3 JE ZEEUW I ■sars Bij Ben dood van Trotzky. 3G fvtfEEDE BLAD BELOONING iiale Publicatie Departement van lische Zaken. feuilleton Bevil Granville Vereen, tot Chr. verzorging van Krankzinnigen In Zeeland. die my helpt aan het een BOUWBOERDE- H.A. Brieven onder iireau „De Zeeuw" te "RATIE VAN DEN fEESTAPEL. ginciale Voedselcommis- Zeeland brengt hier- ïennis van de georga- jehouders bij de L.C.O. [id, dat ter verkrijging ierbonnen voor de pe- 16 September14 Oc- in de week van 210 a.s. bij de pl. bureau- igave dient te worden i de samenstelling van pel naar den toestand ember 1940, 's avonds wordt op aangedron- te te doen in een der n van die week. acht wordt gevestigd de achterzijde van de telde vragen betreffen- amen van veevoeder in één aflevering of bij |én leverancier en om- erbouwen van haver en ïg hiervan, ter vervoe- de paarden. te late of onjuiste op- lafbaar, terwijl in deze ok geen bonnen ver- i;en worden. De blanco Jaarten dienen ten kan- bureauhouder te wor ld. Is 1940. Warners King 24, i 4, Zomer Ermgaard jrinnen 424, Zoete alles per 100 kg. Favorite extra 11--" 12, id. B 9—9.20, id. C 19, id. A 13—21, id. -7.50, Br. Lebrun 2— t9, Br. Hardy 3.50— irlemont 6, Br. de Me- iamantperen 4.50— 2—7, Dr Cornelia 2— ■illat 3—7.50, R?ndte 3pekperen 2—5, Souv. I Scharlakenperen 2.QU. 3.50—6, Triumph «j> Wittebroodspeer 3 1.50—5.50, Kroet- en es per 100 kg. ;oospruimen 6—11> 67.50, Belle de Burbankpruimen ti en 6—7.50, Catalonie- Boere Witte 6—».»«- 6—8, Jeffersonprui" spruimen 6H> lonarch 612, R® 6—16, Reine Claud ,eine Cl. Violette 6.50, alles per 100 kg- :k Berry l7~r19'iken )er 100 kg.; Perziken :uks. ID, 23 Aug. AardaP' re Eigenheimers d. dingen 2.40-2.4- Zeeuwsche Drielingen 2.50 ven 453. Alles Per invoer 92675 Kg- VAN mAANDAG 26 AUG. 1940. Nr. 274. terwijl de geweldige kamp tusschen de grootmachten in Europa de aan dacht der wereld geboeid houdt, luis tert men stellig allerwege toch even op nu ons de dood van den man ge meld werd, die zich zelf Trotzky heette, hoewel zijn werkelyken naam Braun- stein was. Hij is, aldus de „N. Pr. Gr. Crt", terecht genoemd een turbulente man in turbulenten tyd. Een stormvogel in niet dan storm achtige dagen. Die zijn gansche leven heeft gegeven voor het wekken van de communist!- Bche revolutie, hopend op een commu nistisch parades, waarmede hy zyn volk, ja gansch de wereld gelukkig wilde maken. Wien het eindelijk gelukte, toen zijn vaderland in diepen nood geraakte, die revolutie daar door te zetten en er in te overwlnen, maar die ten slotte zelve door haar overwonnen werd. Zoo werd hij dan uit zijn land ver dreven en moest hy als balling over de wereld rondzwerven, ln gedurig vree zen voor de wraak van den man, die eens zyn medewerker was en daarna zyn bitterste vyand werd. Maar ook in die vlucht bleef hy de zelfde. Waar hy kwam ageerde hywaar hy was, daar kwam onrust. En zoo werd hij nergens begeerd en overal weer verdreven, tot hy, gekweld door ziekten en vrees, eindelyk in Mexico eenige rust scheen te zullen vinden. Maar ook daar werd hy door een lijf wacht bewaakt tegen vijanden van bui ten. De man, die hem neersloeg, was echter als een vriend binnenshuis. Hij zat met hem aan tafel, werd beschouwd als een vriend en vertrouwde. En toen hij de gelegenheid schoon zag, sloeg hy hem neer. Zoo behoort dan deze man tot de geschiedenis. Er zullen er zijn, die nu zeggen, dat de wraak van Stalin hem eindelyk ge vonden heeft, maar zeker is zulks niet, en wij mogen hier niet oordeelen voor de rechter uitspraak heeft kunnen doen. Het is ook mogelijk, dat opnieuw een werkelijk medestander door heftig mee- ningsverschil tot verbitterden tegen stander werd. Of een ontgoochelde, die hem zijn ongeluk verweet. Hoe dit ook zij, de dood van dezen grooten revolutionair zal aanleiding tot velerlei oordeel geven en tot zeer ver schillend oordeel. Maar allen zullen het hierin eens moeten zijn, dat deze figuur in de jong ste wereldgeschiedenis waarlijk geen kleine rol heeft gespeeld. V Trotzky was een zoon van een klei nen Joodschen boer ergens in Rusland. Reeds vroeg trad hij in de revolutio naire beweging tegen het Tsaristisch bewind. Hy werd naar Siberië verban nen, wist te ontvluchten, zwierf door de wereld rond, al smedend revolutieplan nen, brengend overal, waar hy kwam, roering en revolutionaire actie. Zijn invloed wordt verbazingwekkend genoemd. Toen zyn vaderland in den vorigen wereldoorlog in groote verwarring kwam te verkeeren en in grooten nood, gelukte het hem met Lenin daar terug te keeren. Toen nam hy dadelyk de leiding van het verzet tegen Kerinsky's zwak bewind, en naar tydgenooten ver klaarden, was het niet het minst zyn uitermate handige propaganda, die den bolsjewisten de overwinning gaf. Toen was er de bloedige bolsjewisti sche revolutie, die ontzetting over Rus- i land en de geheele wereld bracht. Een revolutie vol wilde woede, een losbreken van alle menscheiyke harts tochten, en tegeiyk een wonderiyke geestdrift door de verwachting, dat de groote communistische geluksstaat eensklaps daar zoude zyn. Men denke slechts aan de geestdrift, waarmede een mevrouw Roland Holst die revolutie ten onzent bezong. Maar ook, hoe teleurgesteld zy later uit dat land van geluk naar hier terugkeerde. Het was Trotzky, die tegenover de reactie der Witrussen een legermacht organiseerde en de bedreigde bolsjewis tische revolutie redde voor het gevaar van den ondergang. Hy was het ook, die in Brest Litowsk met de Duitschers onderhandelde over den vrede en de wereld toen bezig hield met zyn groote redevoeringen, die ech ter de nederlaag niet ongedaan konden maken. Met Lenin trachtte hy toen de bolsje wistische orde, het ryk der goddeloozen, te stichten en te bevestigen. Toen Lenin stierf zag Trotzky zich zelf als zyn opvolger. Er ontstond echter groote verdeeld heid over het testament van Lenin. Trotzky kreeg als tegenstander den geweldigen secretaris der partij, Stalin, en hy legde het tegen dien grooten tac ticus af. Men beweert wel, mee, omdat hy diens beteekenis onderschatte, wat Sta lin hem dan nimmer zou vergeven. Deze kamp werd gehuld in allerlei ideologische termen, maar in den grond der zaak was zij een machtsstrijd tus schen twee sterke persoonlijkheden. Het heette, dat Trotzky de wereldrevolutie wou doorzetten, en dat Stalin de revo lutie, althans vooreerst, wilde bepalen tot het eigen groote land. Hoe dit zij, Trotzky verloor, werd weer verbannen, mocht later naar het buitenland vertrekken, zwierf overal rond, maar bleef schrijven en ageeren, overal vervolgd door Stalins verreiken de hand, tot Zijn gewelddadig einde Groote trechters werden in een der straten van Hengelo geslagen ty- dens den Engelschen bomaanval,welke zes slachtoffers eischte. (Foto Pax-Holland) door JOSEPH HOCKING. 30> _o_ Meneer Treleaven beviel die omhaal kortaf?01* n bepaald, en hy vroeg »Nu, wat had je my te vertellen?" vpl'j an lk er van opaan, dat u het niet erder zal brengen?" ipmlv,jZ°U n*et weten, waarom ik tegen troim Z0U herhalen> wat jij me in ver trouwen vertelt, en ik beloof je dus, dat uiet verder zal gaan." etiLiank U'zei ^eth' en zweeg daarop enkele seconden. u miJ> meneer Treleaven?" hy eindelijk. maal ikJe ken? Neen, ik ken je heele- heette Seth blazon", «i <bPni«OC*iVor<* *k genoemd. Ik werk in a^eren°°aaS': heb n°g 66n "Welken naam?" ven enVUjmiji even aan> meneer Trelea- u herinner U dan 6enS' aan wien ik eueer Treleaven deed, wat hij hem kwam. Men kan zeggen, dat hy stierf zooals hy geleefd heeft. Ongetwyfeld was Trotzky een man van groote gaven, een man van mach tig intellect, ook van grooten durf en moed. Maar al die groote gaven heeft hy met geestdrift gesteld in den dienst van een boos beginsel. Hy dacht den mensch te kunnen zet ten op den troon van God, beheerschen- de het lot der menschheid. Zoo heeft hy geschiedenis gemaakt, maar welk een geschiedenis. Hy had met Macbeth kunnen zeggen: I have supp'd full with horrors. Zyn leven was vol verschrikking. De bolsjewist verheft er zich op een goddelooze te zyn. Welnu, dan is op hem van toepassing wat Job van denzulke zeide: „het ge luid der verschrikkingen is in zijn ooren. Hy gelooft niet uit de duisternis weder te keeren, maar dat hy beloerd wordt ten zwaarde". Zoo was zyn leven, en zoo zyn dood. De golven van Gods oordeelen over de aarde hebben 'hem opgeworpen, en hy heeft gemeend daarin zyn wil en macht te kunnen vestigen, maar hy is er zelf in ten ondergegaan. Weggeraapt door krachten, die hy zelf heeft willen wekken. Wat zullen wy van dit alles zeggen? Het oordeel is des Heeren, Die alleen rechtvaardigiyk oordeelt. vroeg. Hy nam al zyn trekken nauwkeu rig in zich op, maar schudde het hoofd. „Je herinnert my wel aan Iemand", zei hy, „maar ik kan my niet bedenken, wie. Je ziet er uit als iemand van tegen de veertig maar ik kan niemand van dien leeftijd bedenken, met wien ik je ln verband kan brengen." „Ik ben pas zeven en twintig", ant- woordde Seth. „Kan dat u helpen?" Weer schudde meneer Treleaven het hoofd. „Neen, ik weet niet, wie je zijn kan. Vertel me dus liever, wie je bent, en wat je hebt mee te deelen." „Ik ben vroeger ook wel in deze ka mer geweest", ging Seth voort. „Mijn vader heeft hier menigen avond doorge bracht." „Wat zeg je? Je vader! Ik ik be grijp er niets van; neen, het kan niet waar zijn!" Seth knikte. „Bevil Granville!" bracht meneer Tre leaven eindelijk vol verbazing uit. „Ik dacht wel, dat u mij zoudt herken nen, maar spreekt u dien naam nog niet hardop uit. De tijd is nog niet geko men." „Ik kan mijn oogen bijna niet geloo- ven", zei meneer Treleaven. „Zeven jaar geleden was je nog een jongen om te JAARVERSLAG OVER 1939. Aan het verslag van den secretaris dezer vereeniging over het jaar 1939 ontleenen wy: Door het Bestuur werd tot lid van het Moderamen gekozen in de vacature van wylen den heer J. A. Dominicus, de heer J. J. Duvekot te Goes. Het aantal afdeelingen bleef 67. Weer daalde het ledental iets en kwam nu van 3510 op 3449. Door 9 afdeelingen werd een openbare vergadering belegd, waarin een spreker optrad, die in het belang van „Vrede rust" een toespraak hield. Geestelijke verzorging. De Geestelyk Verzorger, Ds J. v. d. Vlugt, gaf aan het Bestuur verslag betreffende zyn arbeid over het afge- loopen jaar. Meer dan ooit, aldus Z.Eerw., mag zeer zeker wel dezen keer de toon, waarin het jaarverslag staat, die van ootmoedigen dank aan den Heer zijn. Van het jaar, dat achter ons ligt, waren voor een niet gering gedeelte de dagen boos. Het stemt ons tot blydschap, dat wij geregeld des Heeren Woord konden uit dragen. Het aantal kerkgangers bedroeg des morgens iets meer dan 's middags. In elk der beide diensten komen ongeveer een 200 personen. Over het algemeen wordt met aan dacht geluisterd. Ordeverstoring komt zoo goed als nooit voor. Vele bezoeken werden gebracht in de paviljoenen. By niet weinigen vonden we een welwillend gehoor voor het ge sprokene en bestond er begeerte naar het gebed, al mag niet worden ontkend, dat er eveneens aangetroffen werden, omtrent wie wy het tegendeel moeten verklaren. Van de verpleegden stierven er in den loop van het jaar 48; 31 van hen wer den op „Vrederust" begraven, 17 elders. Evenals in andere jaren werd dit jaar veel gedaan voor ontspanning der patiënten. Onder patiënten en personeel zijn tal van vereenigingendeze geven eens of meermalen per jaar een uitvoe ring, terwyi ook vereenigingen van bui ten op „Vrederust" kwamen. Ten gevolge van de tydsomstandig- heden bleven in de spannende dagen de feestelykheden achterwege. Wel vierden we, na 's morgens Kerkdienst te heb ben gehouden, des namiddags op de ge- bruikelyke wyze het Kerstfeest. Zoowel personeel als patiënten maak ten een veelvuldig gebruik van de goed voorziene en nog steeds zich uitbreiden- zien, en nu „Ja, dat weet ik", zei Seth. „Toen ik gearresteerd werd, was ik een vrooiyke, onbezorgde jongen. Ik had schulden ge maakt, dat ls waar, maar ik was niet slecht. Nu heb ik nog maar één doel voor oogen." „En dat is?" „Om den man te vinden, die gedaan heeft, waar ik voor gestraft werd, en enNeen, ik zal u dat niet vertellen. Is het echter wonder dat ik veranderd ben, - na zeven jaar verkeerd te hebben met het schuim der aarde? Daar wil ik echter nu niet meer over spreken. Het ia voorbij. Ik ben alleen gekomen, om uw hulp in te roepen." „Mijn hulp? Waarin?" Meneer Treleaven was nog niet beko men van den schok. „Laten we ons eerst met elkaar ver staan", zei Seth, en zijn stem werd weer heesch en rauw. Ik heb nooit een cheque vervalscht. Ik heb nooit een cheque ge- ind; ik weet niets van de heele zaak af. Gelooft u dat? Als u het niet gelooft, kan ik meteen wel weer weggaan." Meneer Treleaven zweeg. Hij dacht weer aan het verhoor van zeven jaar ge leden en de bewijzen, die toen aange voerd waren, en hij kon niet anders dan aarzelen. de bibliotheek. De vraag naar tydschrif- ten en illustraties blyft groot. Deze mededeeling worde tevens beschouwd als een wenk aan velen om ze ons toe te zenden. Gedurende de wintermaanden werden Bybellezingen gehouden. Verslag van den Geneesheer-DIreoteur. Van het verslag van den Geneesheer- Directeur nemen wy het volgende over: Op 1 Januari 1939 waren in dienst der Stichting 67 verplegers en 128 ver pleegsters. Ook dit jaar was er veel mutatie onder het personeel. Op 31 December waren in dienst 75 verplegers (van wie 10 gemobiliseerd) en 125 verpleegsters. Het examen ter verkrijging van het Ryksdiploma B werd gehouden op 19 en 20 Mei. Voor dit examen slaagden 1 verple ger en 21 verpleegsters. Afgewezen werden 1 verpleger en 2 verpleegsters. De overgangsexamens en het eindexa men in de geloofsleer werden gehouden op 24 en 25 Mei, Voor het overgangsexamen van het eerste naar het tweede leerjaar slaag den 2 verplegers en 15 zusters. Afge wezen werd 1 verpleger. Voor het overgangsexamen van het tweede naar het derde leerjaar slaag den 2 verplegers en 9 verpleegsters. Af gewezen werden 2 verpleegsters. Voor het examen ln de theologische vakken slaagden voor den overgang van het 1ste naar het 2de leerjaar 2 ver plegers en 14 verpleegsters. Afgewezen werd 1 verpleger. Voor het 2e naar het 3e leerjaar slaagden 1 verpleger en 9 verpleegsters; geen der candldaten werd afgewezen. Voor het eindexamen ln de geloofsleer slaagden 2 verplegers en 7 verpleegsters. Afgewezen werd 1 ver pleger. Aan 1. verpleger en 21 verpleegsters, die reeds geslaagd waren voor hot Rijks- diploma B en nu ook geslaagd waren voor het eindexamen in de geloofsleer, kon het diploma met insigne der Ver eeniging worden uitgereikt. Daarna volgen tal van mededeelingen over het vereenigingsleven. Patiënten. Op 1 Januari werden in de gestichts- afdeeling verpleegd 314 mannen en 261 vrouwen; in de aangewezen af deeling 146 mannen en 158 vrouwen; in de ge zinsverpleging 3 mannen en 11 vrouwen, totaal 463 mannen en 430 vrouwen; 893 patiënten. In de gestichtsafdeeling werden op genomen 60 mannen en 64 vrouwen; in de aangewezen afdeeling 25 mannen en 22 vrouwen; totaal 85 mannen en 82 vrouwen; 167 patiënten. In bewaring werden gesteld 15 man nen en 10 vrouwen. Uit de gestichtsafdeeling werden ont slagen Als hersteld 12 m. en 18 vr.; als niet hersteld, doch verbeterd 9 m. en 12 vr.; als niet hersteld 8 m. en 5 vr.; totaal 29 m. en 35 vr. Uit de aangewezen afdeeling werden ontslagen: als hersteld 21 m. en 20 vr.; als niet hersteld, doch verbeterd 15 m. en 15 vr.; als niet hersteld 6 m. en 2 vr.; totaal 42 m. en 37 vr. Met verlof vertrokken in den loop van het jaar 56 mannen en 64 vrouwen. Terug van verlof keerden 8 mannen en 22 vrouwen, up 31 December waren nog met verlof 9 mannen en 12 vrouwen. Overleden zyn 23 mannen en 26 vrouwen. Uit de gestichtsafdeeling vertrokken met verlof naar de aangewezen afdee ling 56 mannen en 44 vrouwen. Terug van verlof keerden uit de aangewezen afdeeling in de gestichtsafdeeling 16 mannen en 7 vrouwen. Ontslagen wer den na verlof, uit de gestichtsafdeeling naar de aangewezen afdeeling 38 man nen en 32 vrouwen. Uit de aangewezen afdeeling moesten weer worden Inge schreven in de gestichtsafdeeling 3 mannen en 14 vrouwen. In gezinsverpleging gingen 3 mannen en 1 vrouw; terwyi weer terugkeerden uit de gezinsverpleging eveneens 3 man nen en 1 vrouw. Als niet hersteld, doch verbeterd werd ontslagen uit de gezins verpleging 1 vrouw, die in het vorige verslagjaar met verlof vertrokken was. Op 31 December waren in de ge stichtsafdeeling aanwezig 308 mannen en 273 vrouwen; ln de aangewezen af deeling 158 mannen en 160 vrouwen; in de gezinsverpleging 3 mannen en 11 vrouwen, totaal 469 mannen en 444 vrouwen; 913 patiënten. Het gemiddeld aantal mannelijke patiënten was 467; het gemiddeld aan tal vrouwelijke patiënten was 442. liet totaal gemiddeld aantal patiënten be droeg 909. Evenals vorige jaren werd aan de patiënten, zooveel maar eenigszins mo gelijk was, arbeid verschaft. Getracht werd dezen arbeid te geven in verband met vakbekwaamheid en ontwikkeling. De uitgestrektheid van het terrein der Stichting, de aanwezigheid van tuin bouwbedrijf, boerderij waarby zoo wel landbouw als veeteeltboomgaard en bloemisterij boden een prachtige ge legenheid om aan vele patiënten arbeid te geven, terwy'l men daarbij geen hin der had, dat verschillende ploegen te dicht in eikaars nabijheid werkten. De binnen-arbeid van de patiënten kon eveneens op dezelfde wijze door gaan. Wat te Middelburg gespaard bleef. De restauratie van het „Venduhuis" by de Abdij is voltooid. (Foto Pax-Holland) „Luistert u eens, meneer Treleaven", ging Seth voort, „geloofde u lndertyd, dat ik het gedaan had?" „Ik kon het eigeniyk niet gelooven, maar lk wist, dat je" „Ja, dat weet ik", viel Seth hem ln de rede, „maar ik deed het niet. Was ik, de eenige zoon van Bevil Granville, tot zoo iets in staat vindt u? Ik had het niet kunnen doen!" „Dat zei Jennifer ook, en dat is zij al tijd blijven zeggen", stemde meneer Tre- leavèn toe. „Dat heb ik indertijd ook te gen Killigrew gezegd, maar hij hield stokstijf vol, dat je het gedaan had. Wacht even, laat mij mijn gedachten verzamelen", en hij liep op en neer. Daarop kwam hij weer bij Seth terug. „Nu, aangenomen, dat je het niet ge daan hebt, hoe kan ik je dan helpen?" „Door een paar vragen te beantwoor den." „Wat zijn die vragen?" „Ten eerste, weet u soms; waarom sir Charles Killigrew mij zoo haatte?" Meneer Treleaven zweeg. „Neen" antwoordde hij eindelijk, maar als iemand, die in twijfel is. „U is er niet zeker van?" en Seth keek hem scherp aan. „Ik geloof van wel; maar waarom vraag je het?" „Luistert u eens, meneer Treleaven", zei Seth, en hy hield zyn oogen gericht op het gelaat van den squire. „Ik heb u verteld, dat ik het niet gedaan heb. La ten we dat thans voor vast aannemen. Iemand anders deed het dus, en er zat een duivelsche bedoeling achter. Wie heeft het gedaan? Dat is nu de vraag. Al die zeven jaren in Dartmoor heb ik slechts één doel voor oogen gehad; uit te vinden, wie de schuldige was." „En ben je er achter gekomen?" vroeg meneer Treleaven op verlangenden toon. „Ik had die jaren in Dartmoor", ging Seth voort, alsof meneer Treleaven nog niets gezegd had, „de overtuiging ge kregen, dat het één van de drie of vier personen was. Wie van hen het was, wist ik niet, hoewel ik mijn vermoedens had. Toen ik vrij kwam, ben ik aan het werk getogen. Dat kon ik echter niet als Bevil Granville doen. Ik kwam te Sint Minver onder een anderen naam. Ik ben Seth Trelyon, een mijnwerker." „En ben je al iets te weten gekomen?" „Dat kan ik u nog niet vertellen, mis schien straksmaar van één ding ben ik zeker, Sir Charles Killigrew haatte mij. U zegt, dat u mij niet kunt vertellen, waarom (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5