k I DE zeedW
of aankomonde
tweede blad
ie Biggen
Door Duitschland
toegepaste represaille
maatregelen.
Bevil Granville
Uit de Provincie
Rechtszaken
vrijdag 25 juli 1940. Nr 248.
eenige honderden mannen en
vrouwen naar interneerings-
kampen in duitschland over
gebracht.
mmmm*
aagt AGENTEN voor
in Landbouwzaden, enz.
óthouders voor de ge-
rabbendjjke, Waarde en
Brieven Motto „Za-
„De Zeeuw" te Goes.
(wett. ged.) voorkomt
Varkenspest, Borstziek-
Pooten, Achterblijvers,
lg. 5 K.G. baaltje
ico. D. ALEWIJNSE
Iddelburg.
levraagd door particu-
perc. los BOUW- OF
Verkooper kan pach-
ige rente. Aanb. m. opg.
ïn en prjjs No. 42, Bur.
I', L. Giststr. 34, M'burg
TE KOOP:
,RTIJ PUNTDRAAD,
|iikt, tevens een partij
ïouten afheiningspalen.
)EN BROEKE, A 39,
Ider.
TE KOOP:
CSE
GAPINGE.
TE KOOP:
IENGSTVEULEN
verandering een z.g.a.n.
IOUWWAGEN OP
ICHTBANDEN.
7SE, OOSTKAPELLE.
TE KOOP:
KPAARDEN
en ouder. Keur uit
TROIJE, Telefoon 24,
ISint-Joosland.
iet October
VLIEGER, Vrouwe-
)OODSPROEIEN VAN
APPELEN is ASEPTA-
aangewezen middel.
Jorraad leverbaar.
JLENBERG, Kruinin-
blefoon 61.
xemeenten Kortgenc,
isplaat, Wlssenkcrke
(land, worden Adver-
Abonnementen aan-
ior Mej. Wed. G. DE
Wissenkerke.
im 613, La Fran-
Netmeloenen 2533,
10, Zesweeksche 28,
Inkenthalers 5260,
18 per kg.
40 per kg.
Bessen (Prolefix) 10
fsen 7.5—10, Roode
Vitte Kruisbessen 15,
^s per kg.
Mithlothiams 93
75, Drielingen 60--63,
EigenheimersGroote
75, Drielingen 40
BintjesGroote 95,
Eierveiling: 5256
kg. f3.85—f3.90, 60
-f 4.25, 68—70 kg.
f3.55, Kalkoeneieren
re reen. Zuid-Beveland.
|rdag 25 Juli 1940.
Roode Bessen 10.20,
men 13.80 per 100 kg.
Zacht fruit: Druiven
[7, Roode Bessen 10-—
7.50, Kruisbessen 5,
Zure Morellen 11
L Citroenpruimen 1—
1 11—28, Engelsche
Eldensche Blauwe 5
9-34, Myrabolanen 2
imen 516,10, Okke-
fineepruimen 2.50—13)
Tollenaarspruimen
10—15, Pruimen
ten 12—15, alles per
jien 17—37, Perziken
uimen 26.50, Kas-
les per 100 stuks,
ïeerenperen 8.50, Jen
r.H. Suikerperen 4.5U
nperen 926, Zomer-
iroet- en Valperen
100 kg. -
Transparant extra J-
1, id. B 10—11, id. y
f Bath 5—14, Early
Mr. Gladstone 4—',
•appels 516, Zomer-
ietjes 5—9, Kroet- en
alles per 100 kg.
ngsvereen. „De Een
van 24 Juli 1940.
uwe bonken 3.70, id-
I, id. drielingen 3.0^
ken 3.70, id. gewone
lingen 3.39—3.56, ai-
VAN
Dezer dagen zjjn eenige honderden
hier te lande met verlof vertoevende
mannen en vrouwen, gouvernements
ambtenaren en menschen die met Indië
in betrekking staan, in hechtenis ge
nomen en naar interneeringskampen in
Duitschland overgebracht. Nog meerde
ren zullen hen daarheen weldra moeten
volgen. Dit in verband met de behande
ling van Rjjks-Duitschers in O.- en W.-
Indië.
Gisteren hebben ter persconferentie
de legatiesecretaris dr H. Wissmann en
de pressedezernent, de heer W. Janke,
mededeelingen gedaan omtrent de om
standigheden, welke uiteindelijk tot de
represailles genoopt hebben.
Dr Wissmann heeft van het lot, dat
de Duitschers in Indië getroffen heeft,
een uitvoerig verslag gegeven, op grond
van berichten, welke intusschen te Ber
lijn ontvangen waren.
Men heeft, aldus dr Wissmann, deze
menschen geïnterneerd op plaatsen, die
wegens het klimaat voor Europeanen
wel zeer ongunstig genoemd moeten
worden, Men heeft hen ingeladen in
vrachtauto's en in vrachtschepen en hen
zelfs bij lange transporten geen ge
legenheid geboden ook maar een oogen-
blik uit te stappen. Hierdoor was de at
mosfeer in de vervoermiddelen in hooge
mate ongezond en velen hebben aan den
lijve de nadeelige gevolgen moeten
voelen.
In derde klasse wagons in Indië
de wagons voor inlanders en niet voor
Europeanen heeft men de Duitschers
vervoerd. Tenslotte zijn zij in overvolle
schepen overgebracht naar het eiland
Onrust, een quarantainestation voor
Mekkagangers, die daar op pestbacillen
onderzocht worden. Verscheidene dagen
heeft men de geïnterneerden daar op
stroomatrassen en zonder voldoende
voedsel laten verblijven onder bewaking
van Inlandsche militairen, die herhaal
delijk op geïnterneerden geschoten heb
ben, tengevolge waarvan in één geval de
dood schijnt te zjjn gevolgd. Ook het
feit, dat de medische verzorging was
overgelaten aan drie Joodsche artsen
onder de geïnterneerden, werd als een
ernstige grief ondervonden. Dat ook de
consulaire ambtenaren in Nederlandsch-
Indië op deze wijze behandeld zijn, met
uitzondering dan van den consul-gene
raal, die evenwel geen contact mocht
onderhouden met zijn personeel, was
daarenboven nog een schending van
goed internationaal gebruik.
Deze behandeling stak scherp af bij
de wjze waarop in Duitschland de daar
wonende Nederlanders, inzonderheid de
diplomatieke en consulaire vertegen
woordigers mitsgaders de leden van de
pers bejegend zijn en de spoedige in
vrijheidstelling van Nederlandsche
krijgsgevangenen op speciaal bevel van
den Führer.
In het feit, dat er in de behandeling
van de Rjjks-Duitschers in Indië klaar
blijkelijk geen verandering gekomen is,
hebben de Duitscbe autoriteiten boven
dien aanleiding gevonden om terug te
komen op hun aanvankelijk tegenover
het in ons land gedurende de vijf dagen
van de oorlogshandelingen voorgeval
lene ingenomen standpunt.
Toen de vijandelijkheden gestaakt wa
ren en de capitulatie een feit was ge
worden, aldus de heer Janke, lag het
in het voornemen van de Duitsche be
zettingsautoriteiten om niet meer te
spreken over wat in het verleden was
geschied; de aandacht was in de toe
komst, op den wederopbouw gericht.
Bj deze houding is wekenlang vol
hard. Maar bepaalde demonstraties en
in het bijzonder de hardnekkigheid, wel
ke de overzeesche autoriteiten ten aan
zien van de behandeling van de Rjjks-
Duitschers onder hun bereik betoonden,
hebben daarin thans verandering ge
bracht.
De heer Janke weidde dan uit over
de behandeling, welke de in de eerste
dagen van Mei geïnterneerde Duitschers
ondergaan hadden in Filrastad, in de
Strafgevangenis te Scheveningen, in de I
Cavalerie-, thans Marechaussée-kazerne
te Amsterdam en op vele andere plaat
sen. Zelfs het oude tuchthuis te Hoorn,
dat al jarenlang buiten gebruik was,
werd bestemd voor de opneming van
deze geïnterneerden.
De behandeling en het transport liet
alles te wenschen over.
Hoe hard de represailles zjjn voor de
menschen, die zjj treffen, ontveinzen ook
de Duitsche autoriteiten zich niet, te
meer nog daar hun behandeling geheel
overeen zal komen met hetgeen men hier
meent te weten van wat er in Indië
voorvalt.
De Duitsche autoriteiten bereiken tal-
rjjke mededeelingen, waarin er op gewe
zen wordt, dat de menschen, die nu naar
Duitschland zjjn overgebracht, als eer
biedwaardige burgers beschouwd kun-
nen worden, die het niet in hun hand
i hebben hoe de behandeling van de ge-
interneerden in Indië is. i
1 -V V
m
Bij de opgravingen te Lunteren onder leiding van dr F. C. Bursch, directeur
van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, werd onder de vele prae-histo-
rische vondsten ook een houten waterput blootgelegd.
FEUILLETON
door JOSEPH HOCKING.
15> -o-
Seth nam het mee onder het licht en
ekeek het aandachtig. Het was het
lJ. van een Jong meisje, maar het
hitï' was van een hind; een ge-
'g, zorgeloos kind, met lachende
vafa- Toch zag hij een uitdrukking
,,r. vastberadenheid in haar trekken en
ero\ z'ck voorstellen, dat zij tot
nio - en staat zou zijn geweest,
3 ln jeven gebleven was.
vröeg° Seth U °°k W6er' dat zij' heette?"
Sln,'°„nsl.0w' Margaret Onslow. De On-
ren 11 menschen van stand. Zij wa-
familie beviiendf" 1 0nZe
Frankrijk?" in het Zuiden Van
sedf',het, aton<3 indertijd hier in ver
men „if anten. Het was overgeno-
komt" 6en krant, die in Cannes uit-
troSr°TOat)h®ef Killigrew haar ge
liefde?" om het geld of uit
Van Duitsche zjjde erkent men dit
gaarne, men geeft toe, dat de ambte
naren, die gevangen genomen zijn, men
schen zjjn, op wier persoonljjk leven
niets is aan te merken en die ook niet
persoonlijk verantwoordelijk kunnen
worden gesteld voor wat er in Indië ge
beurt. De autoriteiten in Indië dragen
echter h.i. de verantwoordelijkheid voor
t leed, dat deze menschen nu geschiedt.
In ieder geval zullen de thans in Ne
derland geïnterneerden, naar Duitsch
land overgebracht, niet worden vrjjgela-
ten, voordat men van Londen uit of an
ders in Indië zelf het bevel heeft ge
geven de Duitschers daar uit de inter-
neering te ontslaan en toe te laten tot
de vrije uitoefening van hun beroep.
denk, dat hjj aangetrokken
was
geworden door haar lieve gezichtje",
antwoordde tante Esther. „Zij had wel
wat geld te wachten, maar niet veel.
De Onslows waren niet rijkmaar Sir
Charles zal wel gezorgd hebben, dat
het geld goed geregeld werd. Hij was
een goed zakenman."
„En hjj is de schuld van haar dood
geweest?" fluisterde Seth, als zei hjj
het meer tot zichzelf, dan tegen juf
frouw Granville.
„Zjjn behandeling heeft haar den dood
aangedaan", antwoordde tante Esther.
„Zij heeft het mij nooit in woorden ver
teld, maar ik kon het tusschen de regels
lezen. Zie je, ze was nog heel jong en
heel christelijk grootgebracht. Ze wist
niets van de wereld af, ze wist niet,
dat er zulke mannen bestonden als Sir
Charles. Daarom was het een vreese-
lijke schok voor haar, toen zij hoorde,
welk een leven hij geleid had. Hij was
ook wreed tegen haar. Sommigen zeiden
dat hij haar in zijn drift wel geslagen
had: maar ik kan het niet gelooven."
„Ze heeft u dus nooit verteld, dat hij
haar geslagen had?"
„Neen. Zij vertelde mij eigenlijk niets.
Zij deed al haar best, om hem trouw te
bljjven, dat zag ik."
„Waarom liep ze niet weg?" vroeg
Seth.
„Zij beschouwde den huwelijksband
als heilig."
KANAAL DOOR WALCHEREN.
De hoofdingenieur-directeur van den
rijkswaterstaat in de directie Zeeland
maakt bekend, dat het kanaal door Wal
cheren zal zjjn afgelaten van 29 Juli
tot en met 10 Augustus a.s. of zooveel
langer als noodig of korter als mogeljjk
zal bljjken, tot 0,50 m. beneden kanaal-
peil.
P. L. BOLIER.
Op 74-jarigen leeftijd is te Goes over
leden de heer P. L. Boller, oud-hoofd
opzichter van den Polder Walcheren.
ZUID-BEVELAND.
Rilland-Bath. De Gemeenteraad houdt
31 Juli a.s. een vergadering. Punten van
de |genda zjjn o.a.: Behandeling schrij
ven gemeentebestuur van Ierseke inza
ke winstverdeeling Vleeschkeurings-
dienst. Wijziging gemeentebegrooting
1939. Aangaan eener kasgeldleening
voor verbetering gedeelte Hoofdweg.
Verhooging subsidie 1940 voor het Bur
gerlijk Armbestuur.
WALCHEREN
GEMEENTE-SECRETARIS VAN
WESTKAPELLE BENOEMD.
In de gisteren gehouden vergadering
van den Gemeenteraad van West-
kapelle 1b benoemd tot Gemeente
secretaris de heer W. J. K. D i e 1 e m a n,
thans werkzaam ter secretarie aldaar.
HET BADSEIZOEN TE DOMBURG.
De badgasten laten zioh niet zien.
Hoewel in de maand Juli te Domburg
alles rustig is geweest, hebben de bad
gasten zich niet laten zien, behoudens
een enkele uitzondering, zoodat het ook
in dat opzicht hier rustig was.
Zoowel de hotel- en pensionhouders,
als de hulzenverhuurders en de nering
doenden missen hierdoor een verdienste,
hetwelk een terugslag heeft op het ge-
heele dorpsinkomen. Zulks zal ook in
den a.s. winter van ongunstigen invloed
zjjn.
Gaarne zouden we schrjjven, dat nu
alle hoop gevestigd is op Augustus. Ech
ter velen begrijpen reeds nu, dat ook
deze maand, mocht zjj al wat brengen,
niet in staat zal zjjn om het seizoen
1940 goed te maken, ja zelfs nog niet
de onkosten te dekken.
Domburg. Evenals vorige week moest
Woensdagavond personeel van de brand
weer het vuur gaan dooven op de vuil
nisbelt. Het schjjnt, dat dit het werk
is van de jeugd, die hiermede aan ver
schillende menschen overlast bezorgt,
terwjjl het met het oog op de verduiste
ring tevens gevaar mede brengt.
Westkapelle. Begrafenis J.
Polderman. Donderdagnamiddag
vond alhier de teraardebestelling plaats
van het stoffelijk overschot van wijlen
den heer J. Polderman, in leven raadslid
dezer gemeente. Nadat de baar door vier
leden van den gemeenteraad en vier be
stuursleden van de Vereen, tot Stichting
en Instandhouding eener Christelijke
School van welke vereeniging de
overledene bijna 30 jaren lid en secreta
ris is geweest naar de groeve was ge
dragen, werd het woord gevoerd door
Ds Vreugdenbil te Meliskerke, die sprak
„Ze had beter gedaan met naar haar
vader te gaan."
„Haar vader was kort na haar huwe
lijk overleden, en haar moeder was ge
storven, toen ze nog heel klein was.
Wat haar broer betreft, die was niet
veel beter dan Killigrew. Daar kon zij
geen hulp van verwachten, en naar ik
hoorde, had Sir Charles het heele be
heer over haar geld. Ik vermoed, dat
hjj haar toch wel lief had in zekeren
zin, want na haar dood was hjj een an
der mensch; hij dronk niet meer, hij
dobbelde niet meer, hij gaf zijn heele
vorige leven op en kwam op Bolivick
terug, waar hij als een kluizenaar leef
de. Dat heb je echter jaren geleden
ook al geweten."
„Ja", antwoordde Seth, „maar ik
heb er nooit verder over nagedacht. Ik
heb hem een paar maal gezien, toen
ik bij Tremayne op kantoor was, en hij
deze kwam spreken. Ik was toen nog
maar net van school."
Tante Esther zuchtte. De blik in
Seth's oogen maakte haar angstig.
„Weet u nog iets meer van hem? Ik
wou zoo graag alles te weten komen,
wat maar kan; want u weet, dat ik in
de doos gestapt ben, omdat ik zijn
handteekening had nagemaakt, naar
ze zeiden. U weet, hoe alles tegen mij
was. Ik had op paarden gewed, ik had
met kaartspelen verloren. Het was alles
naar aanleiding van Psalm 103. Daar
na sprak de burgemeester, Jhr Mr A. F.
C. de Casembroot, namens den voltallig
aanwezigen raad en de gemeente. Hij zei-
de den overledene gedurende diens vijf
jarig raadslidmaatschap te hebben lee-
ren kennen als een edel en hoogstaand
mensch, waarmede een prettige samen
werking steeds mogelijk was geweest.
Het moge voor de familie een troost zjjn,
dat raad en gemeente den overledene
steeds met den grootsten eerbied zullen
herdenken.
Tenslotte sprak Ds Visser te Dom
burg, als voorzitter van bovengenoemde
Schoolvereeniging namens deze en het
personeel der school.
Grooten dank bracht spreker voor al
.hetgeen de overledene voor de vereen,
en de school heeft gedaan. Grooten dank
inzonderheid aan God, Die den overle
dene daartoe heeft willen gebruiken als
Zjjn instrument.
De oudste broer van den overledene
sprak namens de familie woorden van
dank voor de laatste eer, den overledene
bewezen.
ARBEIDERS HIELPEN ENGELSCHEN
PILOOT ONTVLUCHTEN.
Gisteren werd voor het Deutsche
Kriegsgericht te Utrecht de zaak behan
deld tegen zes boscharbeiders uit Zeist
en omgeving, die er van verdacht wer
den op Donderdag 27 Juni j.l. een En-
gelschen piloot hulp te hebben verleend
en hem daarna te hebben ontvoerd, na
dat er kort te voren een luchtgevecht
tusschen Engelsche en Duitsche vlieg
tuigen boven de gemeente Zeist was
geleverd.
Het Engelsche vliegtuig was neerge
stort en aan den piloot was het gelukt,
op eenige honderden meters boven den
grond uit het brandende toestel te sprin
gen en zich met behulp van een para
chute in veiligheid te stellen. De vlieg-
officier werd het eerst opgemerkt door
drie boscharbeiders. Zij liepen op den
Engelschen vliegofficier toe, hielpen
hem van zjjn brandende parachute af en
brachten hem ln een in de nabjjheid ge
legen schaftkeet. Intusschen hadden
Duitsche en Hollandsche militairen
maatregelen genomen om het terrein,
waarop het toestel was neergekomen, af
te zetten. Een andere boseharbelder, die
zag, dat er gevaar voor den Engelsch-
man dreigde, gaf dezen den raad, zich
voorloopig ergens in het bosch te ver
bergen, en weer twee andere begaven
zich op behoedzame wjjze met den vlieg
officier ln de richting van Austerlitz,
ln de hoop, geen Duitschers te ontmoe
ten. Toen zjj evenwel toch een Duitschen
officier tegenkwamen, die hen vroeg of
zjj een Engelschen vlieger hadden ge
zien, antwoordden zjj ontkennend en
brachten den Duitscher op een valsch
spoor.
Inmiddels had een arbeider de vlie-
gerkleeding van den Engelschman ver
borgen en ook alles opgeruimd, wat er
op kon wijzen, dat de boscharbeiders den
vlieger in de keet hadden gebracht en
zjjn wonden hadden schoon gemaakt.
Andere arbeiders, die ook toeschouwer
waren geweest bjj het luchtgevecht, op
perden het denkbeeld, den vlieger niet
alleen voor het onmiddeljjke gevaar te
verbergen, doch hem zoo mogeljjk voor
altjjd uit de handen van de Duitschers
te houden. Een van hen nam den vlie
ger mee naar zjjn woning, verstrekte
hem een van zjjn eigen confectiepakken
en gaf hem bjj zijn vertrek nog een gul
den mee. Een kilometer bracht hjj den
Engelschen piloot den weg naar Utrecht
op en toen zei hjj tegen hem: „Hier is
de tramhalte, en zie maar, dat je je
verder redt".
Later kwam uit, dat de vliegofficier
de wjjk had genomen naar Den Helder
en sindsdien heeft men niets meer van
hem gehoord. De arbeiders echter wer
den door de Duitsche politie gearres
teerd en gisteren kwam de zaak voor
het Kriegsgericht.
President tot een der verdachten:
„Waarom heeft u den vlieger in uw huis
verzorgd
Verdachte: „Mijn menschelijk gevoel
schreef mjj voor, dat ik dien man moest
helpen. Als het een Duitsch officier was
geweest, die in handen van de Engel
schen gevallen zou zjjn, zou ik net zoo
goed geholpen hebben".
De auditeur-militair wees op de laak
bare handelingen, die de verdachten heb
ben gepleegd, en zeide, dat in Duitsch
land zeker de doodstraf op een derge-
Ijjk misdrjjf zou volgen.
Hjj wilde echter voor de Nederland
sche arbeiders grootmoedigheid be
trachten en eischte tegen de hoofd
schuldigen S. en H. resp. tien en acht
jaar. De andere verdachten hoorden
ieder twee jaar tegen zich eischen.
Het Kriegsgericht heeft ten slotte den
hoofdschuldige S„ veroordeeld tot drie
jaar tuchthuisstraf.
Vier anderen kregen twee jaar. De
laatste werd vrjjgesproken, omdat niet
bewezen kon worden, of hjj wel daad
werkelijk bjj de ontsnapping een aan
deel had gehad.
Bjj de motiveering zeide de presi
dent, dat het Kriegsgericht voor dit
geval de laagste straffen had gegeven,
volgens de Duitsche wetgeving kon men
niet minder gaan. Men begreep, dat de
arbeiders in spontaneïteit gehandeld
hadden en dat zjj de draagwjjdte van
hun daden niet hebben kunnen overzien.
Daarom zjjn zjj er thans nog zoo ge
nadig afgekomen, doch zjj moesten als
voorbeeld gesteld worden voor anderen,
die zich misschien er toe zouden laten
misleiden, Engelschen te helpen, indien
de Duitsche politie hen wilde arres
teeren.
Het onderwijs in intensieve bodemcultuur vormt een belangrijke factor van
het studieprogram der Wageningsche Landbouwhoogeschool. Leerlingen
tjjdens een excursie, welke deze week op de terreinen der school werd gemaakt.
waar. Ik had voor de grap altijd op kan
toor de handteekeningen van de ver
schillende lui zitten namaken. Ik was in
Plymouth geweest op den dag, dat de
chèque geïnd was. De man die de chè-
que had uitbetaald, zei, dat ik vermomd
was geweest, maar dat hij zich later
toch bedacht had, dat ik het moest ge
weest zjjn. Ik moest later ook nog be
kennen, dat mjjn schulden kort daarop
betaald warenHoe, dat wist ik
niet, en ik weet het nu nog niet. En
terwijl ik daar tot zeven jaar gevange
nisstraf veroordeeld werd, was de
schelm, die het gedaan had vermoede
lijk in de gerechtszaal aanwezig. Is het
wonder, dat ik soms een moorddadig ge
voel krijg? U weet niet, wat een hel die
gevangenis te Dartmoor voor mij ge
weest is!"
„O, mijn jongen, praat toch zoo niet!"
riep tante Esther op angstigen toon uit.
Daarop ging zij haastig voort:
„Heb je niet de minste gedachte, wie
het gedaan kan hebben?"
„Neen, maar ik ben wel al achter een
paar dingen gekomen."
HOOFDSTUK VIII.
Seth en Auriol.
's Maandagsmorgens verliet Seth Tre-
lyon Wadebridge. Hij had middagdienst
die week en moest om twee uur aan het
werk. Hij moest dus den eersten trein
pakken om op tijd te zijn.
Gedurende zjjn verblijf in Wadebridge
ging hij niet buiten de deur. Hij had be
hoefte, om alleen te zijn, zei hij.
Zondagsavonds hadden zij nog laat sa
men zitten praten.
„Heb je wel geld?" had de oude dame
gevraagd, toen zjj hem goeden nacht
had gekust.
Hjj had zjjn hoofd geschud.
„Ik heb geen geld noodig", zei hij.
„Maar je zult geld noodig hebben, om
deze zaak tot een bevredigend einde te
brengen."
„Ik ben van plan het zonder te doen.
In ieder geval bezit ik geen geld. Het
weinigje, dat vader mij naliet, is zeven
jaar geleden opgegaan aan mijn verde
diger. Zij zeiden toen, dat ik die chè
que van zevenhonderd gebruikt had om
mijn schulden te betalen. Wie heeft toen
die schulden betaald? Dat zou ik wel
eens willen weten. Bij het verhoor kwam
het uit, dat al mijn schuldeischers het
geld anoniem ontvangen hadden. Hoe
dat mogelijk is geweest weet ik niet."
„De heele zaak is vol geheimzinnig
heden", zei tante Esther, terwijl zjj ze
nuwachtig lachte, „maar als je geld
mocht noodig hebben, weet je dus, waar
je het krijgen kunt."
(Wordt vervolgd.)