De wederopbouw van
ons land.
Abonneert U op dit blad!
op dit blad
anbestedingen
De regeeringscommissaris Or Ringers over zijn taak.
Bevil Granville
Uit de Provincie
Bange dagen voor Vlissingen.
Cand.-Notaris,
vacante Notaris-
:en Cate te Mid-
0 JULI 1940,
café Klap te N.-
n het openbaar
met tuintje te
Joosland, achter
no. 173, groot
dadelijk te aan-
irna aan gemeld
contant van de
GOEDEREN.
rij dag 19 Juli,
in 24 uur, en
van 1012 uur.
nel
'arenhui-
tgevecht
lerven.
pi 10—16, Wit-
ibeasen 616,
er 100 kg.
Dubb. Pr. z.
610, Stam-
Postelein 10
appels 55.5,
emkool 410,
ropsla 1.20
s Earley Lax-
en 23.50.
ji, 8 Juli 1940.
836 koeien
Iren, 378 scha-
Itere kalveren,
puien.
68—78, 54—
5666; vette
6070; scha
lm 65, 55, 50;
ipen per stuk
per stuk f17,
fer iets kleiner,
Veranderd,
een prima os
Der als vorige
lijzen van vori-
fen. Een prima
anvoer ruimer,
vorige week
|t, handel lui,
blauwpitten
[ïgen 5,306,
estl. ronde 6
|eld. drielingen
15%, Brielsche
K.G.
|idel kalm.
aiddag werd
ide uit Zierik-
|van mej. wed.
hotel Storm
Jemeente Brui-
|nd voor f 1526
gem. 27 r.
R. de Waal;
.d voor f 1320
76% r. bouw-
ïr Verhage te
bouwland voor
I; 2 gem. 61 r.
e Brouwersha-
J „de Verwach-
mdzwaard. Al-
L. Padmos
[Tumelet; twee
Jesdorp en A.
voor f 1010,
(bewoond door
|0 aan L. Lem-
743 aan A. v.
ss 102 y2 r. ge-
A. v. d. Ber-
iïO
vb 'i
DE ZEEUW van Maandag 8 Juli 1940 Tweede Blad.
-as
.81
-95
9(i;
-xii
lie
III
•ni ir
ïh
02
w
-15
ïtn
Ml
•iii
De regeeringscommissaris Dr J. A.
Ringers, heeft in een persconferentie be
langrijke mededeelingen gedaan over
zyn taak in betrekking tot den. weder
opbouw van ons land.
Hij stelde daarby op den voorgrond
het verbiedende feit, dat hij by al zyn
werkzaamheden gebruik kan maken van
de bestaande outilage.
Nederland is een uitstekend ge
administreerd land.
Nederland, zoo constateerde hy met
erkentelijkheid en fierheid, is een uitste
kend geadministreerd land.
Op welk gebied ik my ook mocht be
wegen: hetzy by de drooglegging, hetzy
bii het verkeer, hetzy ten aanzien van
bouwwerken, overal heb ik uitstekend
geoutilleerde diensten aangetroffen. Ik
had dit reeds voorzien; het onthief my
van de moeizame verplichting, tot het
scheppen van een nieuw apparaat. Vol
doende was het, de bestaande outillage
te groepeeren en te coördineeren.
De wederopbouw.
Wat nu den wederopbouw betreft, hier
aldus dr Ringers wordt diep in
gegrepen in de geheele maatschappeiyke
structuur. Deze zaak toch heeft niet
slechts een technischen, een financiëelen
en een „materiaal-oeconomischen" kant
ook de organisatie van den arbeid
doemt hier als een eigen probleem op.
Zelfs als men, opzetteiyk-eenzydig,
zich tot het technisch aspect bepaalt,
komt men voor tallooze uiteenloopende
vragen te staan. By den eenvoudigen her
bouw van een boerderij immers komt
heel iets anders kyken dan by het in
gewikkelde probleem, höfe voor Rotter
dam het spoorwegvraagstuk behoort te
worden opgelost. By zoo'n boerdery rijst
vooral de vraag, hoe de herbouw zoo
doelmatig mogeiyk kan geschieden, hoe
een inrichting kan worden verkregen,
die, zy het op bescheiden wyze, het na
tionaal belang dient. Met het oog daar
op heeft hier een bureau van het regee-
ringscommissariaat voor de voedselvoor
ziening in ruime mate stem in het ka
pittel.
Zie nu echter dat andere, veel ingrij
pender probleem van Rotterdam's sta
tions en spoorwegverbindingen.
Hier ziet men deze figuur. Rotter
dam maakt stadsplannen, de spoor
wegen maken spoorwegplannen, W a-
■'terstaat komt eveneens met projec-
I ten, waarby architecten betrokken kun-
II nen worden voor den aesthetischen kant
van het probleem. Doch daarnaast staat
met coördineerende taak de re-
i geeringscommissaris; zyn taak is het,
voor de groote iyn te zorgen.
De financiëele zijde van de zaak.
Het ten uitvoer brengen van al die
plannen, m.a.w. de herbouw, zal hooge
uitgaven vergen. Daarom is ook de fi
nanciëele zijde van de zaak van zoo groot
belang.
In beginsel, aldus dr Ringers onder
j-;, beroep op den rijkscommissaris van het
bezette gebied dr Seys-Inquart, is het
oë onjuist, alleen hen, die have en goed,
£h kuis en haard door de oorlogsramp be-
schadigd of vernietigd zagen, de oorlogs-
'i3 I.schade te laten ondergaan,
s-g De vaststelling van die schade is ove
rigens verre van gemakkelijk. Het de-
partement van financiën wint daarover
■"ket adres van de bekende commissie-
ol- Van Leeuwen in, die thans over deze
fBi zaak een enquête houdt. Daarnaast heb-
;99 ben rijksdiensten en de Nederlandsche
Bi Spoorwegen nagegaan, welke schade aan
openbare gebouwen en werken is toe-
[gebracht.
Tegemoetkoming in de schade;
een eerste stap.
Ten aanzien van de eerste f 10.000
schade werd in vele gevallen reeds een
I regeling getroffen. Een recente publi-
FEUILL ETON
door JOSEPH HOCKING.
,.Nu, ze zou zelfs een betere partij
kunnen doen."
„Meneer Tremayne is deftig genoeg,
zou ik zeggen."
m°&elÜk; maar Niek Bodinnick
Zondagavond bij hen gegeten."
„Dat meen je niet?"
„Ik heb hem er zelf heen zien gaan 1
ln e.en uur of acht, en eerst tegen elf
s hij naar huis gegaan."
hnö„leVe memand weet, wie
komt. va r rs, of waar hij vandaan
uit y ?aar ze m het mooiste meisje
dat ^usfn Spd' Heb ik g°ed gezien'
heeft?" Curner een commensaal
w"da' betaalt haar vier shilling per
I Heh ta ze kan die best gebruiken.
r .^eb je hem al gezien?"
Lr1... is e.en stevige, sterke kerel,
hoor riÜf oUltzicht lijkt me niet, en ik
dat Susan bang voor hem is."
Drrnlt\r0m is ze ban§ v°or hem?
mkt hij soms?"
een, hij zit maar in zyn kamertje
catie van den waarnemenden secretaris
generaal, waarnemend hoofd van het
departement van financin, geeft uiting
aan het voornemen, waar mogeiyk in
dergeiyke gevallen een spoedigen her
bouw te bevorderen. Niet steeds is dit
reeds mogeiyk; men denke slechts aan
Rotterdam, waar het gansche straten
plan van bepaalde stadsgedeelten in een
chaotischen toestand is geraakt.
Hoe dit zij, het fungeerend hoofd van
het departement van financiën is voor
nemens, met goedvinden van den rijks
commissaris voor het bezette Nederland
sche gebied te bevorderen, dat zoo mo
gelijk reeds nu een tegemoetkoming
wordt verleend in schade, de f 10,000
niet te boven gaande. Hierbij wordt de
verkoopwaarde op 9 Mei van de bescha
digde panden als richtsnoer genomen en
de grondwaarde in mindering gebracht.
Glasruiten zullen niet worden vergoed,
beschadigingen, die beneden de f 100
blijven, evenmin.
Deze voornemens moeten als een eer
ste begin worden beschouwd. De con
clusie, dat schade boven de f 10.000 dus
niet vergoed zal worden, ware voorbarig.
Eén ding moet echter vaststaan; dat
geld behoort inderdaad voor den
herbouw te worden besteed en niet
b.v. voor een rustig renteniersbestaan.
Verschillende belangen immers staan
hier op het spel, niet in de laatste plaats
die der houders van hypotheken.
Het materiaal-oeconomisohe
probleem.
Wellicht nog belangrijker probleem,
aldus dr Ringers, is dat, hetwelk de
zorg voor de „materiaal-oeconomie"
raakt. Ook als men vooropstelt, dat het
bouwprogramma met alle te onder
nemen werken in volgorde van be-
langrykheid moet worden opgesteld,
is men er nog lang niet.
„Daar vele materialen, b.v. het glas,
thans schaarsch zyn, moest ook voor
normale werken en voor werken in uit
voering vergunning worden gevraagd.
Dr Ringers noemde in dit verband:
den Ryks'waterstaat voor de Water
staatswerken, den Ryksgebouwendienst
voor groote openbare gebouwen, den
dienst van Volkshuisvesting voor den
Woningbouw en den dienst voor de Ar
beidsinspectie voor den Utiliteitsbouw. I
Ook van de plaatselijke diensten van
Bouw- en Woningtoezicht werd in vele
gevallen raad en voorlichting gevraagd, j
Dat niet zonder noodzaak is ingegre
pen, moge biyken uit het feit, dat het
resultaat dezer grootscheepsche registra
tie van werken in aanbouw, met bybe-
hoorend onderzoek,- neerkwam op het
verleenen van vergunning om het werk
voort te zetten in 95 pet. van de ge
vallen. In geldswaarde uitgedrukt een
zeer aanzienbjk bedrag, als men bedenkt,
dat de groote hoeveelheden werken, die
onderhanden waren, naar schat
ting 240 millioen gulden be-
somden.
Het sociale aspect.
Hier kon ook het sociale vraagstuk
niet veronachtzaamd worden; men zet
niet klakkeloos stil wat velen werk
gelegenheid verschaft. Maar er was
deze keerzijde, dat al die vergunningen
„een groot gat in de materialen" sloe
gen, hetgeen bij de bestaande schaarsch-
te den wederopbouw bemoeiiykt. Uiter
aard wordt dan ook thans meer dan
ooit tegen materiaalverspilling gewaakt.
Overigens kan bemoeienis met den mate
riaal-oeconomischen kant volgens dr Rin
gers ook in vredestijd zijn nut hebben.
en zegt geen woord. Ik zou er kippen
vel van krijgen, als ik zoo'n man in huis
moest hebben."
Het was waar, dat Seth Treylon bijna
geen woord zei, en zei hij iets, dan
klonk het altijd knorrig. Niemand wist
iets van zijn verleden af, en niemand
had lust, om hem er naar te vragen.
Kapitein Harris zei, dat hij een goed
werkman was, en Susan Curner be
weerde, dat al zei hij niet veel hij toch
verder een goede commensaal was. Hij
betaalde haar geregeld en was heele-
maal niet lastig.
Een week of zes na zijn komst te St.
Minver had men Seth Trelyon op een
vrijen middag den weg kunnen zien in
slaan naar het advocatenkantoor van
dten heer Tremayne. Wie hem wat op
lettender had gadegeslagen zou opge
merkt hebben, dat hij even aarzelde,
voor hij de nauwe straat insloeg. Hij
keek zelfs schichtig rond, alsof hij niet
veel goeds in den zin had. Eindelijk
scheen hij tot een besluit te komen,
'liep met vasten tred op het huis aan en
trad binnen.
„Wel, wat is er van je dienst?" vroeg
een jongen, die in een klein vertrekje
dicht hij de deur zat.
„Dit is toch het kantoor van meneer
Tremayne?"
De organisatie van den arbeid.
De vraagstukken, die verband houden
met de organisatie van den arbeid,
worden natuuriyk niet buiten den regee
ringscommissaris voor den arbeid om
behandeld. Dienaangaande liet dr Rin
gers zich o.a. als volgt uit:
„De organisatie van den arbeid ten
behoeve van de werkverruiming kan men
niet los zien van de normale bouwbedry-
vigheid en van het wederopbouwwerk in
engeren zin.
Zy hangen daarmede niet slechts mate-
riaal-oeconomisch en uit hoofde van hun
werkverruimende werking, doch ook
technisch ten nauwste samen en moeten
daarmede volstrekt worden gecoördi
neerd. Wy moeten er op bedacht zyn,
dat wanneer al deze werken voltooid
zyn, Nederland rijker moet zyn gemaakt,
beter bestand om den nieuwen tyd in
te gaan."
Het geloof in den nieuwen tyd heeft
dr Ringers niet verloren. Met durf en
idealisme volbrengt hy zijn taak. Met
dankbaarheid ook, geiyk moge blijken
uit het slot zyner rede:
„Ik mag niet eindigen, zonder uit te
spreken, dat ik by myn arbeid steeds
een groote medewerking ondervind van
de zyde der Duitsche instanties, in het
byzonder van minister Fischböck, die
van meet af aan begrepen hebben, dat
wy in Nederland in staat zijn om veel
met eigen kracht tot stand te brengen.
Ik spreek myn welgemeenden dank uit
aan al degenen, die my op zoo aange
name en doeltreffende wyze ondersteu
nen en van wie ik zoo veel medewerking
ondervind. By zulk een harmonieuze en
eendrachtige samenwerking tusschen
allen, die van goeden wille zyn, vaart
ons goede Vaderland en zyn bevolking
zeker wel. Onze leus zal blyven. „Met
kracht aan den arbeid".
Slotwoord van den commissaris-
generaal dr Fischböck.
Nadat dr ir J. A. Ringers zyn inte
ressante uiteenzetting beëindigd had,
heeft de commissaris-generaal voor fi
nanciën en oeconomische zaken dr Hans
Fischböck de verzekering gegeven, dat
de riksc°mmissaris dr Seyss-Inquart en
hyzelf zich ten zeerste interesseeren
voor den wederopbouw.
De moeilykheden, daaraan verbonden,
aldus dr Fischböck, liggen in het pro
bleem zelf en in de tydsomstandigheden.
In oorlogstyd brengt het verschaffen
van het onmisbare materiaal uiteraard
moeilykheden met zich. Met het oog
daarop heeft men in het Duitsche Ryk
ook de groote bouwplannen tot een
later tydstip verschoven. Zoozeer ech
ter is men aan Duitsche zyde overtuigd
van de wenscheiykheid van den weder
opbouw hier te lande, dat men dit punt
uitdrukkeiyk op den voorgrond heeft
geplaatst.
MAAR DE BURGEMEESTER BLEEF
OP ZIJN POST.
Niet voor niets hadden de deskundi
gen Vlissingen in de eerste gevarenklas-
se Ingedeeld, zoo schrijft het Dagbl. v.
N.-Br. en Zeel. Reeds vroeg in den mor
gen van 10 Mei waren de Duitsche ma
chines boven het vliegveld en openden
de vyandelykheden, waarop 't luchtdoel
geschut van den grond en van onze vloot
vinnig reageerde. Ook luchtgevechten
bleven niet uit en op 'n gegeven moment
tuimelde een Fransch vliegtuig, dat door
een Duitschen jager werd neergescho
ten, op een burgerwoning in de Verkuyl'
Quakkelaarstraat, die daardoor grooten-
deels instortte, zonder dat gelukkig
nochtans de bewoners getroffen werden.
De Pinkster-Zondag werd een dag van
verschrikking door het bombardement
dat voornamelyk op de Buitenhaven was
gericht, maar ook elders onheil stichtte.
Het uit vijf personen bestaande gezin
van Bode in de Scheldestraat kwam o.a.
om het leven. Ds Vossers en ds Nolte, die
die in het daarnaast getroffen huis na
den kerkdienst een bezoek brachten,
werden ernstig gewond. Ook de gasfa
briek kreeg eenige voltreffers en moest
haar bedrijf staken. De stad beefde op
haar grondvesten en van dien dag begon
de uittocht der bewoners op groote
schaal.
Op de reede van Vlissingen arriveer
den eenige lichte Fransche marinesche
pen, o.m. een paar torpedojagers, waar
van er een door een bom zwaar getrof
fen is. Ook een Nederlandsche oorlogs
bodem van klein formaat, de „Bulgia"
zonk in de binnenhaven, terwyl een Roo-
de Kruisscheepje, met een bemanning
van zes koppen, in de buitenhaven zonk,
beide vaartuigen zyn nog niet geborgen.
Onze „Sumatra" nam actief deel aan de
bestrijding der vliegmachines.
Tusschen Vlissingen en Breskens was
een scheepvaartverkeer van intense
drukte. Duizenden Fransche soldaten
met al hun legermateriaal werden na
Vrijdagmiddag 10 Mei met alle moge-
lyke vaartuigen overgezet. Aan pogin
gen van den tegenstander om deze trans
porten te bemoeilyken, heeft het niet ge
legen, doch over het algemeen werd de
vaart zonder veel ongelukken volbracht.
De „Koningin Wilhelmina werd aan
de aanlegplaats in de buitenhaven door
een bom getroffen, zonder dat hier
slachtoffers by vielen. Het Zeeland-com-
plex liep veel schade op, van het station
werd alleen de goederenloods door een
bom getroffen. Eigenaardig genoeg is
het oude en niet meer gebruikte station
wel door een bom vernield.
Van lieverlee werd Vlissingen een
verlaten stad, maar wie er wegging:
burgemeester van Woelderen bleef, Hy
De jongen knikte van ja.
„Ik wou hem wel even spreken", zei
Seth Treylon.
„Wie? Den ouden of den jongen me
neer?"
„Den ouden heer."
„Ik weet niet, of die je wel ontvan
gen kan" zei de jongen, terwijl hij hem
eens goed opnam. „Ik zal het, dunkt
me, eerst maar aan meneer Tom vra
gen", en hij deed een deur open en liet
Seth Treylon zoolang in de gang staan.
„Wat is het, Ben?" vroeg de jonge
man, die voor de schrijftafel zat.
„Een man om uw vader te spreken,
meneer. Ik denk, dat het een mijnwerkqr
is. Ik geloof, dat het de commensaal van
Susan Curner is. Ik heb hem gevraagd,
of hy het niet met u zou kunnen afdoen,
maar hij zei, dat hij bepaald uw vader
wou spreken."
„Een mijnwerker?" zei Tom Tremay
ne. „Zeg, dat hij maar even hier komt.
Wel, m'n vriend, wat kan ik voor je
doen vervolgde hij tegen Seth Trelyon,
toen deze het vertrek binnentrad.
De bezoeker keek de kamer rond en
liet een onderzoekenden blik op den jon
gen advocaat rusten.
„U is meneer Tremayne niet," zei hy.
„Ik ben zijn zoon; mijn vader is druk
bezig, en ik ben bang, dat hy geen tyd
Een Engelsch vliegtuig, dat by een luchtgevecht boven Haarlem werd neerge
haald, ramde zes huizen en vloog in brand. Het wrak van het toestel.
voor je heeft. Kan ik je niet van dienst
zijn?"
„Ik wou meneer Tremayne zelf spre
ken," zei de man op norschen toon. Zijn
stem deed den ander onaangenaam aan.
Zijn accent was dat van een zeeman.
„Waarom wou je hem spreken? Wat
had je hem te vragen?"
Hij sprak op den beschermenden toon,
dien hij meestal aannam tegenover de
menschen van Seths slag. In de meeste
gevallen, waarvoor zij zijn hulp inrie
pen, waren zij in moeilijkheid geraakt
en hoopten, dat hij hen er uit zou kun
nen helpen.
Weer keek de bezoeker de kamer
rond, voor hij antwoordde.
„Dat zal ik uw vader wel vertellen",
antwoordde hy.
Tom Tremayne werd blijkbaar knor
rig om de koppigheid van den man.
„Mijn vader kan niets meer voor
je doen dan ik", was zijn antwoord.
„Kom, vertel me maar gauw, wat je
moeilijkheid is. Misschien kan ik je er
wel uithelpen."
„Er is geen moeilykheid", was het
antwoord. Daarop sloeg hij den jongen
advocaat nog wat nauwkeuriger gade
en zei heel bedaard:
„Neen, ik kan het niet met u bepra
ten."
kon de stad, welke zijn hart heeft en wier
bloei hy krachtig bevorderde niet in den
steek laten. Hy hielp, terzyde gestaan
door plichtgetrouwe ambtenaren, de ver
schillende onmisbare diensten, als poli
tie, brandweer, luchtwacht en gemeente
secretarie organiseeren en concentreerde
alles in het gebouw van de R.H.B.S.'
Zoo naderde de dag van den 17en Mei.
Het Fransche leger, nadat het van den
Sloedam was weggeslagen, geraakte via
Middelburg in vollen aftocht. Allen
trachtten nog de Vlissingsche haven te
bereiken, maar omdat de Duitsche
stoottroepen hen op de hielen zaten, kon
die aftocht niet anders dan vechtende ge
schieden.
Gelukkig konden de Franschen niet
veel dingen, voor de strategie van be
lang, vernielen. Zoo bleef de schade aan
„de Schelde" toegebracht vry gering en
men dacht er niet eens aan om de tanks
van de Vlismar in de lucht te laten vlie
gen. Wel werd het opleidingsschip de
„Noord-Brabant" door hen in brand ge
stoken.
Nadat het militair verzet gebroken
was, vervoegde zich aan het Wooldhuis
de commandant der Duitsche stormtroe
pen met gewapend gevolg, die den bur
gemeester de militaire bezetting mede
deelde, waarna deze in een Duitsche le-
ger-auto naar de R.H.B.S. werd ge
bracht, waar een vyftigtal mannen, w.o.
politie en brandweer stond aangetreden.
Deze menschen moesten ter plaatse blij
ven overnachtende politie en de brand
weer konden den volgenden morgen hun
taak hervatten. Daarna vertrok de bur
gemeester met de Duitsche militairen
naar het verlaten stadhuis om de bezet
tingstroepen in te kwartieren, waarby
werd bereikt dat de legering zou plaats
hebben alleen in scholen en openbare ge
bouwen en niet in burgerwoningen.
Tegen 12 uur kreeg de burgemeester
toestemming in zyn woning te gaan rus
ten, waar hy toen het tragische schouw
spel van den brand te Middelburg zag.
Langzamerhand keerde de bevolking
na dien Vrijdag weer terug. Het normale
leven werd zoo goed en kwaad als het
ging met gas en waterleiding haperde
het nog op gang gebracht, toen als
een donderslag by helderen hemel 't be
vel tot een tweede en algeheele evacua
tie kwam en wel op Dinsdagavond 21
Mei; binnen één uur moesten alle inwo
ners, ook hy zelf, de stad ontruimd heb
ben.
Triestig was de aanblik van de vluch
tende menigte. Niemand was het veroor
loofd binnen de stad te biyven, alleen de
P.Z.E.M. moest blyven draaien.
Heel lang behoefde deze tweede eva
cuatie gelukkig niet te duren. Na eenige
dagen werd de maatregel ingetrokken en
herkreeg de Scheldestad gedeelteiyk
haar oud en opgewekt aanzien.
De machines van de Scheldewerf
draaiden weer, de tramverbinding met
Middelburg werd hersteld en ook de pu
blieke diensten werkten na kort tydsbe-
stek op volle kracht.
Hoewel heel wat minder zwaar geteis-
ter dan Middelburg, moet men de scha
de, welke Vlissingen opliep, niet onder
schatten; zy bedraagt ongeveer twee
millioen gulden. Vyf en veertig huizen
werden verwoest en vyf en vyftig be
schadigd (v.n.l. op 't Eeiland). De bom
men op de gasfabriek, de My. de Schel
de, de My. Zeeland, de Prov. Stoomboot-
dienst en de schepen, brachten hun ra
vage aan. Visschersbooten, auto's, in
boedels, enz. enz. gingen verloren.
Maar als de bevolking doet als haar
burgervader en het hoofd koel houdt, zal
men met de oude energie al die verliezen
wel weer te boven kunnen komen.
JUBILEUM „N.V. MEELFABRIEK
DER NEDERLANDSCHE BAKKERIJ"
Een Jubileum"
Vrydag was het 25 jaar geleden dat
werd opgericht de „Eerste Nederland
sche Coöperatieve Meelfabrieken". Een
jaar later is de éénjarige omgedoopt in
een „N.V. Meelfabrieken der Nederland
sche Bakkery".
Alleen bakkerspatroons kunnen hier
van aandeelhouder zijn.
Veel heeft de Directie in die 25 jaar
weten te bereiken. Er was dan ook alle
reden tot een feestelijk herdenken ge-
„Is het dan zoo iets bijzonders?"
„Als het niet iets bijzonders was,
zou ik niet hier naar toe gekomen zijn."
„Je bent mijnwerker, niet waar? Je
werkt in de Polgooth mijn."
„Ja, meneer."
„Wat kun je dan met mijn vader te
verhandelen hebben, dat je niet met mij
zou kunnen afdoen?"
Weer keek Seth Treylon den ander
doordringend aan. Het duurde enkele
seconden, voor hij iets zei.
Toen kwam het er langzaam uit:
„Veel weet ik niet af van advocaten,
maar ik hoor, dat een advocaat nooit
met iemand spreekt over wat je hem
verteld hebt. Is dat zoo?
„Zeker" antwoordde Tom Tremayne.
„Wat je mij vertelt gaat niet verder.
Daar kun je op vertrouwen."
Weer keek de bezoeker den jongen
Tremayne onderzoekend aan.
„Ik wou liever uw vader even spre
ken", zei hij.
„Ik ben bang, dat mijn vader je niet
ontvangen kan. Waarom vertrouw je
mij niet?"
„U ziet er mij te jong uit. Ik wou lie
ver met uw ouden heer spreken. Als hij
mij niet ontvangen kan, ga ik naar me
neer Penberthy."
(Wordt vervolgd.)