-Centrale reffend nbod DE ZEEDW tweede blad IEDRAAGT MINIMUM Hoe staat het met het welvaartspeil van boer en landarbeider? Bevil Granville Landaanwinning aan het IJselmeer. Vergoeding inkwartiering Duitsche weermacht. Distributiekaarten voor Duitsche weermacht. traat 14. i d a m - c. 17157 rdagnummers FEUILLET ON 9') 0e beperking van het aantal zelfkarnende veehouders en melkslijters. mede zij zonder ispositie aan de ntoor voor tosltles. edert 1933. sn wordt alsnog stgesteld welke beschouwd. Ver- ot een minimum over onze Dubb. Princesseboo- IlOO kg. Icht fruit: Druiven 65, Aardbeien 30, 5, Witte Bessen 7.50 13—16, Frambozen 24, Ronde Krieken I Meikersen 2225, Zwarte Vleeschker- Isen 10—14, Oranje- maten 1321, alles en 1435, Perziken |ken 9.50—20, Ren- princesseboonen 9 Jn 57, Groene Boo- anen 5, Stoksnijboo- hsnijboonen 812, lingen 34, kriel 1, Postelein 5.5010, oyekool 7, Sjalotten oer 100 kg.; Bloem- 1.70—3.70, Kom- Vndijvie 1.904.20, Wortelen 6.50 |èlderij 0.50—1, Kro- o, alles per 100 ig van 16 Juli 1940. Roode Bessen 10, 15, Dubb. Pr. z. dr. kg. ilerken 4053, Eier- ïbb. id. 32, Vleesch- rte Blanche 21, Zure Frambozen 3344, 15, Kruisbessen 9— L221, Occulanen 11 32, alles per kg. .uli 1940. Roode Bessen 10 35, Frambozen 25, 10, alles per 100 kg. jlerken 3859, Eier- bb id. 36—42, Krie le Blanche 27, Zure Frambozen 3765, 1-18, Witte id. 68, Oranjepruimen 14-y- -16, Tollenaarsprui- npruimen 16, Earley .deleinen 829, Jean Spuitjesperen 59. Perziken 38.5, Kas -8.50, Kas Blauwe Golden Japan 0.70, ll2, Gele Boonen 5— lil, Doperwten 8-— aardappels 2.804.50 Komkommers 34, èr stuk; Bospeen kr uien 45, alles per >.50, Kipeieren 4.bU iingsvereeniging »He ppelveiling van Dms- elingen bonken 3, ge ingen 3,42, kriel 1,31, rs bonken 4,04, ge^°" en 3,53—3,71, witte en 4.04, gewone 5,Ui, 1,52 gld. p. 100 kg. msdag 17 Juli. Eerste- iwone 44,02, drielm- el 0.78—1.30; blauwe 11—5,07, gewone 4,6! *3 813,86, kriel O.b», bonken 4, gewone jen 3,53, kriel 0.73. VAN DONDERDAG 18 JULI 1940. Nr 241. BEVOLKINGSACHTERUITGANG TEN PLATTELANDE. De heer Ir R. W. Janssen, die over de opvoering der bodemproductie in de algemeene vergadering der Zeeuw- sche Landbouw Mij. belangwekkende mededeelingen deed, schonk ook nog aan iets anders aandacht, iets, wat ook de voorzitter dier vergadering, de heer Mr P. Dieleman, niet onbesproken liet. We moeten vooral niet meenen, aldus de heer Janssen, dat wij genoeg hebben gedaan, als wij de bodem-productie heb ben opgevoerd, want de m e n s c h is primair, gaat voorop, de volkshuishou ding komt eerst daarna. Wij hebben de productie van den grond enorm opgedreven, door coöpe ratie de prijzen der grondstoffen ge drukt en die der producten verhoogd. Hebben we ook het welvaartspeil der boeren en landarbeiders omhoog weten te brengen? Ook zonder diepgaande studie is uit te maken, dat het welvaartspeil der be volking van dit zuiver agrarisch gebied in de laatste 25 jaren niet evenredig ge stegen is met dat van Nederland als ge heel, Het loonpeil der landarbeiders en hun arbeidsvoorwaarden staan nog steeds vèr beneden die der arbeiders in het verkeer, de industrie en den handel. Het is verklaarbaar, dat 'n zuiver agra risch gebied als het Zuid-Westen des lands een deel van zijn bevolkingsaan was moet afstooten, daar de bestaans mogelijkheid, de bodem, niet of nauwe lijks toeneemt, maar dat de plattelandsbevolking ab soluut niet toeneemt en zelfs achteruitgaat, zoo als dat valt te constatee- ren in Westelijk Noord- Brabant, is een zeer veeg t e e k e n. Hiervoor te wijzen naar de mechani satie van den landbouw, is een gemak kelijk, maar niet afdoend middel. Want nergens vond ik bewezen, dat bij de vroegere extensieve bedrijfsvormen in den landbouw meer werkvolk noodig was dan by de huidige. In de jaren tusschen 1830 en 1910 vertoonde Nederland een bevolkingsaan was van ruim 114 pet.Zeeland had de geringste, n.l. 69.4 pet. Zelfs Friesland, een agrarisch gebied bij uitnemendheid, kwam met 75.5 pet. hier vrij ver boven uit. Vergis ik me niet, dan vertoont Zeeland in de jaren na den wereldoorlog i zelfs een negatieve bevolkingsbewe- ging, evenals de plattelandsgemeenten van West-Brabant. In een rapport van Prof. L. van Vuu- ren, dat binnenkort zal verschijnen, be- treffende een algemeen onderzoek naar de sociaal-economische structuur van Westelijk Noord-Brabant, ingesteld op verzoek van de Kamer voor Koophandel en Fabrieken te Breda, wordt zeer veel aandacht besteed aan het droevige ver schijnsel, dat een levenskrachtig volk 1 als het West-Brabantsche, met een ge boortecijfer, dat weliswaar in de laatste jaren gedaald is, maar dat toch nog ver Hgt_ boven het gemiddelde van Neder land niet alleen zijn bevolkingsaanwas niet kan voeden, wajit geen enkel agra risch gebied kan dat, zonder tot indus trialisatie en splitsing en intensiveering der bedrijven over te gaan, maar dat het t moet aanzien, dat de bevolking steeds ,n verder terugloopt. ..Prof- van Vuuren bespreekt verder in j. zijn rapport de noodzakelijkheid van een 'erbetering der ontwatering en de in- door JOSEPH HOCKING. ..Wie of wat is hij kan ik ie niet vertellen; dat weet niemand" Seth zat eenigen tijd na te denken. Toen zei hij: »Hij woont hier dichtbij, niet waar?" n ,b,uit?n de stad>" antwoordde j n." "Als le de hoofdstraat uitloopt, aa>vi?leii'e.e?n eind van den weg af een al cof .U1,S?e staan- Daar woont hij nu men is6" kier in ®ta Minver geko- zer'es?" dockter is dus onderwij- haai\0I!/e ,halve stad is verliefd op berthv 6/S zoon van meneer Pen- ne 1 n advocaat, en Tom Tremay- Ze' eino-r T van nieroand iets weten, de mpif uklnd ook biJna niet om met ierugS'oktf Uit de Plaats" Ze is erS een dame.Van aard en °P en toP terdt aaTi^k!^!1 Zei maar hiJ luis" Curner toe- Hij wist dat Susan Wel alle« ,ag een Praatie roaakte en hem ades zou vertellen, wat zij wist. richting der waterschappen, waaraan inderdaad in West-Brabant nog zeer veel ontbreekt. Ook wijst hij op de nood zakelijkheid, om Westelijk Noord-Bra bant door goede waterwegen in verbin ding te stellen met de Wester-Schelde, om de industrialisatie van dit gebied mogelijk te maken, of althans te verbe teren. Maar voor mijn onderwerp is dat bijzaak. Ik wilde slechts betoogen, dat voor het gebied, dat u en my interesseert, de geweldige opvoering der landbouwpro ductie blijkbaar lang niet evenredig is geweest met de welvaartsstijging der plattelandsbevolking. Het lykt mij geen onredelijken eisch, als men vraagt, dat een boer, die zijn leven lang met zijn gezin een bedrijf van rond de 100 ge meten geëxploiteerd heeft, daarbij de vorderingen der wetenschap toepassend en zuinig levend en dergelijke men- schen vindt men in ons Zuid-Westelijk kleigebied overal zijn kinderen weer in den stand moet kunnen plaatsen, waarin ze thuis hooren, hetzij in den landbouw, hetzij daarbuiten. Bij de hooge geboorte-frequentie van Westelijk Noord-Brabant is dat echter in door snede niet mogelijk. De meer-opbrengst van den grond is blijkbaar ten goede gekomen aan ande ren, méér dan aan den boer en den land arbeider, die toch de eerste rechten had den. De heer Janssen besprak daarna de Pachtwet. Als plv. lid van de pachtkamer te Ber gen op Zoom heb ik veel pachtcontrac- ten van het eiland T h o 1 e n te beoor- deelen gehad. En dan moet my van 'thart, dat de pacht- pryzen daar dikwjjl-s veel en veel te hoog zyn, al thans die der losse per ceel e n, die gebruikt wor den door kleine grond gebruikers. Wanneer het evenzoo is op Zuid-Beveland en Walcheren op St. Philipsland. Schouwen-Duiveland en in Zeeuwsch-Vlaanderen komt het klein- grondbezit minder algemeen voor, als ik het goed heb kan de invoering van de Pachtwet op den duur wel degelijk aan de welvaart ten plattelande ten goede komen. Een pachtverlaging van tien gulden per gemet en daartoe komt het ongetwijfeld in zeer veel ge vallen beteekent voor een bedrijfje van dertig gemeten een méérwinst van 300 gulden, dus zes gulden* per week. Voor de kleine boeren beteekent dat een groot bedrag. Ook voor 't overige zal de boer op de zeeklei in het Zuid-Westen des lands veel moeten verwachten van de opvat tingen der landbouwpolitiek door de overheid. Het vrijhandelsbeginsel in het internationale verkeer is voorloopig voorgoed van de baan en als de teeke nen niet bedriegen, zal ook in de natio nale economie veel meer leiding van bo ven afkomen. Of moet ik zeggen: blij ven bestaan? Want we kennen reeds omtrent tien jaar de ordening van ons bedrijfsleven en elk eerlijk mensch moet toegeven, dat zij ons door een allerge- vaarlykste branding zonder veel averij heeft heengeloodst. Zonder het krach tige ingrijpen der overheid zou menig i bedrijf op onze zeekleigronden in deze tien jaren eenige malen een faillieten pachter of eigenaar hebben zien ver trekken, was waarschijnlijk menig be- drijf niet te pachten geweest. Intusschen moge tot in de kringen onzer overheid dan het besef doordrin gen, dat het een slechte noot is voor de vaderlandsche economie, als zuiver agrarische gebieden, zooals Friesland, Zeeland en West-Brabant met rijken bo dem in welvaart achterblijven bij de groote steden en de industriegebieden en dat zij, die de langste dagen maken, het schraalste moeten leven. VEERTIEN BUNDER LAND WORDT PRODUCTIEF. In de omgeving van Ermelo is de kust van het IJsselmeer grillig van vorm; ze vertoont talryke bochten en insnijdin gen. In den loop der jaren is de grond aan de voormalige Zuiderzee hier en daar door overstrooming en verstuiving opgehoogdin het eerste geval met kost baar slib, meest uit klei bestaande en voorts overstoven door zand en alles wat het water meevoerde. Hierop vormde zich op den langen duur een stevige zode, waarop zich gras sen van prima kwaliteit ontwikkelden. De gezameniyke eigenaars besloten nu de handen ineen te slaan en vroegen advies van de Nederlandsche Heidemaat schappij, met het gevolg, dat men besloot om zoo mogeiyk door werkverrui ming tot scheuring en ontgining over te gaan, of liever: te komen tot landaan winning. Werkloozen uit de gemeente Ermelo, alsmede uit Putten en Utrecht, zyn thans bezig om den opgehoogden aangeslibden grond af te graven. Met dezen grond zullen de insnijdingen in de kust worden gedempt, waardoor de kust strook egaal zal worden. Tevens ver-, krijgt men zoodoende een waardevolle grondaanwinning tot een oppervlakte van ongeveer 14 bunder. Welk een ar beid hiervoor noodig is, moge wel blij ken uit het feit, dat hiervoor ongeveer 170.000 kubieke meter grond verplaatst moet worden! Op den duur zal zich in den loop der jaren hier een prachtige meeroever vor men met een schitterende fauna, zoodat tevens door deze ontginning aan natuur schoon zal worden gewonnen. Vermeldenswaardig is nog, dat de betrokken gemeenten in deze omgeving een bijslag geven op het grondloon, waar door een belangrijk aantal werkloozen voor geruimen tijd van regelmatigen arbeid voorzien wordt en bovendien een redelyk loon ontvangt. DE GEMEENTE VERGOEDT HET BEDRAG VOLGENS VASTGESTELDE REGELING, EN KRIJGT DIT GERESTITUEERD. In het Verordeningenblad is opgeno men een verordening van den Rijkscom missaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende de betaling van ver goeding terzake van inkwartiering by particulieren en in hotels of pensions. Hierin wordt het volgende bepaald: Voor de inkwartiering aan de hand van een inkwartieringsbiljet ten behoeve van de Duitsche weermacht, vanaf 29 Mei 1940 te 12 uur, moeten in Neder land de volgende vergoedingen betaald worden Voor generaals, stafofficieren en amb tenaren der weermacht met overeenko- menden rang f 1,50voor alle overige officieren, ambtenaren der weermacht en onderofficieren met „portepee" f 1; voor onderofficieren, met bed f 0,50id. zon der bed f 0,30voor manschappen, met bed f0,20; id. zonder bed fO.10. Voor burgerpersonen, die op een of andere wijze by de Duitsche weermacht werkzaam zyn, worden door het plaatse- ïyk commando inkwartieringsbiljetten uitgereikt in overeenstemming met hun bezoldiging. Deze moeten als inkwartie ringsbiljetten voor soldaten worden be handeld. By het, by uitzondering, vorderen van verpleging, wordt de vergoeding telkens met f0.90 verhoogd. By gedeeltelyke verpleging moet voor ontbyt een zesde, voor middageten, drie zesde en voor het avondeten twee zesde van deze vergoe ding betaald worden. De vergoeding bedraagt voor 1 paard f 0,101 kantoor f0,30; 1 wacht- of arrestantenkamer f 0,10. By beperkte inkwartiering moet een evenredige vergoeding worden betaald. Bij inkwartiering in hotels of pensions moet worden uitgegaan van de gewone hotelkamerprijzen en moet van deze prijzen een zekere korting wor den afgetrokken. Wanneer inkwartiering gevorderd wordt, reikt het bevoegde plaatselijke commando, of als zoo'n instantie ont breekt, de commandant van het betref fende onderdeel, aan den kwartiernemer een inkwartieringsbiljet uit. De gemeente is verplicht het bedrag te vergoeden, dat den kwartiergever toekomt wegens gevorderd kwartier. De door de gemeenten uitgegeven kwar- tiersgelden worden door het bevoegde plaatselijke commando op vertoon van de gezamenlijke inkwartieringsbiljetten maandelijks vergoed. Inkwartieringen ten behoeve van de Duitsche weermacht van vóór 29 Mei 1940 worden niet vergoed. In het Nederlandsche vluchtelingenkamp op het kasteel de Partoucie te Le sac. Op het bordes van het Chateau doet de commissie mededeeling, omtrent de plannen voor het terugbrengen van de bewoners naar het vaderland. „Neen," ging Susan voort, „van Pen- berthy en Tremayne moet ze niets heb ben, maar ik geloof, dat er wel een an der is." Seth sloeg de eene bladzijde na de an dere om, maar hij las geen enkel woord. „Of het waar is, weet ik niet," ging Susan voort, „want Annie Bassett is niet altijd te vertrouwen, maar zij zegt dat Nick Bodinnick er in kort al drie keer geweest is. Je kent Nick toch wel? Hij is hier pas nog bij je geweest?" „Hij kwam alleen maar vragen, of ik ook soms een ander baantje zocht." „Zoo? Nu, ik vind het wel een beetje vreemd, dat hij werk zou maken van Auriol, omdat ze geen cent bezit, en de Bodinnicks zijn altijd erg op de penning geweest. Had ze geld, dan zou ik het mij nog kunnen begrijpen." „Misschien heeft h ij geld," zei Seth, „en is het dus niet zoo noodig, dat hij een vrouw met geld zoekt." „Ik geloof, dat er niets aan is van het verhaal, dat hij geld zou hebben, dan zou hij dat baantje niet genomen hebben. Hij is niet veel meer dan huisbewaarder op Bolivick, en zoodra het bewezen is, wie de naaste erfgenaam van Sir Charles Killigrew is, moet hij er vandaan. Ik ge loof nooit, dat hij genoeg heeft, om een vrouw te onderhouden, daarom kan ik niet gelooven, dat hy plan heeft, om Auriol te trouwen. De Bodinnicks zijn altijd groote gierigaards geweest. Hoe het zij, David Osborne en hij schijnen dikke vrienden te zijn; maar het 'zou zonde en jammer wezen." „Wat zou zonde en jammer zijn?" „Als Auriol trouwen zou met zoo iemand als Nick Bodinnick, al is hij van goed familie. Daarenboven hoort ze aan de Methodisten-kerk. Heb je haar wel eens hooren zingen?" Seth schudde zijn hoofd. „Dan moest je morgenavond toch eens naar de Wesliaansche kerk gaan. Daar zingt ze." Seth keek haar vragend aan. „Ja, daar hebben ze morgenavond een bijzonderen dienst, en op de aanplakbil jetten staat, dat Auriol zingen zal." Seth scheen niet verder naar haar te luisteren. Hij sloeg de eene bladzijde na de andere om, alsof hij wou lezen. Toen Susan eindelijk wegging, sloeg hij het boek echter dicht en zat een heelen tijd te denken. Toen hij den volgenden middag zijn Zondagsche pak aantrok, was Susan be nieuwd naar de reden, maar zij vroeg hem niets. Zij vond het altijd moeilijk, om hem iets te vragen. Tegen vier uur liep hij den kant van de school op, en zag al de kinderen naar buiten komen. Auriol zag hy echter niet. Daarop ging De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van land bouw en visschery, maakt in verband met de aankondiging, dat het aantal zelfkarners sterk beperkt zal worden en dat aan degenen, die niet in het bezit zyn van een karnvergunning, het berei den van boter niet is toegestaan, bekend, dat zy, die genoodzaakt zyn de op hun bedryf ontvangen melk tot boter te ver werken en hun melk niet aan een fa briek kunnen leveren, in het algemeen voor een karnvergunning in aanmerking zullen komen. Indien voor. 18 Juli a.s. geen aan vraagformulier voor een karnvergun ning is ontvangen, dienen belanghebben den dit formulier zoo spoedig mogelijk bij de afdeeling zuivelcontrole der Ne derlandsche Zuivelcentrale in hun pro vincie aan te vragen. Deze becLryven kunnen, in afwachting van de door de Nederlandsche Zuivel centrale hieromtrent te nemen beslissing met de bereiding van boter voorloopig doorgaan. De bedryven, die wel in staat zyn hun melk aan een fabrie. k te leveren, komen niet voor eenkarn- vergunning in aanmer king en dienen dus terstond de daar voor vereischte maatregelen te treffen. Onder fabriek wordt in dit verband verstaan ieder bedryf, dat voor fabriek matige verwerking van melk is ingericht hij langs het huis van David Osborne, maar het leek wel, alsof er niemand 1 thuis was. Even verderop kwam hij aan een la gen heuvel, vanwaar hij het omliggende land kon gadeslaan en zag een man aan komen. Toen de man wat dichterby was, verhelderde Seth's blik; het was alsof het zien van den man hem erg veel ple- zier deed. „Neemt u mij niet kwalijk," zei hij, i „maar is dat huis, daar tusschen de hoo rnen, Bolivick?" „Ja, dat is Bolivick. Ben je er in ge- interesseerd „Neen, ik heb er alleen maar van ge hoord en was benieuwd, of dat het was." „Woon je in St. Minver?" Seth nam zijn ondervrager wat nauw keuriger op. De man had geen aange naam uiterlijk. Hij had kleine, geslepen oogen, die schichtig rondkeken, en zag er bleek, en ongezond uit. Hij had smalle, afloopende schouders;-' maar was fat soenlijk gekleed. Hij zag er uit, alsof hy indertijd heerenknecht was geweest. „Zei je, dat je in St. Minver woonde?" vroeg de nieuw-aangekomene nogmaals. „Ja, ik werk in de Polgooth-mijn en ik ben in huia bij een zekere Susan Curner." Het was niets voor Seth Trelyon, om zoo vertrouwelijk te zijn; misschien had hij er een bedoeling mee. VOOR AANKOOP VAN LEVENS MIDDELEN, DIE GEDISTRIBUEERD OF VERBODEN ZIJN. In het Verordeningenblad is opgeno men een verordening van den Ry'kscom- missaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende het invoeren van dis tributiekaarten en distributiebonnen voor de Duitsche weermacht voor den aankoop van levens- en voedermiddelen, die onder distributie vallen of waarvan het verbruik in het algemeen verbo den is. Hierin wordt het volgende bepaald: In Nederland worden distributiekaar ten (blauw) en distributiebonnen voor de weermacht voor den aankoop van levens- en voedermiddelen, die onder distributie vallen of waarvan het ver bruik in het algemeen verboden is, door leden der Duitsche weermacht inge voerd. De militaire distributiekaarten wor den gebruikt by aankoop van levens- of voedermiddelen ten behoeve van geheele eenheden. Zy moeten de aan te koopen goederen, soort en hoeveelheid, alsmede de handteekening van den troepenkom- mandant (bataljonscommandant of com mandant van een zelfstandig onderdeel), onder vermelding van rang, en het dienstzegel dienststempel van het on derdeel inhouden. Onderstaande militaire distributiebon nen worden ingevoerd: Blauwe militaire distributiebonnen voor 50 gr. brood, bruine militaire dis tributiebonnen voor 100 gr. koffie of 20 gr. thee, groene militaire distributie bonnen voor 200 gr. suiker, violette mi litaire distributiebonnen voor 100 gr. meel, lichtblauwe militaire distributie bonnen voor 100 gr. vet, gryze militaire distributiebonnen voor 100 gr. levens middelen van elke soort. Militaire distributiekaarten en mili taire distributiebonnen mogen alleen afgegeven worden door: 1. in uniform gekleede leden der Duitsche weermacht, politie of S.S., van den versterkten grenswachtdienst, van de Duitsche Rijks- post of van de Duitsche Rijksspoor wegen 2. niet in uniform gekleede leden van de onder 1 genoemde eenheden, voor zoover zij voorzien zijn van een bewijs, dat zij tot een dezer organisaties behoo- ren; 3. personen, die door een instantie van de onder 1 genoemde organisaties schriftelijk gemachtigd zijn om militaire distributiekaarten of militaire distribu tiebonnen af te geven. „Zoo, ben je bij Susan Curner in huis. Daar ben je goed af. Het is een door en door fatsoenlijke vrouw." „Woont u ook in St. Minver?" „Ja, mijn naam is Osborne, meneer David Osborne. Je hebt mijn naam mis schien al gehoord." Hij keek Seth vragend aan, maar de jonge man toonde door blik noch gebaar, dat hij dien ooit eer gehoord had. „Als je soms naar huis terug gaat," ging meneer Osborne voort, „dan zou den we samen kunnen oploopen." Zonder nog een woord te zeggen, liep Seth met hem mee. Hij zei onderweg niet veel, maar hij luisterde des te meer toe. Dien avond begaf hij zich naar de Wes liaansche kerk. Een beroemd prediker uit een vergelegen stad zou dien avond spreken, en het gebouw was al bijna vol, toen hij binnenkwam. Blijkbaar was de omgeving hem vreemd. Hij keek tenmin ste nieuwsgierig rond en scheen niets af te weten van de soort van dienst. Het was een groot, mooi gebouw, zoo als de meeste Wesliaansche kerken in Cornwallis zijn. Seth scheen bijzonder ge ïnteresseerd in de galerij, die rondom in de kerk was aangebracht, en die weldra volstroomde. Niemand lette op hem, en daar was hij blij om. Hij voelde zich niets op zijn gemak. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5