Abonneert U op dit blad!
Op stap met de collectebus.
Gemengd Mieuws
Johan Sebastian Bach.
Radioprogramma
Kon. Nederl. Landbouw-
Comitó.
Onder dit opschrift schrijft Ds A. Du
bois, Chr. Geref. predikant te Gouda, in
„In Sions Poorte", het officieel orgaan
van de Chr. Geref. gemeente te Gouda
het volgende:
„Dat ben je als Dominee niet gewend.
Meestal blqft het bq een „aanbeveling".
Toch ben ik blq, dat ik het gedaan heb.
Ik heb de wereld nu weer eens bekeken
van een zyde, zooals ik haar nog nooit
gezien had. We hebben veel geleerd.
Daar gaan we dan samen de wijk in!
O, hier is het! „Nu vrouw, jij dien
kant van de straat en ik aan deze zijde.
Daar gaat ie dan
De eerste deur gaat open.... Ik schrok
haast van mezelf. „Mevrouw, ik heb een
vriendelijke vraag voor de oorlogsslacht
offersik maak een gebaar met de
collectebus.
Ik krijg een kleinigheid. „Goeden
morgen, mevrouw, ik dank u wel!" groet
ik nog moedig terug.
Toch heb ik een wonderlijk gevoel.
Had ik iets meer verwacht? Wat bleef
dat toch stug
We gaan verder. Mijn vrouw schar
relt aan bellen en deuren aan den over
kant. We kijken mekaar eens glimla
chend aan
We probeerep het wat op te wekken
door te wijzen op den grooten nood of de
voorrechten, die wij nog bezitten. „Het
huilt van de puinhoopen, mijnheer!"
„Velen hebben alles verloren, mevrouw"
„Alstublieft, mevrouw, kunt u nog iets
missen voor de arme oorlogsslachtof
fers
„O zeker, dat kon wel, mevrouw woon
de toch in een flinke zaak? En „plomp"
zei het in de collectebus van mijn
vrouw: 1 cent (zegge: één; om den
„hoogsten nood" te lenigen!
Over het algemeen valt het mij in deze
wjjk tegen en de „manier van behande
len" staat me heelemaal niet aan. Stug,
zoo niet onvriendelijk. Ze zeggen je „am
per an" gedag. Halverwege de straat
ontmoet ik mijn wederhelft. Ik zeg:
„Vreeselijk, wat een baan is dat!" „Ja",
zegt ze, „daar weet ik van, ik heb het
meer gedaan, moed houden maar, ik
blijf maar vriendelijk
Een heele toer, want ik ben de eerste
straat nog niet uit, of ik voel me al
kwaad worden van binnen. „Is me dat
een „behandeling", dat kunnen ze toch
wel anders doen!"
„Daar doet iemand een kleinigheidje
in de bus met het air van een „miljoe
nair" en zegt, je gelijk groetend:
„Manè
Maar waar klaag ik over? Dan had
je dat een eind verder moeten zien.
Deur gaat open. Een liefelijk vrou
wengezichtthans, vanwege de col
lectebus, zoo ongeveer als van een dui
vel! Met een koppig hoofdschudden
snauwt het mij tegen: „Nee!" En
pats! ze gooit gelijk de deur in het slot,
dat de posten beven
„Moed houen maar", zei mijn vrouw,
„ik blijf maar vriendelijk!"
Het is op die manier haast niet doen
lijk.
Volgende deurHeel deftig, in mijn
jaquet gekleed, sta ik op de stoep. Ik
wou er toch netjes uitzien, als iedereen
je zoo nakijkt?
Wacht, nog even gescheldzeker
niet gehoord!
Ja, toch, een zoogenaamde „dame"
verschijnt op het balconIk merk
het niet zoo gauw, want ik hoor ineens
boven mij het geluid of ze een kat weg
jagen: hé, pssten gelijk rinkelt
een „vierduit" voor mijn voeten op de
straat„voor deoorlogsslacht
offers!"
„Ja", zei die commissie zoo ongeveer,
„dat zou nu toch eens een geweldig „ef
fect" geven, als de dominees nu zélf eens
met de bus gingen
Ik heb het eerlijk een poosje geloofd....
Maar hier raak ik het geloof aan dat
„effect" kwqt. Boos en verontwaardigd
raap ik de „vierduit" (het offer
van de straat op en zeg: „Moet ik soms
mijn hoed nog ophouden als de orgel
draaier
Ze laten je soms ook ijskoud aan de
open deur staan, zoodat je afdruipt als
een geslagen hond van het erf.
„Och mevrouw", zei een vriendelijk
vrouwtje tot mijn collecteerende gade,
die even klaagde over de onvriendelijk
heid, die ze ondervond: „Je hebt men-
schen mèt een hart enzónder een
hart! Ik geloof het vast.
Toch zijn er ook menschen „mèt een
hart". Een milde giftEen vriende
lijk woordMet een traan in het oog
eenbriefje. Of met het gezicht van
een gezonde bollige kaasboer, zonder
veel narigheideen knaak! Of een
vriendelijk: „alstublieft mevrouw, wei
nig, maar goed gemeend; mijn man is
werkeloosOf in een steeg: „Goe
den morgen of u'k Zal es kijken.
Jan Boezeroen scharrelt wat in zijn jas
over den stoel. „Astubliefteen dup
pie". ,,'kZeg: vriend, ik dank je wel
hoor, je bent lang de minste niet!" Hij
lachte vriendelijkJa, dat waren
echte bemoedigingen op „des bedelaars"
pad, want sommigen maakten met ge
weld, dat je zoo'n gevoel kreeg. Ik heb
véél geleerd! Hebben wq menschen (de
goeden niet te na gesproken) wel ge
noeg echt medelijden? De nood
in deze zaak is toch wel duidelijk! Is er
wel genoeg „blijmoedigheid" in het ge
ven Ach ja, we géven wel, maar ik heb
het gevoeld, „hóé?" En toch staat er:
„God heeft een bljjmoedigen ge
ver lief". (2 Cor. 9:7).
Hebt ge wel eens van „hilariteit" ge
hoord? Als een spreker iets zegt, wat
inslaat, dan verwekt dat hilariteit (vroo-
lijkheid). Het woord reageert zóó, dat
het bij de luisteraars, opgewekt, vroolijk,
blijmoedig, hilaros wordt, staat er in het
Grieksch. Zoo moet er „hilariteit", op
gewektheid zijn in ons geven! Ja, maar
je moet het maar hebben!Natuur
lijk, maar kan de weduwe haar „pen
ningske" dan niet geven op een waar
dige wijze?
Waarom die „narigheid" bij dat ge
ven? Als je zoo met de bus gaat merk
je duidelijk op, dat er een „meer-waar-
waardigheids-gevoel" bij den gever is.
Het zou de moeite waard zijn eens de
psychologische trekken van „het geven"
na te speuren. Maar dat „meer-waardig-
heids-gevoel" is dan zeker één van de
trekkenMen zet zich zoover boven
hem, die ontvangt. Men groet soms te
rug, onvriendelijk, soms heelemaal niet
Houding, gebaar, als van dat heer
schap, die je afscheept met een kleinig
heidje. „Manè
Wat blijft er op die manier over van
het woord van den Heere Jezus: „Het is
zaliger te geven dan te ontvangen?"
(Hand. 20: 35). En weet ge wat ik ook
geleerd heb? Dit. Dat het „collecteeren
op zichzelf" ook een „offer" is! Dat heb
ik nooit zoo begrepen. Altijd maar „aan
bevelingen" geschreven. De dames en de
meisjes moesten er dan maar op uit en
wij rinkelden, als comité, de bussen vroo
lijk op de tafels leegNiet beseffend
welk „offer" de dames hier gebracht
hadden. Nu versta ik die dame in Am
sterdam waar ik een bloempje van kocht
en die zei: „Och mijnheer, ik doe het
voor het eerst, maar het is vreeselijk".
Toen begon ze te schreien
Ik heb véél geleerd! Wij moeten veel
bidden om genade. Ook op
het terrein van hetgeven. Ik
hoop althans eens goed op te letten, niet
alleen hoeveel ik geef, maar ook hoe
ik geefMet hilariteit
Zaliger
ER WORDT VEEL „UITGEVONDEN"
Maar het meeste deugt niet!
Het jaarverslag van het Bureau voor
Uitvinders te Delft bevat in den regel
een bonte opsomming van de onderwer
pen, waarmee zij, die zich tot dit bu
reau wenden, zich bezig houden. Dit is
thans wederom het geval. De bijzondere
tijdsomstandigheden brachten met zich
mee, dat er in 1939 meer uitvindingen
werden voorgelegd met een militairen
ondergrond, zooals b.v. middelen om
schepen te beveiligen tegen mijnen en
torpedo's, om de bemanningen uit ge
zonken onderzeebooten te redden, om
vliegtuigaanvallen afdoende af te weren,
enz. Er werden in totaal 432 gevallen bij
het bureau ingediend, waarvan 123 mon
deling afgehandeld werden; veertig vra
gen slechts hadden betrekking op inlich
tingen over octrooikosten. Er waren uit
vinders, die zich bezig hielden met een
bijzonder soort sigaar, pottenkrabben,
keerkoppeling, het redden van vee bij
brand, kaasstolp, droogmachine, appa
raat voor ijswafels, anti-slipmethoden
voor voertuigen, blikopener, rolschaat
sen, wandelstok, schaakklok, geneesmid
del tegen rheumatiek, en niet te verge
ten krachtwerktuigen met eigen opwek
king van vermogen, enz. enz.
Slechts enkele uitvindingen getuigden
van een goed inzicht in de materie, ge
baseerd op vakkennis. Het behoeft daar
om niet te verwonderen, dat het bestuur
ook niet veel uitvindingen van voldoen
de belang kon vinden om den uitvinders
met een subsidie tegemoet te komen aan
de door hen te maken onkosten voor een
octrooi-aanvrage. Het waren er zes en
wel voor uitvindingen, die betroffeneen
naaimachine-mes, speciale zijdesoort,
speciaal apparaat, vloerconstructie, wa
terkraan en flensknie.
Drie kruisjes op het
frame waren den fietsen
dief noodlottig. Er worden
nog iederen dag in vrijwel alle deelen
van Amsterdam tientallen fietsen gesto
len, waarvan, ondanks alle goede politie
maatregelen, weinig weer in handen der
rechtmatige eigenaars terugkomen.
Niet iedere bestolene is zoo gelukkig
als het veertienjarige loodgieters
knechtje, dat Zondagmorgen zelf een
speurtocht ondernam om de fiets van
zijn vader, die bij zijn woning werd weg
genomen, weer terug te vinden.
Bekend met de gewoonte van rijwiel-
dieven, gestolen fietsen in de Waterloo-
pleinbuurt te verhandelen, gaf vader zijn
zoon Zondagmorgen den raad, maar
eens rond te kijken. De knaap deed, wat
hem werd gevraagd en als een volleerd
politieman speurde hij weldra rond op
de drukke Zondagsmarkt. Niemand
lette op het kereltje, dat langs de tal-
looze stalletjes slenterde en overal, waar
hij fietsen zag, alleen maar lette op een
bepaald kenteeken, dat zijn vader des
tijds op het gestolen karretje had aan
gebracht, n.l. drie kruisjes, op het
frame.
Urenlang zocht hij naar een fiets met
een frame met drie kruisjes en warem
pel, ten slotte vond hij de fiets in de
Uilenburgerstraat. Een man, die zeker
eens zoo groot en minstens eenmaal zoo
oud was als hij, had de gestolen fiets
DE COMPONIST VAN DE
„MATTHaUS-PASSION".
Tot een der grootste componisten van
alle tqden behoort ongetwijfeld Johann
Sebastian Bach, die 23 Juli 1750, dus
190 jaar geleden, te Leipzig overleed.
Ook van zijn geslacht, dat meer dan
honderd en daaronder zeer verdienste
lijke en geniale musici voortbracht, was
Johann Sebastian verreweg de meest
beroemde.
Hij werd 21 Maart 1685 te Eisenach
geboren als zoon van den stadsmusicus
Johann Ambrosius Bach. De familie
Bach was zeer uitgebreid en over het
algemeen zeer muzikaal.
Uit Johann Sebastian's jeugd is
niet veel meer bekend, dan dat zijn
vader reeds vroeg het groote talent
bij zijn zoon ontdekte en het met alle
kracht trachtte te ontwikkelen. Toen hij
tien jaar was verloor de jonge Bach zijn
vader door den dood; zijn moeder was
reeds eerder gestorven.
Hij kwam nu in huis bij zijn ouderen
broer Johann Christoph Bach, organist
te Ohrdruf, die zelf een uitstekende mu
zikale opleiding had genoten. Deze gaf
hem het eerste onderwijs in het klavier-
spel en liet hem op het lyceum een be
hoorlijke schoolopleiding genieten.
Dank zij zijn mooie jongensstem werd
Bach als jongen van 15 jaar kosteloos
opgenomen in het Michaëliskoor te
Lüneburg, vanwaar hij op zijn vrije mid
dagen naar Hamburg trok om den be-
roemenden organist Reinke te hooren en
naar Celle, waar de Fransche componis
ten opgang maakten. Op 18-jarigen leef
tijd werd hij opgenomen in het orkest
van Prins Johann Ernst te Weimar,
maar hij was bovenal verheugd, toen hij
werd benoemd tot organist van de
nieuwe kerk te Arnstadt. Hij ging van
hier meermalen naar Lübeck om den
beroemden orgelcomponist Buxtchude te
hooren, die zijn kunst in de juiste banen
leidde.
In 1707 werd Bach benoemd tot orga
nist van de St. Blariuskerk te Mühl-
hausen, waar hij al spoedig trouwde
met zijn nicht Maria Barbara Bach. In
1708 werd Bach hoforganist bij Hertog
Wilhelm Ernst, in 1714 concertmeester.
Sinds dat jaar maakte Bach veel reizen
om te concenteeren, waarvan een hem
in aanraking bracht met den Prins van
Anhalt-Cöthen, die hem tot hofkapel-
meester benoemde, met de taak, kamer
muziek te componeeren.
Terwijl Bach van 17181720 met den
Prins een reis naar Karlsbad maakte,
stierf thuis zijn vrouw. Een jaar later,
in zijn bezit. De kleine speurder waar
schuwde twee agenten, die in de buurt
liepen, en weinige minuten later stond
de man tusschen twee agenten en het
loodgietersknecht je' op het politiebu
reau. Hij vertelde daar, dat hij de fiets
had gekocht van een ander. En daar die
ander voorloopig niet te vinden was,
werd de laatste bezitter gearresteerd en
met de gestolen fiets naar het bureau
overgebracht, waar hij voorloopig werd
opgesloten.
Triomfantelijk ging de kleine recher
cheur naar huis. (Telegr.)
Hamster- en distribu-
tiewet overtreden. Zaterdag
heeft de politie een inval gedaan bij een
winkelier te Rotterdam, over wien klach
ten waren binnengekomen. De man ver
kocht namelijk thee zonder bon. Daar-
vopr berekende hij het dubbele van den
gewonen prijs.
Zijn theevoorraad is in beslag geno
men. Bovendien is proces-verbaal opge
maakt, ten eerste wegens overtreding
van de hamsterwet en ten tweede we
gens overtreding van de distributiewet.
Twee beruchte dieven
gearresteerd. De Utrechtsche
politie heeft de hand kunnen leggen op
twee beruchte dieven.
Bij een juwelier op het Vredenburg
vervoegden zich twee heeren, die hun
gouden verlovingsringen te koop aanbo
den. Zij hadden, zoo zeiden ze, door den
druk der tijden hun verlovingen verbro
ken. Hieraan was niets bijzonders te
merken; de heeren werden geholpen en
uitbetaald.
Even nadat de heeren den winkel had
den verlaten, Werd de eigenaar van de
zaak opgebeld door een filiaalhoudster
uit de Kort Jansstraat.
Zij deelde mede, dat er twee klanten
waren, die hun verlovingsringen aanbo
den en zich in den tijd dat de ringen
werden gewogen, naar haar meening,
verdacht in den winkel ophielden. Uit het
telefonische gesprek maakte de juwelier
op, dat de verloving verbrekende jonge
mannen bereids een en ander, dat van
hun gading was, op slinksche wijze in de
zakken van hun jassen hadden laten
glijden. Hij adviseerde de filiaalhoudster
vooral niets te laten merken en de hee
ren nog even aan de praat te houden. Hij
belde daarna de politie op.
Toen deze in den winkel kwam, ston
den de ringen verkoopende jongelieden
daar nog druk te praten. Bij fouilleering
kwamen allerlei ringen, klokjes en een
gouden horlogeketting voor den dag,
welke juist enkele minuten geleden wa
ren ontvreemd.
De dieven gaven zich zonder eenig
verzet aan de politie over. Toen het on
derzoek op het politiebureau werd voort
gezet, vond de recherche nog zes ver
lovingsringen op de dieven.
in 1721, hertrouwde hij, nu met Anna
Magdalena Wulken.
In 1723 begon, met ziin benoeming tot
Cantor aan de Thomasschule en orga
nist en muziekdirecteur van de Thomas-
en Nicolaikirche te Leipzig, de groote
periode van 27 jaar, die Bach de gele
genheid schonk, zich veel aan de kerk
muziek te wijden en die duurde tot aan
zijn dood. Ondanks vele verplichtingen,
die bestonden in het geven van zangles
aan 55, over 7 klassen verdeelde leerlin
gen, het onderwijs van Latijn in twee
dezer klassen en het toezicht houden op
het internaat, vond Bach tijd tot het
scheppen van tal van onsterfelijke wer
ken: twee honderd cantaten, drie orato
ria voor Kerstmis, Paschen en Hemel
vaart, een groot aantal kleinere werken,
maar bovenal de Matthaus- en de Johan
nes-Passion.
Tengevolge van het vele schrijfwerk
werd Bach's gezichtsvermogen den laat-
sten tijd van zijn leven steeds slechter,
zoodat hij ten slotte vrijwel geheel blind
werd. 18 Juli 1750 herkreeg hij plotse
ling het gezicht, maar tien dagen later
overleed de devote kunstenaar.
In de Matthaus-Passion heeft Johann
Sebastiaan Bach het hoogtepunt van zijn
kunst bereikt. Hij heeft daarin zijn inni
ge geloof beleden in 't verlossende lijden
en sterven van Gods Zoon. Het heeft lang
geduurd, eer men den juisten vorm voor
de uitvoering van dit drama heeft ge
vonden, waarbij, zooals Bach's bedoeling
was, alle uiterlijkheid wegviel.
„Niet ik, als Jezus Christus er maar
door verheerlijkt wordt", zei hij soms
tot iemand, die hem een compliment
maakte na een orgelconcert.
De zes op hen gevonden gladde ringen
waren afkomstig van diefstal bij een
goudsmid te Hilversum.
De daders hebben ook in Den Haag en
andere plaatsen hun slag geslagen. Zij
zijn de 27-jarige G. A. G. B„ zonder be
roep en afkomstig uit Den Haag, en de
23-jarige kleermaker R. S. uit Huizen.
Nadat beiden ter beschikking van den
hoofd-commissaris van politie te Utrecht
waren gesteld, zijn zij overgebracht naar
Hilversum.
Onvoorzichtig over
gestoken. Zondagmiddag is op den
Dam te Amsterdam een ongeluk ge
beurd dat den 58-jarigen J. het leven
heeft gekost. De man stak den rijweg
over achter een passeerende tram om.
Hij lette daarbij niet op het verdere
tramverkeer, met het gevolg, dat hij
aangereden werd door een tramwagen.
Hij werd tegen den grond geslingerd en
kreeg een schedelbasisfractuur. Tijdens
het voerbrengen naar het Binnengast
huis is de man overleden.
Het vekeersongeluk
b ij Ede. De chauffeur H. Jansen uit
Doesburg, één van het zestal zwaarge
wonde personen bij het auto-ongeluk,
dat Zaterdagavond op den rijksweg bij
Ede is gebeurd, is in het Ziekenhuis te
Arnhem overleden. Daarmede is het
aantal dooden tot twee gestegen.
Verdronken. Zondagavond
geraakte een 34-jarige machinist van
een te Zwartsluis gelegen sleepboot van
de Zuiderzeewerken bij het overstappen
van de eene op de andere boot te wa
ter. De man is verdronken. Zijn lijk is
gisterochtend opgehaald.
Laffe aanranders' ge
grepen. De 21-jarige mejuffrouw
M. M. B. uit Berkel, fietste Zaterdag
middag over den weg welke van Schie-
broek naar Berkel loopt. Zij werd aan
gehouden door twee jongelieden, die
haar vroegen of ze haar fietspomp even
mochten gebruiken.
Daar zij de zaak niet vertrouwde reed
zij door, maar even daarna werd zij van
de fiets geslingerd en tegen den grond
geduwd. Toen zij begon te gillen wer
den haar de kaken dicht geknepen. De
kleeding werd haar van het lichaam ge
scheurd, maar zij verweerde zich krach
tig, en toen zij zich even kon vrij ma
ken, riep ze opnieuw luid om hulp.
Dit bleek te zijn gehoord. De aanran
ders lieten hun slachtoffer las, maar
konden door de politie, die inmiddels
was gewaarschuwd, worden ingerekend.
Het waren de 16-jarige S. R. en de 17-
jarige S. H. M., beide leerlingen van een
technische school, die het feit hebben
bekend, en tevens hebben medegedeeld,
dat zij zich al viermaal aan een derge
lijk feit schuldig hebben gemaakt zon
der te zijn gesnapt. Zij zijn opgesloten.
Onder voorzitterschap van den heer
H. D. Louwes uit Ulrum is dezer dagen
de gecombineerde vergadering gehouden
van het bestuur en de eerste afdeeling
van het Kon. Ned. Landbouwcomité te
's Gravenhage.
Naar eenheid van de organi
satie in den landbouw.
Aan de hand van een door den voor
zitter samengestelde nota, werd uitvoe
rig van gedachten gewisseld omtrent de
toekomstige organisatie van den land
bouw in Nederland.
Daarbij werd in herinnering gebracht,
dat het Kon. Nederl. Landbouwcomité
tot 1920 de eenige algemeene landbouw
organisatie in Nederland geweest is en
dat daarna de confessioneele landbouw
organisaties zich uit dit alles omvatten
de verband hebben afgesplitst.
Echter is het Kon. Ned. Landbouw
comité zich steeds blijven beschouwen
als de algemeene landbouworganisatie,
waarvan alle boeren, zonder onderscheid
van geloofsovertuiging of richting, lid
kunnen zijn.
De sedert opgedane ervaring heeft
het Kon. Ned. Landbouwcomité nog ver
sterkt in de van den beginne af gekoes
terde opvatting, dat de splitsing noch in
het belang van den Nederlandschen boe
renstand noch in dat van het Nederland-
schè volk als geheel is.
De vergadering was dan ook unaniem
van oordeel, dat stappen moeten worden
gedaan om zoo spoedig mogelijk het ide
aal van een algemeene Nederlandsche
landbouworganisatie opnieuw te verwe
zenlijken.
Besloten werd deze aangelegenheid in
de eerstvolgende bijeenkomst met de
confessioneele centrale landbouw-organi-
saties aan de orde te stellen.
De verbouw van stoppelgewassen.
Vanwege een der aangesloten organi
saties werd de aandacht gevestigd op de
propaganda van den landbouwvoorlieh-
tingsdienst ten gunste van den verbouw
van stoppelgewassen voor gebruik als
veevoeder op zuivere aKkerbouwbednj-
ven.
Zoolang echter de akkerbouwers niet
weten hoe zij het op deze wijze verbouw
de ruwvoeder op loonende wijze kunnen
afzetten, mag het resultaat van deze ac
tie niet worden overschat.
Besloten werd deze aangelegenheid
met den directeur-generaal van den
landbouw te bespreken.
De verordening inzake het
verbod van ontslag.
Van verschillende zijden werd de ver
ordening inzake het ontslag aan arbei
ders ter sprake gebracht.
Opgemerkt werd dat het landbouwbe
drijf, dat naast vaste arbeiders veel los
personeel voor seizoenwerkzaamheden in
dienst heeft, in tegenstelling tot indu-
strieele bedrijven, niet licht op groote
schaal tot ontslag van arbeiders zal
overgaan, daar het bedrijf niet plotse
ling sterk kan worden ingekrompen of
stopgezet. Bemoeilijkt men het ontslag
van arbeiders, dan zal de neiging be
staan zich bij het aanstellen van perso
neel tot het uiterste te beperken.
Besloten werd na te gaan, of het mo
gelijk zou zijn, dat de verordening niet
op den landbouw van toepassing worde
verklaard.
Woensdag 24 Juli 1940.
JAARSVELD. 414,4 M. VARA-Uitz.
8,00 Ber. ANP., gram. 10,00 VPRO:
Morgenwijding. 10,15 Declam. 10,30 Pia
novoordracht. 11,00 Declam. 11,20 Or
gelspel. 12,00 Ber. 12,05 Esmeralda en
soliste. 12,45 Ber. ANP. 1,00 Gram. 1,30
VARA-Hormonie-orkest (opn.). 2,00
Gram. 2,45 Orgel en zang. 3.30 Voor de
kinderen. 5,15 Ber. ANP. 5,30 Gram.
6,00 De Ramblers. 6,40 Boekbespr. 7,00
Vragen van den dag (ANP). 7,20
Volkszang. 7,40 Felicitaties. 7,45 Puzzie-
uitz. 8,00 Ber. ANP. 8,15 Declam. 8,30
Radiotooneel. 9,00 Bont programma.
10,00 VARA-strijkorkest (opn.). 10,15
10.30 Ber. ANP.
KOOTWIJK. 1875 M. AVRO-Uitz;
7,00 Ber. Duitsch. 7,15 Ber. Eng. 7.30
Gram. Om 8,00 Ber. ANP. 9,00 Omroep
orkest en solist (opn.). 9,30 Ber.
Vlaamsch. 9,45 Gram. 10,00 Morgenw.
10,15 Gew. muz. (gram.).10,30 De Twi
light Serenaders (opn.). 11,15 Ber. Eng.
11,30 Ber. Vlaamsch. 11,45 Altviool, pia*
no en klarinet. 12,30 Ber. Duitsch. 12.1°
Ber. ANP., eventueel gram. 1,00 AVR0-
Aeolian-orkest en soliste. 2,00^ Ber.
Duitsch. 2,15 Omroeporkest. 3,15 Ber-
Eng. 3,30 Gram. 4,30 AVRO-orkest. 5,OU
Ber. Duitsch. 5,15 Ber. ANP.
Gram. 6,15 Ber. Eng. 6,30 Onderwij-:
scheepv.Taalles en causerie „De v-'d
terwegen van West-Europa". 7,00 1ra'
gen van den dag (ANP). 7,20 AVR
Amusementsorkest. 8.00 Ber. Duitse
8,15 Ber. ANP. 8,30 Ber. Eng. 8,45 Ber-
Vlaamsch. 9,00 De vroolijke vijf. 9,R>""
9.30 Ber. Eng. 9,45 Ber. Vlaamsch. W
Ber. Duitsch. 10,15—10,30 Ber. AhP e"
sluiting. 10,30—10,45, 11,1511.30 en
0.15—0.30 Ber. Eng. 1,00—1,15 Ber'
Vlaamsch. 1,151,30 Ber. Eng.