De rantsoeneering van boter, margarine en vet.
eerste blad
Weersta het begin.
Dagblad voor de Provincie Zeeland
Welke bons?
ijke Stand
jioprogramma
DINSDAG 16 JULI 1940
54e JAARGANG - No. 239
DiPlomaten
u't ons land vertrokken.
oSHAAG. Met twee treinen, een in
vamLen-ee" in Zedelijke richting
in Den u. m vroegen ochtend de
met hun ^ag .feaccrediteerde diplomaten
bet lpo-ot-am en bet meerendeel van
Naar gelang van het inkomen krijgt
men boter- of margarinekaarten.
BELOONING VAN DEN LANDBOUW.
Buitenland
De Duitsche luchtactie.
Engeland in afwachting van den
Duitschen aanval.
Het eerstvolgende doel van Hitler
Is een massale aanval op
Groot Brltannië.
Na de rede van Churchill.
«bedrijf verplicht om de
e der hier te lande ge-
;en ook hier te lande
n tot zekerheid van de
keeringen kunnen daar-
n. Het wachten is thans
rwa. het overleg met de
es in zake de aanstel-
lerder over de depóts.
r. Geboren: Cornelia
Anderiesse en M. F.
lelis Anthonie z. v. C.
;n en A. E. Rouffaer;
Sinke en A. van der
Jarinus z. v. J. Watt el
Jan Leon z. v. E. A.
M. EmmaneelEliza-
,v. B. Sinke en J. Olij-
ntonie Johaimea Nellen
A. Proos; Adriana Pie-
Paardt 95 j.; Paulina
ajj 40 j., vrouw van A.
p. S. Zielstra 26 j. en
Weeland 24 j. en J.
j. P. A. van Kerkhoven
Bieaen 22 j. (P. Z. C.)
5—11 Juli.
Geboren: 5, Paulina
Amelia Marinus Dek en
Matheüs Pieterse 29 j.
nbeen 24 j. (L C.)
Juni11 Juli.
JE. GeborenLeuntje
P. Dekker en D. C. Mie-
d. v. M. Vleugel en A.
ita Adriana d. v. C. P.
Schipper.
I: P. J. Lauret 41 j. jm.
tal 35 j. jd. (I- C.)
713 Juli.
'OLDER. Geboren: Lau-
de Voogd en Johanna
'ieter Louwerse 23 j. jm.
phoe 20 j. jr.
Jan Polderman 71
Jacob a Schoe. (P. Z. C.)
SE. Gehuwd: 10 Juli,
24 j. en Aartje Pieter-
-9 j-
Juli, Pieter Janus Geel-
6 Juli, Adriaan Hendrik
dagen, z. v. P. Leendertse
/ure; Janna Cornelia de
Ln. v. L. Bakker. (N.-B.)
Laat. Geboren: 6 Juli,
v. Cornells de Regt en
tamer.
10 Juli, Marinus Giles
Martina Kloosterman 34
org-
Juni, Willem Elisa van
39 j., echtg. van Jacoba
tplate te Ierseke 25 Juni,
Alexandrina Vink 87 j.,
zias Noordhoek; 27 Juni,
ndertse 66 j., wed. van Ge-
d; 28 Juni, Rigtsje Linde-
ved. van Cornells van der
ii, Anna Snoep 67 j., wed.
is Stols. (N.-B.)
|e. Geboren: 6 Juli, Abra-
:.v. Johannes Post en Kla-
eulenberg.
vd: 4 Juli, Marinus de
Kats en Aartje Johanna
j.; Willem Marinus Pin-
i en Geertruida Janse 22
ipiaat. (N.-B-)
sdag 16 Juli 1940
D. 414.4 M. AVRO-Uitz.
«NP., gram. 8.30 Orgel. 8.50
Morgew. 10.15 Gram. 10.<W
3t. 11.00—11.20 Huish. wen-
.VRO-dansorkest. 12.45 Ber.
t gram. 1.00 AVRO-Amu-
st en soliste. 2.00 Concert
en.). 3.00 Zang, piano en
Gram. 5.00 De vroolijke
«e Romancers en soliste, o.
igduitz. 6.45 Gram. 7.35 Cy
lands provincieschoon (m
8.00 Ber. ANP. 8.15 Koor,
orkest 8.35-8.50 Gram. 9.0U
ette-ensemble en solist.
15—10.30 Ber.ANP en slui
K. 1875 M. NCRV-Uitz.
10 n.m. Ber. 7 on
Duitsch. 7.15 Ber. Kng'ft\ e.
Ber. ANP. 8.15 Schrale
litatie 8,25 Gewijde mu
35 Gram. 9.30 Ber. Vlaamsen
Cantabile en grain.
11.30 Ber. Vlaamsch. Q
pianobegel. en grmn-
h. 12.45 Ber. ANP. 1.0° Jj,
extet. 1.45-2.00 Gram. W.
r. Duitsch. 2.45 GraIïl' ram,
3.30 Pianovoordr. en b
5.00 Ber. Duitsch 5.15
en. en gram. 6.15 Be 7 00
Psychologische 1 ezmg- R(j.
Arnh. orkestvereen.ua
muz. 8.00 Ber. Duitsch.
8.30 Ber. Eng. J£ &g
9.00 Gram. 9.15 B ,Ber„
v. muz. (opn.).
10.00 Ber. Duitsch.
Ir. ANP en sluiting, i
Eng.
Uitgave: N. V. Uitgevers-Maatschappij
„Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Goes
Postrekening 44455 Telefoon 2438
Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel
J. J. F A N O Y, Lange Giststraat 34 en
Noordweg 155.
Directeur - Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA
Abonnementsprijs 22.69 per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelburg
Goes en Vlissingen f 0.20
Losse nummers 5 cent
Advertentiën 30 cent per regel
Ingezonden mededelingen 60 cent per regel
Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags
20.75 bij vooruitbetaling
Advertentiën onder letter of motto
10 cent extra
Bij contract belangrijke korting
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Het „Dagblad van Noord-Brabant en
Zeeland" (R. K.) heeft dezer dagen en
kele artikelen gewijd aan het vraagstuk
van één groote jeugdorganisatie op na-
tionalen grondslag.
Artikelen, waarvan de inhoud voor on
ze vrije jeugdbeweging niet zonder ge
vaar moet worden geacht, omdat hier
de eerste stap gezet werd in de richting
die tot volledige afbraak van wat op dit
gebied bereikt werd, moet leiden.
De aandacht werd zooals dat bij
velen in dezen tijd te doen gebruikelijk
is gevestigd op de onnoodige verbrok
keling op het gebied van de jeugdorga
nisatie. Elke geestesstrooming richtte
maar haar eigen jeugdbeweging op, wat
tot verspilling van krachten, materiaal
en kostbaren tijd leidde.
Er is nog wel eenige reden voor een
zekere differentiëering aan te voeren:
„de godsdienst immers beperkt zich niet
tot de kerk of de binnenkamer, doch
doordringt het geheelè leven en streven
van den mensch, dus ook de georgani
seerde jeugd",
Om echter den indruk van deze inder
daad juiste uitspraak zooveel mogelijk
te verzwakken, werd daaraan onmlddel-
ljjk toegevoegd:
„Waarom kunnen er geen katholieke,
christelijke, of neutrale afdeelingen be
staan, van de ééne, nationale jeugdorga
nisatie, die haar leden opleidt tot goede,
en gezonde burgers van het vaderland,
die beseffen dat in eenheid onze kracht
ligt?"
Als het R.K. orgaan gemeend mocht
hebben op deze wijze een goede aantee-
kening te verkrijgen van de groep wier
doel het is de vrije jeugdorganisatie en
inzonderheid de jeugdorganisatie op
Christelijken grondslag kapot te maken,
dan heeft het zich wel deerlijk vergist.
Ziehier hoe het „Nationale Dagblad"
hierop reageerde:
„Waarom moet de Nederlandsche
jeugd, die van éénen bloede is, naar con
fessie gescheiden Worden gehouden?
Waarom mogen kinderen, die in de
toekomst naast elkander zullen arbei
den, niet met elkaar opgroeien? Wil de
schrijver de oude democratische ver
deeldheid handhaven?
De nieuwe tijd, doordrongen van en
levend uit het volksche beginsel eischt,
dat heel de jeugd van Nederland wordt
saamgebracht. De sportorganisaties heb
ben getoond, den eisch des tijds reeds te
hebben begrepen. Het trekken van gods
dienstige scheidsljjnen in het Nederland
sche volk moet uit zijn. Wij dulden het
verdeelen en tegen elkaar opzetten van
zonen van één volk en van hetzelfde
Germaansche bloed niet langer.
Met een schijneenheid in den geest van
„Eenheid door Democratie", die de oude
volksverdeelers in de kaart komt spelen,
dulden, wij laten ons niet lakken
Wij laten nu maar rusten de toon die
wordt aangeslagenwij zullen niet
dulden, wij laten ons niet verlakken
Aan dergelijke groote woorden van die
waJS °ns volk al §ewoon gerankt.
Wel van belang is de inhoud van wat
geze=d wordt.
Er blijkt toch duidelijk uit, wat nu
eigenlijk het bedoelen is van de N. S. B.
krijgt zij het voor het zeggen, dan
to ï-Mt §.e daan met de Chris-
1 D ke^ jeugdorganisaties.
tm o .a n is bet ook gedaan
ons Christel ij k onder-
v met onze Christel ij ke
t a ars c h o 1 en, onzeChris-
TTi scholen voor lager-
w ij°s~ 6n m*ddelbaar onder-
marhi Tat betreft n°g eenige twijfel
hiorho steren> kan het zich door wat
houden611 W8rd geciteerd> voor gezegd
nipf „li bjeru-'t blijkt ook, en dat is van
c o n<?er belang, dat hier met c o n -
verzwntv6 S niets bereikt wordt, dan
gwakkmg van eigen standpunt.
de waD0mi,past bier met grooten ernst
b^ewaarschuwing; Weersta het
bokken uit ons land ver~
Landwirtschaftsrat dr ir Schönbeck
en dr ir P. N. Boekei, hoofd van het
Bureau Zuivel van het Rijksbureau
Voedselvoorziening in Oorlogstijd en de
heer S. d e H o o, dageljjksch leider van
het Centrale Distributiebureau, hebben
in een persconferentie enkele mededee-
lingen gedaan omtrent de rantsoeneering
van boter en wat daarmee samenhangt.
Op den voorgrond is daarbij gesteld,
dat er geen vrees behoeft te bestaan
voor tekort aan boter of goedkoopere,
doch vrijwel aequivalente voedingsmid
delen in de komende maanden. De toe
stand aldus de heer Boekei is veel
eer zoo, dat er op het oogenblik nog
steeds een overproductie van boter be
staat. Engeland is als geweldige afne
mer uitgeschakeld, wat in zooverre ook
zijn goede zijde heeft, daar de laatste
Jaren slechts tegen afbraakprljzen uit
voer naar dat land mogelijk was.
Duitschland is ook nu afnemer van
onze boter gebleven; het koopt thans
de normale hoeveelheden of zelfs nog
iets meer, zonder daaraan groote be
hoefte te hebben.
Hiermede, aldus de heer Boekei, be
wijst het ons een dienst. De samenwer
king met de Reichsstelle fur Oei und
Fetten heeft goede resultaten opge
leverd. Maar van onze overproduc
tie van zuivel zyn wij aldus nog niet
afgeholpen, vooral omdat de export naar
andere landen niet zoo heel veel te be-
teekenen heeft.
Vloeit hieruit voort, dat thans ieder
naar hartelust boter mag koopen, zoo
veel hij maar wenscht? Zoo is de situa
tie nu ook weer niet.
Er is ruimschoots genoeg, edoch, wij
verkeeren thans ook in het tijdperk der
grootste melkproductie, die met de wei
de-periode samenvalt. In den herfst
neemt deze productie af, in den winter
staan zelfs vele dieren droog. Bovendien
zal er eerlang buitengewoon groote be
hoefte aan veevoeder zijn. Pas in Febr.
1941 zal verstrekking van krachtvoeder
mogelijk zijn. Met andere woorden
over eenige maanden zal de boer de melk
productie aanzienlijk moeten inkrimpen.
Niet in dien zin, dat er dan tekort
aan consumptiemelk zou dreigen, wel
echter met de mogelijkheid van een zoo
zeer verminderde boterproductie, dat het
goed kan zijn de wijsheid onzer vaderen,
die voor een appeltje voor den dorst
zorgden, naar analogie toe te passen.
Welnu dit geschiedt. Van den over
vloed aan boter wordt 10 millioen kilo
gram in koelhuizen opgeslagen. Meer is
niet mogelijk immers, ook de vleesch-
waren, die geconserveerd moeten wor
den vergen veel plaatsruimte. Zelfs is
het mogelijk, dat men een klein gedeelte
van die 10 millioen kilogram (en dan
uiteraard niet het beste deel) in' den
vorm van botervet voor keukengebruik
zal laten uitsmelten. In dezen vorm zeer
bruikbaar zal dit te gelegener tijd ook
in de distributie worden gebracht.
Er is dus voor den winter boter in
reserve, zooveel, dat wjj ook van die
koelhuisboter nog wel iets zullen kun
nen uitvoeren. Maar daarnaast is er op
dit oogenblik en in de naaste toekomst
zooveel boter, dat maatregelen dienen
te worden getroffen om velen, die tot
dusver margarine gebruiken, tot de con
sumptie van boter te doen overgaan.
DE TOEKOMSTIGE REGELING.
Met het oog hierop zyn de overgangs
maatregelen getroffen, waarvan wij in
den aanvang gewag maakten en wordt
thans een meer definitieve regeling voor
bereid, die hiertoe zal leiden, dat men
in de toekomst niet meer de vrije keuze
heeft tusschen boter, margarine en vet.
Die voorbereiding van de meer duur
zame regeling gaat gepaard met de be
schikbaarstelling van vragenlijsten. De
kans was groot, dat, zoodra dit bekend
zou zijn geworden, een stormloop ter
verkrijging van margarine, 'vet en wel
licht ook sla-olie (die voorloopig heele-
maal niet gekocht zal mogen worden)
zou zijn losgebroken. Ten einde dit te
voorkomen is de overgangsregeling voor
het tijdperk 1528 Juli getroffen, zoo
slechts meende men het hamsteren van
groote voorraden margarine en vet te
kunen voorkomen.
Aangezien de helft van de hier te
lande geconsumeerde margarine door
boter zal moeten worden vervangen (zon
der welke overschakeling de noodzake
lijke wijziging in het gebruik van vetten
niet verwezenlijkt kan worden) wordt
er een inkomstengrens gesteld waarboven
boterverbruik verplicht is gesteld.
Hierover heeft de heer de Hoo nadere
mededeelingen gedaan. In den loop van
de eerstvolgende 14 dagen zullen vra
genlijsten worden uitgereikt of ter be
schikking gesteld, waarin informaties
worden ingewonnen omtrent het inkomen
der diverse consumenten. Wie de inkom
stengrens, die in het algemeen op f1400
gesteld wordt, te boven gaat, behoeft
zich niet te gedragen alsof hij een aan
giftebiljet voor de belastingen invulde,
hij kan volstaan met de mededeeling, dat
zijn inkomen de f 1400 te boven gaat.
Wie in dit geval verkeert, zal voortaan
alleen boter mogen gebruiken en geen
margarine. Er zijn echter afwijkingen
naar boven en naar beneden. Dit limiet
van f1400 is gesteld voor een normaal
gezin van vijf personen (vader, moeder
en drie kinderen). Zijn er slechts twee
kinderen, dan is margarineverbruik reeds
boven een inkomen van f 1300 verboden,
zijn er vier kinderen dan mag men mar
garine koopen, zoolang het inkomen de
f1500 niet te boven gaat.
Overigens zit de bedoeling voor ook
bij hen, die wel voor margarineverstrek
king in aanmerking komen, den lust tot
het koopen van boter aan te wakkeren.
Verbruikers toch, die gerechtigd zijn
tot het koopen van margarine, zullen
vermoedelijk een bijslag van 40
cent per kilo krijgen, als zij niette
min boter koopen. De vetkaart voor deze
personen (wel te onderscheiden van de
boterkaart, die voor de lieden met hoo-
gere inkomens bestemd is) zal verschil
lende nummers hebben. De eene week
zal b.v. op zoo'n vetkaart margarine
kunnen worden bekomen, de andere week
boter. In dat geval bevindt zich echter
op het bonnetje een reductiebewys van
10 cent. Tien cent, aangezien ook in de
toekomst de rantsoenen op 250 gram
per hoofd zullen worden gesteld en de
bijslag per kilogram veertig cent zal
bedragen.
Niet voor allen zal het rantsoen
echter 250 gram per persoon en per
week bedragen. Kinderen tot het vierde
levensjaar zullen 125 gram krijgen. In
Duitschland is er nog een verdere scha
keering voor kinderen tot 6 jaar (18714
gram). Die is hier echter niet van toe
passing gebracht. Overigens zullen zij,
die zwaren arbeid verrichten, 375 gram
per week kunnen krijgen, en personen,
die zich met zeer zwaren arbeid belast
zien, zelfs 750 gram.
Brood. Bons 61 tot en met 70
(broodbonboekje) geldig van 15 tot en
met 21 Juli, rechtgevende op totaal 2000
gram brood.
Thee of koffie: Bon 85 (al
gemeen distributieboekje). Geldig tot en
met 2 Augustus, recht gevende op y2
pond koffie of y2 ons thee.
Bloem of bakmeel: Bon 90
(algemeen distributieboekje). Geldig tot
en met 9 Augustus, recht gevende op 2y2
ons tarwebloem, tarwemeel, boekweit-
meel, rpggebloem, roggemeel of zelfrij
zend bakmeel.
Bon 75 blijft voor dezelfde hoeveel
heid nog geldig tot en met 26 Juli.
Suiker. Bon 80 (algemeen distri
butieboekje). Geldig tot en met 25 Juli,
rechtgevende op één kg suiker.
I Petroleum: Petroleum „Periode
3", voor hen, die over geen andere kook
gelegenheid beschikken, dan met petro
leum. Geldig van 15 tot en met 28 Juli
rechtgevende op 2 liter petroleum.
Boter, margarine of vet:
Bon 67 en 68 (algemeen distributieboek
je). Geldig van 15 tot en met 28 Juli,
elk recht gevend op 250 gram boter of
margarine of vet.
Van een onzer lezers te Westkapelle
ontvingen we het volgend schrijven, dat
we gaarne een plaats geven.
Naar aanleiding van uw aanhaling
uit het slotwoord van Mr P. Dieleman,
met het opschrift „De bevolking van
Zeeland", van Vrijdag 12 Juli, zou onder-
geteekende gaarne op iets wat niet ge
noemd is, en m.i. d e reden is van de
ontvolking van het platteland, willen
wijzen.
Er wordt genoemd: klein-bedrijf, aan
leg van wegen en normaliseering van
onderling verkeer, aanleg van electrici-
teit, waterleiding e.d. Nu feijn dat op
zichzelf belangrijke dingen, ik denk zelf
nog wel aan meer, b.v. betere woningen,
maar in de e e r s t e p 1 a a t s is noodig,
niet alleen voor het eerste levensonder
houd, maar ook om bovengenoemde ver
beteringen te kunnen uitvoeren, een
betere belooning van den
landbouw. Dat is de eerste eisch.
Haren lang heeft Nederland ten koste
van den boer geleefd. Daardoor ontstond
armoede. Daardoor geen kans om voor
uit te komen, geen toekomst voor het
komende geslacht. Daardoor de trek
naar de stad met zijn betere loonen, met
zijn betere woningen. Maar geen platte
lander verlaat zijn grond, dan met smart
in de ziel. Wij vragen, niet om leiding
water, regenwater is goedkooper; we
vragen niet om mooie wegen enz. In de
eerste plaats om belooning van onzen
arbeid, opdat we als het noodig is, die
dingen, die dan komen zullen, kunnen
betalen.
Wij brengen in herinnering, dat wij in
ons hier aangehaald artikel van j.l. Vrij
dag, ook reeds op dien kant van de zaak
hebben gewezen, toen wij als een der
oorzaken van den trek naar de steden
noemden, de veel te weinige waardee
ring voor het land- en tuinbouwbedrijf.
Het betreft hier een punt, dat de volle
aandacht verdient.
Het gaat hier niet alleen om het be
lang van de betrokkenen, om de wel
vaart van het platteland. Het lands
belang is hier in het geding.
AANVALLEN
OP BRITSCHE CONVOOIEN.
Het opperbevel der Duitsche weer
macht maakte gisteren bekend:
Groepen gevechtsvliegers hebben bo
ven het Kanaal Britsche convooien aan
gevallen en drie koopvaardijschepen tot
zinken gebracht met in totaal 17.000
bruto registerton inhoud. Een torpedo-
bootjager, een hulpkruiser en nog vier
koopvaardijschepen werden met inslaan
de bommen zwaar beschadigd en deels
in brand gezet. Herhaaldelijk kwam het
tot luchtgevechten tusschen Duitsche en
Britsche groepen jachtvliegtuigen, (in
den loop waarvan vier Engelsehe jagers
van het type Hurricane en twee eigen
toestellen werden neergeschoten.
In den loop van den nacht van 14 op
15 Juli hebben Duitsche gevechtsvlieg
tuigen' haveninstallaties, vliegvelden en
fabrieken der wapenindustrie in Zuid-
Engeland aangevallen. De uitwerking
der bomaanvallen was bij alle doelen
door branden en krachtige ontploffingen
vooral in Faversham, van verre zicht
baar.
Engelsehe vliegtuigen hebben ook in
den nacht van 14 op 15 Juli in Noord
en West-Duitschland lukraak bommen
neergeworpen. De aangerichte materi-
eele schade is onbelangrijk. Door lucht
afweergeschut werden twee en door de
nachtjagers werd één vliegtuig neerge
schoten.
BRITSCHE TORPEDOBOOTJAGER
ESCORT VERLOREN GEGAAN.
De Britsche admiraliteit deelt met
leedwezen mede, dat de torpedobootja-
ger Escort in de Middellandsche Zee is
verloren gegaan. De Escort werd getor
pedeerd en zwaar beschadigd.
BOMAANVALLEN OP GIBRALTAR.
(D. N. B.) Zondag hebben wederom
onbekende vliegtuigen boven Gibraltar
gevlogen, en wel tot vijfmaal toe. Vol
gens een ooggetuigenverslag in de In-
formaciones lieten de vliegtuigen talrijke
bommen boven haven en vesting vallen.
Afweergeschut op het land en op de
Engelsehe oorlogsschepen kwam in ac
tie.
De Berliner Börsenzeitung heeft van
militaire zijde over de militaire en eco
nomische positie van Engeland het vol
gende ontvangen:
Engeland leeft in afwachting van den
Duitschen aanval. Wanneer deze aanval
zal komen, hangt alleen van de beslis
sing van den Führer af.
Het beeld van dezen oorlog is tot dus
ver daardoor gekenmerkt, dat het initia
tief in Duitsche handen was. Nieuw bij
den tegenwoordigen toestand is echter
het volgende: Hoewel het tot aan het
begin van het groote offensief in het
Westen mogelijk was, dat onze tegen
standers het initiatief genomen hadden,
schijnt een dergelijke poging van Enge
land thans theoretisch en practisch uit
gesloten. Engeland heeft ditmaal geen
andere keus dan te wachten tot de be
slissende strijd begint. Daarbij komt nog
dat zijn militaire en economische positie
van dag tot dag slechter wordt. De Duit
sche aanvalsbases van Noorwegen tot
aan den Atlantischen Oceaan worden
met de grondigheid en systematiek, die
de Duitsche militaire leiding kenmerken,
uitgebreid en versterkt.
Wanneer het bevel tot den aanval op
Engeland gegeven wordt, zal het lot van
Engeland bezegeld z\jn.
De nachtelijke vluchten boven Duitsch
land van Engelsehe vliegtuigen kunnen
geen belangrijke schade aanrichten, ook
al veroorzaken zij nu en dan een stoornis.
Het Duitsche luchtwapen heeft tot nu
toe nog geen grooten aanval op Enge
land ondernomen. Het heeft echter door
dagelijksche vluchten belangrijke mili
taire doelen in Engeland en Schotland
met goed succes aangevallen.
De laatste gebeurtenissen hebben be
wezen, dat van een heerschappij van de
Engelsehe vloot in de Middellandsche
Zee geen sprake meer kan zijn. In de
Middellandsche Zee kan men hetzelfde
zien als tijdens den oorlog met Noorwe
gen, n.l. dat de Engelsehe vloot niet op
gewassen is tegen de strijdmacht van
het sterke vijandelijke luchtwapen.
Reuter meldt uit Londen:
Garvin waarschuwt in de Observer,
dat men zich door de rust, die sedert de
nederlaag van Frankrijk is ingetreden,
niet in slaap moet laten wiegen. Deze
schijnbare rust, schrijft hij, is een perio
de van voorbereidingen. Men mag niet
gelooven, dat Hitier Groot-Brittannië
den noodigen tijd zal laten om zijn stel
lingen ta versterken. Hitier weet, dat de
eenige hinderpaal in den weerstand van
Engeland ligt. Hij tracht dezen weer
stand te breken. Uit het feit, dat Hitier
de Hongaarsche ambities remt, blijkt
duidelijk, dat zijn oogen op het Westen
gericht zijn. Wat verspert Hitier den
weg? Niet anders dan dat, wat Napole
on den weg versperde, namelijk de Brit
sche weerstand
Het eerstvolgende doel van Hitler is
eeni massale aanval op Groot-Britannlë.
Hij moet zeeir spoedig met den aanval
beginnen. Wanneer1 wij ons dit niet ge
durig voor oogen houden zijn wij idioten
en wel veroordeelde idioten.
ENKELE PERSSTEMMEN.
(D. N. B.) De radiorede van Churchill
wordt door de Duitsche bladen daarom
besproken, omdat uit deze rede, ondanks
alle uitdagende uitlatingen, de angst
voor het bittere einde duidelijk tot uit
drukking komt. Alleen hierdoor is, al
dus de Berlijnsche bladen, de uit wan
hoop geboren bewering te verklaren,
dat hij Londen liever in puin ziet, dan
vrede te sluiten.
Wanneer het eenmaal ernst zou wor
den en Londen niet tot open stad ver
klaard zou worden, dan, aldus de Nacht-
ausgabe, zal men zich deze rede van
Churchill moeten herinneren. Er zyn
voldoende berichten uit Londen bekend,
dat Churchill en zijn trawanten een
franc-tireurs-oorlog voorbereiden. Het
Engelsehe volk wordt dringend gewaar
schuwd.
Uit Stockholm meldt het D. N. B.:
Volgens berichten uit Londen concen
treert de Britsche propaganda er zich
thans op, ter kalmeering van de Engel
sehe bevolking hoog op te geven van de
Amerikaansche leveranties aan ooriogs-
materieel en van de militaire verdedi
gingsmaatregelen welke in het land zijn
getroffen.
Het is bekend, dat Engeland geens
zins tevreden is over de houding der
Vereenigde Staten en dat zich onder den
invloed van de in hevigheid toenemende
Duitsche luchtaanvallen en van de stij
gende verliescijfers van schepen, een de
faitisme begint te ontwikkelen, dat den
Engelschen strijdwil afbreuk doet.
De Italiaansche pers, zoo meldt het
D. N. B. uit Rome, acht het kenmerkend
voor den toestand in Engeland, dat
Churchill, evenals minister Alexander,
aan de Vereenigde Staten, Canada en
Australië het verzoek heeft gericht het
bedreigde Engelsehe eilandenrijk te hulp
te komen. De regeering te Londen treft
thans als laatste uitweg, voorbereidin
gen voor de vlucht naar Canada. In Ro-
meinsche diplomatieke kringen trekt