ING Plannen voor een nationale concentratie. ECTIE Naar een nieuwe orienteering? ls .pakjes :rs japonnen ;leding ;leding Bevil Granville URG M, DE ZEEUW van Maandag 15 Juli 1940 - Tweede Blad. Hartewensch van een jongen Nederlander.11 Uit de Provincie lino Willi flD. iONNEN! - rijs zijn gewonen loop, de l'Etoile. leeschkersen 1929, Wit ten 28—37, Ab. de Mou- a Zwarte Blanche 2631, Irte 28, Zure Morellen 1' len 33—48, Roode Bessen I Bessen 610, Kruisbes- Jirdbeien 2023, Oranje- Madeleinen 1037, Ear- 42, Kaswashington 9.10, |imen 3.10, Perziken 2—6, Dubb. Pr. z. dr. 10 13> j7, Snijboonen 9lv> r5, Doperwten 912, To- Zilveruien 11, Augurken els 4.40, alles p. 100 kg-, 35, Bloemkool 3 1 Kroten 2—3, Uien 6—7, 3, Andijvie 2.50. 11 Juli 1940. t5243, Roode Bessen 1" lessen 68, Kruisbessen ien 19—23, Oranjeprui- fadeleinen 1336, Dub E, alles per 100 kg. 45, Morellen 2329, Me - Eierkrieken 25 -31, Krieken 24-2»- 23—27, Ab. de Moulan" e Blanche 22—26, Zure 21, Zuurtjes 17, alles p Er worden pogingen aangewend om in ons land een nieuwe politieke oriëntee ring tot stand te brengen; om gezamen lijk het vernieuwingsproces aan te pak ken, dat ons volk behoeft, om zich tegen over de vraagstukken van het oogenblik en van de toekomst schrap te kunnen zetten. Tot de vooraanstaande mannen, die zich hiermee bezig houden, behoort ook Mr J. Linthorst Homan, Com missaris der Koningin in de provincie Groningen. In een pas verschenen brochure: „Een hartekreet van een jongen Nederlander" spreekt hy van de taak die thans voor alle Nederlanders van goeden wille op aanpakken wacht. Wij hebben zelf deze brochure nog niet ontvangen. Maar het „Alg. Handelsblad" geeft een overzicht van den inhoud, waarvan wij hier een gedeelte laten volgen. Na gewezen te hebben op de onderlin ge verdeeldheid, die een der grootste I zwakheden van ons volk is geweest, ver volgt de schrijver: Nu staan wij na een korten maar dap per gevoerden oorlog nog tegenover de zelfde vraagstukken als vroeger, en te vens tegenovÊr ontelbare nieuwe vraag stukken. Wat wij in vredestijd in jaren hadden kunnen veranderen het tem po was niet op onze hand zal wer kelijk op zeer korten termijn moeten ge schieden. Ik beken zonder een oogenblik van aarzeling, dat ik het als aller eersten plicht zie, n u de oude en aan ons allen welbekende fouten te verbeteren, om zoo daardoor ertoe mede te werken, dat reeds nu, reeds tijdens de bezetting, ons volk zijn eigen onderlingen samen hang, zijn Nederlanderschap sterk en le vend kan maken. De vrijheid daartoe is ons in uitzicht gesteld, wij hebben den plicht haar terwille van'het eigen volk en terwille van onze plaats in Europa te gebruiken, snel en zonder verdere vertra ging. Zal Nederland vrij mogen zijn dan is een inwendig gezond en sterk Neder land een groot belang voor eigen volk en voor ieder ander, vooral ook voor on ze buren. Opbouw dus. Geen herstel van het oude, maar iets beters. Het oude is voorbij, misschien niet in ieder opzicht, doch wel zóó, dat herstel gelijk het vroeger was door ons volk te recht niet meer zal worden geduld. Wie daarenboven nog ziet en over denkt hoe groote wereldveranderingen gaande zijn, zal zijn idee van herstel van het oude wel voorgoed van zich afzetten Er zijn er ook die algeheelen nieuw bouw willen. Ook dat acht mr Linthorst Homan verkeerd. Waarom? Ten eerste omdat bij het oude veel goeds en bruikbaars is. Ten tweede, omdat het niet zeker is, dat een elders passend systeem ook hier, in ons volk en in ons land, zou pas sen. Ten slotte omdat de geleidelijkheid wat iets anders is dan de traagheid, ge lijk bedaard overleg iets anders is dan onverzettelijkheid in de thans bij ons bestaande verhoudingen het beste re cept is. Dit spreekt te sterker omdat er veel is, dat historisch zóózeer met ons volk één is, dat het daaruit niet kan worden gemist. Wie onze vrijheden van gods- dienst, levensovertuiging, kerk en gewe- ^(liLLETOIü door JOSEPH HOCKING. 70 -o_ Nick6*3 S°mS Z8lf iets ontdekt?" zei "M!s,scllien wel en misschien niet," ant- •8iSe.th Trelyon; en meer kon ch niet uit hem krijgen. ven later keek Nick op zijn horloge. hii" Ti 1S' 200 waar> M negen uur," zei J- m°et noodig naar huis. Ik heb moot- J Witte Hert gestald en i moet nog naar Bolivick terug." 1 ,'Bolmck? Woont u daar? Het is maar 18 !k 6 eens spreken moest." a, daar woon ik. Goeden avond." Afoeden avond, meneer." sla7 ?e huisdeur met een harden stil cJ£!ar (led haar daarop weer heel wiil ,L k zÜn bezoeker na, ter- cotiden u>+ str,aat uitliep. Weinige se- niet znnnier 7°lgde hij hem. Nick ging Witte pw? J gezegd had- naar Het naar het w maar dichtte zijn schreden hij na a in ?,van avid Osborne; waar werd g6klopt te hebben, toegelaten Seth Trelyon wachtte, totdat hij naar ten over het hoofd zou zien, zou ervaren, dat hij slechts voor korten tyd had ge bouwd. Wie onzen critischen zin zich niet laat uitleven, zou ons niet tot ons hoog ste rendement kunnen laten komen. Wie ons teveel zou willen dwingen in een vast systeem, zou terwille der algemee- ne zaak niet zooveel nut hier zien gebo ren worden als hij, die ons vrijer den teugel viert. Onze geschiedenis van alle eeuwen spreekt hierin een duidelijke taal. Wij moeten een open oog hebben voor het nieuwe om ons heen: Groote gedachten stroomen in tijden als deze over de wereld; zij laten geen enkel land onberoerd. Nu Europa deze gedachten verwerkt, zal en wil ook Ne derland zijn oogen niet sluiten. Nu an deren toonen wat energie vermag, wil ook Nederland zijn energie doen gelden. Maar gaat het niet naar Nederlandschen aard, dan kan het slechts teleurstellin gen brengen; de ingewortelde verschei denheden, ook territoriaal, laten slechts waarlijk Nederlandsche uitwerkingen toe. Een goed programma voor ons land. moet een Nederlandsch programma zijn. Het moet in den besten zin des woords in Nederlandschen bodem zijn wortels heb ben, gegroeid en niet overgeplant- Voor Nederland is de geleidelijke me thode volgens mr Linthorst Homan ver kieselijker. Ook by andere volken zyn de vernieuwingen niet ineens verwezeniykt. Deugdeiyk werk behoeft niet lang zaam werk.te zyn, doch het moet gesta dig werk zyn, openstaand voor critiek van hen, die het werk en het complex der vraagstukken dóór en dóór kennen. Een uiteriyk succes zou nog lang niet een biyvende verbetering behoeven te zyn. Ook daarom is overleg, liefst openbaar, steeds zoo nuttig. Het is hier, dat ik wil opmerken, dat het zoo goed is, wanneer ook de bezet tingsautoriteiten dit aanvoelen en veel langs de Nederlandsche lynen laten loo- pen. Het is hier, dat ik wil opmerken, hoe onjuist het is aan de bezettings autoriteiten de adviezen en de medewer king in het landsbelang te onthouden. Het is hier, dat ik opmerk, van hoe groote beteekenis het is, dat daarbij, waar noodig, ook meer dan één geluid weerklinkt, opdat in onderlinge toet sing het beste telkens kan worden ge vonden. Vernieuwing, maar historisch gefun deerd, is de conclusie van den schryver, En dan voortkomende uit een nieuwe gezindheid,een nieuwen gemeenschaps zin, dien hy als volgt defineert: De opgewekte opoffering van vroe gere voorrechten, de neerhaling van vooroordeelen, de vastberaden houding tot het tegengaan van alles wat naar klassetegenstellingen zou kunnen wij zen, de open erkenning der fouten, de open erkenning der nog voorhanden en nog komende moeilijkheden, de moed voor de nieuwe taak der nieuwe gene ratie. Voorbij is de tyd, waarin goede din gen vooral werden beoordeeld naar hun punt van herkomst en niet allereerst en voornamelyk naar de intrinsieke betee kenis. Voorby is de tyd, waarin voor sommigen onzer gemakkelyke wegen zich schenen te openen. Voorby is de tyd, waarin de economie zóó strikt werd hooggehouden, dat het sociale vraag stuk er geheel door werd overschaduwd. binnen was gegaan, toen liep hij terug naar zijn kosthuis. „Handig is hy niet," zei hij. „Ik dacht dat hy er een beetje meer verstand op nahield. Ik ben benieuwd Langen tyd zat hy voor zich uit te sta ren. Susan Curner ging naar bed; maar hij sloeg geen acht op den tijd. Hij was blykbaar in gedachten verdiept. „Het is moeilyker dan ik dacht," zei hij eindelijk bij zichzelf, ik zal heel voor zichtig moeten zijn." Hij stond op en liep geruimen tijd het kleine vertrek op en neer. Van oogenblik tot oogenblik werd zijn blik gestrenger en donkerder. „Ja," mompelde hij, „ik ben in de stad, waar ik groot gebracht ben, en als ik zei, wie ik ben, dan zouden ze mij verjagen. Ik ben een gevangenisboef, veracht door alle fatsoenlijke menschen. Niemand weet het echter en niemand kan het schelen, wat er van mij geworden is." Opeens bleef hij stilstaan. Misschien viel hem een nieuwe gedachte in. „Waarom kwam hij mij opzoeken?" zei hij eindelijk bij zichzelf. „Het was niet, omdat hij werk voor mij had op Bo livick. Ik denk, dat de oude Tremayne hem verteld had, waarom ik daar ge weest was. Ik zag h'em de straat inslaan, toen ik er vandaan kwam, maar h y kan het niet gedaan hebben." Mr Linthorst Homan besluit zyn har tekreet met de volgende woorden: Gevelvernieuwingen voor een wankel gebouw zyn krachtverspilling en zelf misleiding. Maar anderzyds zyn onze fundamenten hecht en goed; zy kunnen worden gebruikt voor een flinken en deugdelyken bovenbouw. Deze oude fun damenten dienen ons nieuwe gebouw te dragen. Aarzelt nu toch niet, pakt aanl Pakken wy niet allen gezameniyk aan, dan kunnen wij niet bereiken, dat ons volk sterk en flink zyn taak tegemoet gaat. Voor stukwerk is het nu te laat ge worden. Wy moeten toonen het offer waard te zyn, dat onze gevallenen voor ons heb ben gebracht. Rust aan de Seine. Vlsschen in het gezicht van den Paryschen Eiffeltoreh. MAATSCHAPPIJ ZIEKENFONDS ZUID- EN NOORD-BEVELAND. Zaterdagmiddag werd in „de Prins van Oranje" te Goes de algemeene ver gadering van. vertegenwoordigers van dit fonds, gehouden onder voorzitter schap van mr J. A. A. Fransen van de Putte. De vergadering was als gewoon- lyk goed bezocht door de vertegenwoor digers der deelgenooten en enkele plaatsvervangers, alsmede door Dr Stoppelaar uit Middelburg. Nadat de voorzitter gewezen had op de zeer bij- j zondere tydsomstandigheden, waaronder thans werd vergaderd en den aanwezi gen had meegedeeld, dat in 1939 door het Bestuur verschillende noodmaatre gelen waren getroffen moeten worden o.a. ten aanzien van onze gemobiliseer de deelgenooten, die echter het fonds geen byzondere nadeelen hadden ge bracht, werd door den Secretaris, dr Griep, van Heinkenszand, het jaarver- slag uitgebracht, waaraan wy het vol- i gende ontleenen: i In 1939 werd door het fonds o.m. de tandheelkundige hulp voor nieuwe in- schryvingen verplichtend gesteld en de premie daarvoor teruggebracht van 2 op 1 ct. per persoon tot een maximum van 10 ct. per gezin. In de aan het fonds verbonden deel nemers-huisartsen kwam in 1939 geen wijziging, zoodat hun aantal 27 bleef bedragen. De deelnemer-specialist H. Piccardt, zenuwarts te Vlissingen, droeg op 1 Oc tober zijn praktijk over aan J. P. Pe- tersma, welke laatste als deelnemer specialist werd ingeschreven, terwijl H. Piccardt als zoodanig werd afgeschre ven. In de. plaats van wylen P. de Jong, oor-, neus- en keelarts te Middelburg vêrzocht H. G. de Rooy te worden inge schreven als deelnemer. Het aantal medewerkende specialis ten bedroeg per 31 December 17. Weer begon hy de kamer op en neer te loopen. „Wi e kan het gedaan hebben?" mom pelde hij. „Zeven jaar heb ik er voor op Dartmoor moeten zitten. Zeven jaar! Wie kan het gedaan hebben? Als ik hem vind, en vinden zal ik hem, dan zal hy er voor boeten!" Even -later ging hij naar bed en om zes uur den volgenden morgen daalde hij de ijzeren ladder af, die naar de mijn voerde. Achter hem kwam nog een mijn werker, Will Davis, die al vele jaren on der den grond gewerkt had. Nadat zij vier uur gewerkt hadden, hielden zij even op, om te schaften en een pijp te stoppen." „Bevalt het je nog al in St. Minver, kameraad?" vroeg Will. „Daar heb ik nog heelemaal niet over nagedacht." „Denk je er over om hier te blijven?" „Ja, tenminste voorloopig." „Niet getrouwd?" „Neen." „Nog nooit trouwplannen gehad?" „Ik geloof het niet." „Dat is vreemd. Je bent stellig al over de dertig. Soms lijk je wel bij de veertig. Je moet je, dunkt me, wel eenzaam voe len." Seth zweeg. „Als ik niet getrouwd was, bleef ik In de voor het fonds werkende tand artsen, noch in de medewerkende apo thekers kwam eenige wijziging. In November 1939 werden door de vergadering van deelgenooten 2 nieuwe vertegenwoordigers met plaatsvervan gers gekozen, zoodat thans de leden ter Algemeene Vergadering zullen zyn ver tegenwoordigd door 28 vertegenwoordi gers uit vrywel alle streken van het verzorgingsgebied. Aan het einde van dit boekjaar wa ren ingeschreven 14.340 leden, zynde 9344 leden boven 16 jaar, 4200 betalen de leden beneden 16 jaar en 796 vrije leden beneden 16 jaar. De toename be draagt in totaal 1089 leden (712 357 -f- 20) of 8.2 pet. De toename ontstond door byschrij- ving van 2310 en afschrijving van 1221 leden, n.l. 396 wegens vertrek, 181 we gens bedanken, 76 wegens overlyden, 62 wegens royement (10 gezinnen), en 506 wegens mobilisatie. Uit een en ander blijkt, dat de groei enkele percenten minder bedraagt dan in 1938. Het ligt voor de hand, dat dit zyn oorzaak vindt in het niet geringe aantal leden, dat wegens mobilisatie werd afgeschreven. In dit jaar werden afgegeven 1962 maandkaarten voor bezoek aan een spe cialist of voor consult aan huis. 185 le den werden ter observatie in een zieken huis opgenomen en (of) aldaar door een specialist behandeld. Bovendien werden in de ziekenhuizen voor rekening van het fonds verricht 148 groote en 205 kleinere operaties en werden 303 leden behandeld met röntgenstralen, enz. Van deze laatste dure behandelingen wordt steeds 50 pet. der kosten door het fonds betaald. De totale kosten van een en ander be droegen f 26.118,60. In 1939 werden verstrekt 779 brillen, 103 buikbanden en 33 breukbanden. Er werd 401 maal verloskundige hulp verleend voor rekening van het fonds. Door de apothekers te Goes werden af geleverd 17.373 recepten, waarvan de kosten (zonder honorarium) gemiddeld 27,3 cent per recept bedroegen. Inclusief het honorarium der apothe kers bedroegen de kosten gemiddeld 54,5 cent per recept. 21 verzoeken werden ingediend om restitutie van prothesen en poliklinische röntgenologie, van door de leden betaal de kosten, waaronder 3 voor poliklini sche röntgenologie. Aan alle aanvragers konden de door hen betaalde kosten worden terugbe taald, zoodat hierdoor in 1939 ook nog werden verstrekt 19 elastieken kousen en 1 lederen steuncorset. Bovendien werd de verandering van een orthopaedisch corset voor rekening van het fonds uit gevoerd. De totale kosten van een en an der bedroegen f 162,87. Op 31 Dec. 1939 waren voor tand heelkundige hulp ingeschreven 7707 le den, dit is 53,7 pet. Hierna werd de winst- en verliesreke ning 1939 behandeld en zonder op of aanmerkingen goedgekeurd met een voordeelig saldo van f 3721,55. Het be stuur stelde voor deze winst als volgt te bestemmen: 1. Aan de „Reserve voor prothesen en röntgenologie" toe te voegen een be drag groot f162,87, zoodat voor 1940 wederom f 1000,beschikbaar is. 2. Aan de „Crisis-Reserve" toe te voe gen een bedrag ad f 785,80, zoodat in 1940 ook wederom f 1000,beschik baar is. 3. In de „Specialistenkas" te storten een bedrag ad f 1564,09. 4. Voor de geëvacueerd geweest zijn de deelgenooten 2 weken premie door het fonds te betalen f 1208,79. Totaal f 3721,55. Met algemeene stemmen werd deze bestemming aanvaard. Als leden der Commissie van Toezicht voor 1940 werden herbenoemd de H.H. Dr Snoek te Goes en P. Kraak te Wol- phaartsdyk. De voorzitter deelde nog mede, dat per 1 Maart 1941 weder overschryvin- gen van huisartsen kan plaats vinden. Hierna kreeg dr Stoppelaar, T.B.C.- arts te Middelburg, het woord, om een causerie te houden over de verzekering niet in Cornwallis." „Zoo?" Will keek hem een paar seconden scherp aan. „Je herinnert me aan iemand," zei hij. „Zoo? Aan wien?" „Dat weet ik niet. Ja, nu weet ik het toch. Je doet me denken aan een jongen man, die hier in de stad opgegroeid is. Er is een treurige geschiedenis aan hem verbonden. Je lijkt niets op hem, maar toch doe je mij aan hem denken. Het is nu zeven jaar geleden. Ik denk, dat hij dood is." „Wie was het?" „Het was een aardige jongen, maar hij was tot kwaad vervallen. Het was zonde en jammer. Toch twijfel ik er soms aan, of hij het wel gedaan had." „Wat gedaan?" „Een hoop geld gestolen. Hij deed er bij het verhoor een eed op, dat hij het niet gedaan had. Ik was naar Bodmin gegaan, om het verhoor bij te wonen, en ik heb nog nooit zoo iets gezien. Ik dacht, dat hij gek zou worden, toen het vonnis uitgesproken werd. Hij kreeg ze ven jaar." „En je zegt, dat ik op hem lijk?" „Neen, je lijkt heelemaal niet op hem, maar je doet mij aan hem denken." „In welk opzicht?" „Dat weet ik niet. Hij was een knappe De Vrywillige landstormkorpsen: mo- tordienst, vaartuigendienst, spoorweg dienst, luchtwachtdienst zyn met ingang van 15 Juli 1940 opgeheven, In verband daarmede zijn per 15 Juli 1940 verbroken alle verbintenissen van vrywilligers beneden den rang van offi cier, alsmede de verbintenissen van vry willigers, die in geval van binnenland- sche onlusten tydelyk tot officier wer den benoemd. De ontslagbrieven zullen door den korpscommandant worden toe gezonden. Voor zoover bovenbedoelde dienstplich tigen beneden den rang van officier nog niet voor den opbouwdienst zyn aange wezen, kunnen zy in dien dienst worden opgenomen volgens door den leider van den Opbouwdienst gestelde regelen. tegen de kosten van sanatorium-verple- ging voor T.B.C.-patiënten. Uit een korte, doch zeer duidelijke inleiding, waarin hy den toestand van vroeger met die van heden vergeleek, bleek, dat thans ook vooral voorzienin gen op het gebied van de volksgezond heid gebiedend zyn. Nederland, dat met zyn gemiddelden leeftyd van 65,1 jaar, met alle andere landen in Europa kan wedijveren, mag ook bogen op de laag ste zuigelingensterfte. Ook de t.b.c.-gevallen zyn belangrijk mjnder dan in andere landen. Alleen de Scandinavische landen zyn ongeveer ge lijk aan ons-land. Het moet niettegenstaande al deze mooie gegevens ons volk toch tot pa- raat-zyn aansporen. De oorlog 1914—'18 gaf een sterke stijging aan gevallen van 't.b.c. en andere gevaarlyke ziekten.#Ook thans weer is de oorlog de grootste vij and voor de volksgezondheid. Reeds vele eeuwen geleden was dit zoo. De Bijbel geeft daarvan ons reeds voorbeelden (zie Openb. 6). De griep in 1918 in Europa heeft veel meer slachtoffers gevraagd dan de oorlog zelf. Ons dus te wapenen tegen de gevolgen van dezen oorlog is eisch. De B. A.'s en de Diaconieën biyken ook in deze niet altyd te verstaan, hoe dit het best en het voordeeligst kan geschie den. Veelal wordt door deze lichamen nog de voorkeur gegeven aan „thuis" - verpleging. Spr. somt de vele bezwaren daaraan verbonden op en pleit daarom voor Sanatoriumverpleging. Hoe nu aan de noodige middelen te ko men? Spr. schetst den gang van zaken zoo als zij thans is: le. het gezin zelf; 2e. de familie; 3e. Diaconie of B. A. Verder de t.b.c.-bestrijdingsfondsen enz. Voor elke patiënt die wordt opgeno men in een sanatorium is plm. f 1000 per jaar noodig. Hoe moeilijk het is aan dit bedrag te komen, blijkt wel uit de wegen, die volgens bovenstaande, moe ten worden bewandeld. Daartegenover stelt spreker de Vereeniging, die is op gericht voor de uitzending van t.b.c.- patiënten. De bedoeling van deze Ver eeniging is, dat niet individueel wordt toegetreden, doch veeleer als organisa ties, lichamen enz. (Ook by 10-tallen kan zulks geschieden.) Vereenigingen als zie- kenhuisverpleging, Ziekenfondsen enz. zyn daarvoor mede aangewezen. Na nog er op gewezen te hebben, dat t.b.c. niet erfelyk is, zooals meermalen wordt verondersteld, doch zeer zeker be smettelijk, eindigt spr. zyn zeerbelang- ryke en leerzame rede, welke met zeer groote belangstelling was gevolgd. Hierna volgde nog eenige bespreking, waarna de voorzitter de vergadering sloot. T TT*-- -r" 'p, t\ T>jr>i 's-Heer Arendskerke. Gemeente raad. Vrijdag kwam de raad dezer gemeente in openbare vergadering bij een. Met kennisgeving afwezig de heeren D. W. Lindenbergh, J. Vermue en C. van Antwerpen. Na opening der vergadering zegt de voorzitter ongeveer het volgende: De oorlog is als een wervelwind over ons land gegaan en heeft ook haar spo ren in onze gemeente nagelaten. Niet al leen is stoffelyke schade, doch helaas ook rouw in de gemeente gebracht, door dat een tweetal soldaten voor hun vader- jongen, die Bevil. Hy zou nu nog niet veel meer dan een jongen zijn." „Hoe noem je hem?" „Bevil. Bevil Granville heette hij. Hy kwam van een goede, oude familiemaar ze zeggen, dat hy naar Dartmoor ge stuurd is." „W,at had hy uitgevoerd, dat ze hem daar naar toe stuurden?" „Hij had een hoop geld gestolen. Hoe, dat weet ik niet. Ik kon er niet goed uit wijs worden; Ik hoorde zeggen, dat hij de handteekening van Sir Charles Killi- grew nagemaakt had, en daardoor een hoop geld had weten in te pikken; maar ik kan nooit gelooven, dat hij het gedaan had." „Wie zou het dan gedaan hebben?" „Dat weet ik niet, maar ik weet wel, dat de advocaten zwart wit en wit zwart kunnen maken. Hé, als ik er goed over nadenk, moet zijn tijd nu bijna om zijn. Hij werd veroordeeld tot zeven jaar. Wat zouden de menschen in St. Minver wel zeggen, als hij eens terugkwam?" „Ze zouden hem met steenen gooien, denk ik." „Dat geloof ik niet. Hy was een aar dige jongen, al zeiden ze, dat hij te veel geld uitgegeven en schulden gemaakt had." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5