ING
Plannen voor een nationale concentratie.
ECTIE
Naar een nieuwe orienteering?
ls
.pakjes
:rs
japonnen
;leding
;leding
Bevil Granville
URG
M,
DE ZEEUW van Maandag 15 Juli 1940 - Tweede Blad.
Hartewensch van een jongen Nederlander.11
Uit de Provincie
lino Willi
flD.
iONNEN!
-
rijs zijn gewonen loop,
de l'Etoile.
leeschkersen 1929, Wit
ten 28—37, Ab. de Mou-
a Zwarte Blanche 2631,
Irte 28, Zure Morellen 1'
len 33—48, Roode Bessen
I Bessen 610, Kruisbes-
Jirdbeien 2023, Oranje-
Madeleinen 1037, Ear-
42, Kaswashington 9.10,
|imen 3.10, Perziken 2—6,
Dubb. Pr. z. dr. 10 13>
j7, Snijboonen 9lv>
r5, Doperwten 912, To-
Zilveruien 11, Augurken
els 4.40, alles p. 100 kg-,
35, Bloemkool 3
1 Kroten 2—3, Uien 6—7,
3, Andijvie 2.50.
11 Juli 1940.
t5243, Roode Bessen 1"
lessen 68, Kruisbessen
ien 19—23, Oranjeprui-
fadeleinen 1336, Dub
E, alles per 100 kg.
45, Morellen 2329, Me -
Eierkrieken 25
-31, Krieken 24-2»-
23—27, Ab. de Moulan"
e Blanche 22—26, Zure
21, Zuurtjes 17, alles p
Er worden pogingen aangewend om in
ons land een nieuwe politieke oriëntee
ring tot stand te brengen; om gezamen
lijk het vernieuwingsproces aan te pak
ken, dat ons volk behoeft, om zich tegen
over de vraagstukken van het oogenblik
en van de toekomst schrap te kunnen
zetten.
Tot de vooraanstaande mannen, die
zich hiermee bezig houden, behoort ook
Mr J. Linthorst Homan, Com
missaris der Koningin in de provincie
Groningen.
In een pas verschenen brochure: „Een
hartekreet van een jongen Nederlander"
spreekt hy van de taak die thans voor
alle Nederlanders van goeden wille op
aanpakken wacht.
Wij hebben zelf deze brochure nog niet
ontvangen.
Maar het „Alg. Handelsblad" geeft
een overzicht van den inhoud, waarvan
wij hier een gedeelte laten volgen.
Na gewezen te hebben op de onderlin
ge verdeeldheid, die een der grootste I
zwakheden van ons volk is geweest, ver
volgt de schrijver:
Nu staan wij na een korten maar dap
per gevoerden oorlog nog tegenover de
zelfde vraagstukken als vroeger, en te
vens tegenovÊr ontelbare nieuwe vraag
stukken. Wat wij in vredestijd in jaren
hadden kunnen veranderen het tem
po was niet op onze hand zal wer
kelijk op zeer korten termijn moeten ge
schieden.
Ik beken zonder een oogenblik van
aarzeling, dat ik het als aller eersten
plicht zie, n u de oude en aan ons allen
welbekende fouten te verbeteren, om zoo
daardoor ertoe mede te werken, dat
reeds nu, reeds tijdens de bezetting,
ons volk zijn eigen onderlingen samen
hang, zijn Nederlanderschap sterk en le
vend kan maken. De vrijheid daartoe is
ons in uitzicht gesteld, wij hebben den
plicht haar terwille van'het eigen volk
en terwille van onze plaats in Europa te
gebruiken, snel en zonder verdere vertra
ging. Zal Nederland vrij mogen zijn dan
is een inwendig gezond en sterk Neder
land een groot belang voor eigen volk
en voor ieder ander, vooral ook voor on
ze buren.
Opbouw dus. Geen herstel van het
oude, maar iets beters.
Het oude is voorbij, misschien niet in
ieder opzicht, doch wel zóó, dat herstel
gelijk het vroeger was door ons volk te
recht niet meer zal worden geduld.
Wie daarenboven nog ziet en over
denkt hoe groote wereldveranderingen
gaande zijn, zal zijn idee van herstel van
het oude wel voorgoed van zich afzetten
Er zijn er ook die algeheelen nieuw
bouw willen. Ook dat acht mr Linthorst
Homan verkeerd. Waarom?
Ten eerste omdat bij het oude veel
goeds en bruikbaars is.
Ten tweede, omdat het niet zeker is,
dat een elders passend systeem ook
hier, in ons volk en in ons land, zou pas
sen.
Ten slotte omdat de geleidelijkheid
wat iets anders is dan de traagheid, ge
lijk bedaard overleg iets anders is dan
onverzettelijkheid in de thans bij ons
bestaande verhoudingen het beste re
cept is.
Dit spreekt te sterker omdat er veel
is, dat historisch zóózeer met ons volk
één is, dat het daaruit niet kan worden
gemist. Wie onze vrijheden van gods-
dienst, levensovertuiging, kerk en gewe-
^(liLLETOIü
door JOSEPH HOCKING.
70 -o_
Nick6*3 S°mS Z8lf iets ontdekt?" zei
"M!s,scllien wel en misschien niet," ant-
•8iSe.th Trelyon; en meer kon
ch niet uit hem krijgen.
ven later keek Nick op zijn horloge.
hii" Ti 1S' 200 waar> M negen uur," zei
J- m°et noodig naar huis. Ik heb
moot- J Witte Hert gestald en i
moet nog naar Bolivick terug." 1
,'Bolmck? Woont u daar? Het is maar
18 !k 6 eens spreken moest."
a, daar woon ik. Goeden avond."
Afoeden avond, meneer."
sla7 ?e huisdeur met een harden
stil cJ£!ar (led haar daarop weer heel
wiil ,L k zÜn bezoeker na, ter-
cotiden u>+ str,aat uitliep. Weinige se-
niet znnnier 7°lgde hij hem. Nick ging
Witte pw? J gezegd had- naar Het
naar het w maar dichtte zijn schreden
hij na a in ?,van avid Osborne; waar
werd g6klopt te hebben, toegelaten
Seth Trelyon wachtte, totdat hij naar
ten over het hoofd zou zien, zou ervaren,
dat hij slechts voor korten tyd had ge
bouwd. Wie onzen critischen zin zich niet
laat uitleven, zou ons niet tot ons hoog
ste rendement kunnen laten komen. Wie
ons teveel zou willen dwingen in een
vast systeem, zou terwille der algemee-
ne zaak niet zooveel nut hier zien gebo
ren worden als hij, die ons vrijer den
teugel viert. Onze geschiedenis van alle
eeuwen spreekt hierin een duidelijke taal.
Wij moeten een open oog hebben voor
het nieuwe om ons heen:
Groote gedachten stroomen in tijden
als deze over de wereld; zij laten geen
enkel land onberoerd. Nu Europa deze
gedachten verwerkt, zal en wil ook Ne
derland zijn oogen niet sluiten. Nu an
deren toonen wat energie vermag, wil
ook Nederland zijn energie doen gelden.
Maar gaat het niet naar Nederlandschen
aard, dan kan het slechts teleurstellin
gen brengen; de ingewortelde verschei
denheden, ook territoriaal, laten slechts
waarlijk Nederlandsche uitwerkingen
toe. Een goed programma voor ons land.
moet een Nederlandsch programma zijn.
Het moet in den besten zin des woords in
Nederlandschen bodem zijn wortels heb
ben, gegroeid en niet overgeplant-
Voor Nederland is de geleidelijke me
thode volgens mr Linthorst Homan ver
kieselijker. Ook by andere volken zyn de
vernieuwingen niet ineens verwezeniykt.
Deugdeiyk werk behoeft niet lang
zaam werk.te zyn, doch het moet gesta
dig werk zyn, openstaand voor critiek
van hen, die het werk en het complex der
vraagstukken dóór en dóór kennen. Een
uiteriyk succes zou nog lang niet een
biyvende verbetering behoeven te zyn.
Ook daarom is overleg, liefst openbaar,
steeds zoo nuttig.
Het is hier, dat ik wil opmerken, dat
het zoo goed is, wanneer ook de bezet
tingsautoriteiten dit aanvoelen en veel
langs de Nederlandsche lynen laten loo-
pen. Het is hier, dat ik wil opmerken,
hoe onjuist het is aan de bezettings
autoriteiten de adviezen en de medewer
king in het landsbelang te onthouden.
Het is hier, dat ik opmerk, van hoe
groote beteekenis het is, dat daarbij,
waar noodig, ook meer dan één geluid
weerklinkt, opdat in onderlinge toet
sing het beste telkens kan worden ge
vonden.
Vernieuwing, maar historisch gefun
deerd, is de conclusie van den schryver,
En dan voortkomende uit een nieuwe
gezindheid,een nieuwen gemeenschaps
zin, dien hy als volgt defineert:
De opgewekte opoffering van vroe
gere voorrechten, de neerhaling van
vooroordeelen, de vastberaden houding
tot het tegengaan van alles wat naar
klassetegenstellingen zou kunnen wij
zen, de open erkenning der fouten, de
open erkenning der nog voorhanden en
nog komende moeilijkheden, de moed
voor de nieuwe taak der nieuwe gene
ratie.
Voorbij is de tyd, waarin goede din
gen vooral werden beoordeeld naar hun
punt van herkomst en niet allereerst en
voornamelyk naar de intrinsieke betee
kenis. Voorby is de tyd, waarin voor
sommigen onzer gemakkelyke wegen
zich schenen te openen. Voorby is de
tyd, waarin de economie zóó strikt werd
hooggehouden, dat het sociale vraag
stuk er geheel door werd overschaduwd.
binnen was gegaan, toen liep hij terug
naar zijn kosthuis.
„Handig is hy niet," zei hij. „Ik dacht
dat hy er een beetje meer verstand op
nahield. Ik ben benieuwd
Langen tyd zat hy voor zich uit te sta
ren. Susan Curner ging naar bed; maar
hij sloeg geen acht op den tijd. Hij was
blykbaar in gedachten verdiept.
„Het is moeilyker dan ik dacht," zei
hij eindelijk bij zichzelf, ik zal heel voor
zichtig moeten zijn."
Hij stond op en liep geruimen tijd het
kleine vertrek op en neer. Van oogenblik
tot oogenblik werd zijn blik gestrenger
en donkerder.
„Ja," mompelde hij, „ik ben in de stad,
waar ik groot gebracht ben, en als ik zei,
wie ik ben, dan zouden ze mij verjagen.
Ik ben een gevangenisboef, veracht door
alle fatsoenlijke menschen. Niemand
weet het echter en niemand kan het
schelen, wat er van mij geworden is."
Opeens bleef hij stilstaan. Misschien
viel hem een nieuwe gedachte in.
„Waarom kwam hij mij opzoeken?"
zei hij eindelijk bij zichzelf. „Het was
niet, omdat hij werk voor mij had op Bo
livick. Ik denk, dat de oude Tremayne
hem verteld had, waarom ik daar ge
weest was. Ik zag h'em de straat inslaan,
toen ik er vandaan kwam, maar h y kan
het niet gedaan hebben."
Mr Linthorst Homan besluit zyn har
tekreet met de volgende woorden:
Gevelvernieuwingen voor een wankel
gebouw zyn krachtverspilling en zelf
misleiding. Maar anderzyds zyn onze
fundamenten hecht en goed; zy kunnen
worden gebruikt voor een flinken en
deugdelyken bovenbouw. Deze oude fun
damenten dienen ons nieuwe gebouw te
dragen.
Aarzelt nu toch niet, pakt aanl
Pakken wy niet allen gezameniyk aan,
dan kunnen wij niet bereiken, dat ons
volk sterk en flink zyn taak tegemoet
gaat.
Voor stukwerk is het nu te laat ge
worden.
Wy moeten toonen het offer waard te
zyn, dat onze gevallenen voor ons heb
ben gebracht.
Rust aan de Seine. Vlsschen in het
gezicht van den Paryschen Eiffeltoreh.
MAATSCHAPPIJ ZIEKENFONDS
ZUID- EN NOORD-BEVELAND.
Zaterdagmiddag werd in „de Prins
van Oranje" te Goes de algemeene ver
gadering van. vertegenwoordigers van
dit fonds, gehouden onder voorzitter
schap van mr J. A. A. Fransen van de
Putte. De vergadering was als gewoon-
lyk goed bezocht door de vertegenwoor
digers der deelgenooten en enkele
plaatsvervangers, alsmede door Dr
Stoppelaar uit Middelburg. Nadat de
voorzitter gewezen had op de zeer bij-
j zondere tydsomstandigheden, waaronder
thans werd vergaderd en den aanwezi
gen had meegedeeld, dat in 1939 door
het Bestuur verschillende noodmaatre
gelen waren getroffen moeten worden
o.a. ten aanzien van onze gemobiliseer
de deelgenooten, die echter het fonds
geen byzondere nadeelen hadden ge
bracht, werd door den Secretaris, dr
Griep, van Heinkenszand, het jaarver-
slag uitgebracht, waaraan wy het vol-
i gende ontleenen:
i In 1939 werd door het fonds o.m. de
tandheelkundige hulp voor nieuwe in-
schryvingen verplichtend gesteld en de
premie daarvoor teruggebracht van 2
op 1 ct. per persoon tot een maximum
van 10 ct. per gezin.
In de aan het fonds verbonden deel
nemers-huisartsen kwam in 1939 geen
wijziging, zoodat hun aantal 27 bleef
bedragen.
De deelnemer-specialist H. Piccardt,
zenuwarts te Vlissingen, droeg op 1 Oc
tober zijn praktijk over aan J. P. Pe-
tersma, welke laatste als deelnemer
specialist werd ingeschreven, terwijl H.
Piccardt als zoodanig werd afgeschre
ven.
In de. plaats van wylen P. de Jong,
oor-, neus- en keelarts te Middelburg
vêrzocht H. G. de Rooy te worden inge
schreven als deelnemer.
Het aantal medewerkende specialis
ten bedroeg per 31 December 17.
Weer begon hy de kamer op en neer
te loopen.
„Wi e kan het gedaan hebben?" mom
pelde hij. „Zeven jaar heb ik er voor op
Dartmoor moeten zitten. Zeven jaar!
Wie kan het gedaan hebben? Als ik hem
vind, en vinden zal ik hem, dan zal hy er
voor boeten!"
Even -later ging hij naar bed en om
zes uur den volgenden morgen daalde
hij de ijzeren ladder af, die naar de mijn
voerde. Achter hem kwam nog een mijn
werker, Will Davis, die al vele jaren on
der den grond gewerkt had.
Nadat zij vier uur gewerkt hadden,
hielden zij even op, om te schaften en
een pijp te stoppen."
„Bevalt het je nog al in St. Minver,
kameraad?" vroeg Will.
„Daar heb ik nog heelemaal niet over
nagedacht."
„Denk je er over om hier te blijven?"
„Ja, tenminste voorloopig."
„Niet getrouwd?"
„Neen."
„Nog nooit trouwplannen gehad?"
„Ik geloof het niet."
„Dat is vreemd. Je bent stellig al over
de dertig. Soms lijk je wel bij de veertig.
Je moet je, dunkt me, wel eenzaam voe
len."
Seth zweeg.
„Als ik niet getrouwd was, bleef ik
In de voor het fonds werkende tand
artsen, noch in de medewerkende apo
thekers kwam eenige wijziging.
In November 1939 werden door de
vergadering van deelgenooten 2 nieuwe
vertegenwoordigers met plaatsvervan
gers gekozen, zoodat thans de leden ter
Algemeene Vergadering zullen zyn ver
tegenwoordigd door 28 vertegenwoordi
gers uit vrywel alle streken van het
verzorgingsgebied.
Aan het einde van dit boekjaar wa
ren ingeschreven 14.340 leden, zynde
9344 leden boven 16 jaar, 4200 betalen
de leden beneden 16 jaar en 796 vrije
leden beneden 16 jaar. De toename be
draagt in totaal 1089 leden (712 357
-f- 20) of 8.2 pet.
De toename ontstond door byschrij-
ving van 2310 en afschrijving van 1221
leden, n.l. 396 wegens vertrek, 181 we
gens bedanken, 76 wegens overlyden, 62
wegens royement (10 gezinnen), en 506
wegens mobilisatie.
Uit een en ander blijkt, dat de groei
enkele percenten minder bedraagt dan
in 1938. Het ligt voor de hand, dat dit
zyn oorzaak vindt in het niet geringe
aantal leden, dat wegens mobilisatie
werd afgeschreven.
In dit jaar werden afgegeven 1962
maandkaarten voor bezoek aan een spe
cialist of voor consult aan huis. 185 le
den werden ter observatie in een zieken
huis opgenomen en (of) aldaar door een
specialist behandeld. Bovendien werden
in de ziekenhuizen voor rekening van
het fonds verricht 148 groote en 205
kleinere operaties en werden 303 leden
behandeld met röntgenstralen, enz. Van
deze laatste dure behandelingen wordt
steeds 50 pet. der kosten door het fonds
betaald.
De totale kosten van een en ander be
droegen f 26.118,60.
In 1939 werden verstrekt 779 brillen,
103 buikbanden en 33 breukbanden.
Er werd 401 maal verloskundige hulp
verleend voor rekening van het fonds.
Door de apothekers te Goes werden af
geleverd 17.373 recepten, waarvan de
kosten (zonder honorarium) gemiddeld
27,3 cent per recept bedroegen.
Inclusief het honorarium der apothe
kers bedroegen de kosten gemiddeld
54,5 cent per recept.
21 verzoeken werden ingediend om
restitutie van prothesen en poliklinische
röntgenologie, van door de leden betaal
de kosten, waaronder 3 voor poliklini
sche röntgenologie.
Aan alle aanvragers konden de door
hen betaalde kosten worden terugbe
taald, zoodat hierdoor in 1939 ook nog
werden verstrekt 19 elastieken kousen en
1 lederen steuncorset. Bovendien werd
de verandering van een orthopaedisch
corset voor rekening van het fonds uit
gevoerd. De totale kosten van een en an
der bedroegen f 162,87.
Op 31 Dec. 1939 waren voor tand
heelkundige hulp ingeschreven 7707 le
den, dit is 53,7 pet.
Hierna werd de winst- en verliesreke
ning 1939 behandeld en zonder op of
aanmerkingen goedgekeurd met een
voordeelig saldo van f 3721,55. Het be
stuur stelde voor deze winst als volgt
te bestemmen:
1. Aan de „Reserve voor prothesen
en röntgenologie" toe te voegen een be
drag groot f162,87, zoodat voor 1940
wederom f 1000,beschikbaar is.
2. Aan de „Crisis-Reserve" toe te voe
gen een bedrag ad f 785,80, zoodat in
1940 ook wederom f 1000,beschik
baar is.
3. In de „Specialistenkas" te storten
een bedrag ad f 1564,09.
4. Voor de geëvacueerd geweest zijn
de deelgenooten 2 weken premie door het
fonds te betalen f 1208,79. Totaal
f 3721,55.
Met algemeene stemmen werd deze
bestemming aanvaard.
Als leden der Commissie van Toezicht
voor 1940 werden herbenoemd de H.H.
Dr Snoek te Goes en P. Kraak te Wol-
phaartsdyk.
De voorzitter deelde nog mede, dat
per 1 Maart 1941 weder overschryvin-
gen van huisartsen kan plaats vinden.
Hierna kreeg dr Stoppelaar, T.B.C.-
arts te Middelburg, het woord, om een
causerie te houden over de verzekering
niet in Cornwallis."
„Zoo?"
Will keek hem een paar seconden
scherp aan.
„Je herinnert me aan iemand," zei hij.
„Zoo? Aan wien?"
„Dat weet ik niet. Ja, nu weet ik het
toch. Je doet me denken aan een jongen
man, die hier in de stad opgegroeid is.
Er is een treurige geschiedenis aan hem
verbonden. Je lijkt niets op hem, maar
toch doe je mij aan hem denken. Het is
nu zeven jaar geleden. Ik denk, dat hij
dood is."
„Wie was het?"
„Het was een aardige jongen, maar hij
was tot kwaad vervallen. Het was zonde
en jammer. Toch twijfel ik er soms aan,
of hij het wel gedaan had."
„Wat gedaan?"
„Een hoop geld gestolen. Hij deed er
bij het verhoor een eed op, dat hij het
niet gedaan had. Ik was naar Bodmin
gegaan, om het verhoor bij te wonen, en
ik heb nog nooit zoo iets gezien. Ik
dacht, dat hij gek zou worden, toen het
vonnis uitgesproken werd. Hij kreeg ze
ven jaar."
„En je zegt, dat ik op hem lijk?"
„Neen, je lijkt heelemaal niet op hem,
maar je doet mij aan hem denken."
„In welk opzicht?"
„Dat weet ik niet. Hij was een knappe
De Vrywillige landstormkorpsen: mo-
tordienst, vaartuigendienst, spoorweg
dienst, luchtwachtdienst zyn met ingang
van 15 Juli 1940 opgeheven,
In verband daarmede zijn per 15 Juli
1940 verbroken alle verbintenissen van
vrywilligers beneden den rang van offi
cier, alsmede de verbintenissen van vry
willigers, die in geval van binnenland-
sche onlusten tydelyk tot officier wer
den benoemd. De ontslagbrieven zullen
door den korpscommandant worden toe
gezonden.
Voor zoover bovenbedoelde dienstplich
tigen beneden den rang van officier nog
niet voor den opbouwdienst zyn aange
wezen, kunnen zy in dien dienst worden
opgenomen volgens door den leider van
den Opbouwdienst gestelde regelen.
tegen de kosten van sanatorium-verple-
ging voor T.B.C.-patiënten.
Uit een korte, doch zeer duidelijke
inleiding, waarin hy den toestand van
vroeger met die van heden vergeleek,
bleek, dat thans ook vooral voorzienin
gen op het gebied van de volksgezond
heid gebiedend zyn. Nederland, dat met
zyn gemiddelden leeftyd van 65,1 jaar,
met alle andere landen in Europa kan
wedijveren, mag ook bogen op de laag
ste zuigelingensterfte.
Ook de t.b.c.-gevallen zyn belangrijk
mjnder dan in andere landen. Alleen de
Scandinavische landen zyn ongeveer ge
lijk aan ons-land.
Het moet niettegenstaande al deze
mooie gegevens ons volk toch tot pa-
raat-zyn aansporen. De oorlog 1914—'18
gaf een sterke stijging aan gevallen van
't.b.c. en andere gevaarlyke ziekten.#Ook
thans weer is de oorlog de grootste vij
and voor de volksgezondheid. Reeds vele
eeuwen geleden was dit zoo. De Bijbel
geeft daarvan ons reeds voorbeelden (zie
Openb. 6). De griep in 1918 in Europa
heeft veel meer slachtoffers gevraagd
dan de oorlog zelf. Ons dus te wapenen
tegen de gevolgen van dezen oorlog is
eisch.
De B. A.'s en de Diaconieën biyken ook
in deze niet altyd te verstaan, hoe dit
het best en het voordeeligst kan geschie
den. Veelal wordt door deze lichamen
nog de voorkeur gegeven aan „thuis" -
verpleging. Spr. somt de vele bezwaren
daaraan verbonden op en pleit daarom
voor Sanatoriumverpleging.
Hoe nu aan de noodige middelen te ko
men?
Spr. schetst den gang van zaken zoo
als zij thans is: le. het gezin zelf; 2e. de
familie; 3e. Diaconie of B. A. Verder de
t.b.c.-bestrijdingsfondsen enz.
Voor elke patiënt die wordt opgeno
men in een sanatorium is plm. f 1000
per jaar noodig. Hoe moeilijk het is aan
dit bedrag te komen, blijkt wel uit de
wegen, die volgens bovenstaande, moe
ten worden bewandeld. Daartegenover
stelt spreker de Vereeniging, die is op
gericht voor de uitzending van t.b.c.-
patiënten. De bedoeling van deze Ver
eeniging is, dat niet individueel wordt
toegetreden, doch veeleer als organisa
ties, lichamen enz. (Ook by 10-tallen kan
zulks geschieden.) Vereenigingen als zie-
kenhuisverpleging, Ziekenfondsen enz.
zyn daarvoor mede aangewezen.
Na nog er op gewezen te hebben, dat
t.b.c. niet erfelyk is, zooals meermalen
wordt verondersteld, doch zeer zeker be
smettelijk, eindigt spr. zyn zeerbelang-
ryke en leerzame rede, welke met zeer
groote belangstelling was gevolgd.
Hierna volgde nog eenige bespreking,
waarna de voorzitter de vergadering
sloot.
T TT*-- -r" 'p, t\ T>jr>i
's-Heer Arendskerke. Gemeente
raad. Vrijdag kwam de raad dezer
gemeente in openbare vergadering bij
een. Met kennisgeving afwezig de heeren
D. W. Lindenbergh, J. Vermue en C. van
Antwerpen.
Na opening der vergadering zegt de
voorzitter ongeveer het volgende:
De oorlog is als een wervelwind over
ons land gegaan en heeft ook haar spo
ren in onze gemeente nagelaten. Niet al
leen is stoffelyke schade, doch helaas
ook rouw in de gemeente gebracht, door
dat een tweetal soldaten voor hun vader-
jongen, die Bevil. Hy zou nu nog niet
veel meer dan een jongen zijn."
„Hoe noem je hem?"
„Bevil. Bevil Granville heette hij. Hy
kwam van een goede, oude familiemaar
ze zeggen, dat hy naar Dartmoor ge
stuurd is."
„W,at had hy uitgevoerd, dat ze hem
daar naar toe stuurden?"
„Hij had een hoop geld gestolen. Hoe,
dat weet ik niet. Ik kon er niet goed uit
wijs worden; Ik hoorde zeggen, dat hij de
handteekening van Sir Charles Killi-
grew nagemaakt had, en daardoor een
hoop geld had weten in te pikken; maar
ik kan nooit gelooven, dat hij het gedaan
had."
„Wie zou het dan gedaan hebben?"
„Dat weet ik niet, maar ik weet wel,
dat de advocaten zwart wit en wit zwart
kunnen maken. Hé, als ik er goed over
nadenk, moet zijn tijd nu bijna om zijn.
Hij werd veroordeeld tot zeven jaar. Wat
zouden de menschen in St. Minver wel
zeggen, als hij eens terugkwam?"
„Ze zouden hem met steenen gooien,
denk ik."
„Dat geloof ik niet. Hy was een aar
dige jongen, al zeiden ze, dat hij te veel
geld uitgegeven en schulden gemaakt
had."
(Wordt vervolgd.)