Dt ZEEUW
Indrukken van een Veldprediker.
tweede blad
Bevil Granville
fvaars
Nationale concentratie.
FEUILLETON
Wha bescherming, zij ver-
Vee voor Duitschland.
Uit de Provincie
VLISSINGEN.
WALCHEREN.
De groentenexport naar
Duitschland.
;e nog duurder
■LECTRISCHE
MP ƒ7,50.
'entrum", Krom-
ddelburg.
te koop: HOF-
Jbelegglng, van
Verkooper kan
pen zeer billy'ke
3, Boekhandel
feptember.
Nieuwlandsche
Vrouwen-
ienoord, Melis-
VAN
DINSDAG 3 SEPT. 1940. Nr 281.
De „S t a n d a a r d" heeft in een paar
artikelen een overzicht gegeven van wat
gedaan werd om te komen tot n a ti o -
pale concentratie en het daarop
volgende optreden van het driemanschap
Linthorst Homan, De Quay en Eintho-
ven.
Een volgend artikel behandelt de te
genover de Nederlandsche Unie aange
nomen houding.
Hieraan is het volgende ontleend:
Ons eerste en ook voornaamste be
zwaar tegen de Unie in haar tegenwoor-
digen vorm is hierin gelegen, dat het
denkbeeld van concentratie van
krachten, dat ten grondslag lag aan de
eerste N. U., volkomen is prijsgegeven.
Van het oogenblik af, dat men het be
grip van samenwerking, van ge
meenschappelijk optreden, liet varen en
het e e n h e i d s - beginsel er voor in de
plaats stelde, kon men niet meer rekenen
op de mogelijkheid het overweldigende
deel van het Nederlandsche volk mee te
krijgen. Een geschiedenis van een eeuw
lang is niet maar zonder meer op zij te
zetten. Zelfs als men een oogenblik aan
neemt, dat dit een begeerenswaardig
doel zou zijn, dan nog moet men rekenen
met den factor tijd, die noodig is om het
doel te bereiken.
Het is een volkomen illusie om aan te
nemen, dat men, als het ware in een
handomdraai, in Nederland het verleden
van een eeuw kan opruimen en dat men
deeeenheidinverscheiden-
h e i d zoo maar vervangen kan door een
soort mechanische eenheid. Dat
is een volkomen miskenning van de
werkelijkheid en van demoge-
lijkheden, die er in Nederland be
staan.
Maar daarom had men zulks in dezen
tijd ook niet moeten beproeven. Wat n u
nood doet, is de eisch van een aaneen
sluiting, die als het ware onmiddel
lijk bereikbaar is. Dat was het geval
met de eerste N. U. En zulk een haast
was er waarlijk niet, dat men dade
lijk iets nieuws moest aanvatten, toen
de eerste poging niet volledig slaagde.
Het is ook ons niet onbekend, dat er in
het land een zenuwachtige drang was om
toch vooral iets te doen, waardoor het
gevaar van de zijde van de N. S. B. zou
worden afgewend, een gevaar, dat wij
niet hoog aanslaan. De vrees daarvoor
getuigt van een te gering vertrouwen in
den gezonden geest van het volk.
W\j nemen dan ook aan, dat de haas
tige spoed, waarmee gehandeld is, n i e t,
althans in hoofdzaak niet, moet worden
toegeschreven aan het gevoel, dat er nu
spoedig een demonstratie van den volks
geest moest komen, naast die van de N.
S. B. of van de groep-Meijer, maar dat
ertenslottewel degel ij k een
principieel verschiltot
uiting komt tusschen de ac
tie van de eerste en van de
tweede N.U.
De eerste wilde saambin
ding van de krachten en organisaties,
die bestonden met terzijdestelling van
wat verdeelt, met concentratie op
wat v e r e e n i g tDit had het dub
bele voordeel, dat men niet rechtdraads
tegen een diepgeworteld verleden inging
en dat men, als het ware onmiddellijk,
85 tot 90 pet. van het Nederlandsche volk
samenbond en dus een volksuiting schiep
die men zich niet sterker denken kan.
De tweede Unie veronachtzaamt
verleden ten eenenmale en komt voorts
met een program van practische verlan
gens, die bij de meerderheid van het
volk geen instemming vinden. Dat betee-
t dus, dat zij f e i t e 1 ij k een ge-
one politieke party is, naast de andere.
als net dan ten slotte eens zoover zou
^omen, dat begonnen moest worden met
door JOSEPH HOCKING
45.)
o
Zjj waren nog maar enkele stappen
Lflan'n Nlck haar in opgewonden
öewoordmgen van zijn liefde begon te
ha pi- 6nj kad zijn hart direct aan
tsnLVe, ren' zoodra hiJ' uit Californië
j m3' liaar °P zekeren dag ont
hals -in bezoeken by haar vader
onrlutu ?ts haar geS°lden. Er klonk
zioh a f m Zijn stem' en Auriol, die
Matste dagen erg eenzaam had
L °J:d' en gfoote behoefte had aan een
de h.-™ - om haar te geleiden, hoor-
hart kloppend hart aan. Toch
eindelik- angstig gevoel, en toen hij
heb ia - ?na teeder zei: „Maar Auriol,
ai ,Lmet.S tegen mÜ te zeggen?" kon
alsof1 ar\twoord uitbrengen. Het leek,
ZÜ verlanedP WaS' haar tegenhield-
hart k "aaV™d< aan wien zy haar
hwam at UIdstorten, maar geen woord
wam over haar lippen.
vroeg Nick! t0Ch g6en hekel aan m«?"
de verwezenlijking van de programmati
sche gedachten in maatregelen van wet
geving, dan zal bovendien nog blyken,
dat velen onder de oogenblikkelyke aan
hangers zich terugtrekken met nog groo-
ter haast dan waarmee zy toegetreden
zyn.
Daarbij komt nu nog, dat de aanvaar
ding van een paar grondgedachten, die
men ook bij de Nederlandsche N. S. B.
aantreft: één enkele party en het leiders
beginsel, de vrees doen opkomen voor
een verder afglijden op dien weg.
Het is op die gronden, dat wij onzen
geestverwanten raden, zich van aanslui
ting bij de Nederlandsche Unie te ont
houden. Tenzij, maar dit zou dan heel
duidelijk moeten blijken, tenzi) zij van
haren dwaalweg zou terugkeeren.
Zoolang blflven we in elk geval afzij
dig.
De gezondheidstoestand van het Ne
derlandsche vee kan over het geheel als
zeer bevredigend worden beschouwd. Er
komt wat miltvuur en varkenspest voor
en uiteraard blijft de voorkoming en be
strijding van besmettelijke dierenziek-
ten allereerste eisch, maar tot voldoe
ning stemmen, o.a. de cijfers over het
mond- en klauwzeer. Dit euvel woedde
in 1937 nog in vrij grooten omvang,
thans bepaalt het zich tot 18 boerde
rijen in zes Noord-Brabantsche gemeen
ten. Natuurlijk komt deze stand van za
ken den uitvoer van vee naar Duitsch
land ten goede.
De prijzen door de desbetreffende
commissie betaald zijn ook naar het
oordeel der belanghebbenden geenszins
aan den lagen kant.
Ds N. J. A. van Exel, voorheen res.-
veldpr. bij 8 R.I. te Rhenen, geeft in
de „Rotterdammer" enkele indrukken
uit zyn arbeid.
Een gedeelte van wat hy schrijft over
de oorlogsdagen, laten wij hier volgen:
Aan den vooravond.
'tls de avond voor den oorlog. De
9e Mei. In één der bataljonsbureaux
van ons kantonnement hebben we offi
cierskring. 'tWas een mooie opkomst,
we waren met 29 samen.
'tGaat er nu niet over, wat we dien
avond behandelden. Ik wilde even iets
vertellen van het einde, de christelijke
dagsluiting. Ik las uit den Bijbel dat
geweldige slot van Rom. 8 „Wie zal
ons scheiden van de liefde van Chris
tus? Verdrukking of benauwdheid of
vervolging of honger of naaktheid of
gevaar of zwaard? Gelijk geschreven
staat: om uwentwil worden wij den ge-
heelen dag gedood, wij zijn gerekend als
slachtschapen. Maar in dit alles zijn wij
meer dan overwinnaars door Hem, die
ons heeft liefgehad. Want ik ben ver
zekerd, dat nóch dood, noch leven, nóch
engelen, nóch machten, nóch- heden,
nóch toekomst, nóch krachten, nóch
hoogte, nóch diepte, nóch eenig ander
schepsel ons zal kunnen scheiden van
de liefde Gods, welke is in Christus
Jezus, onzen Heere."
We zijn toen uit elkaar gegaan. En
10 Mei was het oorlog, slechts weinige
uren daarna.
In dien oorlog sneuvelden de beide
bataljonscommandanten en een le luite
nant van de mortieren, die alle drie dien
avond tegenwoordig waren geweest. Wij
hopen en vertrouwen, dat ze in de oor
logsdagen er aan hebben gedacht, wat
er op dien avond van den 9en Mei uit
Gods Woord is gelezen. Moge het hun
tot troost en sterkte zijn geweest in die
smartelijke dagen en in het uur van
hun heldendood.
Op den Grebbeberg.
'tls oorlog.
Dit behoort tot het onbeschrijflijke.
De ervaringen uit die dagen zijn eigen
lijk niet om neer te schrijven.
Je leeft in een andere wereld: Je
bent, zooals er van Paulus staat, in
doodsgevaar menigmaal. Wat zijn er
velen van ons regiment gesneuveld op
den Grebbeberg. Zonen en mannen, va
ders en verloofden.
Toen de lijken der gesneuvelden op
den Grebbeberg geborgen werden, heeft
men bij velen gevonden hun bijbeltje en
een „dagorder". Dit laatste is een dag
boekje, speciaal voor gemobiliseerden
samengesteld, dat voor eiken dag een
korte, pittige meditatie bevat en dat we
zeer veel onder de militairen verspreid
hebben.
Dat verspreiden van bijbels was ook
een belangrijk deel van ons werk en
hier is zeker een woord van groote
waardeering op zyn plaats, voor het
Ned. By belgenootschap, dat ons zoo
rykelyk van het noodige voorzag.
We gelooven, dat velen in hun laatste
uren en in al die dagen van den oorlog
uit hun bybel en dagboekje de eeuwige
troost in leven en sterven gezocht en
gevonden hebben.
De oorlog is voorbij in Nederland. We
„Neen."
„Heb je iets tegen mij?"
„Niet, dat ik weet."
„Je mag mij dus wel lyden?"
„Ja, ik geloof het wel."
„Nu, waarom zou je my dan niet trou
wen? Kom, zeg ja."
Hy wilde zyn arm om haar heenslaan,
maar het was, alsof een onzichtbare
macht hem tegenhield.
„Kom, Auriol", herhaalde hij, „zeg nu
ja en bezegel het met een kus."
Het woord werd echter nooit uitge
sproken. Op dat oogenblik hoorden zy
een vlugge voetstap naderen en zagen zij
Seth Trelyon aankomen.
Hij ging voorbij, zonder hun kant uit
te kijken, maar Auriol zei meteen: „Ik
moet naar huis."
„Dan breng ik je even."
„Liever niet. Ik heb behoefte, om na te
denken."
Nick liep echter met haar mee; maar
geen van beiden zei meer een woord, tot
dat zy by het tuinhekje waren.
„Mag ik niet even binnenkomen?"
vroeg Nick toen.
„Neen, liever niet."
„Mag ik morgen je antwoord komen
halen?"
„Neen, neen, niet morgen!"
„Overmorgen dan?"
z^n in een Duitsch lazaret. Den eersten
tyd liggen de meeste oorlogsgewonden
te bed. Dan gaat het nog. Wanneer ze
echter mogen gaan loopen, is het een
verschrikkelyk gezicht.
Wat een ongelukkige menschen. Som
migen verminkt voor hun leven, ande
ren met hoop, dat het nog goed komt
mettertijd.
Ik vergeet nooit het oogenblik, dat
we vanuit Emmerik werden vertranspor-
teerd naar Dorsten in Westfalen. De
ambulancewagens stonden voor. Eén
voor één kwamen ze uit het lazaret, de
èèn met deze verminking, de andere met
die.
Er was oorlog geweest in Nederland
5 dagen maar doch die dagen gin
gen niet voorby zonder hun bloedsporen
na te laten.
En als 't dan Zondag was in het laza
ret, dan kwamen we 's morgens allen by
elkaar en hield ik een korte godsdienst
oefening.
Meermalen gebeurde het, dat we na
afloop van zoo'n dienst zoo maar zwy-
gend bij elkaar bleven zitten.
Ik geloof, dat velen het gevoelden, dat
het goed was om de lichtstralen van
Gods Woord te laten schijnen over ons
leven en ook over onze toekomst. Slechts
Gods stem kan ons in dit alles stil
maken.
In het gevangenkamp.
Na het verblijf in het lazaret vertoe
ven we nog even in een gevangenkamp,
en dan worden we uit krijgsgevangen
schap ontslagen.
Een deel der gewonden is al vóór
ons uit het lazaret ontslagen, een deel
moet nog achterblijven, tot ze verder
hersteld zijn.
Éi mm
gM
Temidden van het houten schoeisel op
de Klompenbeurs, welke deze week te
St. Oedenrode is gehouden en druk be
zocht werd. (Foto Het Zuiden)
„Ik weet het niet. Och, gaat u nu toch
heen!"
Zy liep het tuinpad op en wachtte by
de deur, totdat zy Nick niet meer zag.
Toen zy daarop andere voetstappen hoor
de naderen, deed zy de deur open en
ging naar binnen.
HOOFDSTUK XXI.
Seth Trelyon verklaart Auriol zijn liefde
„Heb je meneer Nick Bodinnick ont
moet?" vroeg David Osborne. „Hij was
hier straks en zei, dat hij je tegemoet
wou gaan. Ik begreep natuurlijk wat hij
van plan was. Ik heb het 'al wekenlang
zien aankomen, al heb ik niets gezegd."
Auriol bleef zwygen.
„Hij is een knappe jongen en van goe
den stand. Menig meisje zou zich geluk
kig achten, als zij hem tot man kreeg.
Hij schijnt in Californië ook heel wat
geld verdiend tb hebben."
„Wat weten wy eigenlyk van hem?"
vroeg Auriol.
„Niet veel, want hij is verscheidene
jaren in Californië geweest; maar ik
ken de familie. Zijn vader heeft inder
tijd veel geld verdiend in de mijnen, en
Nick heeft alles geërfd en in Californië
heeft hy geld als water verdiend."
Er komt een diepe ontroering over
ons, wanneer we daar zoo ongeveer 5000
man, allen in de kracht van het leven,
zien rondscharrelen.
Weg van hun gezin, weg van hun
werk, weg van hun vaderland. En dan
maar overgelaten aan de eigen gedach
ten, omdat er niets te doen is.
Wat heeft een mensch dan een zwa-
ren stryd met zichzelf te voeren. En wat
is hij ongewapend in dien stryd, als hy
de wapenrusting des geloofs niet heeft.
Als Hollanders waren wy in 't gevan
genkamp met z'n zevenen. We zyn by
elkaar gebleven en hebben elkaar ook
in deze moeilykheden trachten te helpen.
't Vooruitzicht was heeriyk. We gaan
naar Holland. Dus naar huis. Naar onze
familie, mogeiyk naar ons werk. Wat
een perspectieven.
Wat duurde die reis naar Holland
lang. En wat een jubel brak er in ons
los, toen we eindelyk Holland binnen-
stoomden. Ons Vaderland!
Zeker naar Gods bestel was 'tniet
meer zoo als voorheen. 'tWas bezet ge
bied geworden. Maar toch ons Vader
land. En God geve, dat we onze zelf
standigheid geheel zullen herkrygen, als
deze verschrikkelyke oorlog tot het ver
leden behoort.
Moge het spoedig zyn.
BELASTINGDIENST.
Met ingang van 1 October 1940 wer
den verplaatst de volgende ambtenaren
der registratie en domeinen:
Ryksklerk S. J. J. van den Bogaart
van Hulst, kantoor der registratie en
domeinen, naar Goes, inspectie do
meinen; ryksklerk mej. L. A. Stenhuis,
van Middelburg, kantoor der regi
stratie no. 2 en domeinen, naar Goes,
inspectie domeinen; adjunct-commies
mej. J. H. v. Dyke, van Middel
burg, kantoor der registratie no. 1 en
successie, naar Goes, kantoor der re
gistratie en successie.
ONZE PROVINCIALE BOOTEN.
De vier provinciale booten, de Juliana,
de Prins Hendrik, de Willem I en Ooster-
schelde, die alle bij Breskens tot zinken
waren gebracht, zijn nu gelicht en naar
de werf te Vlissingen getransporteerd.
Vooral de Prins Hendrik heeft erg ge
leden. Toch is deze boot te herstellen.
Van de Willem I is het twyfelachtig,
of die nog te redden is.
GEDEP. STATEN IN EEN SLOOT.
De leden van Ged. Staten brachten de
zer dagen een bezoek aan Vlissingen, om
de provinciale booten, die daar ter her
stel liggen, eens te inspecteeren. Men
was nog aan boord van de Prins Hendrik,
toen er luchtalarm gemaakt werd. Daar
dit schip in de nabijheid ligt van het
raadhuis, werd daar toevlucht gezocht.
Na twintig minuten was het gevaar voor
bij en haastig stapten de leden van het
college in de auto, die hen naar Middel
burg terug moest brengen.
Nauwelijks was men echter buiten de
stad, of er werd nogmaals alarm ge
maakt. De chauffeur 'stopte en omdat er
geen andere keus overbleef, verdween 't
college met haastigen spoed in een droge
sloot langs den weg, waar het wel veilig,
doch niet geriefelijk „zetelde".
Gelukkig duurde het alarm ditmaal
niet lang.
De „Noord-Brabant" naar den slooper.
Het wachtschip „Noord-Brabant" dat
zoovele jaren in de binnenhaven lag en
tijdens de oorlogsdagen verloren is ge
gaan, is onder sloopershanden gevallen.
Enkele weken is gewerkt om het schip,
dat gedeeltelijk gezonken was, weer bo
ven water te krijgen.
ZUID-BE VELAND
Ellewoutsdljk. De openbare lagere
school alhier is gesloten wegens 't heer-
schen van de mazelen.
Aan W. Jeremiasse is op zyn ver
zoek eervol ontslag verleend als gemeen
te-werkman, havenmeester, klokluider en
opwinder en grafdelver.
„Waarom is hij dan huisbewaarder ge
worden op Bolivick?" vroeg Auriol.
„Omdat hij niet tegen stilzitten kan,
maar hij is geen huisbewaarder, hy is
rentmeester van Bolivick; en zyn jullie
het eens geworden samen?"
Er kwam een sluwe trek op Davids
gelaat, terwyl hy haar gadesloeg.
Auriol schudde het hoofd.
„Dat meen je toch niet?"
Eindelyk kwamen Auriols overkropte
zenuwen los en barstte zij in snikken
uit.
„Wat is dan nu? Een ander meisje
van jou stand zou er trotseh op zijn,
dat zoo'n deftig heer haar als zijn
vrouw begeerde. Bedenk toch, dat je al
tijd bekend hebt gestaan als mijn doch
ter en toch wil hij je trouwen."
„Weet hij, wat u mij laatst verteld
heeft
„Dat kan ik niet met zekerheid zeg
gen, maar hij is een vriend van meneer
Trudgeon."
„Wat doet dat er toe? Verraadt die
dan ambtsgeheimen?"
„Noem je dit een ambtsgeheim?"
„Natuurlijk" antwoordde Auriol.
„Had u het hem dan niet in het geheim
verteld
„Hij wist alles al, voor ik hem iets
verteld had", antwoordde Osborne.
Veere. De 1000ste inwoner.
Dezer dagen is Veere's duizendste inwo
ner in de registers van den burgerlyken
stand ingeschreven. Het feit kreeg geen
ruchtbaarheid, mede door de tydsom-
standigheden en het feit, dat het hier
geen geboorte gold, doch een ingekomen
persoon, maar bovendien was het lastig
te zeggen, wie precies de duizendste was
aangezien vyf personen zich gelyktydig
aanmeldden. Het feit, dat verschillende
families uit Vlissingen en elders zich
hier hebben gevestigd, heeft deze sty-
ging veroorzaakt, zoodat het wel moge-
ïyk is, dat, wanneer normale tyden weer
terugkeeren zullen, het cyfer weer dalen
zal.
Bommen uitgeworpen. In
den nacht van Zaterdag op Zondag heeft
een onbekend vliegtuig omstreeks kwart
voor één twee bommen even buiten het
grondgebied dezer gemeente, op. den Ga-
pingschen weg, laten vallen. Beide pro
jectielen kwamen op boonenakkers te
recht, waarby alleen schade aan de ge
wassen gebracht werd. Eenige ruiten van
boerderyen werden vernield door den
luchtdruk. Duitsche militairen hebben
eenige scherven, die C 10 gemerkt waren
meegenomen, evenals een drietal ter
plaatse gevonden parachutes. (P. Z. C.)
Zoutelande. Gemeenteraad.
Be 1 astingverhooging. Vrij
dagavond vergaderde de gemeenteraad.
Ingekomen was het verslag van de
Stichting „Borgstellingsfonds voor de
Zeeuwsche Eilanden" met het verzoek
om tot die stichting toe te treden. Het
verslag en het verzoek werden voor ken
nisgeving aangenomen.
Op voorstel van B. en W. werd beslo
ten een kasgeldleening aan te gaan ten
hoogste groot f 3500, rentende ten hoog
ste drie percent per jaar. Voor het beta
len van de inkwartiering en de vorderin
gen ten behoeve van het bezettingsleger
is tydeiyk meer geld noodig dan de ge
meente beschikbaar heeft.
Besloten werd de couponbelasting,
welke tlians ook verschuldigd is van de
gemeentelijke leeningen op schuldbeken
tenis, op de rentetrekkenden te verhalen.
De raad stelde op voorstel van B. en
W. een verordening vast op het gebruik
van gronden en diensten der gemeente.
Voor het gebruik van gemeentegronden
zal voortaan vergoeding moeten worden
betaald.
De gemeentérekening over 1939 werd
voorloopig vastgesteld. De inkomsten
van den gewonen dienst zijn f 23.578.21
en de uitgaven f 22.512.51, zoodat het ba
tig slot bedraagt f 1065.70. De inkom
sten van den kapitaaldienst bedragen
f 1061 en de uitgaven f 500, zoodat het
batig slot bedraagt f 561.
De gemeentebegrooting voor 1941
werd door B. en W. aan den Raad aan
geboden. Het eindcijfer der begrooting
bedraagt f 23.931, en de post onvoorzien
f 477. B. en W. stellen voor, de opcenten
op de Personeele Belasting te verhoogen
met 20 tot op 205, en de opcenten op de
gemeentefondsbelasting te brengen van
50 op 70 en 20 opcenten op de vermo
gensbelasting te heffen.
DE VRIJE HANDEL GAAT ALLE
EXPORTEN VERZORGEN.
Handel weder normaal.
Met ingang van deze week worden geen
groenten meer naar Duitschland uit
gevoerd voor rekening van de Neder
landsche Groenten- en Fruitcentrale,
zoodat de vrije handel allen export zal
moeten verzorgen. Tegelijkertijd zullen
de exporteurs in de gelegenheid wor
den gesteld, ook de financiering zelf ter
hand te nemen, doordat ingevolge een
besluit van het Nederlandsch Clearing
Instituut geen wachttijden meer zullen
voorkomen. Hierdoor wordt de handel
met Duitschland weer geheel in handen
van de exporteurs gelegd.
Inmiddels heeft gedurende het volle
seizoen de geldende regeling inzake het
exporteeren voor rekening van de Cen
trale goed voldaan; groote hoeveelheden
groenten met name tomaten, die in het
binnenland geen afzet vonden, konden
in Duitschland worden verkocht.
„Hoe hij er aan gekomen is, weet ik
niet, maar die advocaten hebben er slag
van, om achter de dingen te komen.
Hoewel meneer Bodinnick niet zei, dat
hij het wist, ben ik er zeker van, dat
dit het geval is, en als je hem bedankt,
mocht hy eens uit boosheid iets losla
ten."
Nooit had Auriol nog zoo haar be
hoefte aan een vriend gevoeld. Zij rilde,
toen zij den man aankeek, dien ze al
die jaren als haar vader beschouwd had.
Zij kon het niet langer uithouden in zijn
tegenwoordigheid en stond haastig op.
„Ik ga naar bed," zei ze.
„Maar, kind, is het niet beter, dat wij
de zaak vanavond uitpraten
„Neen, ik kan vanavond niet meer pra
ten," en dit zeggende, verliet zij het ver
trek en begaf zich naar haar slaapka
mer.
Lang voordat de brievenbesteller den
volgenden morgen langs kwam, vond zij
een brief, aan haar geadresseerd, in de
gang liggen. Het papier was van een
goedkoope soort en toen zij den brief
opensneed, las zij:
„Ik moet u noodig spreken en wel al
leen. Vanmiddag om half vijf zal ik in
de Dwergenpas zijn.
Seth Trelyon."
(Wordt vervolgd.)