k I DE zeedW of aankomonde tweede blad ie Biggen Door Duitschland toegepaste represaille maatregelen. Bevil Granville Uit de Provincie Rechtszaken vrijdag 25 juli 1940. Nr 248. eenige honderden mannen en vrouwen naar interneerings- kampen in duitschland over gebracht. mmmm* aagt AGENTEN voor in Landbouwzaden, enz. óthouders voor de ge- rabbendjjke, Waarde en Brieven Motto „Za- „De Zeeuw" te Goes. (wett. ged.) voorkomt Varkenspest, Borstziek- Pooten, Achterblijvers, lg. 5 K.G. baaltje ico. D. ALEWIJNSE Iddelburg. levraagd door particu- perc. los BOUW- OF Verkooper kan pach- ige rente. Aanb. m. opg. ïn en prjjs No. 42, Bur. I', L. Giststr. 34, M'burg TE KOOP: ,RTIJ PUNTDRAAD, |iikt, tevens een partij ïouten afheiningspalen. )EN BROEKE, A 39, Ider. TE KOOP: CSE GAPINGE. TE KOOP: IENGSTVEULEN verandering een z.g.a.n. IOUWWAGEN OP ICHTBANDEN. 7SE, OOSTKAPELLE. TE KOOP: KPAARDEN en ouder. Keur uit TROIJE, Telefoon 24, ISint-Joosland. iet October VLIEGER, Vrouwe- )OODSPROEIEN VAN APPELEN is ASEPTA- aangewezen middel. Jorraad leverbaar. JLENBERG, Kruinin- blefoon 61. xemeenten Kortgenc, isplaat, Wlssenkcrke (land, worden Adver- Abonnementen aan- ior Mej. Wed. G. DE Wissenkerke. im 613, La Fran- Netmeloenen 2533, 10, Zesweeksche 28, Inkenthalers 5260, 18 per kg. 40 per kg. Bessen (Prolefix) 10 fsen 7.5—10, Roode Vitte Kruisbessen 15, ^s per kg. Mithlothiams 93 75, Drielingen 60--63, EigenheimersGroote 75, Drielingen 40 BintjesGroote 95, Eierveiling: 5256 kg. f3.85—f3.90, 60 -f 4.25, 68—70 kg. f3.55, Kalkoeneieren re reen. Zuid-Beveland. |rdag 25 Juli 1940. Roode Bessen 10.20, men 13.80 per 100 kg. Zacht fruit: Druiven [7, Roode Bessen 10-— 7.50, Kruisbessen 5, Zure Morellen 11 L Citroenpruimen 1— 1 11—28, Engelsche Eldensche Blauwe 5 9-34, Myrabolanen 2 imen 516,10, Okke- fineepruimen 2.50—13) Tollenaarspruimen 10—15, Pruimen ten 12—15, alles per jien 17—37, Perziken uimen 26.50, Kas- les per 100 stuks, ïeerenperen 8.50, Jen r.H. Suikerperen 4.5U nperen 926, Zomer- iroet- en Valperen 100 kg. - Transparant extra J- 1, id. B 10—11, id. y f Bath 5—14, Early Mr. Gladstone 4—', •appels 516, Zomer- ietjes 5—9, Kroet- en alles per 100 kg. ngsvereen. „De Een van 24 Juli 1940. uwe bonken 3.70, id- I, id. drielingen 3.0^ ken 3.70, id. gewone lingen 3.39—3.56, ai- VAN Dezer dagen zjjn eenige honderden hier te lande met verlof vertoevende mannen en vrouwen, gouvernements ambtenaren en menschen die met Indië in betrekking staan, in hechtenis ge nomen en naar interneeringskampen in Duitschland overgebracht. Nog meerde ren zullen hen daarheen weldra moeten volgen. Dit in verband met de behande ling van Rjjks-Duitschers in O.- en W.- Indië. Gisteren hebben ter persconferentie de legatiesecretaris dr H. Wissmann en de pressedezernent, de heer W. Janke, mededeelingen gedaan omtrent de om standigheden, welke uiteindelijk tot de represailles genoopt hebben. Dr Wissmann heeft van het lot, dat de Duitschers in Indië getroffen heeft, een uitvoerig verslag gegeven, op grond van berichten, welke intusschen te Ber lijn ontvangen waren. Men heeft, aldus dr Wissmann, deze menschen geïnterneerd op plaatsen, die wegens het klimaat voor Europeanen wel zeer ongunstig genoemd moeten worden, Men heeft hen ingeladen in vrachtauto's en in vrachtschepen en hen zelfs bij lange transporten geen ge legenheid geboden ook maar een oogen- blik uit te stappen. Hierdoor was de at mosfeer in de vervoermiddelen in hooge mate ongezond en velen hebben aan den lijve de nadeelige gevolgen moeten voelen. In derde klasse wagons in Indië de wagons voor inlanders en niet voor Europeanen heeft men de Duitschers vervoerd. Tenslotte zijn zij in overvolle schepen overgebracht naar het eiland Onrust, een quarantainestation voor Mekkagangers, die daar op pestbacillen onderzocht worden. Verscheidene dagen heeft men de geïnterneerden daar op stroomatrassen en zonder voldoende voedsel laten verblijven onder bewaking van Inlandsche militairen, die herhaal delijk op geïnterneerden geschoten heb ben, tengevolge waarvan in één geval de dood schijnt te zjjn gevolgd. Ook het feit, dat de medische verzorging was overgelaten aan drie Joodsche artsen onder de geïnterneerden, werd als een ernstige grief ondervonden. Dat ook de consulaire ambtenaren in Nederlandsch- Indië op deze wijze behandeld zijn, met uitzondering dan van den consul-gene raal, die evenwel geen contact mocht onderhouden met zijn personeel, was daarenboven nog een schending van goed internationaal gebruik. Deze behandeling stak scherp af bij de wjze waarop in Duitschland de daar wonende Nederlanders, inzonderheid de diplomatieke en consulaire vertegen woordigers mitsgaders de leden van de pers bejegend zijn en de spoedige in vrijheidstelling van Nederlandsche krijgsgevangenen op speciaal bevel van den Führer. In het feit, dat er in de behandeling van de Rjjks-Duitschers in Indië klaar blijkelijk geen verandering gekomen is, hebben de Duitscbe autoriteiten boven dien aanleiding gevonden om terug te komen op hun aanvankelijk tegenover het in ons land gedurende de vijf dagen van de oorlogshandelingen voorgeval lene ingenomen standpunt. Toen de vijandelijkheden gestaakt wa ren en de capitulatie een feit was ge worden, aldus de heer Janke, lag het in het voornemen van de Duitsche be zettingsautoriteiten om niet meer te spreken over wat in het verleden was geschied; de aandacht was in de toe komst, op den wederopbouw gericht. Bj deze houding is wekenlang vol hard. Maar bepaalde demonstraties en in het bijzonder de hardnekkigheid, wel ke de overzeesche autoriteiten ten aan zien van de behandeling van de Rjjks- Duitschers onder hun bereik betoonden, hebben daarin thans verandering ge bracht. De heer Janke weidde dan uit over de behandeling, welke de in de eerste dagen van Mei geïnterneerde Duitschers ondergaan hadden in Filrastad, in de Strafgevangenis te Scheveningen, in de I Cavalerie-, thans Marechaussée-kazerne te Amsterdam en op vele andere plaat sen. Zelfs het oude tuchthuis te Hoorn, dat al jarenlang buiten gebruik was, werd bestemd voor de opneming van deze geïnterneerden. De behandeling en het transport liet alles te wenschen over. Hoe hard de represailles zjjn voor de menschen, die zjj treffen, ontveinzen ook de Duitsche autoriteiten zich niet, te meer nog daar hun behandeling geheel overeen zal komen met hetgeen men hier meent te weten van wat er in Indië voorvalt. De Duitsche autoriteiten bereiken tal- rjjke mededeelingen, waarin er op gewe zen wordt, dat de menschen, die nu naar Duitschland zjjn overgebracht, als eer biedwaardige burgers beschouwd kun- nen worden, die het niet in hun hand i hebben hoe de behandeling van de ge- interneerden in Indië is. i 1 -V V m Bij de opgravingen te Lunteren onder leiding van dr F. C. Bursch, directeur van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, werd onder de vele prae-histo- rische vondsten ook een houten waterput blootgelegd. FEUILLETON door JOSEPH HOCKING. 15> -o- Seth nam het mee onder het licht en ekeek het aandachtig. Het was het lJ. van een Jong meisje, maar het hitï' was van een hind; een ge- 'g, zorgeloos kind, met lachende vafa- Toch zag hij een uitdrukking ,,r. vastberadenheid in haar trekken en ero\ z'ck voorstellen, dat zij tot nio - en staat zou zijn geweest, 3 ln jeven gebleven was. vröeg° Seth U °°k W6er' dat zij' heette?" Sln,'°„nsl.0w' Margaret Onslow. De On- ren 11 menschen van stand. Zij wa- familie beviiendf" 1 0nZe Frankrijk?" in het Zuiden Van sedf',het, aton<3 indertijd hier in ver men „if anten. Het was overgeno- komt" 6en krant, die in Cannes uit- troSr°TOat)h®ef Killigrew haar ge liefde?" om het geld of uit Van Duitsche zjjde erkent men dit gaarne, men geeft toe, dat de ambte naren, die gevangen genomen zijn, men schen zjjn, op wier persoonljjk leven niets is aan te merken en die ook niet persoonlijk verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor wat er in Indië ge beurt. De autoriteiten in Indië dragen echter h.i. de verantwoordelijkheid voor t leed, dat deze menschen nu geschiedt. In ieder geval zullen de thans in Ne derland geïnterneerden, naar Duitsch land overgebracht, niet worden vrjjgela- ten, voordat men van Londen uit of an ders in Indië zelf het bevel heeft ge geven de Duitschers daar uit de inter- neering te ontslaan en toe te laten tot de vrije uitoefening van hun beroep. denk, dat hjj aangetrokken was geworden door haar lieve gezichtje", antwoordde tante Esther. „Zij had wel wat geld te wachten, maar niet veel. De Onslows waren niet rijkmaar Sir Charles zal wel gezorgd hebben, dat het geld goed geregeld werd. Hij was een goed zakenman." „En hjj is de schuld van haar dood geweest?" fluisterde Seth, als zei hjj het meer tot zichzelf, dan tegen juf frouw Granville. „Zjjn behandeling heeft haar den dood aangedaan", antwoordde tante Esther. „Zij heeft het mij nooit in woorden ver teld, maar ik kon het tusschen de regels lezen. Zie je, ze was nog heel jong en heel christelijk grootgebracht. Ze wist niets van de wereld af, ze wist niet, dat er zulke mannen bestonden als Sir Charles. Daarom was het een vreese- lijke schok voor haar, toen zij hoorde, welk een leven hij geleid had. Hij was ook wreed tegen haar. Sommigen zeiden dat hij haar in zijn drift wel geslagen had: maar ik kan het niet gelooven." „Ze heeft u dus nooit verteld, dat hij haar geslagen had?" „Neen. Zij vertelde mij eigenlijk niets. Zij deed al haar best, om hem trouw te bljjven, dat zag ik." „Waarom liep ze niet weg?" vroeg Seth. „Zij beschouwde den huwelijksband als heilig." KANAAL DOOR WALCHEREN. De hoofdingenieur-directeur van den rijkswaterstaat in de directie Zeeland maakt bekend, dat het kanaal door Wal cheren zal zjjn afgelaten van 29 Juli tot en met 10 Augustus a.s. of zooveel langer als noodig of korter als mogeljjk zal bljjken, tot 0,50 m. beneden kanaal- peil. P. L. BOLIER. Op 74-jarigen leeftijd is te Goes over leden de heer P. L. Boller, oud-hoofd opzichter van den Polder Walcheren. ZUID-BEVELAND. Rilland-Bath. De Gemeenteraad houdt 31 Juli a.s. een vergadering. Punten van de |genda zjjn o.a.: Behandeling schrij ven gemeentebestuur van Ierseke inza ke winstverdeeling Vleeschkeurings- dienst. Wijziging gemeentebegrooting 1939. Aangaan eener kasgeldleening voor verbetering gedeelte Hoofdweg. Verhooging subsidie 1940 voor het Bur gerlijk Armbestuur. WALCHEREN GEMEENTE-SECRETARIS VAN WESTKAPELLE BENOEMD. In de gisteren gehouden vergadering van den Gemeenteraad van West- kapelle 1b benoemd tot Gemeente secretaris de heer W. J. K. D i e 1 e m a n, thans werkzaam ter secretarie aldaar. HET BADSEIZOEN TE DOMBURG. De badgasten laten zioh niet zien. Hoewel in de maand Juli te Domburg alles rustig is geweest, hebben de bad gasten zich niet laten zien, behoudens een enkele uitzondering, zoodat het ook in dat opzicht hier rustig was. Zoowel de hotel- en pensionhouders, als de hulzenverhuurders en de nering doenden missen hierdoor een verdienste, hetwelk een terugslag heeft op het ge- heele dorpsinkomen. Zulks zal ook in den a.s. winter van ongunstigen invloed zjjn. Gaarne zouden we schrjjven, dat nu alle hoop gevestigd is op Augustus. Ech ter velen begrijpen reeds nu, dat ook deze maand, mocht zjj al wat brengen, niet in staat zal zjjn om het seizoen 1940 goed te maken, ja zelfs nog niet de onkosten te dekken. Domburg. Evenals vorige week moest Woensdagavond personeel van de brand weer het vuur gaan dooven op de vuil nisbelt. Het schjjnt, dat dit het werk is van de jeugd, die hiermede aan ver schillende menschen overlast bezorgt, terwjjl het met het oog op de verduiste ring tevens gevaar mede brengt. Westkapelle. Begrafenis J. Polderman. Donderdagnamiddag vond alhier de teraardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van wijlen den heer J. Polderman, in leven raadslid dezer gemeente. Nadat de baar door vier leden van den gemeenteraad en vier be stuursleden van de Vereen, tot Stichting en Instandhouding eener Christelijke School van welke vereeniging de overledene bijna 30 jaren lid en secreta ris is geweest naar de groeve was ge dragen, werd het woord gevoerd door Ds Vreugdenbil te Meliskerke, die sprak „Ze had beter gedaan met naar haar vader te gaan." „Haar vader was kort na haar huwe lijk overleden, en haar moeder was ge storven, toen ze nog heel klein was. Wat haar broer betreft, die was niet veel beter dan Killigrew. Daar kon zij geen hulp van verwachten, en naar ik hoorde, had Sir Charles het heele be heer over haar geld. Ik vermoed, dat hjj haar toch wel lief had in zekeren zin, want na haar dood was hjj een an der mensch; hij dronk niet meer, hij dobbelde niet meer, hij gaf zijn heele vorige leven op en kwam op Bolivick terug, waar hij als een kluizenaar leef de. Dat heb je echter jaren geleden ook al geweten." „Ja", antwoordde Seth, „maar ik heb er nooit verder over nagedacht. Ik heb hem een paar maal gezien, toen ik bij Tremayne op kantoor was, en hij deze kwam spreken. Ik was toen nog maar net van school." Tante Esther zuchtte. De blik in Seth's oogen maakte haar angstig. „Weet u nog iets meer van hem? Ik wou zoo graag alles te weten komen, wat maar kan; want u weet, dat ik in de doos gestapt ben, omdat ik zijn handteekening had nagemaakt, naar ze zeiden. U weet, hoe alles tegen mij was. Ik had op paarden gewed, ik had met kaartspelen verloren. Het was alles naar aanleiding van Psalm 103. Daar na sprak de burgemeester, Jhr Mr A. F. C. de Casembroot, namens den voltallig aanwezigen raad en de gemeente. Hij zei- de den overledene gedurende diens vijf jarig raadslidmaatschap te hebben lee- ren kennen als een edel en hoogstaand mensch, waarmede een prettige samen werking steeds mogelijk was geweest. Het moge voor de familie een troost zjjn, dat raad en gemeente den overledene steeds met den grootsten eerbied zullen herdenken. Tenslotte sprak Ds Visser te Dom burg, als voorzitter van bovengenoemde Schoolvereeniging namens deze en het personeel der school. Grooten dank bracht spreker voor al .hetgeen de overledene voor de vereen, en de school heeft gedaan. Grooten dank inzonderheid aan God, Die den overle dene daartoe heeft willen gebruiken als Zjjn instrument. De oudste broer van den overledene sprak namens de familie woorden van dank voor de laatste eer, den overledene bewezen. ARBEIDERS HIELPEN ENGELSCHEN PILOOT ONTVLUCHTEN. Gisteren werd voor het Deutsche Kriegsgericht te Utrecht de zaak behan deld tegen zes boscharbeiders uit Zeist en omgeving, die er van verdacht wer den op Donderdag 27 Juni j.l. een En- gelschen piloot hulp te hebben verleend en hem daarna te hebben ontvoerd, na dat er kort te voren een luchtgevecht tusschen Engelsche en Duitsche vlieg tuigen boven de gemeente Zeist was geleverd. Het Engelsche vliegtuig was neerge stort en aan den piloot was het gelukt, op eenige honderden meters boven den grond uit het brandende toestel te sprin gen en zich met behulp van een para chute in veiligheid te stellen. De vlieg- officier werd het eerst opgemerkt door drie boscharbeiders. Zij liepen op den Engelschen vliegofficier toe, hielpen hem van zjjn brandende parachute af en brachten hem ln een in de nabjjheid ge legen schaftkeet. Intusschen hadden Duitsche en Hollandsche militairen maatregelen genomen om het terrein, waarop het toestel was neergekomen, af te zetten. Een andere boseharbelder, die zag, dat er gevaar voor den Engelsch- man dreigde, gaf dezen den raad, zich voorloopig ergens in het bosch te ver bergen, en weer twee andere begaven zich op behoedzame wjjze met den vlieg officier ln de richting van Austerlitz, ln de hoop, geen Duitschers te ontmoe ten. Toen zjj evenwel toch een Duitschen officier tegenkwamen, die hen vroeg of zjj een Engelschen vlieger hadden ge zien, antwoordden zjj ontkennend en brachten den Duitscher op een valsch spoor. Inmiddels had een arbeider de vlie- gerkleeding van den Engelschman ver borgen en ook alles opgeruimd, wat er op kon wijzen, dat de boscharbeiders den vlieger in de keet hadden gebracht en zjjn wonden hadden schoon gemaakt. Andere arbeiders, die ook toeschouwer waren geweest bjj het luchtgevecht, op perden het denkbeeld, den vlieger niet alleen voor het onmiddeljjke gevaar te verbergen, doch hem zoo mogeljjk voor altjjd uit de handen van de Duitschers te houden. Een van hen nam den vlie ger mee naar zjjn woning, verstrekte hem een van zjjn eigen confectiepakken en gaf hem bjj zijn vertrek nog een gul den mee. Een kilometer bracht hjj den Engelschen piloot den weg naar Utrecht op en toen zei hjj tegen hem: „Hier is de tramhalte, en zie maar, dat je je verder redt". Later kwam uit, dat de vliegofficier de wjjk had genomen naar Den Helder en sindsdien heeft men niets meer van hem gehoord. De arbeiders echter wer den door de Duitsche politie gearres teerd en gisteren kwam de zaak voor het Kriegsgericht. President tot een der verdachten: „Waarom heeft u den vlieger in uw huis verzorgd Verdachte: „Mijn menschelijk gevoel schreef mjj voor, dat ik dien man moest helpen. Als het een Duitsch officier was geweest, die in handen van de Engel schen gevallen zou zjjn, zou ik net zoo goed geholpen hebben". De auditeur-militair wees op de laak bare handelingen, die de verdachten heb ben gepleegd, en zeide, dat in Duitsch land zeker de doodstraf op een derge- Ijjk misdrjjf zou volgen. Hjj wilde echter voor de Nederland sche arbeiders grootmoedigheid be trachten en eischte tegen de hoofd schuldigen S. en H. resp. tien en acht jaar. De andere verdachten hoorden ieder twee jaar tegen zich eischen. Het Kriegsgericht heeft ten slotte den hoofdschuldige S„ veroordeeld tot drie jaar tuchthuisstraf. Vier anderen kregen twee jaar. De laatste werd vrjjgesproken, omdat niet bewezen kon worden, of hjj wel daad werkelijk bjj de ontsnapping een aan deel had gehad. Bjj de motiveering zeide de presi dent, dat het Kriegsgericht voor dit geval de laagste straffen had gegeven, volgens de Duitsche wetgeving kon men niet minder gaan. Men begreep, dat de arbeiders in spontaneïteit gehandeld hadden en dat zjj de draagwjjdte van hun daden niet hebben kunnen overzien. Daarom zjjn zjj er thans nog zoo ge nadig afgekomen, doch zjj moesten als voorbeeld gesteld worden voor anderen, die zich misschien er toe zouden laten misleiden, Engelschen te helpen, indien de Duitsche politie hen wilde arres teeren. Het onderwijs in intensieve bodemcultuur vormt een belangrijke factor van het studieprogram der Wageningsche Landbouwhoogeschool. Leerlingen tjjdens een excursie, welke deze week op de terreinen der school werd gemaakt. waar. Ik had voor de grap altijd op kan toor de handteekeningen van de ver schillende lui zitten namaken. Ik was in Plymouth geweest op den dag, dat de chèque geïnd was. De man die de chè- que had uitbetaald, zei, dat ik vermomd was geweest, maar dat hij zich later toch bedacht had, dat ik het moest ge weest zjjn. Ik moest later ook nog be kennen, dat mjjn schulden kort daarop betaald warenHoe, dat wist ik niet, en ik weet het nu nog niet. En terwijl ik daar tot zeven jaar gevange nisstraf veroordeeld werd, was de schelm, die het gedaan had vermoede lijk in de gerechtszaal aanwezig. Is het wonder, dat ik soms een moorddadig ge voel krijg? U weet niet, wat een hel die gevangenis te Dartmoor voor mij ge weest is!" „O, mijn jongen, praat toch zoo niet!" riep tante Esther op angstigen toon uit. Daarop ging zij haastig voort: „Heb je niet de minste gedachte, wie het gedaan kan hebben?" „Neen, maar ik ben wel al achter een paar dingen gekomen." HOOFDSTUK VIII. Seth en Auriol. 's Maandagsmorgens verliet Seth Tre- lyon Wadebridge. Hij had middagdienst die week en moest om twee uur aan het werk. Hij moest dus den eersten trein pakken om op tijd te zijn. Gedurende zjjn verblijf in Wadebridge ging hij niet buiten de deur. Hij had be hoefte, om alleen te zijn, zei hij. Zondagsavonds hadden zij nog laat sa men zitten praten. „Heb je wel geld?" had de oude dame gevraagd, toen zjj hem goeden nacht had gekust. Hjj had zjjn hoofd geschud. „Ik heb geen geld noodig", zei hij. „Maar je zult geld noodig hebben, om deze zaak tot een bevredigend einde te brengen." „Ik ben van plan het zonder te doen. In ieder geval bezit ik geen geld. Het weinigje, dat vader mij naliet, is zeven jaar geleden opgegaan aan mijn verde diger. Zij zeiden toen, dat ik die chè que van zevenhonderd gebruikt had om mijn schulden te betalen. Wie heeft toen die schulden betaald? Dat zou ik wel eens willen weten. Bij het verhoor kwam het uit, dat al mijn schuldeischers het geld anoniem ontvangen hadden. Hoe dat mogelijk is geweest weet ik niet." „De heele zaak is vol geheimzinnig heden", zei tante Esther, terwijl zjj ze nuwachtig lachte, „maar als je geld mocht noodig hebben, weet je dus, waar je het krijgen kunt." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5