DE ZEEUW Abonneert U op dit blad! I bed rijf Idelburg ■zekerd S tweede blad EN AANBOS Gemengd Nieuws Leestafel rd Automobielen >rd in ons Ford- 'AUL KRUGER m. de dreu. INDUSTRIESCHOOL len- ■M. \x~! tfoon 2175 |l872 te Rotterdam goes t, Iaterdags D I E T E N stamsnijboone^; htige Zeuge" IrSE Koudekerl£e IJdele verwachting. feuilleton Bevil Granville Onze Natie zal niet verloren gaan. IEDA. R N A A T eptember. G. school. van 25 uur, boven- j JATEN TE ZETTEN. Srt. Tennisbanen. SEN („De Christelijke lste kl. met M.U.L.O.- jl. 5-j. c. is nog plaats Tevens opleiding voor si). Opl. voor Leerares verzorgster v. d. Cen- [idkundige, etc. tIMUM ƒ750 p. J. les. jlTSH AAR voot goed verwijderd. [VERBETERING orden pijnloos behandeld twee jaar garantie (zijn |ve vooruit te bespreken. Bredaschestr. 13 1RGEN OP ZOOM 00 en tot: AGE 'alckestraai 15 ér de Steenen Brug van 3.30-6.30 uur. 's Woensdags 11-2 u. it; kleine gebitjes f2" Alles onder langdurig® Jubriek, die uitsluitend |gs. vrijdags en Iplaatst, worden °P" I kleine advertentiën ■stens 6 regels A Ivooruitbetaling Iter of nummer 900,—, 5 "doel. Iedereen vi# !„De Onderlinge Ma 110, Rotterdam-^ STAM-PRINCfN^. S prima gekeurd VAN ZATERDAG 13 JULI 1940. Nr 237. Ons Platteland" noemt het een „gdele verwachting", dat er lieden zijn, die er op wijzen, dat nu de Prot. Christelijke en R.K. organisaties hun bestaan kun nen opheffen en één aigemeene organi satie helpen vormen. Men zegt: doe het nu vrijwillig, an ders wordt ge straks gedwongen. Nü kunt ge zelf nog een bouwsel maken, anders wordt het straks voor U ge maakt. Het blad ziet reden voor drieërlei verwondering. „In de eerste plaats, dat men zoo pre cies weet, wat er straks zal gebeuren. We verklaren het niet te weten. Wél we ten we wat de leidraad van de Duitsche bezettingsoverheid is. Dr Seys-Inquart heeft nu in korten tijd die driemaal uitgesproken. Eerst in de rede die hij hield bij zijn eerste optreden. Daarin verklaarde hij, geen bepaalde overtuiging aan ons volk te willen opdringen, maar in 'n volk als 'tonze, met zulk een vrijheidsstrijd en vrijheidsdrang, dit te willen eerbiedi gen. Daarna in de uiteenzetting, welke hij gaf bij de wetten en het recht, die thans hier gelden. We hebben, zoo werd van Duitsche zijde gezegd, dit recht niet ge- basseerd op onze beginselen, maar op de hier geldende, de liberale beginselen. Met dit laatste zal bedoeld zijn de vrij heid voor ieder, om naar zijn opvatting en roeping te leven. Voor de derde maal heeft Dr Seys-In quart te Middelburg gesproken. Hier gaf hij van eenzelfde waardeering van het Nederlandsch eigene blijk. We gaan op grond van deze positieve uitlatingen er van uit, dat de Duitsche bezettingsoverheid zal blijven eerbiedi gen de meening van de Protestantsch Christelijke volksgroep, die in zijn cons ciëntie diep overtuigd is, zich ook voor het maatschappelijk leven in confessio- neele organisaties te moeten vereenigen. Onze redeneering gaat niet verder dan de duur der bezetting. Wat daarna komt, ligt volkomen in het duister." In de tweede plaats meent „Ons Plat teland" dat deze vermaning alleen tot de Christelijke boerenorganisatles is ge richt. Daarin vergist het blad zich. Er ztjn er genoeg, die hetzelfde wenschen tegen de Christelijke pers, Christelijke school, Christelijke radio, Christelijke werkgevers, Christelijke middenstanders Christelijke arbeiders en ambtenaren en Christelijke schippers. Er zijn er, die vroeger vergeefs tegen het bolwerk van die organisaties hebben stormgeloopen, die nu meenen een kans te hebben en die de gelegenheid van het oogenblik meenen te kunnen gebruiken. Fair is dit zeker niet. Nederlandsch evenmin. Gelukkig zijn er ook velen, die dit inzien, die niet unfair willen zijn, die in het gebruik maken van deze gelegen heid zien het misbruiken van ons aller ongelegenheid. Die nu zeggen: geen strijd tusschen Nederlanders, maar een erkennen van eikaars positie, een hand having van den status quo en een samen werken van de Nederlanders en van de Nederlandsche organisaties op alle ge bied. De derde reden van verwondering vindt „Ons Platteland" hierin, dat men zoo on gelooflijk slecht van de Nederlandsche Christenen denkt „Indien we aan dien. oproep (tot op heffing der Christelijke en vorming van een aigemeene organisatie) gehoor zou den geven, dan zou daarmede het bewijs geleverd zijn dat we verschrikkelijke hui chelaars waren. Immers indien we op den loop zouden gaan voor iets wat zou kunnen komen, dan bleek daaruit, dat onze arbeid voor Christelijke organisa tie hoogstens een gril was en niet vrucht van een diepe levensovertuiging." Hier raakt de redactie de roos in het door JOSEPH HOCKING. 6-) -o_ Het weer was intusschen erg onstui- geworden. Zware donkere wolken e™en door een sterken wind langs het luciitruim voortgejaagd. Nu en dan zag en y°°r een oogenblik de bleeke sikkel van de nieuwe maan. Nick stond een paar seconden beslui teloos voor zich uit te kijken. Toen liep i 2 ue straat uit en stond weldra voor sJe van Susan Curner. Een vrien- 6 "V,0' ouc'e vrouw deed de deur open. „Woont Seth Trelyon hier?" „Ja manheer," was hét antwoord van men vrouw" »Wil u maar binnenko- Paar. seconden later werd hjj in pn anJertJe van Seth Trelyon gelaten ovp„ °n de twee J°nge mannen tegen over elkaar. Nick Boddinnick keek Seth Trelyon onderzoekend aan. Tmv,iSTiChien leel1 ket ook hem, evenals m Iremayne, alsof hij den man al hart. En we sluiten ons, dus merkt „Chr. Soc. Dagblad" op, dan ook geheel aan bij wat ze verder schrijft: „Men make zich geen illusie. We weten niet, wat God over ons bren gen zaL Of Hij het voor ons noodig zal oordeelen, onze geestelijke vrijheid ons te ontnemen. Of ons te eeniger tijd het voortbestaan onmogelijk zal gemaakt worden. Komt dit, dan hopen we genade te krijgen, om dit kruis te dragen. Vrij willig afstand doen van onze Christelijke organisatie doen we nooit. Zoolang we kunnen, houden we dit vast, omdat we meenen, op deze wijze God in het maat schappelijk leven te moeten dienen." MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Voorzorg voorkomt zorg. Aan dat spreekwoord worden we dezer dagen nog al eens herinnerd. Denk nu niet eens aan voorraadvor- ming van levensmiddelen, aan het inma ken of steriliseeren van groenten, of iets dergelijks. Stap met me mee naar een heel ander terrein. Waar we vinden de woorden „historie en „kunst". We gaan terug tot in de veertiger jaren van de 17de eeuw en wel naar Amsterdam. Daar wordt ge werkt aan het Raadhuis op den Dam. Een jeugdige kunstqnaar, vaardig in het beitelen van kunstige beeldhouwwerken, treffen we daar aan. Het is de Mechelaar Rombout Verhulst. In 1624 te Mechelen geboren, is deze man een der grootste Nederlandsche beeldhouwers geworden. Na Amsterdam, koos hij Leiden als woonplaats en later Den Haag. Hij was toen 40 jaar en op de hoogte van zijn kracht als kunstenaar. Vele gewichtige opdrachten gewerden hem. Beroemde graftomben danken wjj aan zijn schep pend genie. Het meest bekend is mis schien wel het groote praalgraf van Mi- chiel Adriaanszoon de Ruyter. Ook de graftombe van Maarten Har- pertszoon Tromp werd door hem ver vaardigd. Tot in verre nageslachten zou den in vele kerken zijn scheppingen wor den bewonderd. Zijn laatste meester werk werd het grafmonument voor de gebroeders Evertsen, die in 1666 in hun strijd voor het vaderland tegen de En- gelschen hun levens hadden geofferd. Dit monument kreeg een plaats in de St. Pieterskerk op het Hofplein te Mid delburg. Deze kerk is al lang verdwenen, doch het monument bleef behouden en kreeg een plaats in de Nieuwe Kerk. Even voor den oorlog hebben de kerk voogden der Ned. Herv. Gemeente alhier hun voorzorgsmaatregelen genomen en dit monument met zandzakken tegen oorlogseventualiteiten beschermd. Dank zij deze maatregelen mochten wjj de laat ste schepping van Rombout Verhulst be houden. De heeren van de Inspectie der Kunst bescherming gaven direct al veel hoop, dat de sporen van de ramp Mei 1940 spoedig van dit monument zouden wor den uitgewischt. Veel van onzen rijkdom van wat „hi storie" en „kunst" ons hadden nagela ten, ging voor goed verloren, maar we mochten toch ook veel behouden. Voor het behoud van wat Rombout Verhulst ons naliet zijn we weer dank baar. Zijn naam leeft in onze stad en op ons eiland in bijna alle plaatsen voort, voor wat het tweede gedeelte betreft. In Zeeuwsch-Vlaanderen treft men als ach ternaam de naam Rombout nog wel aan. Voorzorg voorkomt zorg. Ge zult nu begrijpen, waarom ik met dit spreekwoord begon. Voor de in dit schrijven bedoelde voor zorg blijven we deze zorgende Kerkvoog den zeer dankbaar. En we bedenken met schaamte dat we in onze voorzorgen zoo vaak en zoo dik wijls zorgeloos waren, en helaas ook nog blijven. Althans zoo ziet het je vriend STENTOR. TOESPRAAK VAN MR J. A. DE WILDE. Onze beperkte ruimte laat niet toe van alle op de Vrije Universiteitsdagen gehouden redevoeringen een verslag te geven. Een verslag van de door M r J. A. d e Wilde gehouden toespraak willen wij echter onzen lezers niet onthouden. In den loop der eeuwen, aldus spreker, heeft het calvinisme zijn stempel op het Nederlandsche volk gedrukt, doch in een tijd als deze is het noodig, dat in het openbaar nogmaals van de specifieke na tionale karaktertrekken in ons volk wordt getuigd. Nu de Vrije Universiteit zestig jaar is geworden, heeft zjj haar bestaansrecht bewezen, en practisch heeft het gerefor meerde volk haar op eigen kracht onder houden; doch voor de toekomst is dub bele inspanning noodig. Na een betoog over de levenstaak van den mensch op de aarde God dienen vervolg de spr.: Die taak is daarom ook moeilijk, om dat wij met het geheele Nederlandsche volk voor vraagstukken op elk gebied staan, die nog niet zijn te peilen. Ook over de geestelijke gesteldheid van ons volk kan men zich thans nog geen oor deel vormen, doch wie God dient, ziet het belang in het licht van het recht, en wie den mensch dient, ziet het recht in het licht van het belang. Het is niet alleen voldoende het goede te willen. Voor een universitaire positie zijn wel toegeruste en geschoolde mannen i noodig, die aan den arbeid leiding kun nen geven. Er moet ook coördinatie zijn, om werk van duurzame beteekenis tot stand te brengen. Dat werk kunnen wjj onder elk regiem verrichtenwjj wenschen, aldus spr., niet anders te handelen dan Jezus deed tjj- dens Zjjn omwandeling, en gedenken op dit oogenblik het woord van Paulus: „Alle ziel zjj den machten over haar ge steld onderworpen". Wjj hebben, zoo besloot spr., nog veel mogen behouden: Gods woord, de heer lijke tradities van ons voorgeslacht, onze scholen en onze kerken. Indien wjj dat goed voor oogen houden, zal het besef levendig worden, dat onder geen omstan digheid onze natie verloren zal gaan. De Heere zal het werk zjjner handen niet laten varen." EEN IJZEREN KIST AAN EEN ENGELSCH VALSCHERM TE AMSTERDAM NEERGEKOMEN. De procureur-general bjj het gerechts hof te Amsterdam, fungeerend directeur van politie, en de hoofdcommissaris van politie hebben op verzoek van den weer machtsbevelhebber in Nederland een be kendmaking van den volgenden inhoud in de stad doen aanplakken: Medeburgers Op den 9den Juli 1940 is in de vroege morgenuren in Amsterdam in het plant- soen tegenover het perceel Wielingen straat 26 een Engelsch valscherm met een jjzeren kist, groot 40 x 20 x 20 cm omlaaggekomen. De wacht van den lucht beschermingsdienst heeft volgens voor schriften het voorval aan zjjn blokhoofd gemeld, doch heeft nagelaten, de kist in de eerste plaats in veiligheid te brengen. Deze is verdwenen. Deze kist met inhoud moet onmiddellijk opgespoord worden. Helpt allen mede! Wjj allen hebben er het grootste be lang bjj, dat de Engelsche luchtaanval len op ons land eindeljjk ophouden. Deze worden alleen daardoor mogeljjk ge maakt, omdat Engeland handlangers in ons land heeft. Maakt dezen menschen, die ons allen de zwaarste schade berokkenen en in wier bezit de onderhavige kist gekomen zal zjjn, het werk onmogelijk. Voor de terugbezorging van de kist met inhoud wordt een belooning van f 5000 uitgeloofd." i eens eer ontmoet had, want het scheen, of hij trachtte, zich iets te binnen te brengen. „Ik hoor, dat je Seth Trelyon heet." „Ja, dat is mijn naam." ,En je werkt in de Polgooth mjjn?" De ander knikte. „Nick keek de kamer eens rond. Op het boekenrek aan den muur zag hij een Verhandeling over Mineralogie staan. Dat boek trok zjjn aandacht. De andere titels interesseerden hem minder. „Je woont hier nog niet lang, wel?" zei hjj. „Neen nog niet lang." „Waar kom je vandaan?" „Ik kom verderop vandaan." „Van welken kant?" „Van verderop." Toen begreep Nick, dat de man niet zoo dom was, als hij op het eerste ge zicht leek. „Weet je veel van het mijnwezen af?" „Neen, niet veel." „Ik zie, dat je daar een boek hebt over Mineralogie. Heb je dat gelezen?" „Ja." „Kon je het begrijpen?" „Niet alles." „Maar je hebt toch eenig verstand van het mijnwezen." Als een goed soldaat, (2 Tim. 2 3) door D. Ringnalda Jr., Res. Veldpredi ker. Uitgave D. A. Daamen's Uitg. Mjj„ Den Haag. Onder den titel „Als een goed sol daat" schreef Ds D. Ringnalda een „klein troostboek, opgedragen aan alle nabestaanden van hen, die vielen als een goed soldaat bjj de verdediging van hun Vaderland". Dr W. G. Harrenstein, leger- en vloot- predikant in algemeenen dienst, schreef ter inleiding van dit boekje een warm gesteld persoonlijk woord. Hjj zegt daarin o.m.: In dit boekje „Als een goed soldaat" komt Ds D. Ringnalda bjj de bedroefden even rustig aan tafel zitten. Ik vertrouw hem dat ten volle toe, omdat ik uit eigen aanschouwen weet hoe dicht hjj bij de jongens negen maanden lang geleefd heeft. Hij is veldprediker geweest dag en nacht. De lof, den veldpredikers toe gezwaaid, heeft hem niet beneveld; de critiek, op hen uitgebracht, heeft hem niet ontmoedigd. Hjj heeft zjjn werk ge daan als een gehoorzame dienstknecht van Christus, als een goed soldaat. En daarom ben ik bljj, dat hjj in dit boekje even bij U binnenkomt. Want hjj heeft U wat te zeggen. Neen, hjj wil niet komen met troost, die geen troost is, met wat mooie woor den, die meer pjjn doen dan dat ze smart lenigen. Zooals hjj bjj de jongens te velde ge weest is, zoo komt hjj nu tot U, om U Gods woord te doen hooren. Want als hjj U dat" niet kon laten hooren, ging hjj Uw deur zeker voorbjj. „Niet veel, vrees ik." Tot nog toe had hij slechts met een enkel woord geantwoord. Nu verander de zjjn houding echter eenigszins. „Stelt u er misschien eenig belang ih?" vroeg hij. „Ik stel zoowat in alles belang", ant woordde Nick; „mijn vader was mijn ingenieur, en ik ben door hem wel eenigszins op de hoogte gebracht." Weer scheen Seth Trelyon over iets na te denken. Daarop zei hjj: „Neemt u mij niet kwalijk, meneer, maar, had u een bepaalde reden, om mij op te komen zoeken?" Nick aarzelde een seconde, voor hjj antwoordde. „Ja", zei hjj, „ik had twee redenen. Ten eerste had ik gehoord, dat de com mensaal van Susan Curner niet zooveel ophad met zjjn werk in de Polgooth mijn en dus waarschjjnljjk uitkeek, naar een ander baantje." „Zoo?" zei Seth, alsof het maar ter nauwernood tot hem doordrong. „Ja, en daar ik een handigen, ver trouwbaren man noodig heb, was ik be nieuwd, of ik je ook soms zou kunnen gebruiken." De blik, die bjj het hooren van die woorden in Seths oogen te lezen was, Luister dan even rustig naar wat hjj in dit boekje U zeggen wil. Want het wil een herinneringsboekje zjjn aan hen, die vielen. Daarom'geeft de Uitgever het uit in den vorm, waarin het nu voor U ligt. Het heeft twee onbeschreven pagina's. Op de eene pagina kunt ge het portret van hem, die niet terugkeerde, plaatsen, terwijl de andere pagina ruimte laat voor een foto van het soldatengraf, waarin hjj "met zjjn makkers rust. Als ge dat doet met bevende hand, laat dan de veldprediker Ringnalda tot U spreken met rustige stem en U laten hooren, wat God tot U te zeggen heeft." Christelijke Scheurkalenders. Wjj ontvingen het prospectus van de Christeljjke scheurkalender „M arana- t h a" voor het jaar 1941. Deze kalender is evenals vorige jaren bewerkt door Ds J. J. Knap. Het schild, ontworpen door den kunstenaar C. Jetses, geeft een voorstelling van de twaalfjarige Jezus met zjjn ouders op weg naar Jeruzalem. Dit schild, zegt de uitgeefster, J. H. Kok N.V., is een meesterwerk van Bijbelsche kunst, en wjj meenen dat daarmee niets teveel is gezegd. Verder ontvingen wij het prospectus van „Uit de Fonteinen des Heil s", bewerkt door Ds J. G. Feen- stra en Ds Y. v. d. Zee. De uitgever, J. v. d. Wal te Bruinisse, heeft, wat dit schild betreft, een anderen koers ge volgd. Inplaats van een Bijbelsche plaat geeft hjj een door den sierkunstenaar Van der Poort ontworpen grafische tee- kening, met als hoofdgedachte: Chris tus, het licht der wereld. Inderdaad een fraai schild. Alleen is o.i. onevenredig veel ruimte in beslag genomen door de namen van uitgever en redactie. Ten behoeve van nieuwe verkeerswegen, waaronder een verbindingsweg, welke aansluit op den Rijksweg MoerdijkAntwerpen is het plan opgevat de haven van Breda te dempen. Met deze werkzaamheden is een bedrag van ruim 500.000 gulden gemoeid. zou den ander misschien verbaasd heb ben, maar hij keek hem juist niet aan. „Ik denk er heelemaal niet over, om mijn werk in de mijn op te geven. Ik begin er juist wat meer schik in te krij gen." „Je werkt onder den grond, is 'tniet?" „Ja." „En natuurlijk heb je verstand van tin?" „Is het niet een beetje vreemd, dat u mjj zooveel vragen doet?" zei de man. Hij scheen echter in twijfel, of hij er wel goed aan deed, op deze wijze te spreken. „Misschien wel; en daarom wil ik je even mjjn reden, om hier te komen, mee- deelern Mjjn vader was, zooals ik je al verteld heb, mijn-ingenieur en had veel te maken met de mijnen van Cornwallis. Het was door zjjn tusschenkomst, dat de ,Poolgooth-mjjn Maatschappij werd op gericht. Een mjjnwerker, een man zoo als jjj, had op de plek van de tegen woordige mijn tin ontdekt. Hij ging naar mjjn vader toe en vertelde hem, wat hij gevonden had. Mjjn vader vorm de een maatschappij, en de Polgooth- mjjn heeft sedert vele duizenden opge leverd." „En kreeg de man er ook iets van?" Voor het eerst merkte Nick eenige le vendigheid in zijn stem. „Of hjj wat kreeg?" zei hij lachend. „Heel wat. Hjj is nu een welgesteld man en woont in zjjn eigen huis." „Zou u mjj ook kunnen zeggen, hoe hjj heet en waar hjj woont?" vroeg Treylon. „Hij heet Richard Beard en woont in Penwithick. Je kunt hem gaan opzoe ken en vragen, of ik de waarheid heb gesproken." „O, daar twijfel ik niet aan", zei Seth op verontschuldigenden toon. Toen keek hjj naar den haard en scheen ernstig na te denken. „Wat ik bedoelde was", vervolgde Nick, „dat als je soms van iemand hoor de, die een goede tin-ader ontdekt had, ik de man ben, die iets voor hem zou kunnen doen; misschien zou ik zelfs kunnen zorgen, dat hij fortuin maakte," Seth Trelyon scheen op het punt, om hem een vertrouweljjke mededeeling te doen;, maar hjj bedacht zich. „Ik zal het u laten weten, als ik van iemand hoor, meneer." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5