerstortende duikbom menwerpers en omlaaggierende bommen. Ondanks de Engelsche jagers en het luchtafweergeschut was het oosten van Londen spoedig vol met dikke rookwol ken en branden, die door de vernietigen de Duitsche bommenwerpers waren ver oorzaakt. By het aanbreken van den nacht verschenen de bommenwerpers weer en wierpen hun bommen uit. Zoo dra een brand gebluscht was, vlamde een andere op. Op slechts 20 m hoogte vloog een Duitsch vliegtuig over een spoortrein.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 1