DE ZEEUW
Bevil Granville
TWEEDE BLAD
Het binnenlandsche
politieke streven.
i het cr^°U ei! ac'lter zien te komen, wie
dan antwoordde Will, „en
zei niets-maar zat stii
™l£°lgZei0™;et3' mSar h« lulS'
Het ontslaan van personeel.
Uit de Provincie
WALCHEREN.
VAN
DINSDAG 16 JULI 1940. Nr 239.
De „Rotterdammer" vestigt de
aandacht op de belangrijke verklaring
aangaande het binnenlandsch politiek
streven, afgelegd van Duitsche zijde.
Zij is van beteekenis niet alleen met
het oog op de concentratiebewegingen op
binnenlandsch politiek terrein, het ter
rein dus waarop overheid en onderdaan
elkaar meer 'direct ontmoeten, maar
evenzeer met het oog op hetgeen zich
ontwikkelt op het breede terrein der
maatschappij.
Men zoekt elkaar. Het concentratie
verschijnsel is dus niet alleen actueel,
maar ook actief.
Op het gebied van kunst en cultuur is
een overeenkomstig streven reeds tot ze
kere resultaten gekomen.
Wat op het terrein van het sociale le
ven zich heeft ontwikkeld met behoud
van hetgeen historisch naar onzen volks
aard gegroeid was, mag evenzeer van
groote waarde worden geacht. Cordiale
samenwerking vereenigt hier vele hon
derdduizenden.
Op schoolgebied hebben we ook reeds
verheugende verschijnselen waargeno
men. Daar kan echter nog' meer gebeu
ren. We hebben ons steeds als voorstan
ders van zoo weinig mogelijk verbrokke
ling doen kennen, omdat we in zulk een
sterker eenheid op geestelijk gebied een
versterking zagen van nationale kracht
en allerlei andere voordeelen er aan za
gen verbonden.
Dat ook met betrekking tot het bin
nenlandsche politieke terrein middel
punt zoekende krachten met energie
werkzaam zijn om -het Nederlandsche
volk in een beweging te vereenigen,
heeft in 't bijzonder onze belangstelling
en instemming.
We hebben nimmer ons ongunstig oor
deel verholen over een kiesstelsel, dat
tot hoogst bedenkelijke uitwassen kon
leiden en ook heeft geleid en bovendien
steun bood aan bepaalde meerderheids
theorieën, waarin meer met het getal,
dan met echten, gezonden volksinvloed
gerekend werd en het gevaar schiep
voor ontaarding van de rechte verhou
ding tusschen overheid en parlement.
Niet steeds zijn we aan dat gevaar ont
komen. Het eigen recht der overheid,
wier taak het is voor het volksgeheel
recht te bestellen en rechtvaardigheid te
betrachten, heeft meermalen schade ge
leden.
Aan deze schaduwzijden in ons poli
tieke leven moeten en kunnen we ontko
men. Ze hebben afgedaan en kunnen ver
wijderd worden zonder dat de totale
volksbelangen ook maar eenigszins scha
de lijden. Ze zullen ook verdwijnen in de
zen grooten tijd, die een saamsnoering
I vraagt van al onze volkskracht om een
I toekomst op te bouwen, die met funda-
I menteel veranderde verhoudingen reke-
ning houdt.
Deze algemeene doelstelling behoeft
I allerminst afbreuk te doen aan schakee-
t ringen in ons geestelijke en religieuse
I leven. Zelfs kan zij daarin een bron vin-
I den voor het krachtig nastreven er van,
I waarbij alle Nederlanders van goeden
I wille elkaar kunnen en behooren te ont-
I moeten. Een nationaal leven naar eigen
I aar(i zai er juist kracht en steun uit put-
I ten. In eigen kring moet dus het haard-
I vuur brandend blijven.
Het is ons aller taak om met volle in-
I stemming zulk een unie van alle natio-
B nale krachten te steunen.
B De gelegenheid.er toe' wordt ons ge-
I laten.
I Haar niet te verzuimen, maar met,toe-
I wading en van ganseher harte aan te
tülLLElCN
door JOSEPH HOCKING.
8') -o_
t "^.Will," Zei Seth na een lange stil-
„Gesteld, dat die jonge hoe heette
mj ook weer?"
»Bevil Granville."
„Gesteld, dat de jonge Bevil Granville
nu gedaan heeft, en gesteld, dat hij
ak Skaten is; wat zou je dan doen,
aJsjeinzijn plaats was?"
niet 11 em "T maar ik zal het liever
SSen> wat ik hem doen zou," voeg-
ae hij er aan toe.
TO Ult te kiJken-
dei'iika he1ï hier donker," zei hij ein-
I maar Mm11 W 1S ket hier stil. Laten we
weer aan het werk gaan."
antwoordd^wT °Pr°°ken
loöfnL^11 Vijf minnten- Ik ge-
200 veel' ia? i1J V00rt' "dat de jongen
Sir Charii v. gekregen zou hebben, als
zeten had.'^ met 200 achterheen ge-
grijpen, moge het nationale doelwit wor
den, dat ons allen bemoedigt, en bezielt
in een periode der geschiedenis, waarin
de zware beproeving ook ons deel werd,
maar welke ook als het begin van een
nieuwe aera in het leven van vele vol
ken kan worden aangemerkt.
Hierbij mogen wy niet aan den kant
van den weg gaan zitten, opdat wij èn
onze invloed, ontsproten uit onze begin
selen, niet worden weggevaagd in den
storm, welke over landen en volken gaat.
Mag er van sabotage op groote schaal
gesproken worden?
De regeling voor tijdelijk personeel.
Volgens den persdienst van de N. S. B.
zou de verordening van 11 Juni 1940,
betreffende het beperken van werk, wel
ke verordening bepaalt, dat ontslagen
van werknemers, na 9 Mei 1940 verleend,
ongedaan moeten worden gemaakt, op
groote schaal worden gesaboteerd en
zouden toch vele ondernemers arbeiders
hebben ontslagen zónder toestemming
van de arbeidsinspecties.
De juridische adviseur van het Ar
beidsfront zou er in geslaagd zijn deze
sabotage te breken door in het geval, dat
een kantoorbediende zou zijn ontslagen,
het bij den president der Rechtbank in
kort geding gedaan weten te krijgen,
dat dit ontslag ongedaan werd gemaakt,
totdat het zou zyn goedgekeurd door de
arbeidsinspectie of dat anders in de
hoofdzaak zou zijn beslist.
Naar wij bij informatie ter plaatse,
waar men dit zeer zeker zou weten, ver
namen, had men daar van „sabotage op
groote schaal" nooit iets gehoord.
Eén geval, als in de N. S. B.-circulaire
wordt genoemd, geeft zeker nog geen
recht en bewijs om een dergelijke krasse
beschuldiging uit te spreken. De arbei
ders en hun organisaties weten boven
dien zeer wel den weg naar de arbeids
inspectie als er sprake mocht zijn van
een ontslag in strijd met bovenbedoelde
verordening, die aan duidelijkheid niets
te wenschen overlaat.
Ook werden deze en dergelijke kwes
ties besproken in de commissies, die uit
de werkgevers- en werknemers-organisa
ties van verschillende richting zijn ont
staan en die regelmatig contact hebben
met de officieele autoriteiten.
Zoo kan om maar iets te noemen
de verordening van 11 Juni 1940
moeilijkheden veroorzaken voor 'n werk
gever, die personeel noodig heeft voor
tijdelijke (seizoen-) werkzaamheden, wat
in land- en tuinbouw in dezen tijd voor
komt.
Het is natuurlijk van belang en
daarop is ook door Z. L. M. en C. B. T. B.
nadrukkelijk gewezen dat er in elk
landbouwbedrijf een behoorlijke kern van
vast personeel moet zijn, dat in staat
is straks het oogst- en bietenwerk te
verrichten.
Maar men kan niet eischen, dat een
fruitkweeker 'b.v. het personeel, dat hij
voor aardbeien- en bessenplukken tijde
lijk noodig heeft, niet zou mogen ont
slaan als dat werk afgeloopen is.
Daarom is men na overleg tusschen
de organisaties van werkgevers en werk
nemers en de bevoegde autoriteiten tot
deze regeling gekomen:
Met ingang van 1 Juli wordt aan werk
gevers vergunning verleend om arbei
ders, die met het oog op een bepaald en
met name aangewezen werk, dat ten
hoogste drie weken duurt,
voor dien tijd in dienst zijn of worden
genomen, te ontslaan, mits zoodanige in
dienstnemingen in het desbetreffende
bedrijf gebruikelijk zijn.
Wanneer dus in het landbouwbedrijf
arbeiders met het oog op speciale werk
zaamheden, die in dit bedrijf plegen te
worden verricht, voor niet langer dan
3 weken in dienst worden genomen, dan
behoeft voor hun ontslag niet de goed
keuring van de Arbeidsinspectie te wor
den gevraagd. Wel moet van het ontslag
kennis worden gegeven (voor Zeeland
aan de Arbeidsinspectie te Breda, Wil-
helminastraat 35) onder opgave van
a. den naam en het adres van den
werkgever
„Ik heb gehoord, dat Sir Charles een
zure, akelige man was. Hij woonde wel
in een groot huis, maar hij leidde een
treurig leven. Het rechte van de zaak
weet ik natuurlijk niet, maar hij verloor
al vroeg zijn vrouw en had kind noch
kraai. De menschen zeggen, dat hem dat
bitter gemaakt heeft. Hoe het zij, de jon
ge Bevil kreeg zeven jaar. Vreemd, vind
je niet, dat je me aan hem herinnert?
Je lijkt niets op hem. Je bent veel ouder
en hebt een heel ander uiterlijk; maar
kom, we moesten weer aan het werk."
Bijna geen woord werd er meer tus
schen hen gewisseld gedurende de eerst
volgende vier uur; en toen de middag-
ploeg hen kwam aflossen, merkte Will
op, dat zijn kameraad norscher keek dan
ooit.
„Waarom kom je niet eens op een
avond bij ons aanloopen?" vroeg Will,
nadat ze hun kleeren verwisseld hadden.
„Mijn vrouw en ik zullen je graag ont
vangen."
„De vrouwen schijnen me niet te mo
gen," antwoordde Seth.
„Misschien niet. Je. kijkt ook zoo
zwart en je bent zoo stil.
Als ik jou was, zou ik eens mijn best
doen, om een beetje vroolijker te kijken.
Waarom zoek je geen meisje
„De meisjes willen niets van me we
ten," antwoordde Seth. „Maar ik zal, als
je het goed vindt, wel graag eens op een
avond bij je aanloopen."
b. het door den werkgever uitgeoefend
bedrijf
c. de plaats, war de werkzaamheden
worden verricht of het werk is gelegen;
d. den naam, de voorletters en het
adres van den arbeider;
e. de werkzaamheden, die deze te ver
richten heeft;
f. het tijdvak, waarvoor hij in dienst
genomen is.
De kennisgeving moet dadelyk na de
indienstneming van den betrokken ar
beider in tweevoud worden ingezonden.
Er zijn dus behoorlijke waarborgen
gesteld, dat van deze regeling voor tij
delijke werkzaamheden geen misbruik
wordt gemaakt.
De georganiseerde arbeiders zullen
overigens den weg wel weten naar hun
hoofdbestuur, als zij meenen, dat de
.verordeningen niet worden nageleefd.
En deze hoofdbesturen zijn mans ge
noeg, om, desnoods met hulp van de
rechterlijke macht, overtreders tot de
orde te roepen. Het is hun wel toever
trouwd geschoold als ze zijn in een
practijk van een reeks van jaren, om
voor de belangen van hun leden op te
komen, zoodat ze aan de adviezen van
het nationaal-socialistische Arbeids
front, dat feitelijk met zyn werk nog
beginnen moet, wel geen behoefte heb
ben.
ZEEUWSCHE HYPOTHEEKBANK.
Aan het jaarverslag over 1939 van de
Zeeuwsehe Hypotheekbank te Middel
burg ontleenen wjj het volgende:
De resultaten van het afgeloopen
boekjaar worden overschaduwd door de
gebeurtenissen, welke zich in ons land in
Mei 1940 hebben voltrokken. Van een
aantal onderpanden van leeningen, voor
al te Rotterdam, Middelburg en
V I i s s i n g e n zijn de opstallen door de
oorlogshandelingen of daardoor veroor
zaakte branden verwoest.
Bij het sluiten van dit verslag is een
juist overzicht over de getroffen per-
ceelen nog niet beschikbaar. Ook moet
met zooveel factoren van den meest uit
eenloopenden aard rekening worden ge
houden, dat het op dit oogenblik ten
eenenmale onmogelijk is te beoordeelen
of en zoo ja, in welke mate het te niet
gaan van onderpanden voor onze instel
ling verlies zal meebrengen.
Dat echter de sterk gewijzigde oeco-
nomische omstandigheden niet zullen
nalaten hun stempel te drukken op den
financieelen weerstand van een aantal
onzer debiteuren, moet wel als vast
staand worden aangenomen.
Met een en ander rekening houdend,
zijn de afschrijvingen ten laste van de
verlies- en winstrekening zoodanig vast
gesteld, dat het saldo slechts voldoende
is voor uitkeering van de statutaire 4
pet. over het bedrag der onverplichte
kapitaalstortingen. Het geplaatste maat-
schapp. kapitaal bedraagt f 2.250.000,
waarop verplicht is gestort 10 pet. Er
zijn 87 aandeelen volgestort, waarvan
vijf in den loop van dit jaar.
Tot 1 Maart 1939 werden gesloten
4Q69 leeningen tot een bedrag van
f 61.277.656, in dit boekjaar werdén ge
sloten 31 leeningen tot een bedrag van
f 603.495, totaal 4100 leeningen tot een
bedrag van f 61.881.151.
Tot 1 Maart 1939 werd af
gelost f 44.188.856, in dit boekjaar werd
afgelost f 1.048.457,50, of f 45.237.314
totaal.
Op 29 Febr. 1940 stonden uit 1005 lee-
ningén tot een bedrag van f 16.643.837.
De gemiddelde rente der in dit boekjaar
gesloten leeningen bedraagt 4.5292 pet.
De gemiddelde rente van alle leeningen
bedroeg op het eind van het boekjaar
4.4356 pet. In het afgeloopen jaar was
men genoodzaakt in vier gevallen tot
executie over te gaan.
Aan hypotheken staat uit f 16.643.837.
De onrorende goederen staan te boek voor
f 541.450 (v. j. hypotheken en panden
voor f 17.088.800), het belegde reserve
fonds voor f 585.964, kas en kassiers
voor f 39.290 (v.j. eff. en geldmiddelen
f673.404).
Aan pandbrieven staat uit f 16.823.200
Het was half drie toen hij thuis kwam,
en nadat hij gegeten had, ging hij een
eindje loopen.
Om een uur of vier kwam hij langs de
school, die juist uit was. De school lag
aan het uiteinde van de stad, en de weg
was vol jongens en meisjes.
Wat aanleiding gegeven had tot den
twist weet ik niet, maar juist, toen Seth
er aan kwam, gooide een groote, forsche
jongen, Dick Crowle geheeten, een man
ken jongen in de greppel en ranselde er
duchtig op los. Zonder een seconde te
aarzelen vloog Seth er heen en ontzette
den kreupelen jongen. Hij greep Dick
Crowle in zijn nek en schudde hem als
een waterrat.
„Jou lafaard!" riep hij. „Als je wil
vechten, vecht dan met een jongen van je
eigen grootte!"
„Laat los!" jammerde Diek. „Hij is
ouder dan ik. Laat los! Ik stik."
„Wat is er aan de hand?"
Het was een meisjesstem, die dat
vroeg, en Seth liet instinctmatig Crow
le los.
Toen hij zich omkeerde, zag hij een
meisje van een jaar of twintig. Het meis-
1 je had een slank, goed gevormd figuur
tje, en had er blijkbaar slag van, om
zich te kleeden, want haar pakje hoewel
eenvoudig en van goedkoope stof, had
een goeden snit en stond haar uitste-
kend. Het leek hem, alsof hij haar al eens
meer gezien had, maar hij was er niet
(f 17.451.100). Het reservefonds be
draagt f625,334 (f625.334). Aan credi
teuren is verschuldigd f 149.491 (v.j.
f195.369).
De winst- en verliesrekening vermeldt
debet aan onkosten f 57.096, interest
pandbrieven f 610.433, belegd reserve
fonds f 20.126, afschrijvingen f 115.586,
4 pet dividend onverplicht gestort f 4.566
en credit, saldo vorig boekjaar f 1.423,
interest hypotheken f746.604, interest
f 1.323, provisie f 1.160, vergoeding voor
verhoogde aflossing f 5.891, exploitatie
onroerende goederen f 20.958, koersre-
kening pandbrieven f 22.934, diversen
f186.
Domburg. Zaterdagavond had een man,
niet in onze gemeente woonachtig, te
veel aan Bachus geofferd. In een toe
stand, waarin hij zichzelf niet meer
meester was had hij in enkele café's de
orde verstoord, terwijl hij daarna op de
straat zich verzette tegen den rijksveld
wachter, die tot zijn arrestatie was over
gegaan.
Na den nacht in de cel te hebben door
gebracht is hij Zondagmorgen in vrijheid
gesteld.
In. de Ned. Herv. Kerk alhier zal
met ingang van a.s. Donderdag en ver
volgens eiken Donderdagavond, zoolang
dit met het oog op het licht mogelijk is,
des avonds om 8 uur een korten dienst
van hoogstens drie kwartier worden ge
houden.
Zulks geschiedt ten einde de gemeente
de gelegenheid te geven gezamenlijk in
een gebedsure samen te komen.
Westkapelle, De collecte voor het Na
tionaal Hulpcomité heeft in deze gemeen
te de som van f 953,40 opgebracht.
St Laurens. Gemeenteraad.
Maandagmiddag vergaderde de Raad
voltallig. De voorzitter gaf in een toe
spraak uiting aan zijn gevoelens van
grooten dank ,dat niet alleen alle raads
leden, maar ook al de ingezetenen in
het leven zyn behouden en dat deze ge
meente wonderlijk is gespaard gebleven.
Onze gedachten, aldus Spr., gaan uit
naar de naburige gemeenten, inzonder
heid Middelburg, waar zooveel is ver
woest en ik weet namens u allen te spre
ken, wanneer ik hier een woord van
deelneming spreek ten opzichte van al
diegenen, die zoo zwaar werden getrof
fen. Van deze plaats wil ik een woord
van hartelijken dank brengen aan allen,
die hebben bijgedragen voor het Natio
naal Hulpcomité. De opbrengst van ruim
f1400 heeft inderdaad de verwachting
verre overtroffen, te meer omdat met de
van de zijde der Kerken gehouden col
lecten voor de getroffenen, in totaal
ongeveer f 2000 is geofferd. Als ik hier
in mag zien een uiting van gemeen
schapszin, dan hoop ik, dat het daarbij
niet zal blijven, maar dat allerwege zal
worden ingezien, dat de geteisterde stre
ken in ons land er recht op hebben, dat
zij spoedig zullen worden geholpen. Een
hulp, geboden en geleid van hooger hand,
maar gedragen door geheel ons volk.
Moeilijke weken liggen achter ons, in
welke de bevolking zich flink heeft ge
houden en groote hulpvaardigheid heeft
getoond, vooral in dagen van inkwartie
ring en evacuatie.
Ik breng ook hartelijk dank aan hen,
die mij in die moeilijke dagen trouw ter
zijde hebben gestaan. Ik denk daarbij
aan het personeel van de secretarie, het
hoofd, waarnemend hoofd en het perso
neel van den luchtbeschermingsdienst,
de commissie voor evacuatie en den veld
wachter.
Met voldoening kan ik ook melding
maken, dat de houding der bevolking te
genover de Duitsche bezetting in onze
gemeente correct is.
Ik verwacht, dat dit zoo zal blijven.
Slechts door een waardige en correcte
houding zijn moeilijkheden te voorkomen.
Laten wij allen in rustig vertrouwen
onzen plicht vervullen, daarbij het oog
gericht houdende op Hem, Die alleys be
stuurt, die ons gespaard en bewaard
heeft en aan Wien wij de toekomst vei
lig overlaten.
Weth. Wondergem dankte den voor
zitter, die met het personeel in de laat
ste weken, ja maanden, zoo ontzettend
zeker van. Zij leek hem iemand uit 'n
heel andere wereld dan de zijne: vol ge
luk en hoop. Op dit oogenblik keek zij
echter boos. Haar donkere oogen fonkel
den, en haar gelaat drukte verontwaar
diging uit. Het bloed was haar naar het
hoofd gestegen, en zij zei opgewonden:
„Wat mankeert u, om een jongen zoo
te behandelen? U is de lafaard. U moest
afgeranseld worden!"
Seth zei niets. Hij keek haar vol be
wondering en verbazing aan. Hij was op
het punt, zijn daad te verontschuldigen,
maar kwam er niet toe.
„Juffrouw, Dick Crowle had Charlie
erg gestompt en getrapt, daarom is die
man er tusschen gekomen."
Het was een van de schoolmeisjes, die
dit zei.
„Ja, juffrouw," voegde een ander
meisje er aan toe, „en Charlie Nancar-
row had hem niets gedaan."
„Is dat waar, Dick?" vroeg de onder
wijzeres. „Had jij Charlie geslagen?"
„Hij schreeuwt al, als je maar naar
hem wijst," antwoordde Dick. „Hij had
me getreiterd," en Dick liep sloffend
weg.
„Het spijt me, dat ik dat tegen je ge
zegd heb," zei het meisje.
Seth antwoordde niet dadelijk. Dat dit
vroolijke, zonnige schepseltje zich tegen
hem verontschuldigde, maakte, dat hij
niets zeggen kon.
„Het is niets, juffrouw", bracht hij
veel werk heeft moeten verzetten en dit
nog steeds moet. Hij denkt hierbij aan de
werkzaamheden verbonden aan inkwar
tiering, evacuatie, hulp by de ramp van
Middelburg.
Vergeten mogen ook niet worden de
beslommeringen inzake den luchtbescher
mingsdienst en de groote drukte, daar
onze gemeente werd aangewezen als ver
zamelplaats van wapenen, munitie en
militaire goederen. En boven dit alles is
hier het Distributiekantoor gevestigd
voor de 17 plattelandsgemeenten van
Walcheren, waar de werkzaamheden,
ook voor den voorzitter, als hoofd van
den kring, dagelijks toenemen.
Voor dit alles en de wijze waarop de
voorzitter dit gedaan heeft, zegt Spr.
(zeer zeker namens zeer vele gemeente
leden) hartelijk dank en wenscht hem
toe, dat hem nog vele jaren de lust en
de kracht moge worden geschonken om
met Gods hulp deze gemeente te bestu
ren.
De voorzitter dankt wethouder Won
dergem voor zijn hartelijke woorden-
Van het gemeentebestuur van Vlissin-
gen was een dankbetuiging in gekomen
voor de ondervonden steun en medewer
king by de evacuatie van de bevolking
van Vlissingen. 'De door het comité voor
het Tehuis voor militairen aan de ge
meente aangeboden inventaris van het
Tehuis wordt onder dank aanvaard. De
voorzitter deelde mede, dat de opbrengst
van de verkochte boomen van het ter
rein rond de ruine f 100 heeft bedragen.
Dhr Vader vraagt inlichtingen over
eventueele evacuatie van Vlissingen,
welke hem door den voorz. worden ver
strekt.
Dhr Barentsen vraagt in verband met
een bericht in de dagbladen, dat er een
nieuwe weg langs deze gemeente zal
worden aangelegd, hoe het staat met de
plannen voor de verbetering van den
Noordweg en den aanleg van trottoirs.
De voorzitter antwoordt, dat bedoelde
nieuwe weg in het streekplan Walcheren
is opgenomen en dat de verbetering van
den Noordweg, ook in verband met de
tijdsomstandigheden, op moeilijkheden
stuit. Het ligt dan ook in het voornemen
van B. en W. om zoo spoedig mogelijk
een tydeljjke voorziening tot stand te
doen komen.
Goedkeuring werd verleend op de
door B. en W. genomen besluiten t.w.
wijziging van de begrooting 1939, vast
stelling van de rekening van het Burger
lek Armbestuur over 1939 met een be
drag van f 1234,96 aan inkomsten en
f 1158,11 aan uitgaven, vaststelling van
de belooning van den eersten volontair
ter secretarie op f 40 per maand en van
den tweeden volontair op f 20 per mnd,
aanleg van een gasleiding in het Verga
derlokaal, bouw van een schuilkelder
achter het gemeentehuis, aankoop van
een schrijfmachine en bestrating van het
plein bij de werkloods.
De belooning van het personeel van
het Distributiekantoor wordt vastgesteld
overeenkomstig de door de Commissie
aangenomen bedragen.
Naar aanleiding van het verzoek van
de Z. L. M. om een jaarlijksche subsidie
voor de te Middelburg opgerichte Lagere
Landbouwschool, wordt besloten tot we
deropzegging een jaarlijksch subsidie
van f 20 voor de eerste 5 leerlingen en
f 15 voor de de volgende leerlingen toe
te kennen.
De gemeenterekening over het dienst
jaar 1939 wordt voorloopig vastgesteld
op een bedrag van f 45.956,53 in ontvang
en f 43.323,93 in uitgaaf voor den gewo
nen dienst en voor den kapitaaldienst op
f 4279,50 in uitgaaf en f 2000 in ont
vang. De voorzitter vestigt er de aan
dacht op, dat, hoewel de gewone dienst
oogenschijnlijk een goed slot van 2632,60
gld. aangeeft, er in werkelijkheid een na-
deelig saldo van f 867,63 op deze reke-
ning is, zulks in verband met de buiten
gewone uitgaven in het afgeloopen jaar.
Op voorstel van B. en W. wordt be
sloten de karrenloods, het brandspuit
huis en de werkloods met inventaris te
gen brandschade te verzekeren voor een
totaalsom van f 7500.
Daarna wordt de gemeentebegrooting
voor 1941 aangeboden met voor den ge
wonen dienst een bedrag van f 43.266 in
ontvang en uitgaaf.
eindelijk met moeite uit. Daarop lachte
hij en liep verder.
Het was maar een klein voorval, en hij
was boos op zichzelf, dat hij zoo onhan
dig was geweest; maar hij voelde, waar
om, dat wist hij niet, dat er een nieuwe
invloed in zijn leven gekomen was.
HOOFDSTUK V.
Een nieuw gevoel.
Seth keerde eerst laat op den avond
naar huis terug, en was nog stiller dan
ooit.
„Voel je je niet goed?" vroeg Susan
Curner vriendelijk.
Hij antwoordde niet, maar keek in het
boek over mineralogie, dat hij van het
boekenrek had genomen.
„Wie is David Osborne?" vroeg hij
even later.
„David Osborne? Wel, dat is de vader
van Auriol Osborne, d'e onderwijzeres is
aan de lagere school."
„Ze lijken niets op elkaar."
„Neen; heb je dat ook al gezien?"
„Is hij hier uit de plaats vandaan?"
„Neen; maar hij is hier al komen wo
nen, toen Auriol nog een heel klein meis
je was."
(Wordt vervolgd.)