De rantsoeneering van
boter en margarine.
Dagblad voor de Provincie Zeeland
WOENSDAG 17 JULI 1940
54e JAARGANG - No. 240
De vooruitgang
van den landbouw.
Nadere informaties omtrent tal van punten.
Economische en handels
besprekingen tusschen
Japan en Ned.-lndië.
Warmte Hoofdpijn.
Spoedcursus voor Rijks
veldwachters te Hilversum.
Buitenland
Nieuwe verliezen voor de Britsche
koopvaardij.
De Italiaansche luchtaanval op Haifa.
Uitgave: N. V. Uitgevers - Maatschappij
„Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Goe»
Postrekening 44-155 Telefoon 2436
Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel
J. J. F A N O Y, Lange Giststroat 34 en
Noordweg 155.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA
Abonnementsprijs f2.60 per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelburg
Goes en Vlissingen f 0.20
Losse nummers 5 cent
Adyertentiën 30 cent per regel
Ingezonden mededeelingen 60 cent per rogei
Kleine Advertentïën Dinsdags en Vrijdags
#0,75 bij vooruitbetaling
AdVertentiën onder letter of motto
10 cent extra
BI] ëöniraci Belangrijks köfflhg
STERKE STIJGING VAN DE
OPBRENGST.
De belangrijke rede, die de heer Ir R.
W. Janssen te Roosendaal op 10 dezer
in de algemeene vergadering der Zeeuw-
sche Landbouw Mij. te Goes uitsprak
verdient ongetwijfeld bijzondere aan
dacht en rustige bestudeering. Men zal
dan tot de conclusie komen, dat weten
schap en practijk samen onzen land
bouw op een zoodanigen trap van ont
wikkeling hebben gebracht, dat de ob
jectieve beoordeelaar daarvoor niet an
ders dan groote waardeering kan heb
ben, welke waardeering ook behoort uit
te komen in een redelijke belooning
voor landbouwer en landarbeider, maar
óók, dat er zeker nog geen reden is op
de behaalde lauweren te gaan rusten.
Een enkele blik op de getallen van de
jaren 19001910 toont aan, aldus de
heer Janssen, hoe oneindig veel erger de
toestand thans zou z\jn, wanneer we nog
de productiecijfers van die jaren hadden.
In de verslagen van de Directie van
den Landbouw staat voor tarwe per
hectare in Zeeland een opbrengst
aangegeven van gemiddeld 2437 kg.,
dat is dus 32,5 hectoliter. Voor winter-
gerst vinden we ruim 42 hl. en voor
zomergerst bijna 41 hl. opgegeven. De
haver gaf als gemiddelde in Zeeland 55
hl. van 47 kg. en de erwten gaven 25,6
hl. per ha.
De officieele getallen
liggen thans op z ij n minst
de helft hooger, in vele
gevallen 6070
Waaraan is deze phenomenale stij
ging van de productie der bouwlanden
te danken? Moeilijk is het om aan te
geven, welke factor hier de grootste
invloed heeft uitgeoefend: de rassen-
verbetering, de bestrijding van planten
ziekten en onkruiden met inbegrip van
de zaaizaadontsmetting en de zaaizaad
keuringen, de rijkelijke en meer ratio-
neele bemesting of de grondverbetering
met inbegrip van de ontwatering. Elk
van deze heeft zijn aandeel bijgedragen,
niet alleen in de opbrengsten van een
bepaald jaar, maar ook in de grootere
oogstzekerheid.
Het risico van den boer is door de
vooruitgang der landbouwwetenschap
sterk verminderd.
Wanneer men aan de Zeeuwsche en
West-Brabantsche boeren van dertig
jaar terug de vraag zou hebben voor
gelegd, of een stijging van de tarwe- en
gerstopbrengst met 50 en meer percen
ten mogelijk was, dus of een gemet erw
ten 25 hl. en een gemet tarwe meer dam
30 mud zou kunnen opleveren, dan zou
den ze aan het verstand of de nuchter
heid van den vraagstelier getwijfeld
hebben. Dat moet ons voorzichtig ma
ken bij het beoordeelen van de moeilijk
heden der toekomst.
Rond het midden van de vorige eeuw
was de opbrengst van een hectare win
tertarwe rond de 20 hl., vijftig jaar la
ter was ze ruim 30 hl., thans is ze in
onze streken reeds meer dan 50 hl.
Twintig jaar geleden meenden de na
tuurkundigen, dat de vergrooting van
bet microscoop haar maximum bereikt
bad. Thans werkt men reeds met mi
croscopen, die een veel en véél sterkere
vergrooting mogelijk maken. Dergelijke
voorbeelden liggen in de wetenschap
voor het grijpen. Ik ben er zeker van,
dat de landbouwwetenschap in dit op
zicht geen uitzondering vormt. De plan
tenveredeling is nog geen honderd jaar
oud, de practische toepassing der wet
ten van Mendel moet nog bijna begin
nen, de mutatie-theorie is nog één groot
raadsel. Daarom verwacht ik, dat de
Productiviteit van onze gronden in de
toekomst nog sterk zal stijgen en dat
°ok de oogstzekerheid nog zal toene
men. En ik breek mijn hoofd volstrekt
et met de vraag, of er wel een markt
zai zijn, waarop die producten dan te
Plaatsen zullen zijn. Want als ik gelijk
eb, en jjj. twijfel er geen oogenblik
an dan is er zelfs geen schaduw
eer over van het spookbeeld, dat som-
ge landhuishoudkundigen sinds een
mel\V00r 00Sen zweeft, de vraag na-
u? °f men het aangroeien der be-
f .lnS van onze aarde niet met aller-
te ^matige middelen dient tegen
„n?aai1' ^aar de bestaansmogelijkheden
Inrs,ye^a te klein gaan worden,
dat ib-'J* verband mag ik wel zeggen,
s e meest verwacht van de r a s -
c e n v e r b e t e r i n g van de
voor rüfU P 1 a n 1 e n- Het komt miJ
Wetr* aeze tak van de landbouw-
in ho+„C iP .*n naaste toekomst sterk
Zuiri ur zal toenemen en dat het
land kleigebied van Neder-
gunstivbrlJa vruchtbaren bodem, -zijn
klimaat en zijn energieke land-
Gisteren is de pers in de gelegenheid
gesteld omtrent de toekomstige distri
butie van boter, vet en margarine nade
re informaties in te winnen. Landwirt-
schaftsrat Schönbeck, de heer De Hoo
en Dr Ir Boekei hebben op menige twij
felvraag van. bescheid gediend.
Het landbouwcrisisfonds.
Eén der vragen gold het voortbestaan
van het landbouwcrisisfonds. Aan op
heffing hiervan wordt niet gedacht. Op
gericht tot ondersteuning van den land
bouw in verband met de oeconomische
crisis met het oog op omstandigheden,
die ook nu nog niet verdwenen zijn, func-
tionneert het nog steeds, zij het in ge-
reduceerden vorm.
De vermindering van het margarine-
verbruik zal de inkomsten van dit fonds
doen dalen; anderzijds zullen echter ook
de bijslagen voor den uitvoer van boter
naar Engeland aanzienlijk afnemen. Pas
als alle boter, die voor export in aan
merking komt, mitsgaders de kaas- en
melkproducten de productiekosten zou
den opbrengen, gelijk bij de binnenland-
sche consumptie het geval is, zou men
zich kunnen afvragen, wat met het land
bouwcrisisfonds moet geschieden. Zoo
ver is het nu nog niet.
De boterprijzer».
Wat zal de veehouder ontvangen, wat
zal de consument hebben te betalen?
In zeker opzicht tegenstrijdige belan
gen, waarbij men bedenke, dat voortaan
in het algemeen gezinnen met inkomens
boven f 1400 uitsluitend boter en geen
margarine meer zullen mogen gebruiken.
Naar de meening van Dr Ir Boekei is
voor dit oogenblik de juiste oplossing
gevonden. Bij den prijs, dien de veehou
der ontvangt, is uitgegaan van een bo-
terprijs van f 1,55, die voor dit seizoen
overeenkomt met de productiekosten. De
prijs, dien de consument betaalt, is in
ons land niet overal even hoog. Het wis
selt zoo ongeveer tusschen f 1,80, f 1,85
f 1,90 per kg.
Naar de meening van den heer Boe
kei zal, gegeven het vooruitzicht van
een grooteren boteromzet, een daling
van de marge, waarop de detaillisten
aanspraak maken, te verwachten zijn. In
het tegenovergestelde geval zal aan dit
vraagstuk aandacht worden geschonken
Het is niet de bedoeling, dat „een be
paalde schakel in de keten" bijzondere
gunsten geniet.
Mochten de productiekosten te eeniger
tijd stijgen, dan zou natuurlijk overwo
gen worden, of den veehouder niet meer
toekomt dan het zooeven genoemde be
drag, wat dan ook weer van invloed op
de winkelprijzen zou kunnen zijn. Op dit
oogenblik is dat echter niet het geval.
De exportprijzen.
Wat de prijsregelingen voor den uit-
I voer van boter betreft, daarover zijn nog
besprekingen met de Duitsche autoritei
ten gaande. De vergelijkingsbasis met
de Deensche (en de Duitsche) boter is
er nog. Niet echter met de koelhuisboter
van Australië en Nieuw-Zeeland. Dit is
echter het tegendeel van een nadeel.
Juist in den toevloed van deze boter, on
der gansch andere omstandigheden ge
produceerd, vonden de afbraakprijzen
waartegen Engeland tot voor kort boter
afnam, mede hun verklaring.
De prijsreductie voor lage inkomens.
Houders van vetkaarten (normale ge
zinnen, wier inkomen de f1400 niet te
boven gaat) zullen op gezette tijden in
plaats van margarine waarop hun kaart
betrekking heeft, boter moeten koopen,
waarbij hun een prijsreductie van 10 cent
per half pond zal worden toegestaan.
Dit is niet een facultatieve, doch een
imperatieve regeling. Op een bepaalde
week zal ook op zoo'n vetkaart alleen
maar boter verkrijgbaar zijn. Nemen wij
aan, aldus de heer De Hoo, dat wanneer
nummer 3 van de vetkaart op zoo'n ex
clusieve boterweek betrekking heeft.
Dan verzamelt de kleinhandelaar alle in
ontvangst genomen nummers op een op-
plakvel en krijgt hij in de plaats daar
van twee bonnen. De eene dient ter aan
vulling van zijn voorraad.
De andere is eigenlijk een kleine
chèque. Voor 100 maal 10 cent kan hij
f 10 by de bank halen.
Zware en zeer zware arbeid.
250 gram is het normale wekelijksche
rantsoen. Afgezien van de halveering
daarvan voor kinderen tot het vierde
levensjaar. Eventueel wordt dit rant
soen voor zwaren arbeid tot 375 gram,
voor zeer zwaren arbeid zelfs tot 750
gram per hoofd verhoogd. Daarvoor
zijn richtlijnen getrokken, in overleg met
de Duitsche autoriteiten, die in dit op
zicht over rijke ervaring beschikken.
Dienstboden.
Voor inwonende dienstboden alsmede
voor dienstmeisjes, die in de kost zijn,
al slapen zij buitenshuis, wordt niet haar
eigen inkomen, maar dat van den heer
des huizes als criterium genomen.
Wat dagdienst boden betreft,
die enkele uren of niet de geheele week
in dienst zijn, volgens den heer De Hoo
zal de zaak zich te haren aanzien even
zeer redden als zjj zich "bij andere distri
butiemaatregelen gered heeft, zoo'n
meisje geeft eens om de twee of drie
weken haar bonnetje aan haar mevrouw
en dan uiteraard bij voorkeur het bonne
tje van de imperatieve boterweek.
De consumptiemelkregeling.
Slechts in verwijderd verband met de
boter, margarine en vetrantsoeneering
staat de consumptiemelkregeling.
Het voornaamste doel daarvan is ook
de veehouders, die consumptiemelk leve
ren, de vergoeding van de productiekos
ten te waarborgen, een secundair dus
eveneens belangrijk doel de verhooging
van de kwaliteit, de verbetering van de
melkwinning en melkdistributie.
Afslachting.
In nog verder verwijderd verband
staat het vraagstuk der afslachting van
den veestapel. De heeren Boekei en
Schönbeck hebben beiden geconstateerd,
dat inkrimping van het pluimvee en van
de varkens, die veel spoediger weer ver
menigvuldigd kunnen worden, aan even-
tueele afslachting van koeien behoort
vooraf te gaan.
Dit komt pas in de laatste plaats in
aanmerking. Niettemin zal bij de huidi
ge veevoederpositie wellicht het totaal
van het groote vee eenigermate dienen
te worden verminderd. In dat geval zal
dit dienstbaar worden gemaakt aan de
verbetering' van den veestapel en zullen
allereerst tuberculoze en zwakke dieren
worden afgemaakt.
bouwbevolking hierbij een groote rol
kan spelen.
Door de ongekend sterke ontwikke
ling van ons keuringswezen is hier het
ontstaan bemoeilijkt van instituten als
Svalöf, Vilmorin, Desprez, die tenslotte
alleen kunnen bloeien, als ze óf met over
heidsgeld gefinancierd worden (zooals
ons Instituut voor Plantenveredeling)óf
den nabouw hunner scheppingen in 't
groot kunnen verkoopen, zooals de Fran-
sche kweekers, óf en dat is naar mijn
meening voor Nederlandsche toestanden
het meest verkieselijk die het recht
hebben van de gebruikers hunner rassen
een vergoeding te heffen, onverschillig,
of dat belaste zaad gekeurd wordt of
niet.
Wij voorzien thans de halve wereld van
aardappel-pootgoedons klimaat is bui
tengewoon geschikt voor de zaaizaad
winning; de omvangrijke teelt van tuin-
bouwzaden en suikerbietenzaad bewijst
het afdoende. Waarom zaaien wij dan
Zweedsche, Duitsche, Fransche en Bel
gische rassen uit en voorzien wij niet
Denemarken, Zweden, Duitschland en
Frankrijk van zaaizaad?
Het z.g. kweekersvraagstuk zou bo
vendien veel eenvoudiger zijn op te los
sen, als ons bij die oplossing niet telkens
de handelaars vertegenwoordigers
van buitenlandsche kweekers voor de
voeten liepen en we alleen met menschen
als Dr Mansholt, Dr Dorst en Ir Koop
man te maken hadden.
Ik kan u niet genoeg op
het hart drukken, welke
mogelijkheden er naar m ij n
meening voor Zeeland en
West-Brabant hier liggen.
Heeft het aardappelpootgoed niet vol
doende getoond, over welke capaciteiten
wij beschikken? Crisis en oorlog hebben
onzen landbouw-export gedecimeerd,
maar de uitvoer van pootgoed is prac-
tisch elk jaar nog tóegenomen en heeft
zelfs in het achter ons liggende seizoen
een onverwacht hoog peil bereikt.
Het winnen van ziektevrij pootgoed is
niet zoo eenvoudig als velen onzer tot
TOKIO. De woordvoerder van bet de
partement van buitenlandsche zaken
heeft medegedeeld, dat over ongeveer 2
weken twee Japansche commissies naar
Nederlandsch-Indië zullen vertrekken
om onderhandelingen te voeren over eco
nomische en handelsproblemen.
Een der commissies staat onder lei
ding van den vroegeren ambassadeur in
Warschau Saco.
Veilig en vlug als geen ander
helpt hierbij altijd een poeder of
cachet van Mynhardt. My'nhardt's Poe
ders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets,
genaamd „Mijnhardtjes" Doos 10 en
50 ct.
i—
nog toe gedacht hebben. Maar in elk ge
val is het voor ons, Nederlanders, min
der moeilik dan voor den buitenlander.
Als er meer normale toestanden terug
gekeerd zijn, zal er buiten onze grenzen
een groote vraag naar gezond pootgoed
blijken te bestaan. Intusschen blijkt
thans ontstellend duidelijk, hoe hard het
noodig is, dat we de z.g. theoretische
kennis van den landbouw zoo snel mo
gelijk uitbreiden. Want het is een feit,
dat de catastrophe van dezen zomer te
wijten is aan de geringe kennis van het
leven der bladluizen, een tekort in onze
kennis, dat we dit jaar met honderd
duizenden, misschien millioenen guldens
betalen. Laat men, al is het kalf ver
dronken, thans tenminste zoo snel mo
gelijk de put gaan dichtwerpen.
De vorige generaties leefden veel rus
tiger dan wij. Wanneer in vorige eeu
wen de iepen langs de dijken en dreven
doodgingen, de een na den ander, ver
diepte men zich niet in geleerde oorza
ken. 't Was altijd het weer, de grond of
de maan, die de tegenvallers op hun
kop geschoven kregen. Een dergelijk fa
talisme kennen wij niet meer. Wij zijn
niet tevreden, voor we niet alleen de oor
zaak, maar ook de bestrijding van die
oorzaak kennen.
Ik herinner u aan de iepenziekte, aan
de bietenmoeheid, aan de vergelingsziek-
te der bieten, aan de „kwade koppen" in
het vlas. Wanneer het een landsbelang
is, dat de opbrengst van den bodem zoo
hoog mogelijk wordt opgevoerd, dus niet
alleen een boerenbelang, zal de overheid
de bestudeering van deze en dergelijke
vraagstukken ter hand moeten nemen,
hetgeen natuurlijk niet zeggen wil, dat
de naast daarbij betrokkenen, dus de
boeren, zich moeten bepalen tot praten
en schrijven. Maar het natuurweten
schappelijk onderzoek is taak der over
heid.
500 MAN WORDEN OPGELEID.
Te Hilversum zal een spoedcursus
voor de opleiding van een groot aantal
rijksveldwachters gehouden worden. Het
lag oorspronkelijk in het voornemen, dat
deze cursus begin Juli zou aanvangen.
Naar wij vernemen is dit echter niet-
meer mogelijk. Het laat zich aanzien,
dat men thans op 1 Aug. a.s. een aan
vang met den cursus kan maken; die
datum is er dan ook voor gesteld.
Men is werkelijk overstroomd met
sollicitaties en de schifting hiervan
kostte zooveel tijd, dat het niet meer
mogelijk was haar nog in Juli gereed te
krijgen, vooral omdat men met de
grootst mogelijk zorg de mannen wilde
kiezen. Het gaat hier om de opleiding
van 500 man, die men vermoedelijk in
twee gelijke groepen zal verdeelen, dus
elk van 250 man.
Zooals men weet, werd tot nu toe
voor aanneming bij de rijksveldwacht
toegepast het sollicitatiereglement-rijks-
veldwacht, waarin de minimum-eischen
beschreven stonden, waaraan de sollici
tanten moesten voldoen.
Tenminste was een Ulo-diploma of een
politiediploma vereischt. De gegadigde
moest ten minste een lengte van 1.75 m
hebben en een leeftijd tusschen de 21 en
de 30 jaar. Juist omdat men nu groote
keuze heeft uit tal van krachten, kan
men vaak mannen krijgen, die boven de
genoemde eischen uitkomen. Omgekeerd
echter wordt eenige soepelheid betracht,
omdat men voor een deel gebruik zal
maken van afvloeiende militairen, on
derofficieren e.d., die wat diploma's be
treft niet geheel aan de eischen zouden
voldoen.
Er is een aantal commissies ingesteld,
die elk geval afzonderlijk nauwkeurig
bekijken en de sollicitanten in sommige
gevallen vooral toetsen aan redelijke
eischen, een behoorlijk voorkomen, enz.
Het opperbevel der Duitsche weer
macht maakte gisteren bekend;
Een duikboot meldt, dat zij scheeps-
ruimte der vijandelijke koopvaardij met
een inhoud van 23.600 bruto registerton
tot zinken heeft gebracht. Een tweede
duikboot heeft een vijandelijke tankboot
van 9000 ton, die in een sterk beveiligd
konvooi voer, in den grond geboord.
Bij herhaalde luchtaanvallen op 15
Juli op het Engelsche scheepvaartver
keer in het Kanaal gelukte het drie koop
vaardijschepen met een totalen inhoud
van 18.000 bruto registerton tot zinken
te brengen en nog vijf koopvaardijsche
pen met bommen te beschadigen.
In den loop van den dag viel het lucht-
wapen verder de Britsche vliegvelden
van Pembroke, St. Athanatan, Plymouth,
en Bicester, de haveninstallaties in Car
diff en Brighton, benevens een vliegtuig
fabriek in Yeovil aan. De neergeworpen
bommen deden talrijke branden en ont
ploffingen ontstaan.
Engelsche vliegtuigen hebben in den
afgeloopen nacht wederom in Noord- en
West-Duitschland op eenige plaatsen
bommen neergeworpen, zonder schade
i aan te richten.
BOMBARDEMENT VAN EMDEN.
D. N. B. Uit Londen werd op 14
Juli gemeld, dat een aanval van de Royal
Air Force op E m d e n, in den nacht
van 12 op 13 Juli, buitengewoon veel
succes zou hebben gehad. Petroleum-
opslagplaatsen, fabrieken en pakhuizen
zouden hevig zijn gebombardeerd.
Van Duitsche zijde wordt hiertegen
over vastgesteld, dat in werkelijkheid 40
bommen boven Emden zijn uitgeworpen.
Daardoor zijn slechts twee woonhuizen
verwoest en verscheidene beschadigd.
Er zijn vijf burgers gedood en 16 ge
wond.
HET 1TALIAANSCHE LEG ER-
BERICHT.
Het Italiaansche legerbericht luidt:
Een onzer formaties luchtstrijdkrach
ten heeft in Palestina de basis van H a i-
f a gebombardeerd, een belangrijk pe-
troleumcentrum. Verscheidene opslag
plaatsen, een raffinaderij en andere in
stallaties werden getroffen. Er ontston
den geweldige branden, welke onze vlie
gers, die allen naar hun bases terug
keerden, nog op den terugweg op een
afstand van ongeveer 200 km konden
zien.
Tijdens luchtaanvallen op Tobroek,
die zonder resultaat bleven, werd eeö
Engelsch vliegtuig neergehaald. De in
zittenden werden gevangen genomen.
In O o s t-A f r i k a hebben onze troe
pen, dank zij een schitterende actie, eeni
ge plaatsjes bezet in Somaliland in de
richting van Dolo, waardoor het front in
deze richting met ongeveer 300 km is be
kort.
Een poging van den vijand om een
aanval te ondernemen op onze stellingen
in de zone van het Rudolphmeer is af
geslagen.
Een speciale correspondent van Ste-
fani geeft bijzonderheden over den Ita-
liaanschen luchtaanval op Haifa, de
stad in P a 1 e s t i n a, die door de En-
gelschen tot een zeer belangrijke vloot-
en marinebasis is gemaakt en het groot
ste petroleumcentrum van de Middel-
landsche Zee is. De aanval werd onder
nomen door tien vliegtuigen, opgestegen
van de bases in de Aegeïsche Zee. Zij
werden, zoodra zjj door de Engelschen
opgemerkt waren, hevig beschoten door
al het afweergeschut langs de kust en
op de heuvels, welke de stad beheer-
schen. Niettemin begonnen de vliegtui
gen het bombardement en weldra had
den zij alle gestelde doelende haven, het
vliegveld en de groote petroleum-opslag-
plaatsen, bereikt. Een zeer hevige brand
brak uit.
Engelsche vliegtuigen die zich op het
vliegveld bevonden, stegen op om den
strijd aan te binden, doch zij konden de
Italianen, die onmiddellijk na het wer
pen der bommen terugkeerden, niet be
reiken. Op den terugweg konden de be
manningen der Italiaansche vliegtuigen
de uitwerking van het bombardement
rustiger gadeslaan. Zij constateerden, dat
■de brand in de petroleum-voorraden
een reusachtigen omvang had aangeno
men. Het succes van den aanval is onder
meer een gevolg van het feit, dat de En
gelschen verrast waren. De Britsche ad
miraliteit was er van overtuigd, dat Hai
fa niet kon worden aangevallen, omdat
het op aanzienlijken afstand van de Ita
liaansche luchtbases ligt.