De wederopbouw van ons land. Abonneert U op dit blad! op dit blad anbestedingen De regeeringscommissaris Or Ringers over zijn taak. Bevil Granville Uit de Provincie Bange dagen voor Vlissingen. Cand.-Notaris, vacante Notaris- :en Cate te Mid- 0 JULI 1940, café Klap te N.- n het openbaar met tuintje te Joosland, achter no. 173, groot dadelijk te aan- irna aan gemeld contant van de GOEDEREN. rij dag 19 Juli, in 24 uur, en van 1012 uur. nel 'arenhui- tgevecht lerven. pi 10—16, Wit- ibeasen 616, er 100 kg. Dubb. Pr. z. 610, Stam- Postelein 10 appels 55.5, emkool 410, ropsla 1.20 s Earley Lax- en 23.50. ji, 8 Juli 1940. 836 koeien Iren, 378 scha- Itere kalveren, puien. 68—78, 54— 5666; vette 6070; scha lm 65, 55, 50; ipen per stuk per stuk f17, fer iets kleiner, Veranderd, een prima os Der als vorige lijzen van vori- fen. Een prima anvoer ruimer, vorige week |t, handel lui, blauwpitten [ïgen 5,306, estl. ronde 6 |eld. drielingen 15%, Brielsche K.G. |idel kalm. aiddag werd ide uit Zierik- |van mej. wed. hotel Storm Jemeente Brui- |nd voor f 1526 gem. 27 r. R. de Waal; .d voor f 1320 76% r. bouw- ïr Verhage te bouwland voor I; 2 gem. 61 r. e Brouwersha- J „de Verwach- mdzwaard. Al- L. Padmos [Tumelet; twee Jesdorp en A. voor f 1010, (bewoond door |0 aan L. Lem- 743 aan A. v. ss 102 y2 r. ge- A. v. d. Ber- iïO vb 'i DE ZEEUW van Maandag 8 Juli 1940 Tweede Blad. -as .81 -95 9(i; -xii lie III •ni ir ïh 02 w -15 ïtn Ml •iii De regeeringscommissaris Dr J. A. Ringers, heeft in een persconferentie be langrijke mededeelingen gedaan over zyn taak in betrekking tot den. weder opbouw van ons land. Hij stelde daarby op den voorgrond het verbiedende feit, dat hij by al zyn werkzaamheden gebruik kan maken van de bestaande outilage. Nederland is een uitstekend ge administreerd land. Nederland, zoo constateerde hy met erkentelijkheid en fierheid, is een uitste kend geadministreerd land. Op welk gebied ik my ook mocht be wegen: hetzy by de drooglegging, hetzy bii het verkeer, hetzy ten aanzien van bouwwerken, overal heb ik uitstekend geoutilleerde diensten aangetroffen. Ik had dit reeds voorzien; het onthief my van de moeizame verplichting, tot het scheppen van een nieuw apparaat. Vol doende was het, de bestaande outillage te groepeeren en te coördineeren. De wederopbouw. Wat nu den wederopbouw betreft, hier aldus dr Ringers wordt diep in gegrepen in de geheele maatschappeiyke structuur. Deze zaak toch heeft niet slechts een technischen, een financiëelen en een „materiaal-oeconomischen" kant ook de organisatie van den arbeid doemt hier als een eigen probleem op. Zelfs als men, opzetteiyk-eenzydig, zich tot het technisch aspect bepaalt, komt men voor tallooze uiteenloopende vragen te staan. By den eenvoudigen her bouw van een boerderij immers komt heel iets anders kyken dan by het in gewikkelde probleem, höfe voor Rotter dam het spoorwegvraagstuk behoort te worden opgelost. By zoo'n boerdery rijst vooral de vraag, hoe de herbouw zoo doelmatig mogeiyk kan geschieden, hoe een inrichting kan worden verkregen, die, zy het op bescheiden wyze, het na tionaal belang dient. Met het oog daar op heeft hier een bureau van het regee- ringscommissariaat voor de voedselvoor ziening in ruime mate stem in het ka pittel. Zie nu echter dat andere, veel ingrij pender probleem van Rotterdam's sta tions en spoorwegverbindingen. Hier ziet men deze figuur. Rotter dam maakt stadsplannen, de spoor wegen maken spoorwegplannen, W a- ■'terstaat komt eveneens met projec- I ten, waarby architecten betrokken kun- II nen worden voor den aesthetischen kant van het probleem. Doch daarnaast staat met coördineerende taak de re- i geeringscommissaris; zyn taak is het, voor de groote iyn te zorgen. De financiëele zijde van de zaak. Het ten uitvoer brengen van al die plannen, m.a.w. de herbouw, zal hooge uitgaven vergen. Daarom is ook de fi nanciëele zijde van de zaak van zoo groot belang. In beginsel, aldus dr Ringers onder j-;, beroep op den rijkscommissaris van het bezette gebied dr Seys-Inquart, is het oë onjuist, alleen hen, die have en goed, £h kuis en haard door de oorlogsramp be- schadigd of vernietigd zagen, de oorlogs- 'i3 I.schade te laten ondergaan, s-g De vaststelling van die schade is ove rigens verre van gemakkelijk. Het de- partement van financiën wint daarover ■"ket adres van de bekende commissie- ol- Van Leeuwen in, die thans over deze fBi zaak een enquête houdt. Daarnaast heb- ;99 ben rijksdiensten en de Nederlandsche Bi Spoorwegen nagegaan, welke schade aan openbare gebouwen en werken is toe- [gebracht. Tegemoetkoming in de schade; een eerste stap. Ten aanzien van de eerste f 10.000 schade werd in vele gevallen reeds een I regeling getroffen. Een recente publi- FEUILL ETON door JOSEPH HOCKING. ,.Nu, ze zou zelfs een betere partij kunnen doen." „Meneer Tremayne is deftig genoeg, zou ik zeggen." m°&elÜk; maar Niek Bodinnick Zondagavond bij hen gegeten." „Dat meen je niet?" „Ik heb hem er zelf heen zien gaan 1 ln e.en uur of acht, en eerst tegen elf s hij naar huis gegaan." hnö„leVe memand weet, wie komt. va r rs, of waar hij vandaan uit y ?aar ze m het mooiste meisje dat ^usfn Spd' Heb ik g°ed gezien' heeft?" Curner een commensaal w"da' betaalt haar vier shilling per I Heh ta ze kan die best gebruiken. r .^eb je hem al gezien?" Lr1... is e.en stevige, sterke kerel, hoor riÜf oUltzicht lijkt me niet, en ik dat Susan bang voor hem is." Drrnlt\r0m is ze ban§ v°or hem? mkt hij soms?" een, hij zit maar in zyn kamertje catie van den waarnemenden secretaris generaal, waarnemend hoofd van het departement van financin, geeft uiting aan het voornemen, waar mogeiyk in dergeiyke gevallen een spoedigen her bouw te bevorderen. Niet steeds is dit reeds mogeiyk; men denke slechts aan Rotterdam, waar het gansche straten plan van bepaalde stadsgedeelten in een chaotischen toestand is geraakt. Hoe dit zij, het fungeerend hoofd van het departement van financiën is voor nemens, met goedvinden van den rijks commissaris voor het bezette Nederland sche gebied te bevorderen, dat zoo mo gelijk reeds nu een tegemoetkoming wordt verleend in schade, de f 10,000 niet te boven gaande. Hierbij wordt de verkoopwaarde op 9 Mei van de bescha digde panden als richtsnoer genomen en de grondwaarde in mindering gebracht. Glasruiten zullen niet worden vergoed, beschadigingen, die beneden de f 100 blijven, evenmin. Deze voornemens moeten als een eer ste begin worden beschouwd. De con clusie, dat schade boven de f 10.000 dus niet vergoed zal worden, ware voorbarig. Eén ding moet echter vaststaan; dat geld behoort inderdaad voor den herbouw te worden besteed en niet b.v. voor een rustig renteniersbestaan. Verschillende belangen immers staan hier op het spel, niet in de laatste plaats die der houders van hypotheken. Het materiaal-oeconomisohe probleem. Wellicht nog belangrijker probleem, aldus dr Ringers, is dat, hetwelk de zorg voor de „materiaal-oeconomie" raakt. Ook als men vooropstelt, dat het bouwprogramma met alle te onder nemen werken in volgorde van be- langrykheid moet worden opgesteld, is men er nog lang niet. „Daar vele materialen, b.v. het glas, thans schaarsch zyn, moest ook voor normale werken en voor werken in uit voering vergunning worden gevraagd. Dr Ringers noemde in dit verband: den Ryks'waterstaat voor de Water staatswerken, den Ryksgebouwendienst voor groote openbare gebouwen, den dienst van Volkshuisvesting voor den Woningbouw en den dienst voor de Ar beidsinspectie voor den Utiliteitsbouw. I Ook van de plaatselijke diensten van Bouw- en Woningtoezicht werd in vele gevallen raad en voorlichting gevraagd, j Dat niet zonder noodzaak is ingegre pen, moge biyken uit het feit, dat het resultaat dezer grootscheepsche registra tie van werken in aanbouw, met bybe- hoorend onderzoek,- neerkwam op het verleenen van vergunning om het werk voort te zetten in 95 pet. van de ge vallen. In geldswaarde uitgedrukt een zeer aanzienbjk bedrag, als men bedenkt, dat de groote hoeveelheden werken, die onderhanden waren, naar schat ting 240 millioen gulden be- somden. Het sociale aspect. Hier kon ook het sociale vraagstuk niet veronachtzaamd worden; men zet niet klakkeloos stil wat velen werk gelegenheid verschaft. Maar er was deze keerzijde, dat al die vergunningen „een groot gat in de materialen" sloe gen, hetgeen bij de bestaande schaarsch- te den wederopbouw bemoeiiykt. Uiter aard wordt dan ook thans meer dan ooit tegen materiaalverspilling gewaakt. Overigens kan bemoeienis met den mate riaal-oeconomischen kant volgens dr Rin gers ook in vredestijd zijn nut hebben. en zegt geen woord. Ik zou er kippen vel van krijgen, als ik zoo'n man in huis moest hebben." Het was waar, dat Seth Treylon bijna geen woord zei, en zei hij iets, dan klonk het altijd knorrig. Niemand wist iets van zijn verleden af, en niemand had lust, om hem er naar te vragen. Kapitein Harris zei, dat hij een goed werkman was, en Susan Curner be weerde, dat al zei hij niet veel hij toch verder een goede commensaal was. Hij betaalde haar geregeld en was heele- maal niet lastig. Een week of zes na zijn komst te St. Minver had men Seth Trelyon op een vrijen middag den weg kunnen zien in slaan naar het advocatenkantoor van dten heer Tremayne. Wie hem wat op lettender had gadegeslagen zou opge merkt hebben, dat hij even aarzelde, voor hij de nauwe straat insloeg. Hij keek zelfs schichtig rond, alsof hij niet veel goeds in den zin had. Eindelijk scheen hij tot een besluit te komen, 'liep met vasten tred op het huis aan en trad binnen. „Wel, wat is er van je dienst?" vroeg een jongen, die in een klein vertrekje dicht hij de deur zat. „Dit is toch het kantoor van meneer Tremayne?" De organisatie van den arbeid. De vraagstukken, die verband houden met de organisatie van den arbeid, worden natuuriyk niet buiten den regee ringscommissaris voor den arbeid om behandeld. Dienaangaande liet dr Rin gers zich o.a. als volgt uit: „De organisatie van den arbeid ten behoeve van de werkverruiming kan men niet los zien van de normale bouwbedry- vigheid en van het wederopbouwwerk in engeren zin. Zy hangen daarmede niet slechts mate- riaal-oeconomisch en uit hoofde van hun werkverruimende werking, doch ook technisch ten nauwste samen en moeten daarmede volstrekt worden gecoördi neerd. Wy moeten er op bedacht zyn, dat wanneer al deze werken voltooid zyn, Nederland rijker moet zyn gemaakt, beter bestand om den nieuwen tyd in te gaan." Het geloof in den nieuwen tyd heeft dr Ringers niet verloren. Met durf en idealisme volbrengt hy zijn taak. Met dankbaarheid ook, geiyk moge blijken uit het slot zyner rede: „Ik mag niet eindigen, zonder uit te spreken, dat ik by myn arbeid steeds een groote medewerking ondervind van de zyde der Duitsche instanties, in het byzonder van minister Fischböck, die van meet af aan begrepen hebben, dat wy in Nederland in staat zijn om veel met eigen kracht tot stand te brengen. Ik spreek myn welgemeenden dank uit aan al degenen, die my op zoo aange name en doeltreffende wyze ondersteu nen en van wie ik zoo veel medewerking ondervind. By zulk een harmonieuze en eendrachtige samenwerking tusschen allen, die van goeden wille zyn, vaart ons goede Vaderland en zyn bevolking zeker wel. Onze leus zal blyven. „Met kracht aan den arbeid". Slotwoord van den commissaris- generaal dr Fischböck. Nadat dr ir J. A. Ringers zyn inte ressante uiteenzetting beëindigd had, heeft de commissaris-generaal voor fi nanciën en oeconomische zaken dr Hans Fischböck de verzekering gegeven, dat de riksc°mmissaris dr Seyss-Inquart en hyzelf zich ten zeerste interesseeren voor den wederopbouw. De moeilykheden, daaraan verbonden, aldus dr Fischböck, liggen in het pro bleem zelf en in de tydsomstandigheden. In oorlogstyd brengt het verschaffen van het onmisbare materiaal uiteraard moeilykheden met zich. Met het oog daarop heeft men in het Duitsche Ryk ook de groote bouwplannen tot een later tydstip verschoven. Zoozeer ech ter is men aan Duitsche zyde overtuigd van de wenscheiykheid van den weder opbouw hier te lande, dat men dit punt uitdrukkeiyk op den voorgrond heeft geplaatst. MAAR DE BURGEMEESTER BLEEF OP ZIJN POST. Niet voor niets hadden de deskundi gen Vlissingen in de eerste gevarenklas- se Ingedeeld, zoo schrijft het Dagbl. v. N.-Br. en Zeel. Reeds vroeg in den mor gen van 10 Mei waren de Duitsche ma chines boven het vliegveld en openden de vyandelykheden, waarop 't luchtdoel geschut van den grond en van onze vloot vinnig reageerde. Ook luchtgevechten bleven niet uit en op 'n gegeven moment tuimelde een Fransch vliegtuig, dat door een Duitschen jager werd neergescho ten, op een burgerwoning in de Verkuyl' Quakkelaarstraat, die daardoor grooten- deels instortte, zonder dat gelukkig nochtans de bewoners getroffen werden. De Pinkster-Zondag werd een dag van verschrikking door het bombardement dat voornamelyk op de Buitenhaven was gericht, maar ook elders onheil stichtte. Het uit vijf personen bestaande gezin van Bode in de Scheldestraat kwam o.a. om het leven. Ds Vossers en ds Nolte, die die in het daarnaast getroffen huis na den kerkdienst een bezoek brachten, werden ernstig gewond. Ook de gasfa briek kreeg eenige voltreffers en moest haar bedrijf staken. De stad beefde op haar grondvesten en van dien dag begon de uittocht der bewoners op groote schaal. Op de reede van Vlissingen arriveer den eenige lichte Fransche marinesche pen, o.m. een paar torpedojagers, waar van er een door een bom zwaar getrof fen is. Ook een Nederlandsche oorlogs bodem van klein formaat, de „Bulgia" zonk in de binnenhaven, terwyl een Roo- de Kruisscheepje, met een bemanning van zes koppen, in de buitenhaven zonk, beide vaartuigen zyn nog niet geborgen. Onze „Sumatra" nam actief deel aan de bestrijding der vliegmachines. Tusschen Vlissingen en Breskens was een scheepvaartverkeer van intense drukte. Duizenden Fransche soldaten met al hun legermateriaal werden na Vrijdagmiddag 10 Mei met alle moge- lyke vaartuigen overgezet. Aan pogin gen van den tegenstander om deze trans porten te bemoeilyken, heeft het niet ge legen, doch over het algemeen werd de vaart zonder veel ongelukken volbracht. De „Koningin Wilhelmina werd aan de aanlegplaats in de buitenhaven door een bom getroffen, zonder dat hier slachtoffers by vielen. Het Zeeland-com- plex liep veel schade op, van het station werd alleen de goederenloods door een bom getroffen. Eigenaardig genoeg is het oude en niet meer gebruikte station wel door een bom vernield. Van lieverlee werd Vlissingen een verlaten stad, maar wie er wegging: burgemeester van Woelderen bleef, Hy De jongen knikte van ja. „Ik wou hem wel even spreken", zei Seth Treylon. „Wie? Den ouden of den jongen me neer?" „Den ouden heer." „Ik weet niet, of die je wel ontvan gen kan" zei de jongen, terwijl hij hem eens goed opnam. „Ik zal het, dunkt me, eerst maar aan meneer Tom vra gen", en hij deed een deur open en liet Seth Treylon zoolang in de gang staan. „Wat is het, Ben?" vroeg de jonge man, die voor de schrijftafel zat. „Een man om uw vader te spreken, meneer. Ik denk, dat het een mijnwerkqr is. Ik geloof, dat het de commensaal van Susan Curner is. Ik heb hem gevraagd, of hy het niet met u zou kunnen afdoen, maar hij zei, dat hij bepaald uw vader wou spreken." „Een mijnwerker?" zei Tom Tremay ne. „Zeg, dat hij maar even hier komt. Wel, m'n vriend, wat kan ik voor je doen vervolgde hij tegen Seth Trelyon, toen deze het vertrek binnentrad. De bezoeker keek de kamer rond en liet een onderzoekenden blik op den jon gen advocaat rusten. „U is meneer Tremayne niet," zei hy. „Ik ben zijn zoon; mijn vader is druk bezig, en ik ben bang, dat hy geen tyd Een Engelsch vliegtuig, dat by een luchtgevecht boven Haarlem werd neerge haald, ramde zes huizen en vloog in brand. Het wrak van het toestel. voor je heeft. Kan ik je niet van dienst zijn?" „Ik wou meneer Tremayne zelf spre ken," zei de man op norschen toon. Zijn stem deed den ander onaangenaam aan. Zijn accent was dat van een zeeman. „Waarom wou je hem spreken? Wat had je hem te vragen?" Hij sprak op den beschermenden toon, dien hij meestal aannam tegenover de menschen van Seths slag. In de meeste gevallen, waarvoor zij zijn hulp inrie pen, waren zij in moeilijkheid geraakt en hoopten, dat hij hen er uit zou kun nen helpen. Weer keek de bezoeker de kamer rond, voor hij antwoordde. „Dat zal ik uw vader wel vertellen", antwoordde hy. Tom Tremayne werd blijkbaar knor rig om de koppigheid van den man. „Mijn vader kan niets meer voor je doen dan ik", was zijn antwoord. „Kom, vertel me maar gauw, wat je moeilijkheid is. Misschien kan ik je er wel uithelpen." „Er is geen moeilykheid", was het antwoord. Daarop sloeg hij den jongen advocaat nog wat nauwkeuriger gade en zei heel bedaard: „Neen, ik kan het niet met u bepra ten." kon de stad, welke zijn hart heeft en wier bloei hy krachtig bevorderde niet in den steek laten. Hy hielp, terzyde gestaan door plichtgetrouwe ambtenaren, de ver schillende onmisbare diensten, als poli tie, brandweer, luchtwacht en gemeente secretarie organiseeren en concentreerde alles in het gebouw van de R.H.B.S.' Zoo naderde de dag van den 17en Mei. Het Fransche leger, nadat het van den Sloedam was weggeslagen, geraakte via Middelburg in vollen aftocht. Allen trachtten nog de Vlissingsche haven te bereiken, maar omdat de Duitsche stoottroepen hen op de hielen zaten, kon die aftocht niet anders dan vechtende ge schieden. Gelukkig konden de Franschen niet veel dingen, voor de strategie van be lang, vernielen. Zoo bleef de schade aan „de Schelde" toegebracht vry gering en men dacht er niet eens aan om de tanks van de Vlismar in de lucht te laten vlie gen. Wel werd het opleidingsschip de „Noord-Brabant" door hen in brand ge stoken. Nadat het militair verzet gebroken was, vervoegde zich aan het Wooldhuis de commandant der Duitsche stormtroe pen met gewapend gevolg, die den bur gemeester de militaire bezetting mede deelde, waarna deze in een Duitsche le- ger-auto naar de R.H.B.S. werd ge bracht, waar een vyftigtal mannen, w.o. politie en brandweer stond aangetreden. Deze menschen moesten ter plaatse blij ven overnachtende politie en de brand weer konden den volgenden morgen hun taak hervatten. Daarna vertrok de bur gemeester met de Duitsche militairen naar het verlaten stadhuis om de bezet tingstroepen in te kwartieren, waarby werd bereikt dat de legering zou plaats hebben alleen in scholen en openbare ge bouwen en niet in burgerwoningen. Tegen 12 uur kreeg de burgemeester toestemming in zyn woning te gaan rus ten, waar hy toen het tragische schouw spel van den brand te Middelburg zag. Langzamerhand keerde de bevolking na dien Vrijdag weer terug. Het normale leven werd zoo goed en kwaad als het ging met gas en waterleiding haperde het nog op gang gebracht, toen als een donderslag by helderen hemel 't be vel tot een tweede en algeheele evacua tie kwam en wel op Dinsdagavond 21 Mei; binnen één uur moesten alle inwo ners, ook hy zelf, de stad ontruimd heb ben. Triestig was de aanblik van de vluch tende menigte. Niemand was het veroor loofd binnen de stad te biyven, alleen de P.Z.E.M. moest blyven draaien. Heel lang behoefde deze tweede eva cuatie gelukkig niet te duren. Na eenige dagen werd de maatregel ingetrokken en herkreeg de Scheldestad gedeelteiyk haar oud en opgewekt aanzien. De machines van de Scheldewerf draaiden weer, de tramverbinding met Middelburg werd hersteld en ook de pu blieke diensten werkten na kort tydsbe- stek op volle kracht. Hoewel heel wat minder zwaar geteis- ter dan Middelburg, moet men de scha de, welke Vlissingen opliep, niet onder schatten; zy bedraagt ongeveer twee millioen gulden. Vyf en veertig huizen werden verwoest en vyf en vyftig be schadigd (v.n.l. op 't Eeiland). De bom men op de gasfabriek, de My. de Schel de, de My. Zeeland, de Prov. Stoomboot- dienst en de schepen, brachten hun ra vage aan. Visschersbooten, auto's, in boedels, enz. enz. gingen verloren. Maar als de bevolking doet als haar burgervader en het hoofd koel houdt, zal men met de oude energie al die verliezen wel weer te boven kunnen komen. JUBILEUM „N.V. MEELFABRIEK DER NEDERLANDSCHE BAKKERIJ" Een Jubileum" Vrydag was het 25 jaar geleden dat werd opgericht de „Eerste Nederland sche Coöperatieve Meelfabrieken". Een jaar later is de éénjarige omgedoopt in een „N.V. Meelfabrieken der Nederland sche Bakkery". Alleen bakkerspatroons kunnen hier van aandeelhouder zijn. Veel heeft de Directie in die 25 jaar weten te bereiken. Er was dan ook alle reden tot een feestelijk herdenken ge- „Is het dan zoo iets bijzonders?" „Als het niet iets bijzonders was, zou ik niet hier naar toe gekomen zijn." „Je bent mijnwerker, niet waar? Je werkt in de Polgooth mijn." „Ja, meneer." „Wat kun je dan met mijn vader te verhandelen hebben, dat je niet met mij zou kunnen afdoen?" Weer keek Seth Treylon den ander doordringend aan. Het duurde enkele seconden, voor hij iets zei. Toen kwam het er langzaam uit: „Veel weet ik niet af van advocaten, maar ik hoor, dat een advocaat nooit met iemand spreekt over wat je hem verteld hebt. Is dat zoo? „Zeker" antwoordde Tom Tremayne. „Wat je mij vertelt gaat niet verder. Daar kun je op vertrouwen." Weer keek de bezoeker den jongen Tremayne onderzoekend aan. „Ik wou liever uw vader even spre ken", zei hij. „Ik ben bang, dat mijn vader je niet ontvangen kan. Waarom vertrouw je mij niet?" „U ziet er mij te jong uit. Ik wou lie ver met uw ouden heer spreken. Als hij mij niet ontvangen kan, ga ik naar me neer Penberthy." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 5