Dagblad voor de Provincie Zeeland
Opbouwdienst.
EERSTE BLAD
Onzekerheid en zekerheid.
T.FABERY DE JONGE
Buitenland
Wij bouwen verder.
Distributie van boter en
vetten.
De luchtgevechten in het Kanaal.
De Engelsche bestellingen In
Amerika.
Bijslag op Inkomsten-belasting
voor Polen.
Nieuwe belastingen in Amerika
noodig.
ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1940
54e JAARGANG - No. 261
Uitgave: N. V. Uitgevers-Maatschappij
„Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Goes
Postrekening 44455 Telefoon 2438
Bijkantoor Middelburg: Pa. Boekhandel
J. J. F A N O Y, Lange Oisürtraat 34 en
Noordweg 155.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA
Abonnementsprijs (2410 per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelbars
Goes en VRsslnges f 0.20
Losse nummers 5 cent
Advertentiën 30 cent per regel
Ingezonden mededeeïingen 60 cent per regel
Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags
(0.75 bij vooruitbetaling
Advertentiën onder letter o( motto
10 cent extra j
Bij contract belaügrljlta körflög
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Prof. Dr Ridderbos zegt in een ar
tikel over de Theol. School te Kampen
onder meer:
De toekomst is onzeker .Vandaag niet
meer dan gisterenmaar we zien het
vandaag misschien beter, omdat zooveel,
dat ons gisteren nog vast en zeker
scheen, thans wankelt of reeds gevallen,
en aan ons ontvallen is. Die onzekerheid
der toekomst, die gevaren, waardoor wjj
zooveel goeds bedreigd zien, zijn roep
stemmen Gods, zijn prikkels van Zijnent
wege, waardoor Hjj ons van onze lauw
heid en traagheid wil genezen, en in
onze harten en op onze lippen wil wek
ken, vuriger dan sinds lang, de oude'
bede: „Uw werk, o Heer! behoud dat
in het leven in het midden der jaren,
maak het bekend in het midden der ja
ren; in den toorn gedenk des ontfer-
mens", Hab. 3 2.
De toekomst is onzeker, maar Gods
trouw is zeker en gewis. Hij laat niet
varen de werken Zijner handen. Dit is
geen waarborg, dat de moeiten van de
zen tijd onze Theologische Hoogesohool
onberoerd zullen laten; wij mogen ook
geen menschelijke instelling met het
werk Gods gelijkstellen. Gewaarborgd is
alleen, dat Hij Z ij n werk, dat Hij in en
door die school heeft willen werken, zal
handhaven en voltooien. Maar wij mogen
toch óók bidden: „en bevestig Gij het
werk onzer handen over ons; ja, het
werk onzer handen, bevestig dat", Ps. 90
vs. 17."
Wat hier gezegd wordt is ,ook op an
der gebied van beteekenis.
Gods trouw is zeker en gewis. Wij
hebben de zekerheid dat God niet zal la
ten varen het werk Zijner handen, ook
al zal misschien veel wat biddend werd
gebouwd, onder den druk van de om
standigheden verdwijnen.
Maar dat mag en moet voor ons geen
reden zijn om nu maar den arbeid te
staken.
Meer nog dan vroeger moet het onze
begeerte zijn om door het werk onzer
handen op velerlei gebied den Heere in
getrouwheid te dienen, in het geloof dat
het werk in Zijnen naam verricht, niet
ijdel zal zijn.
Make God ons getrouw en gewillig om
ook in deze tijden vol moeilijkheden en
onzekerheden, Zijn wil te volbrengen en
ook ons volksleven aan Zijn ordinan
tiën te doen beantwoorden.
Wij hebben hooggestemde artikelen
kunnen lezen over den Opbouwdienst,
waarbij thans een groot deel van onze
gedemobiliseerde soldaten is ingelijfd.
Alles zal worden gedaan om bij de be
trokkenen de arbeidsvreugde op te voe
ren- In verband daarmee wordt aan hun
lichamelijke opvoeding de grootste zorg
besteed.
Merkwaardig is echter, dat in geen
uer publicaties omtrent den Opbouwt-
dienst van de geestelijke verzor
ging, van den geestelijken opbouw, ook
maar gerept wordt.
Wel hebben we kunnen lezen, dat niet
alleen de reserve-veldpredikers naar
nuis zijn gezonden, maar dat ook de le
ger- en vloot-predikanten in vasten
ulL'11rst» °P wachtgeld werden gesteld.
Moet daaruit de conclusie worden ge
trokken, dat aan de geestelijke verzor
ging toch zeker een belangrijk onderdeel
an den nationalen opbouw, geen aan-
aanht wordt geschonken?
Of is en wordt hieromtrent misschien
erleg gepleegd met wat we de garni-
enskerken zouden kunnen noemen?
zeif06 Z^' a^een de „opbouwers"
maar °ok hun ouders en verwanten
ben er recht op te weten wat er in
zen wordt gedaan, of misschien ook
et wordt gedaan.
Maar op welken grondslag?
Een woord van Dr J. Eykman over
do Ned. Unie.
v„yan,d? hand van Dr J. Eykman is een
Havxf*verscbenen (uitgave W. ten
draalt ^a^rdam) dat tot titel
Wfiiv bouwen verder. Maar op
draphf gr0n(?slag^" en blijkens de op-
volk 13 ®ericbt aan het Nederlandsche
dai- aanleiding van het optreden
j Nederlandsche Unie.
0pYfe brochure wijst de schrijver er
at „er in de weken en maanden,
die er sinds de capitulatie van het Ned.
leger verloopen zijn, telkens sprake is
van de noodzaak om in Nederland weer
te gaan bouwen."
Er is sprake van het „fundament" en
dit moet dan „nieuw-nationaal" zijn en
„nieuw-Nederlandsch". De „muurtjes"
moeten worden afgebroken.
Dr Eykman wijst echter op Paulus'
woord (1 Cor. 3 11): „Niemand kan een
ander fundament leggen dan hetgeen ge
legd is, hetwelk is Jezus Christus" en in
de nadere uitwerking van dit tekstwoord
wijst hij op de groote, allesbeheerschende
beteekenis voor een bouwwerk van het
fundament „met zijn opwaartschen druk,
zijn zegenenden invloed", die doorzet tot
boven in het bouwwerk.
„Welnu, zoo al zegenend, al bewarend
is het fundament, dat gelegd is, hetwelk
is Jezus Christus".
Er is geen ander fundament dan Jezus
Christus. En als men dan vraagt wat het
nieuwe is in het nieuw-bouwen, dan ant
woordt dr Eykman: Wij hebben verge
ten, dat wij bouwende slechts op één fun
dament kunnen bouwen, n.l. Jezus Chris
tus en Dien gekruisigd.
De schrijver wijst er dan op, dat bou
wen op dit eenig fundament zijn conse
quenties heeft en schrijft dan:
„Dat wil niet zeggen, dat wij daarom
bevreesd behoeven te zijn. Als wij waar
lijk, afgezien van alles wat ons verdeelt,
in Nederland den moed hebben, waarlijk
opnieuw op dit fundament te bouwen,
dan zullen wij ook ervaren, dat dit fun
dament ons gemakkelijk draagt en dat
het zijn zegenenden, opwaartschen druk
bij elke neerdrukkenden last uitoefent."
„Als ik nu alle bouwplannen van alle
Nederlandsche nieuwbouwers doorlees,
mis ik zoo vervolgt de schrijver
ook bij de heeren van de Nederlandsche
Unie, wier oorspronkelijke bedoelingen
ik volkomen respecteer, alles wat ons het
meest moest bezighouden. Alleen staat er
zoo iets van „christelijke grondbeginse
len" en van „gewetensvrijheid".
Dr Eykman verdenkt vele overhaaste
nieuwbouwers en vele daarbij behoorende
adhaesie-betuigingen van angst:
„Ik vraag mi] daarom af, nadat Oranje
en onafhankelijkheid als verboden ln een
programma achterwege moeten blijven,
wat men na nog bedoelt, als men nu
toch nog spreekt over opvoeding ln natio
nalen geest. Wat blijft er dan nog over
typisch Nederlandsch? Is dat do liefde
voor de Veluwsche bosschen of voor de
Kaasmarkt ln Alkmaar of voor Artls, zoo
als de couranten ons lederen dag althans
op de fotopagina probeeren bij te bren
gen?
Of is het soms liefde voor de Vlaam-
sche of Zuidafrikaansche stamverwan
ten? Waar komt ineens die liefde van
daan bij vele nieuwbouwers?
Ik wil wel eerlijk zeggen, dat ik hier
achter speur, liefde, die stamt uit het
ras en het bloed en derzelver vergoding".
En even later schrijft hij:
„En daarmede beneemt men aan zich
zelf en aan ons volk de eerlijke gelegen
heid om, vasthoudende aan hetgeen ons
bovenal waard is, desnoods den weg van
het lijden en van den druk op te gaan."
„Wij leven nu niet in een tijd om met
ons volk nieuwe wegen in te slaan.
Straks, als onze wettige Regeering voor
ons en onze overzeesche gewesten vrede
gesloten heeft met Duitschland, zullen
wij gaarne met iedereen over nieuwe
lijnen voor ons volk in verbinding tre
den.
„Voorshands doen wij beter en men
had beter gedaan, om niet twee maanden
maar veel langer te wachten, misschien
jaren, aleer men zich opmaakte om tot
een Nederlandsche Unie te geraken.
„Men kan immers de bedoeling niet
hebben, om thans via een Nederlandsche
concentratie, nu of iets later, zoo lang
de oorlog niet beëindigd is, een nieuwe
Nederlandsche Regeering te vormen of
iets dat daarop lijkt of als Ersatz dienen
kan.
„De bezettende macht bestuurt ons en
houdt via de Secretarissen-Generaal con
tact met het ambtelijk apparaat.
„Daar is, zoo lang er niet van vrede
sprake is, wel een lacune in ons regee-
ringsapparaat, maar deze wordt door de
bezettende macht aangevuld.
„Het kan dus niemands bedoeling zijn
daarin verandering te brengen. Dan blijve
men ook verre uit de buurt van alles
wat tot iets dergelijks zou kunnen lei
den. Juist daarom is, naar mijn inzien
terecht, de actie der Ouderen, die tot een
nationale concentratie wilden komen, af
gebroken op het oogenblik, dat het hun
duidelijk werd, dat er over onze onafhan
kelijkheid en Oranje nu niet kon worden
gesproken.
Zij hebben naar mijn inzien ons volk
en de toestand juist verstaan en daarin
dicht geleefd bij ons eenige mogelijke
fundament, dat immers op cardinale
punten geen transigeren toelaat.
Wat betreft alle nieuwbouw-enthousias-
me over groote economische en sociale
wijzigingen, daarvan komt het mij voor,
dat dit enthousiasme weinig Neder-
landsch is.
Dr Eykman besluit met de verklaring:
„Wanneer wij als volk van Nederland
nog een Christengemeente hebben, die
vast en zeker op geen enkel ander fun
dament wil bouwen dan op hetgeen ge
legd is, namelijk Jezus Christus, dan
maak ik mij voor de eenheid van dat
volk geen zorg en dat geldt voor Protes
tant en Katholiek beide.
„Wanneer slechts deze gemeente niet
gaat translgeeren en niet Iljdensschuw ls,
zal zi] dan ook te allen tijde, hoort gij,
te allen tijde ook ln tijden van nood, de
wegen weten te vinden, waardoor zij
spreekt naar het hart van het volk."
JUWELIER - HORLO0ER
LANGE KERKSTRAAT 30 - GOES
EENIGE BIJZONDERHEDEN OVER
DE VOLGENDE PERIODE.
Zooals men weet, geven gedurende de
periode van 29 Juli j.l. tot en met 23
'Augustus a.s. de met 01 en 02 gemerkte
bonnen van de z.g. vetkaart recht op
het koopen van een half pond marga
rine of boter, of, voorzoover de voor
raad strekt een half pond gesmolten
vet; de met 03 en 04 gemerkte bonnen
geven voorts uitsluitend recht op het
koopen van boter.
Teneinde er de verbruikers van mar
garine en vet tijdig van op de hoogte
te stellen op welke rantsoenen zjj gedu
rende de volgende distributieperiode
kunnen rekenen, wordt er de aandacht
op gevestigd, dat deze periode acht we
ken zal duren. Voor deze periode, die
derhalve zal loopen van 24 Augustus
a.s. tot en met 18 October a.s. zullen
acht bonnen van de vetkaart geldig wor
den verklaard. Vier daarvan zullen elk
recht geven op een half pond boter,
drie elk op een half pond margarine en
één op een half pond gesmolten vet.
In verband met het bovenstaande en
met het doel om bederf van de in de
winkels aanwezige voorraden te voorko
men, zijn bepaalde maatregelen geno
men betreffende de wijze, waarop de
winkeliers met behulp van de geduren
de de eerste distributieperiode ingele
verde en nog in te leveren bonnen hun
voorraden kunnen aanvullen. Een uit
eenzetting van deze maatregelen wordt
in de dagbladen gegeven onder de offi-
cieele publicaties. Het is voor de detail
listen van zeer groot belang, dat zij van
deze uiteenzetting nauwkeurig kennis
nemen.
D.N.B. geeft een beschrijving van den
grooten aanval van het Duitsche lucht-
wapen en van de oorlogsmarine op Brit-
sche konvooien aan den ingang van het
Kanaal ten Zuiden van het eiland Wight.
In den nacht van 7 op 8 Augustus de
den motortorpedobooten een aanval op
een groep schepen. Zonder zelf verliezen
te lijden gelukte het, drie gewapende
Britsche stoomschepen, met een totale
tonnenmaat van 17.000 br. reg. ton tot
zinken te brengen. Hieronder bevond
zich ook een tankschip van ongeveer
8000 br. reg. ton.
De beslissende slag werd den kon
vooien op 8 Augustus door het luchtwa-
pen toegebracht. Duitsche duikbommen
werpers deden een aanval op de kon
vooien en het gelukte, alleen al uit een
enkel konvooi 12 koopvaardijschepen,
met een totale tannage van ruim 55.000
br. reg. ton tot zinken te brengen. Zeven
andere handelsschepen uit hetzelfde kon
vooi werden zwaar beschadigd.
De Engelsche jagers, die pogingen de
den de duikbommenwerpers te storen,
waren spoedig met de Duitsche jagers
in een feilen strijd gewikkeld en leden
daarby zulke zware verliezen, dat zij
tenslotte het veld moesten ruimen.
Een practisch middel. Ter besproeiing van de droge helling der Jekervallei bij Maastricht halen de boeren in groote
vaten het zoo noodige vocht uit de rivier zelf.
Een tweede groote aanval werd door
het Duitsche luchtwapen gedaan in het
gebied van Dover, waar een sterke En
gelsche ballonversperring moest worden
aangevallen.
Twaalf Britsche versperringsballons
zijn vernietigd.
Het staat, volgens het D.N.B., vast,
dat de Engelschen bij het eiland Wight
en voor Dover ten minste 42 jagers heb
ben verloren, waar tegenover 'n Duitsch
verlies staat van slechts vijf jagers,
twee gevallen van noodlanding inbegre
pen. In totaal heeft het Britsche lucht
wapen op 8 Augustus 51 vliegtuigen ver
loren, waarvan 49 bij de luchtgevechten
boven het Kanaal, terwijl twee andere
vliegtuigen, bij nachtelijke vluchten naar
Duitschland door het luchtafweergeschut
zijn neergeschoten. De Duitsche verlie
zen bedragen, met inbegrip van de reeds
genoemde vijf jagers, twaalf machines.
In verband met een Britsche bewe
ring, dat het Engelsche luchtwapen bij
de laatste luchtgevechten boven het Ka
naal 60 Duitsche vliegtuigen zou hebben
neergeschoten, terwijl zij zelf er maar
16 zou hebben ingeboet, wijzen de Duit
sche avondbladen er op, dat deze berich
ten van denzelfden aard zijn als de ge-
heele, tot dusver leugenachtige Britsche
oorlogsberichtgeving.
HET ITALIAANSCHE LEGER-
BERICHT.
Legerbericht no. 61 van het Italiaan-
sche hoofdkwartier luidt als volgt:
In Noord-Afrika, aan de greDS van
Cyrenaica hebben zestien van onze jacht
vliegtuigen een verwoed gevecht gele
verd met 27 Engelsche vliegtuigen. On
danks onze numerieke minderheid slaag
den onze dappere vliegers er in vijf vij
andelijke machines neer te schieten.
Twee van onze vliegtuigen zijn niet
op hun basis terug gekeerd.
In Britsch Somaliland hebben onze
troepen Hergaiesa bezet.
Het D. N. B. meldt uit New York:
Volgens hier afgelegde verklaringen
zou Engeland tot dusverre in de Vereen.
Staten voor plm. 2 milliard oorlogsmate
riaal besteld hebben, waarvan echter
nauwelijks de helft geleverd is.
De voorzitter van de studiecommissie
voor verdedigingsvraagstukken, Kuud-
sen, heeft verklaard, dat de Amerikaan-
sche productie van vliegtuigen op het
oogenblik per maand 900 bedraagt.
In Januari van het volgend jaar hoopt
men, dat de productie tot 1500 vliegtui
gen gestegen zijn.
PERSOONSVERWISSELINGEN IN
FRANKRIJK.
Over de persoonswisselingen in de
prefecturen van Frankrijk, welke door
het ministerie van binnenlandsche za
ken zijn beoogd en ten deele reeds uitge
voerd, schrijft de Petit Dauphinois, dat
deze veranderingen betrekking hebben
op 172 prefecturen en onder-prefectu
ren. Het gaat er om talrijke ambtenaren
te vervangen, die ofwel tegen hun taak
niet waren opgewassen ofwel den nieu
wen geest, die thans het bestuur des
lands moeten bezielen, niet begrijpen.
15 PCT. VAN HET INKOMEN.
Volgens een in het staatsblad gepubli
ceerde verordening van den minister
raad voor de rijksverdediging moeten
Polen een extra heffing, 'n z.g. „sozial-
ausgleichabgabe" als bijslag op de in
komstenbelasting opbrengen. Deze hef
fing bedraagt vijftien procent van het
inkomen. Zij komt uitsluitend het Rijk
ten goede. De verordening treedt per 1
Augustus in werking. Zij geldt ook voor
de ingelijfde oostelijke gebieden.
De Amerikaansche minister van Fi
nanciën, Morgenthau, heeft de congres
commissie medegedeeld, dat nieuwe be
lastingbronnen gevonden moeten wor
den, omdat de inkomsten geen gelijken
tred houden met de uitgaven, die door
de bewapeningskosten zeer gestegen
zijn. Hij verwacht voor het loopende
jaar een tekort van 5.700.000.000 dollar,
dat slechts gedeeltelijk gedekt kan wor
den door de voorgestelde belastingen op
buitensporige winsten. Het ministerie
van Financiën overweegt daarom het
plafond der staatsschulden, dat onlangs
op 49 milliard was vastgesteld, opnieuw
te verhoogen en wel met 9 milliard.