Dt ZEEUW Indrukken van een Veldprediker. tweede blad Bevil Granville fvaars Nationale concentratie. FEUILLETON Wha bescherming, zij ver- Vee voor Duitschland. Uit de Provincie VLISSINGEN. WALCHEREN. De groentenexport naar Duitschland. ;e nog duurder ■LECTRISCHE MP ƒ7,50. 'entrum", Krom- ddelburg. te koop: HOF- Jbelegglng, van Verkooper kan pen zeer billy'ke 3, Boekhandel feptember. Nieuwlandsche Vrouwen- ienoord, Melis- VAN DINSDAG 3 SEPT. 1940. Nr 281. De „S t a n d a a r d" heeft in een paar artikelen een overzicht gegeven van wat gedaan werd om te komen tot n a ti o - pale concentratie en het daarop volgende optreden van het driemanschap Linthorst Homan, De Quay en Eintho- ven. Een volgend artikel behandelt de te genover de Nederlandsche Unie aange nomen houding. Hieraan is het volgende ontleend: Ons eerste en ook voornaamste be zwaar tegen de Unie in haar tegenwoor- digen vorm is hierin gelegen, dat het denkbeeld van concentratie van krachten, dat ten grondslag lag aan de eerste N. U., volkomen is prijsgegeven. Van het oogenblik af, dat men het be grip van samenwerking, van ge meenschappelijk optreden, liet varen en het e e n h e i d s - beginsel er voor in de plaats stelde, kon men niet meer rekenen op de mogelijkheid het overweldigende deel van het Nederlandsche volk mee te krijgen. Een geschiedenis van een eeuw lang is niet maar zonder meer op zij te zetten. Zelfs als men een oogenblik aan neemt, dat dit een begeerenswaardig doel zou zijn, dan nog moet men rekenen met den factor tijd, die noodig is om het doel te bereiken. Het is een volkomen illusie om aan te nemen, dat men, als het ware in een handomdraai, in Nederland het verleden van een eeuw kan opruimen en dat men deeeenheidinverscheiden- h e i d zoo maar vervangen kan door een soort mechanische eenheid. Dat is een volkomen miskenning van de werkelijkheid en van demoge- lijkheden, die er in Nederland be staan. Maar daarom had men zulks in dezen tijd ook niet moeten beproeven. Wat n u nood doet, is de eisch van een aaneen sluiting, die als het ware onmiddel lijk bereikbaar is. Dat was het geval met de eerste N. U. En zulk een haast was er waarlijk niet, dat men dade lijk iets nieuws moest aanvatten, toen de eerste poging niet volledig slaagde. Het is ook ons niet onbekend, dat er in het land een zenuwachtige drang was om toch vooral iets te doen, waardoor het gevaar van de zijde van de N. S. B. zou worden afgewend, een gevaar, dat wij niet hoog aanslaan. De vrees daarvoor getuigt van een te gering vertrouwen in den gezonden geest van het volk. W\j nemen dan ook aan, dat de haas tige spoed, waarmee gehandeld is, n i e t, althans in hoofdzaak niet, moet worden toegeschreven aan het gevoel, dat er nu spoedig een demonstratie van den volks geest moest komen, naast die van de N. S. B. of van de groep-Meijer, maar dat ertenslottewel degel ij k een principieel verschiltot uiting komt tusschen de ac tie van de eerste en van de tweede N.U. De eerste wilde saambin ding van de krachten en organisaties, die bestonden met terzijdestelling van wat verdeelt, met concentratie op wat v e r e e n i g tDit had het dub bele voordeel, dat men niet rechtdraads tegen een diepgeworteld verleden inging en dat men, als het ware onmiddellijk, 85 tot 90 pet. van het Nederlandsche volk samenbond en dus een volksuiting schiep die men zich niet sterker denken kan. De tweede Unie veronachtzaamt verleden ten eenenmale en komt voorts met een program van practische verlan gens, die bij de meerderheid van het volk geen instemming vinden. Dat betee- t dus, dat zij f e i t e 1 ij k een ge- one politieke party is, naast de andere. als net dan ten slotte eens zoover zou ^omen, dat begonnen moest worden met door JOSEPH HOCKING 45.) o Zjj waren nog maar enkele stappen Lflan'n Nlck haar in opgewonden öewoordmgen van zijn liefde begon te ha pi- 6nj kad zijn hart direct aan tsnLVe, ren' zoodra hiJ' uit Californië j m3' liaar °P zekeren dag ont hals -in bezoeken by haar vader onrlutu ?ts haar geS°lden. Er klonk zioh a f m Zijn stem' en Auriol, die Matste dagen erg eenzaam had L °J:d' en gfoote behoefte had aan een de h.-™ - om haar te geleiden, hoor- hart kloppend hart aan. Toch eindelik- angstig gevoel, en toen hij heb ia - ?na teeder zei: „Maar Auriol, ai ,Lmet.S tegen mÜ te zeggen?" kon alsof1 ar\twoord uitbrengen. Het leek, ZÜ verlanedP WaS' haar tegenhield- hart k "aaV™d< aan wien zy haar hwam at UIdstorten, maar geen woord wam over haar lippen. vroeg Nick! t0Ch g6en hekel aan m«?" de verwezenlijking van de programmati sche gedachten in maatregelen van wet geving, dan zal bovendien nog blyken, dat velen onder de oogenblikkelyke aan hangers zich terugtrekken met nog groo- ter haast dan waarmee zy toegetreden zyn. Daarbij komt nu nog, dat de aanvaar ding van een paar grondgedachten, die men ook bij de Nederlandsche N. S. B. aantreft: één enkele party en het leiders beginsel, de vrees doen opkomen voor een verder afglijden op dien weg. Het is op die gronden, dat wij onzen geestverwanten raden, zich van aanslui ting bij de Nederlandsche Unie te ont houden. Tenzij, maar dit zou dan heel duidelijk moeten blijken, tenzi) zij van haren dwaalweg zou terugkeeren. Zoolang blflven we in elk geval afzij dig. De gezondheidstoestand van het Ne derlandsche vee kan over het geheel als zeer bevredigend worden beschouwd. Er komt wat miltvuur en varkenspest voor en uiteraard blijft de voorkoming en be strijding van besmettelijke dierenziek- ten allereerste eisch, maar tot voldoe ning stemmen, o.a. de cijfers over het mond- en klauwzeer. Dit euvel woedde in 1937 nog in vrij grooten omvang, thans bepaalt het zich tot 18 boerde rijen in zes Noord-Brabantsche gemeen ten. Natuurlijk komt deze stand van za ken den uitvoer van vee naar Duitsch land ten goede. De prijzen door de desbetreffende commissie betaald zijn ook naar het oordeel der belanghebbenden geenszins aan den lagen kant. Ds N. J. A. van Exel, voorheen res.- veldpr. bij 8 R.I. te Rhenen, geeft in de „Rotterdammer" enkele indrukken uit zyn arbeid. Een gedeelte van wat hy schrijft over de oorlogsdagen, laten wij hier volgen: Aan den vooravond. 'tls de avond voor den oorlog. De 9e Mei. In één der bataljonsbureaux van ons kantonnement hebben we offi cierskring. 'tWas een mooie opkomst, we waren met 29 samen. 'tGaat er nu niet over, wat we dien avond behandelden. Ik wilde even iets vertellen van het einde, de christelijke dagsluiting. Ik las uit den Bijbel dat geweldige slot van Rom. 8 „Wie zal ons scheiden van de liefde van Chris tus? Verdrukking of benauwdheid of vervolging of honger of naaktheid of gevaar of zwaard? Gelijk geschreven staat: om uwentwil worden wij den ge- heelen dag gedood, wij zijn gerekend als slachtschapen. Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad. Want ik ben ver zekerd, dat nóch dood, noch leven, nóch engelen, nóch machten, nóch- heden, nóch toekomst, nóch krachten, nóch hoogte, nóch diepte, nóch eenig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere." We zijn toen uit elkaar gegaan. En 10 Mei was het oorlog, slechts weinige uren daarna. In dien oorlog sneuvelden de beide bataljonscommandanten en een le luite nant van de mortieren, die alle drie dien avond tegenwoordig waren geweest. Wij hopen en vertrouwen, dat ze in de oor logsdagen er aan hebben gedacht, wat er op dien avond van den 9en Mei uit Gods Woord is gelezen. Moge het hun tot troost en sterkte zijn geweest in die smartelijke dagen en in het uur van hun heldendood. Op den Grebbeberg. 'tls oorlog. Dit behoort tot het onbeschrijflijke. De ervaringen uit die dagen zijn eigen lijk niet om neer te schrijven. Je leeft in een andere wereld: Je bent, zooals er van Paulus staat, in doodsgevaar menigmaal. Wat zijn er velen van ons regiment gesneuveld op den Grebbeberg. Zonen en mannen, va ders en verloofden. Toen de lijken der gesneuvelden op den Grebbeberg geborgen werden, heeft men bij velen gevonden hun bijbeltje en een „dagorder". Dit laatste is een dag boekje, speciaal voor gemobiliseerden samengesteld, dat voor eiken dag een korte, pittige meditatie bevat en dat we zeer veel onder de militairen verspreid hebben. Dat verspreiden van bijbels was ook een belangrijk deel van ons werk en hier is zeker een woord van groote waardeering op zyn plaats, voor het Ned. By belgenootschap, dat ons zoo rykelyk van het noodige voorzag. We gelooven, dat velen in hun laatste uren en in al die dagen van den oorlog uit hun bybel en dagboekje de eeuwige troost in leven en sterven gezocht en gevonden hebben. De oorlog is voorbij in Nederland. We „Neen." „Heb je iets tegen mij?" „Niet, dat ik weet." „Je mag mij dus wel lyden?" „Ja, ik geloof het wel." „Nu, waarom zou je my dan niet trou wen? Kom, zeg ja." Hy wilde zyn arm om haar heenslaan, maar het was, alsof een onzichtbare macht hem tegenhield. „Kom, Auriol", herhaalde hij, „zeg nu ja en bezegel het met een kus." Het woord werd echter nooit uitge sproken. Op dat oogenblik hoorden zy een vlugge voetstap naderen en zagen zij Seth Trelyon aankomen. Hij ging voorbij, zonder hun kant uit te kijken, maar Auriol zei meteen: „Ik moet naar huis." „Dan breng ik je even." „Liever niet. Ik heb behoefte, om na te denken." Nick liep echter met haar mee; maar geen van beiden zei meer een woord, tot dat zy by het tuinhekje waren. „Mag ik niet even binnenkomen?" vroeg Nick toen. „Neen, liever niet." „Mag ik morgen je antwoord komen halen?" „Neen, neen, niet morgen!" „Overmorgen dan?" z^n in een Duitsch lazaret. Den eersten tyd liggen de meeste oorlogsgewonden te bed. Dan gaat het nog. Wanneer ze echter mogen gaan loopen, is het een verschrikkelyk gezicht. Wat een ongelukkige menschen. Som migen verminkt voor hun leven, ande ren met hoop, dat het nog goed komt mettertijd. Ik vergeet nooit het oogenblik, dat we vanuit Emmerik werden vertranspor- teerd naar Dorsten in Westfalen. De ambulancewagens stonden voor. Eén voor één kwamen ze uit het lazaret, de èèn met deze verminking, de andere met die. Er was oorlog geweest in Nederland 5 dagen maar doch die dagen gin gen niet voorby zonder hun bloedsporen na te laten. En als 't dan Zondag was in het laza ret, dan kwamen we 's morgens allen by elkaar en hield ik een korte godsdienst oefening. Meermalen gebeurde het, dat we na afloop van zoo'n dienst zoo maar zwy- gend bij elkaar bleven zitten. Ik geloof, dat velen het gevoelden, dat het goed was om de lichtstralen van Gods Woord te laten schijnen over ons leven en ook over onze toekomst. Slechts Gods stem kan ons in dit alles stil maken. In het gevangenkamp. Na het verblijf in het lazaret vertoe ven we nog even in een gevangenkamp, en dan worden we uit krijgsgevangen schap ontslagen. Een deel der gewonden is al vóór ons uit het lazaret ontslagen, een deel moet nog achterblijven, tot ze verder hersteld zijn. Éi mm gM Temidden van het houten schoeisel op de Klompenbeurs, welke deze week te St. Oedenrode is gehouden en druk be zocht werd. (Foto Het Zuiden) „Ik weet het niet. Och, gaat u nu toch heen!" Zy liep het tuinpad op en wachtte by de deur, totdat zy Nick niet meer zag. Toen zy daarop andere voetstappen hoor de naderen, deed zy de deur open en ging naar binnen. HOOFDSTUK XXI. Seth Trelyon verklaart Auriol zijn liefde „Heb je meneer Nick Bodinnick ont moet?" vroeg David Osborne. „Hij was hier straks en zei, dat hij je tegemoet wou gaan. Ik begreep natuurlijk wat hij van plan was. Ik heb het 'al wekenlang zien aankomen, al heb ik niets gezegd." Auriol bleef zwygen. „Hij is een knappe jongen en van goe den stand. Menig meisje zou zich geluk kig achten, als zij hem tot man kreeg. Hij schijnt in Californië ook heel wat geld verdiend tb hebben." „Wat weten wy eigenlyk van hem?" vroeg Auriol. „Niet veel, want hij is verscheidene jaren in Californië geweest; maar ik ken de familie. Zijn vader heeft inder tijd veel geld verdiend in de mijnen, en Nick heeft alles geërfd en in Californië heeft hy geld als water verdiend." Er komt een diepe ontroering over ons, wanneer we daar zoo ongeveer 5000 man, allen in de kracht van het leven, zien rondscharrelen. Weg van hun gezin, weg van hun werk, weg van hun vaderland. En dan maar overgelaten aan de eigen gedach ten, omdat er niets te doen is. Wat heeft een mensch dan een zwa- ren stryd met zichzelf te voeren. En wat is hij ongewapend in dien stryd, als hy de wapenrusting des geloofs niet heeft. Als Hollanders waren wy in 't gevan genkamp met z'n zevenen. We zyn by elkaar gebleven en hebben elkaar ook in deze moeilykheden trachten te helpen. 't Vooruitzicht was heeriyk. We gaan naar Holland. Dus naar huis. Naar onze familie, mogeiyk naar ons werk. Wat een perspectieven. Wat duurde die reis naar Holland lang. En wat een jubel brak er in ons los, toen we eindelyk Holland binnen- stoomden. Ons Vaderland! Zeker naar Gods bestel was 'tniet meer zoo als voorheen. 'tWas bezet ge bied geworden. Maar toch ons Vader land. En God geve, dat we onze zelf standigheid geheel zullen herkrygen, als deze verschrikkelyke oorlog tot het ver leden behoort. Moge het spoedig zyn. BELASTINGDIENST. Met ingang van 1 October 1940 wer den verplaatst de volgende ambtenaren der registratie en domeinen: Ryksklerk S. J. J. van den Bogaart van Hulst, kantoor der registratie en domeinen, naar Goes, inspectie do meinen; ryksklerk mej. L. A. Stenhuis, van Middelburg, kantoor der regi stratie no. 2 en domeinen, naar Goes, inspectie domeinen; adjunct-commies mej. J. H. v. Dyke, van Middel burg, kantoor der registratie no. 1 en successie, naar Goes, kantoor der re gistratie en successie. ONZE PROVINCIALE BOOTEN. De vier provinciale booten, de Juliana, de Prins Hendrik, de Willem I en Ooster- schelde, die alle bij Breskens tot zinken waren gebracht, zijn nu gelicht en naar de werf te Vlissingen getransporteerd. Vooral de Prins Hendrik heeft erg ge leden. Toch is deze boot te herstellen. Van de Willem I is het twyfelachtig, of die nog te redden is. GEDEP. STATEN IN EEN SLOOT. De leden van Ged. Staten brachten de zer dagen een bezoek aan Vlissingen, om de provinciale booten, die daar ter her stel liggen, eens te inspecteeren. Men was nog aan boord van de Prins Hendrik, toen er luchtalarm gemaakt werd. Daar dit schip in de nabijheid ligt van het raadhuis, werd daar toevlucht gezocht. Na twintig minuten was het gevaar voor bij en haastig stapten de leden van het college in de auto, die hen naar Middel burg terug moest brengen. Nauwelijks was men echter buiten de stad, of er werd nogmaals alarm ge maakt. De chauffeur 'stopte en omdat er geen andere keus overbleef, verdween 't college met haastigen spoed in een droge sloot langs den weg, waar het wel veilig, doch niet geriefelijk „zetelde". Gelukkig duurde het alarm ditmaal niet lang. De „Noord-Brabant" naar den slooper. Het wachtschip „Noord-Brabant" dat zoovele jaren in de binnenhaven lag en tijdens de oorlogsdagen verloren is ge gaan, is onder sloopershanden gevallen. Enkele weken is gewerkt om het schip, dat gedeeltelijk gezonken was, weer bo ven water te krijgen. ZUID-BE VELAND Ellewoutsdljk. De openbare lagere school alhier is gesloten wegens 't heer- schen van de mazelen. Aan W. Jeremiasse is op zyn ver zoek eervol ontslag verleend als gemeen te-werkman, havenmeester, klokluider en opwinder en grafdelver. „Waarom is hij dan huisbewaarder ge worden op Bolivick?" vroeg Auriol. „Omdat hij niet tegen stilzitten kan, maar hij is geen huisbewaarder, hy is rentmeester van Bolivick; en zyn jullie het eens geworden samen?" Er kwam een sluwe trek op Davids gelaat, terwyl hy haar gadesloeg. Auriol schudde het hoofd. „Dat meen je toch niet?" Eindelyk kwamen Auriols overkropte zenuwen los en barstte zij in snikken uit. „Wat is dan nu? Een ander meisje van jou stand zou er trotseh op zijn, dat zoo'n deftig heer haar als zijn vrouw begeerde. Bedenk toch, dat je al tijd bekend hebt gestaan als mijn doch ter en toch wil hij je trouwen." „Weet hij, wat u mij laatst verteld heeft „Dat kan ik niet met zekerheid zeg gen, maar hij is een vriend van meneer Trudgeon." „Wat doet dat er toe? Verraadt die dan ambtsgeheimen?" „Noem je dit een ambtsgeheim?" „Natuurlijk" antwoordde Auriol. „Had u het hem dan niet in het geheim verteld „Hij wist alles al, voor ik hem iets verteld had", antwoordde Osborne. Veere. De 1000ste inwoner. Dezer dagen is Veere's duizendste inwo ner in de registers van den burgerlyken stand ingeschreven. Het feit kreeg geen ruchtbaarheid, mede door de tydsom- standigheden en het feit, dat het hier geen geboorte gold, doch een ingekomen persoon, maar bovendien was het lastig te zeggen, wie precies de duizendste was aangezien vyf personen zich gelyktydig aanmeldden. Het feit, dat verschillende families uit Vlissingen en elders zich hier hebben gevestigd, heeft deze sty- ging veroorzaakt, zoodat het wel moge- ïyk is, dat, wanneer normale tyden weer terugkeeren zullen, het cyfer weer dalen zal. Bommen uitgeworpen. In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft een onbekend vliegtuig omstreeks kwart voor één twee bommen even buiten het grondgebied dezer gemeente, op. den Ga- pingschen weg, laten vallen. Beide pro jectielen kwamen op boonenakkers te recht, waarby alleen schade aan de ge wassen gebracht werd. Eenige ruiten van boerderyen werden vernield door den luchtdruk. Duitsche militairen hebben eenige scherven, die C 10 gemerkt waren meegenomen, evenals een drietal ter plaatse gevonden parachutes. (P. Z. C.) Zoutelande. Gemeenteraad. Be 1 astingverhooging. Vrij dagavond vergaderde de gemeenteraad. Ingekomen was het verslag van de Stichting „Borgstellingsfonds voor de Zeeuwsche Eilanden" met het verzoek om tot die stichting toe te treden. Het verslag en het verzoek werden voor ken nisgeving aangenomen. Op voorstel van B. en W. werd beslo ten een kasgeldleening aan te gaan ten hoogste groot f 3500, rentende ten hoog ste drie percent per jaar. Voor het beta len van de inkwartiering en de vorderin gen ten behoeve van het bezettingsleger is tydeiyk meer geld noodig dan de ge meente beschikbaar heeft. Besloten werd de couponbelasting, welke tlians ook verschuldigd is van de gemeentelijke leeningen op schuldbeken tenis, op de rentetrekkenden te verhalen. De raad stelde op voorstel van B. en W. een verordening vast op het gebruik van gronden en diensten der gemeente. Voor het gebruik van gemeentegronden zal voortaan vergoeding moeten worden betaald. De gemeentérekening over 1939 werd voorloopig vastgesteld. De inkomsten van den gewonen dienst zijn f 23.578.21 en de uitgaven f 22.512.51, zoodat het ba tig slot bedraagt f 1065.70. De inkom sten van den kapitaaldienst bedragen f 1061 en de uitgaven f 500, zoodat het batig slot bedraagt f 561. De gemeentebegrooting voor 1941 werd door B. en W. aan den Raad aan geboden. Het eindcijfer der begrooting bedraagt f 23.931, en de post onvoorzien f 477. B. en W. stellen voor, de opcenten op de Personeele Belasting te verhoogen met 20 tot op 205, en de opcenten op de gemeentefondsbelasting te brengen van 50 op 70 en 20 opcenten op de vermo gensbelasting te heffen. DE VRIJE HANDEL GAAT ALLE EXPORTEN VERZORGEN. Handel weder normaal. Met ingang van deze week worden geen groenten meer naar Duitschland uit gevoerd voor rekening van de Neder landsche Groenten- en Fruitcentrale, zoodat de vrije handel allen export zal moeten verzorgen. Tegelijkertijd zullen de exporteurs in de gelegenheid wor den gesteld, ook de financiering zelf ter hand te nemen, doordat ingevolge een besluit van het Nederlandsch Clearing Instituut geen wachttijden meer zullen voorkomen. Hierdoor wordt de handel met Duitschland weer geheel in handen van de exporteurs gelegd. Inmiddels heeft gedurende het volle seizoen de geldende regeling inzake het exporteeren voor rekening van de Cen trale goed voldaan; groote hoeveelheden groenten met name tomaten, die in het binnenland geen afzet vonden, konden in Duitschland worden verkocht. „Hoe hij er aan gekomen is, weet ik niet, maar die advocaten hebben er slag van, om achter de dingen te komen. Hoewel meneer Bodinnick niet zei, dat hij het wist, ben ik er zeker van, dat dit het geval is, en als je hem bedankt, mocht hy eens uit boosheid iets losla ten." Nooit had Auriol nog zoo haar be hoefte aan een vriend gevoeld. Zij rilde, toen zij den man aankeek, dien ze al die jaren als haar vader beschouwd had. Zij kon het niet langer uithouden in zijn tegenwoordigheid en stond haastig op. „Ik ga naar bed," zei ze. „Maar, kind, is het niet beter, dat wij de zaak vanavond uitpraten „Neen, ik kan vanavond niet meer pra ten," en dit zeggende, verliet zij het ver trek en begaf zich naar haar slaapka mer. Lang voordat de brievenbesteller den volgenden morgen langs kwam, vond zij een brief, aan haar geadresseerd, in de gang liggen. Het papier was van een goedkoope soort en toen zij den brief opensneed, las zij: „Ik moet u noodig spreken en wel al leen. Vanmiddag om half vijf zal ik in de Dwergenpas zijn. Seth Trelyon." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5