3 DE ZEEUW
Algeheele blokkade van Engeland
door Dnitschland afgekondigd.
tweede blad
lijn Schild ende betrouwen"
Bevll Granville
-
FEUILLETON
Door
bkhandelaren
ivo r dei.
JRTEKTIii
NEMENTEN
blad aangenomen
Épfe; ...Ml
1 M
m J Vüm
6
j den landbouw te
ht, werken de jon-
dagelijksch werk
Toto Pax-Holland)
Dospruimen 612,
i 8-12, Belle de
Czarpruimen 67,
17, Ditrich Uhl-
3n Japan 9.5014,
23, Kirkesprul-
ieedling 613, Rei-
4, Reine Claude
3ine Claude d'Alton
len 618, Vitte
alles per 100 kg.
Berry 1018, BI.
ambozen 32, Toma-
100 kg.; Perziken
ss.
worden afzonderlijk
wordt met 180 los-
wisselend 1 1. 1 st-
sse van den voorg-
1 viervoudig stok-
ise, 1 vierv. stokje,
1 den voorg. toer en
laakt wordt.
als le vierv. stokje,
2 lossen, 1 viervou-
st. van den voorg-
drie toeren worden
gehaakt, met dien
dat bij iederen voi-
ntal lossen met een
dus de tusschen-
3sen wordt. Op deze
rozetten gehaakt-
zijn worden zij ëe'
;n en daarna haan
met een stevige
rna de zijkanten de
der.
VAN
MAANDAG 19 AUG. 1940. Nr. 268.
Er zjjn volksliederen met de harde
koperklank van militaire zegezangen,
andere hebben de lichtere adem van
eeli lied, waarin een volk van de schoon
heid van zijn land zingt. Ons Wilhel-
fflU3 ia anders geaard, het is een van de
merkwaardigste volksliederen op aarde.
Een diepe orgeltoon klinkt in de ver-
zen van ons volkslied door de woor
den, waarin de grondtoon uitdrukking
vindt, wedijveren met de muziek in
donkerheid, zoodat het ons, Nederlan
ders van vandaag, niet altijd gemakke-
ijiif valt de beteekenis te begrijpen, óók
niet als wij het lied als volkslied,
met kracht van overtuiging en uit volle
borst doen weerklinken.
Er zijn echter tijden in het leven van
een volk, dat nood leert bidden. Tijden,
waarin beden, die (laat ons eerlijk zijn)
soms bijna gedachtenloos over onze lip
pen kwamen, voor ons door de ruwe
feiten verhelderd verstand opeens een
duidelijken zin verkrijgen, dien zij te
voren niet hadden'. Dat geldt voor gebe
den, maar het geldt ook voor andere
teksten, die een gewijde beteekenis
hebben voor iederen Nederlander.
Het is de groote verdienste van prof.
Paul Seholten, zoo lezen we in de „Ne
derlander", dat hij deze eenvoudige
waarheid op mooie, voortreffelijke wijze
uiteenzet in het Juli-nummer van
„Woord en Wereld".
„Het Wilhelmus is een volks
lied, het is eigenlijk een Christelijk
lied" zegt prof. Scholten. „Het is
alleen te begrijpen, als men er niet
naar luistert als naar de verre klanken
van een schoone traditie, als men niet
poogt het aesthetisch te benaderen,
maar het hoort en zingt als een getui
genis, een getuigenis van oprecht ge
loof, „Tot God wilt u begeven, Zijn
heilzaam woord neemt aan"."
In het begin van zijn artikel roemt
de schrijver de vaderlandsliefde, die ons
in deze droeve dagen opnieuw helder
bewust is geworden. Onze dooden zijn
niet voor niets gevallen; al is er veel
leed over ons land gekomen, ja al is
I de horizon grootendeels zeer donker ge
kleurd, toch kunnen we, in alle oot
moed en voorzichtigheid, van een gees-
I telijke winst spreken. Een geestelijke
I winst, die allereerst bestaat in de lief-
I de tot ons vaderland, juist in een don-
I keren tijd. „We voelen ons zoo innig
I verbonden aan ons volk, niet omdat het
beter, sterker en vromer zou zijn dan
I eenig ander volk, maar omdat het óns
volk is. Juist als wij nuchter zien naar
al waarin het tekort schiet, als we zou
den willen toornen, bemerken wij hoe
zeer wij eraan zijn gebonden. Niet de
romantische verheerlijking, die over
het kwaad heen ziet, niet de verheffing,
die steunt op overschatting van (het
eigene, maar het nemen van het volk,
zooals het is en het toch liefhebben
met een onuitroeibare liefde is dat
niet de trouw aan het vaderland? En
hebben wij bij al onze slapheid die niet
beleefd en beleven wij die niet dage
lijks tot troost in onzen nood? „O, edel
Neerlandt, soet"."
Juist, zoo is het en zoo gevoelen wy
het. Prof. Scholten raakt hier een zeer
diepe overtuiging van ons volk, die hij
in zjjn artikel doet spreken met de
woorden van het Wilhelmus. Een dub
bele beteekenis wil hy daarby aan de
woorden van ons volkslied gehecht
zien. Vooreerst de band van trouw, die
bestaat tusschen Oranje en Nederland,
waarby de schryver terecht verwyit by
de figuur van den Vader des Vader
lands, van Willem van Oranje. De ge-
schiedschryving heeft by haar zorgvul
dige onderzoekingen veel moeten weg-
wisschen van de klare, rechte ïynen,
die onze nationale historie oudty'ds bij
de beschryving van Vader Willems le
ven en daden betrokken had. Veel van
zyn deugden bleken met minder goede
eigenschappen gepaard te gaan, din
gen, die als karaktervol geprezen wa
ren, bleken later eer uit een weifelen
de houding voort te spruiten. Maar één
ding heeft de geschiedschrijving niet
kunnen aantasten, de onverbreekbare
trouw van dien vorst aan het volk, dat
juist hy tot één Nederlandsch volk ge
maakt heeft, zooals prof. Seholten zegt.
Naast de verbondenheid van vorst
en volk hoort de schrijver een tweede
groote gedachte uit de woorden van het
Wilhelmus tot ons komen. Het is die
van Christeiyke vrijheid, de Christe
lijke, wel te verstaan. Want vrijheid
zonder-meer is geen vrijheid, zij valt
snel in ongebondenheid uiteen. Maar:
„De Christeiyke vrijheid dat is de
kerngedachte van onzen stryd ln de
16de eeuw, het is het eenige wat thans
stand houdt. Niemand, geen overheid
of macht, plaatst zich tusschen God en
mensch. Er is geen middelaar dan Je
zus Christus. Onze verhouding tot God
is een directe en die verhouding, niets
anders, bepale tenslotte ons persoon-
ïyk en maatschappeiyk leven. Daar zyn
vele gebondenheden, zy wisselen, brei
den zich uit of krimpen in in den loop
der tyden maar tenslotte is er de
vryheid. Onvoorwaardeiyke gehoor
zaamheid aan God maakt alle andere
gehoorzaamheid hoe noodzake'lyk
ook in het staatsleven tot iets be-
trekkeiyks".
Wy moeten prof. Scholten erkenteiyk
zyn voor zyn analyse van ons volks
lied. Maar het is gelukkig niet slechts
een mooie analyse. Er is voor ons meer
te doen dan bewonderen alleen. Wy zul
len ons ieder moeten doordringen van
de hooge, hoogste waarheid die het
Wilhelmus ons,tot nu toe veelal onbe
wust, deed verstaan: dat ons leven op
aarde, ook en juist waar het de hoogste
aardsche goederen als vorstenhuis, va
derland en vry'heid betreft, gevoed
wordt uit een hoogere bron. „Dan dat
ik God den Heere, der Hoogen Majes
teit, heb moeten obedieeren in de ge
rechtigheid". Wy kunnen het ook zeg
gen met het zesde vers van het Wilhel
mus, dat hierboven staat: gebed en
volkslied beide.
Als wy maar mogen begrijpen, wat
het beteekent. Dan hebben wij een
steun, die houdt ook in zeer moeiiyke
dagen.
„De zeeoorlog in het gebied om Enge
land is in vollem omvang ontbrand. Het
geheels gebied is met mijnen versperd,
de vliegtuigen vallen elk schip aan. Elk
neutraal schip, dat in de toekomst in dit
gebied vaart, stelt zich dus bloot aan het
gevaar, vernietigd te worden".
Met deze woorden heeft de Duitsche
regeering de totale blokkade van Enge
land afgekondigd.
Aan het communiqué ontleenen wy
I. Engeland heeft sinds het begin van
den oorlog in steeds toenemende mate
de volkenrechtelijke regeling van de oor
logvoering ter zee geschonden. Het be
gon met de tegen de meest primitieve
wetten der menscheiykheid indruischen-
de verklaring dat alle levensmiddelen als
contrabande zouden worden beschouwd.
Productieve arbeid. De manschappen van het dertiende korps van den
Opbouwdienst zyn begonnen met de inpoldering van de buitendyksche gron-
_den tusschen Sliedrecht en Papendrecht. (Foto Pax-Holland)
voor haar gezorgd en haar beschermd
had, haar een tehuis had gegeven. Daar
enboven bezat zy niets; zy was van
ouders en vrienden verlaten, zonder
tehuis en ook zonder geld naar zy
meende."
De tranen sprongen Auriol in de
oogen en rolden haar langs de wangen;
haar lippen beefden.
„Vertel my toch, hoe myn moeder
heette; vertel my toch meer van haar."
Biykbaar dacht zy meer aan haar
moeder dan aan iets anders.
1 De advocaat bewoog zich onrustig in
zijn leuningstoel; misschien was hij nu
aan het moeilijkste gedeelte van zijn
verhaal gekomen.
„Uw naam kan ik niet zeggen," ant
woordde de advocaat, terwijl hij Osbor-
ne haastig een blik toewierp.
I „Maar waarom niet?" vroeg Auriol.
j „Ik wil dien weten."
j „Dat was ongetwijfeld een geheim, dat
J zij met zich in het graf wou nemen,"
I antwoordde Trudgeon. „Hoe het zij, de
I man, d'e al die jaren voor uw vader is
doorgegaan, nam u mee naar St. Min-
ver, en voedde u op als zijn kind. Hij
heeft trouw voor u gezorgd, en u een
goede opvoeding gegeven. Voor uw moe-
j der stierf, beloofde hij haar, dat hij alles
voor u zou doen, wat hij kon, en ver
zachtte daardoor haar stervensure. Zijn
liefde was oprecht en blijvend."
Auriol wendde zich nu tot Osborne.
door JOSEPH HOCKING.
"En mjjn moeder
Iw moeder stierf kort na uw geboor-
I e aan een gebroken hart."
"Dus was moeder niet getrouwd?"
inj'p! ,dacht>.dat zy het was; zy wist
v dat 2Ü iemand trouwde, wiens
prouw nog leefde."
[borne^ waarom keet ik dan .nu Os-
"David Osborne," hernam de advo-
lie n "Wa,S ckef~huisknecht bij de fami-
I toén !-arj i°nge meisje gelogeerd had,
I die h 1J sno°daard leerde kennen,
haa.u.11? het ongeluk stortte. Hij had
aatuurmtSt°?eeli;i^.liefsehad' maar wist
storrt J a Z1J te ver boven hem
ten nr, „°en ZÜ ecbter in zulk een groo-
ailip i? verkeerde, haar vrienden en fa-
ten hioaifri?eheel aan baar lot overlie-
haaVtol 1J baar trouw, en bood aan
rouwen terwille van haar kind."
Tri a Was dat kintf?"
het scheen*1 vo1 medegevoel, naar
Vo'®tetswna UW geboorte-" ging bij
viq o,h'li rf uw .moeder. Zij had Dar
hekken a t ïï>.?lt befgehad. U moet be-
- uat hij dien vreeseiyken tyd
Hierdoor moesten, evenals in den we
reldoorlog, de Duitsche vrouwen en kin
deren getroffen worden.
Daarop volgde de verklaring, dat alle
goederen van Duitschen oorsprong, zelfs
de goederen in neutraal bezit, en die,
welke met neutrale schepen uit Duitsch-
land waren geëxporteerd, als contraban
de golden. Hierdoor moest het Duitsche
bedrijfsleven worden getroffen.
Vervolgens kwam de tegen het volken
recht indruischende bewapening van de
Engelsche koopvaardijschepen om deze
als aanvalswapen tegen Duitsche duik-
booten te gebruiken, het misbruik van
neutrale vlaggen enz.
Duitschland heeft hierop geantwoord:
1. Door verplaatsing van zyn handel
naar het Oosten en een aanzienlijke uit
breiding van zyn toevoer aan levensmid
delen en grondstoffen uit de Europee-
sche en Aziatische handelsgebieden, door
reserveering van geweldige hoeveelhe
den grondstoffen van allerlei soort in de
van vyanden gezuiverde Europeesche
landen ten gunste van het Duitsche be
drijfsleven;
2. Door het tot zinken brengen van
vyf millioen br.t. aan koopvaardijsche
pen, welke Engeland ter beschikking
staan, door de Duitsche oorlogsmarine
en het luchtwapen. Daarby komt nog het
feit, dat 1.5 millioen br.t. scheepsruimte
door zware beschadigingen by luchtaan
vallen onbruikbaar is gemaakt, dus in
totaal 6.5 millioen br.t.
De neutrale scheepvaart.
II. Nadat Engeland steeds meer had
ingezien, dat zyn methode van oorlog
voering ter zee, welke met alle regelen
van het volkenrecht in stryd was, nut
teloos was, is het tot brutaler middelen
overgegaan. Hiervan moeten genoemd
worden: het leggen van dryvende mynen,
het openlyke en gecomoufleerde gebruik
van visschersbooten als duilcbootval-
len, de aankondiging van Churchill In
In haar blik was dankbaarheid te lezen.
„Is' het waar, wat hy zegt?" vroeg zy.
David knikte van ja. Toch scheen hy
angstig en niet op zyn gemak, en nog
steeds was de blik in zyn oogen te lezen,
die haar zoo dikwyls onaangenaam had
aangedaan.
„O, u is goed voor my geweest," kon
ze niet nalaten te zeggen. „Ik heb tot
nog toe nooit beseft, hoe goed u voor
my geweest is."
„Ik ik heb myn best voor je ge
daan, kind," stamelde hy met heesche
stem.
Eenige oogenblikken zwegen ze alle
drie. Toen vroeg Auriol:
„Maar waarom heeft u mij dit van
avond verteld? Daar moet een reden
voor zijn. Wat heeft u mij nog meer te
vertellen
„Niets verontrustends, juffrouw Os
borne", antwoordde Trudgeon. „Wat ik
u nu te' vertellen heb, bevat zelfs een
aangenaam element. U heeft zich mis
schien wel eens er over verbaasd hoe
David Osborne, die niets uitvoerde, zoo
ruim leven kon en u zoo'n goede opvoe
ding kon geven. Nu, dat wil hij, dat ik
u vanavond vertellen zal. Kort voordat
uw moeder stierf, ontdekte zij, dat zij
een inkomen bezat. Haar familie had
getracht, het haar te onthouden, maar
het was hun niet gelukt. U moet niet
denken, dat het een fortuin was, maar
zy bezat een klein eigendom, voldoende
het parlement op 9 Mei 1940, dat in het
Skagerrak overdag alle Duitsche koop
vaardijschepen en des nachts alle koop-
vaardyschepen zonder onderscheid van
nationaliteit tot zinken gebracht zouden
worden.
De zwaarste slag heeft Engeland ech
ter aan de scheepvaart van derde landen
toegebracht door de volgende maatrege
len. Het heeft:
1. De koopvaardyschepen van Noor
wegen, Denemarken, Nederland,
België en Frankrijk geroofd om de ge
weldige verliezen aan eigen tonnage, al
thans gedeeltelyk, te vervangen. Sinds
dien dwingt het de eigendommen en be
manningen dezer schepen, voor Enge
land heerendiensten te verrichten, en
2. Probeert het met alle middelen de
geheele neutrale scheepvaart onder zyn
controle te dwingen. Zoo heeft Engeland
de meest uiteenloopende gebieden ter zee
zooals zoo juist nog het gebied tusschen
Groenland en Engeland en bepaalde ge
bieden om Zuid-Engeland, volkomen we-
derrechtelyk met mynen versperd en
dwingt het de neutrale scheepvaart de
Engelsche controlehavens aan te doen.
Het houdt ook de schepen van landen
als Japan, de Sovjet-Unie en Zweden
willekeurig vast. Vooral probeert het
echter thans aan de geheele neutrale
scheepvaart het beruchte navicert-sy-
steem de door Engelsche spionnage-
organisaties in neutrale landen georga
niseerde handelscontrole op te drin
gen.
Het behandelt schepen zonder navi
certs als prys. Engeland poogt op deze
wyze de geheele neutrale koopvaardy-
scheepvaart aan zyn oorlogsdoeleinden
dienstbaar te maken.
Wat het zeegebied om Engeland be
treft, zoo vindt hier, wegens de steeds
toenemende gevechtshandelingen van de
wederzydsche lucht- en zeestrydkrachten
het normale handelsverkeer in liet ga-
heel niet meer piaats, Daarentegen wor
den aan de neutrale koopvaardyscheep-
vaart thans door mynen, patrouilleboo
ten, luchtpatrouilles, Engelsche kustbat-
teryen enz. haar routes en haar optreden
voorgeschreven. Weer andere neutrale
schepen varen meest onder dwang in
konvooien van Engelsche zeestrydkrach
ten. Van een vrije scheepvaart in deze
zeeën kan dus thans geen sprake meer
zyn.
De ontwikkeling toont veeleer aan dat
de neutrale scheepvaart, voor zoover zij
heden nog op Engeland vaart, aan alle
gevaren van de oorlogshandelingen on
derworpen is en dat zij al naar de om
standigheden direct of indirect door En
geland voor hulpdiensten gebruikt
wordt.
Engeland zéïf heeft dus door zijn
maatregelen, welke een aanfluiting zyn
van elk volkerenrecht, het geheele zee
gebied rondom zijn eilanden tot mliitair
operatiegebied gemaakt, een toestand
welke aan elk werkelijk neutraal schip
moet verbieden zich in deze zeeën te be
geven.
Bij de jongste luchtgevechten werden
twee Duitsche reddingsvliegtuigen ty-
dens hun reddingswerkzaamheden, wel
ke gewonde Engelsche vliegers golden,
door de Engelschen neergeschoten.
IH. Duitschland heeft deze ontwikke
ling sedert maanden aandachtig ge
volgd, in de hoop, dat wellicht toch
nog verstandige overwegingen de hui
dige Engelsche regeerders ervan zou
den afhouden, op den weg van deze
misdadige oorlogvoering voort te gaan.
Deze hoop was vergeefsch. Engeland
heeft het laatste beroep van den Fiihrer
van de hand gewezen.
Daartegenover heeft de rljksregee-
ring thans besloten, met gelijke munt
te betalen en haar militaire machts
middelen met dezelfde onverschrokken
heid tegen de scheepvaart om Engeland
'te gebruiken.
i Op 26 September 1039 heeft de En
gelsche regeering bij monde van haar
toenmaligen minister-president Cham
berlain verklaard: Duitschland is een
belegerde vesting en het is volkomen
geoorloofd en menscheiyk het Duitsche
volk van alle vitale toevoeren af te
snijden. Dat wil dus zeggen: de huidige
Britsche regeerders achten het volko-
i men vanzelfsprekend en geoorloofd, dat,
wanneer zij hun zin kregen, Duitsche
vrouwen en kinderen, evenals in den
wereldoorlog, aan den hongerdood wer
den overgeleverd.
De politiek van den Fiihrer, die voor
het Duitsche bedryfsleven den toevoer
van levensmiddelen uit groote deelen
der wereld heeft geopend, alsmede de
verzekering van enorme voorraden
grondstoffen, door den unieken roem-
vollen veldtocht van onze legors, heb
ben deso Engelsche berekening doen
mislukken.
De huidige Engelsche regeerders we
ten dat, niettemin durven zy de vol
ledige ineenstorting van hun politiek
tegenover het eigen volk nog niet te be
kennen, maar proclameeren zy daaren
tegen den oorlog tot het uiterste.
Tegenover deze houding, waarmede
Engeland zich zelf naar den ondergang
drijft, stelt de Duitsche regeering vast:
de belegerde vesting is thans niet meer
Duitschland, maar het Engelsche eilan
denrijk. Tegenover de mislukte Engel
sche hongerblokkade jegens Duitsche
vrouwen en kinderen, stelt thans
Duitschland de totale blokkade der
Britsche eilanden, welke hiermede wordt
afgekondigd.
IV. Duitschland is ervan overtuigd,
De wacht aan de kust. Een Duitsch soldaat op post aan het strand van
den Atlantischen Oceaan. (Foto Weltbild)
om uw opvoeding te bekostigen, en zy
liet David beloven, dat hy het daarvoor
zou gebruiken."
„Nu had David Osborne, terwyl hy in
betrekking was, een aardig sommetje
opgespaard en was daardoor in staat,
om uw moeder in haar laatste ziekte al
les te geven, wat zy noodig had en ook
u later allerlei te verschaffen, maar hy
heeft het u nooit misgund, is het wel,
David?"
„Ik ik ik heb Auriol altyd lief
gehad, alsof ze mijn eigen kind was",
antwoordde Osborne. „Het maakte mij
meer dan gelukkig, dat ik haar alles
kon geven, wat ik bezat."
Hij sprak met zooveel gevoel, dat er
weer warme dankbaarheid opwelde in
het hart van het meisje tegenover den
man, die zoo goed èn edelmoedig al die
jaren voor haar gezorgd had.
„Toen u binnen kwam, juffrouw Os
borne", ging de advocaat voort, „maakte
ik 'n grapje en stemde later toe, dat èr
eenige waarheid in school. Ik zei, dat hij,
zonder het te willen, een bedrieger was
geweest. U herinnert zich dat, n'et
waar?"
„Ja", antwoordde Auriol, „ik herin
ner het mij."
„Welnu, dat geld van uw moeder heeft
hij in verschillende maatschappijen ge
stoken, maar op zijn eigen naam om te
voorkomen, dat de oude geschiedenis
weer zou opgehaald worden."
Auriol rilde.
„Ja, dat begryp lk", zei ze.
„Toch had David dat eigenlyk niet
mogen doen. Hy had u vooruit moeten
raadplegen en u laten teekenen. Ik heb
dat tegen hem gezegd, toen hy by my
kwam, maar u zou alles in orde kunnen
brengen door met een paar woorden te
zeggen of neer te schryven eigenlyk, dat
u accoord gaat met wat hy gedaan
heeft."
„Je bent niet boos op me, is het wel,
Auriol?" zei Osborne nu. „Ik heb er
erg tegenop gezien, om je dit te beken
nen, maar je begrijpt nu wel, wat mij er
toe bewogen heeft."
Weer voelde het meisje niets dan
dankbaarheid tegenover den man, die
haar zijn naam gegeven en de waarheid
voor de wereld verborgen had. Daaren
boven wist zij weinig af van de bedrie
gerijen, die somtijds gepleegd worden
uit geldzucht.
„En u wou dus grab£, dat ik dat
deed?" zei ze, terwijl zij zich tot Os
borne wendde.
„Ja, kind. Ik zou je er niet lastig mee
gevallen zijn, als meneer Trudgeon niet
gezegd had, dat alles dan in orde was.
Ik zou niet graag willen, dat al de ellen
de, die je moeder doorgemaakt heeft,
weer op het tapijt zou worden gebracht,
en
en
(Wordt vervolgd.)