Het verkeer in Zeeland. De Duitsche wapenstilstandsvoorwaarden aan Frankrijk. Dagblad voor de Provincie Zeeland Naar een nieuwen tijd. Beperking en samenvoeging. EERSTE BLAD Duitsche weermacht bezet Noordelijke helft en Westelijke kuststrook van Frankrijk. Frankrijk moet kosten der bezetting dragen. Werklooshei dcijfers. De Fransche vloot moet ontwapend en gedemobiliseerd worden, evenals leger en luchtmacht, Duitschland ver klaart plechtig bij vredesverdrag geen eischen te zullen stellen ten aanzien van de Fransche vloot. Deze zal door Duitschland niet voor oorlogsdoeleinden worden gebruikt. WOENSDAG 26 JUNI 1940 54e JAARGANG - No. 222 Uitgave: N. V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw" Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Qoes Postrekening 44455 Telefoon 2438 Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel J. J. F A N O V, Lange Gtvtxtraat 34 en Noordweg 155. Directeur - Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA Abonnementsprijs f2.60 per kwartaal Weekabonnementen voor Middelburg Goes en Vlissingen f 0.20 Losse nummers 5 cent Advertentiën 30 cent per regel Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f 0.75 bij vooruitbetaling Advertentiën onder letter of motto 10 cent extra Bij contract belangrijke korting De „N. R. Crt." spreekt er haar ver bazing over uit, dat er Nederlanders worden gevonden, die het noodig achten met zooveel klem ons de noodzaak voor te houden van een economische oriënta tie op Duitschland en een terdege reke ning houden met de ligging aan de grens van een groot Duitsch rijk. Dit zijn toch dingen die in ons land, in vele opzichten zoo sterk op Duitschland georiënteerd, waarlijk niet gezegd behoe ven te worden. Dei verklaring van dit optreden is naar het blad meent hierin gelegen, „dat de „consequenties" die sommigen uit de ge beurtenissen der laatste maanden of ja ren meenen te moeten trekken, veel ver der gaan, dan hetgeen ook naar onze meening een vanzelfsprekend gebod is. Inderdaad zijn er sprekers en schrijvers, die uit de gebeurtenissen in Europa van den laatsten tijd plotseling meenen te moeten concïudeeren, dat er dus ook in Nederland iets „rot" was, dat het dus ook voor ons plots noodzakelijk is geworden „allen ouden rommel over boord te gooien" en mede re doen aan wat men zelf als de revolutie in Neder land heeft genoemd, „waartegen reac ties van eenig gewicht niet meer moge lijk zouden zijn". Zij, die zóó spreken, zijn van het poli tieke realisme, eien bij uitstek Ne- derlandsche karaktertrek, wel verre ver wijderd. Dat ook in Nederland het een en ander niet deugde, dat ook ten on zent niet overal tevredenheid heerschte en dat zelfs principliëele hervor mingen op menig gebied dringend wer den gewenscht, wie zal het ontkennen? Wij willen zelfs verder gaan en toegeven, dat er ten onzent in den l'aat- sten tijd een vrij algemeene teleurstelling viel te constateeren over het feit, dat de mannen, bekwaam en energiek ge noeg, om de gewenschte verbeteringen tot stand te brengen niet of slechts bij uitzondering met die taak werden be last. Doch daar staat tegenover, dat de overgroote meerderheid van het Nederlandsche volk bij voortdu ring blijk heeft gegevende Nederland sche vrijheden en tradities op hoogen prijs te stellen en dat van een verlangen van eenige importantie naar een wijzi ging in regeeringsvorm of -stelsel bij ons volk in zijn geheel, niets hoe genaamd is gebleken". Het blad vervolgt: „Niet in revolutionaire veranderingen van ons staatsbestel of ons regeerings- stelsel ligt o.i. het geneesmiddel voor de kwalen dels tijds, en zeker niet in het klakkeloos overnemen van ideeën en in stellingen, die elders, in andere om standigheden, bij een anderen volks aard en een andere nationale tradi tie, groote resultaten hebben teweeg ge bracht. Ook kunnen wij geen heil1 verwachten van het plots als „redders in den nood" aanvaarden van medebur gers, van wier vermogen om in het w e r k 1 j k e leven iets tot stand te bren gen, w, ij niets weten. Waaraan wij behoefte hebben, is noch revolutie, noch blind vertrouwen in wien het hardste roept, dat hij het beter zal doen dan allen vóór hem, maar in een herleving van den publieken geest in geheel ons volk en, vooral, bij dege nen, die op de gebieden des levens, waar op zjj tot dusverre werkzaam waren, reeds getoond hebben de gaven van verstand, hart en boven al. karakter te bezitten, waar aan ook ons staatsbestuur behoefte heeft. Door zulk een herleving van den pu- Diieken geest zou het Nederlandsche volk dan tevens zijn beste traditie uit den tjd der republiek weder in eere herstellen". Wat hier gezegd wordt is volkomen juist. Wij zullen zeker onze oogen niet mo gen sluiten voor wat de laatste maan- beurd*1 01X3 land en daar^uiten is ge- In meer dan één opzicht zullen wij nieuwe wegen hebben te gaan. Bij het passeeren van een bepaald tijdsgewricht, kan maar niet alles op den ouden voet doorgaan. Maar bij het bedenken van deze din gen zullen wij de oud-Hollandsche nuch terheid moeten blijven betrachten. En wij zullen onze oogen terdege open moeten houden voor wat er om ons heen gebeurt. „Er zijn zooals „De Tijd" het uit drukte Nederlanders die als een soort impressario van de Duitsche overwin ning m Europa meenen te moeten optre- en en die de stem van de historie mee nen te moeten vertalen in hun particu lier idioom". Ons volk kent ze wel. Laten we nuchter zijn. Luisteren naar wat de gebeurtenissen van dezen tijd ons te zeggen hebben. En ernstig overwegen, wat in gewij zigde verhouding, naar eisch van het Christelijk beginsel, onze taak en roe ping is. DE POSTVERBINDING TUSSCHEN BELGIë EN NEDERLAND. Het D. N. B. meldt uit Brussel: De postverbindingen tusschen België en Ne derland zijn hersteld. De postzendingen worden tegen de oude tarieven per auto naar de Nederlandsche grens gebracht, waar de Nederlandsche posterijen ze overnemen. In de huidige omstandigheden is het noodzakelijk het verkeer te beperken. De hoeveelheid benzine en andere motor brandstof die beschikbaar is, laat niet toe het gemotoriseerde weg- en water verkeer op zoo uitgebreide schaal te on derhouden als wij gewend waren. Ook bedrijven die met behulp van benzine motoren of dergelijke gedreven worden, vallen onder de beperkende bepalingen. Zooals de heer Ir J. A. Ch. Oudemans, Rijksinspecteur voor het verkeer in het district Zeeland ons mededeelde, wordt met 1 Juli a.s. een geheel nieuwe re geling ingevoerd. Tot dien datum berust de beslissing over benzineaanvragen in handen dër burgemeesters. Maar daarna heeft de Rijksverkeersinspectie de rege ling zoowel van het personen- als van het goederenverkeer te verzorgen. Leidraad bij dit alles is, d a t alle motorverkeer sterk be perkt zal worden! Aanvragen. In verband met een vlugge behande ling is het gewenscht, dat ieder die mo torbrandstof noodig heeft, bij den di recteur van den distributiedienst in zjn woonplaats twee formulieren aanvraagt, een wit en een rose. Voor het vervoer op den weg en te wa ter, dus voor automobielen en schippers van motorschepen, moeten nu de aan vragen opgezonden worden aan de Rijks verkeersinspectie te Middelburg, Bellink- straat 32 of Goesche Korenmarkt 8, waar de inspecteur er over beslist. Bedrijven of fabrieken (buiten den land- of tuinbouw), die stationaire mo toren of tractoren gebruiken, moeten zich tot het Rijksbureau voor Aardolie producten in Den Haag wenden. Brandstof voor stationaire motoren of tractoren voor land- of tuinbouw kan men slechts bekomen door tusschen- komst van de afd. IID van het Rijks bureau voor voedselvoorziening te Den Haag. Om tot een goede regeling en billijke verdeeling te komen, laat de Rijksinspec teur zich voorlichten door deskundigen uit de bedrijfswereld. Zoo is er een ad viescommissie voor het beroepsvervoer, dat b.v. de bodediensten met vracht auto's omvat, voor het eigen vervoer, dus dat van grossiers, wasscherijen en derg., en voor het personenvervoer, dat niet alleen de autobussen, maar ook taxi's en huurauto's betreft. Is deze regeling in werking, dan zou den we kunnen zeggen, dat zoowel de benzine als de trajecten gedistribueerd zijn. Niemand rijdt meer zonder vergun ning en ieder ontvangt een driehoekig herkenningsteeken, dat hem bij over treding onverbiddelijk ontnomen wordt. Het personenverkeer. De hoofdverbindingslijnen in Zeeland zullen intact bijven, al is het dan met een beperkte dienstregeling. Ook de meeste autobusdiensten zullen in zeer beperkte mate op gang gehouden kun nen worden. Het publiek zal wel zooveel mogeljjk gebruik moeten maken van spoor of tram. Wie dus voor zaken of besprekingen op reis gaat, zal in hoofd zaak, zoo niet uitsluitend, aangewezén zjn op'de openbare vervoermiddelen. Het verdient nog meer dan anders aan beveling, vooraf een programma en reis schema op te stellen. Heen en weer rei zen zal nog meer tjdroovend en dus duurder worden in ons eilanden-gewest dan vroeger. Voor plezierritten met privé-auto's of voor tochten met motorvaartuigen in privé-bezit, dus jachten, is geen benzine meer. Deze is enkel beschikbaar voor de instandhouding van het economisch le ven. Het taxi-verkeer zal beperkt blijven tot zeer dringende gevallen. De dokto ren zullen wel blijven rijden en enkele andere categoriën zullen voor de uit oefening van hun beroep of functie wel licht eenige motorbrandstof kunnen be komen, maar ieder bedenke, dat op het geheele gebied de uiterste soberheid moet worden betracht. Zoo zullen veren en stations vanuit verder afgelegen plaatsen wel bereik baar blijven, maar inplaats van tien keer per dag, kan men er maar drie keer per dag komen. Het goederenvervoer. Dus ook 't goederenvervoer valt onder deze Rijksinspectie. Voor de eilanden Tholen en St. Philipsland geldt de regel, dat zij voor het personenvervoer onder de Inspectie Middelburg en voor het vrachtvervoer onder die te Breda vallen. Ook voor 't vrachtverkeer gaat men uit van het standpunt: sterke beper king, economisch gebruik en billijke ver deeling van de beschikbare hoeveelheid motorbrandstof. Het spreekt dus vanzelf dat een re- tourreis met een leegen wagen of een rit met een half geladen wagen tot het ver leden behooren. Het publiek zal zooveel mogeljk de nog bestaande verzendge- legenheden moeten benutten. Overleg en samenwerking van hen die verzenden en hen die vervoeren onderling, en met de autoriteiten, zal hier veel kunnen berei ken. Het vervoer per vrachtauto op langen afstand wordt beslist uitgeschakeld. Zoo komt dus het huis aan huis bezorgen van pakjes door grootwinkelbedrjven te vervallen. Overigens is dit niet zoo erg als het Ijkt. Als de spoorljn binnen af- zienbaren tjd weer in orde is, beschikt de middengroep van Zeeland over een uitstekende spoorwegverbinding. Verder kan het vervoer per schip weer meer worden ingeschakeld. Het zal meer tjd kosten dat is zeker. Maar intusschen bljft de verkeersinspectie diligent inza ke het oplossen van moeilijkheden en het vinden van nieuwe vervoergelegenheid. Het geheele vraagstuk wordt door de autoriteiten en belanghebbenden bestu deerd en aan de practijk getoetst. Men zal dus niet aarzelen de noodige en zelfs mogelijke verbeteringen op allerlei ge bied aan te brengen, natuurlijk met in achtneming van de beschikbare hoeveel heid benzine. Maar mocht deze hoeveel heid meevallen, dan zullen ook catego rieën van het personen- of het vracht verkeer, die eerst uitgesloten of zuinig bedeeld waren, mee kunnen profiteeren. De aanvoer van levensmiddelen is na tuurlijk een belang van de eerste orde. Goederen, die aan snel bederf onderhe vig zjn, zooals melk, fruit en groente, zullen wel voorrang krijgen. Dus zullen vrachtdiensten per auto wel niet ver- dwjnen, maar aan zeer strenge beper king worden onderworpen. Voor andere artikelen van meer duur- zamen aard zooals aardappelen, boonen, zand en grint, zal zooveel mogeljk de schipperj ingeschakeld worden, dus de beurtschippers en andere schippers. Gelukkig hebben wj in ons gewest veel water, zoodat de aanvoer van bui ten de provincie prootendeels en het ver keer tusschen de eilanden of districten onderling zonder bezwaar te water kan gebeuren. Zeeuwsch-Vlaanderen. Ook dit gewest is weer uit zjn isole ment verlost, door het herstel van de verbindingen VlissingenBreskens en HoedekenskerkeTerneuzen. Ook de dienst vanuit Hansweert wordt spoedig met een flinke boot hervat. Ook in Zeeuwsch-Vlaanderen zelf be ginnen de openbare vervoermiddelen weer te rijden. De tram BreskensMal- deghem rijdt sinds half Juni weer drie keer per dag en 'het is te verwachten, dat ook de Zeeuwseh-Vlaamsche Tram weg-Mij. haar diensten eerstdaags weer zal hervatten. Allereerst wordt het be schikbare trammaterieel in dienst ge steld en de paar bussen, die de Z.V.T.M. nog overschoten, zullen wel spoedig vol gen. In ieder geval zal al het mogeljke ge daan worden, met gebruik van het ma teriaal, dat niet gevorderd of wegge voerd werd, het personen- en goederen vervoer in de geheele streek gaande te houden, zij het dan op oorlogsvoet. Dit laatste geldt voor onze geheele provincie met dien verstande, dat nog sterker beperking in de toekomst nood zakelijk kan bijken. Dit nummer bestaat uit twee bladen. OP 1 APRIL J.L. 42 PCT. WERKZOE KENDEN MINDER DAN VIER JAAR GELEDEN. De directeur van den rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbe middeling deelt mede, dat door het Cen traal bureau voor de Statistiek op 1 April 1940 weer een telling plaats heeft gehad van de bij de gemeentelijke orga nen der arbeidsbemiddeling ingeschre ven werkloozen en de bij werkverrui mingen geplaatsten, gesplitst naar leef tijdsgroepen. De volgende cijfers geven een vergelijking tusschen de thans ver kregen resultaten en die voor den datum 1 April 1036, totaal en in procenten: 1 April 1936 1 April 1940 jonger dan 16 j. 16.937 4.1 4.679 2.0 18 t/m 24 j. 60.172 14.7 17.745 7.5 25 tm 30 j. 78.210 19.2 33.298 14.0 31 j. en ouder 253.368 62.0 181.960 76,5 De kersenplukker op zjn hooge ladder, in een boomgaard bj Zalt- bommel. 408.687 100.0 237.682 100.0 Uit deze cjfers bljkt, dat het totale aantal manneljke werkloozen en bj werkverruimingen geplaatsten in een tijdvak van vier Jaren is gedaald met 42 pet., doch dat de daling in de groep „jonger dan 18 jaar" 72 pet. en in de groep „18 t/m 24 jaar" 71 pet. bedroeg. De in het staatje opgenomen percenta ges doen dan ook zien, dat de jongeren op 1 April j.l. een veel kleiner gedeelte vormden van het totale aantal dan vier jaren geleden. Tusschen, Duitschland en Frankrijk is het volgende wapenstilstandsveirdrag gesloten: 1. De Fransche regeering beveelt in Frankrijk, evenals in de Fransche bezit tingen, koloniën, protectoraatsgebieden en mandaten, benevens ter zee, het sta ken van den strijd tegen het Duitsche rijk. Zij bepaalt, dat door de Fransche troepen, die reeds door de Duitsche le gereenheden zijn ingesloten, onmiddellijk de wapens moeten worden neergelegd. 2. Ter beveiliging van de belangen van het Duitsche rijk wordt het gebied van den Franschen staat ten Noorden en ten Westen van de op een bijgevoegde kaart aangegeven lijn door de Duitsche troepen bezet. 3. In de bezette deelen van Frankrijk oefent het Duitsche rjk alle rechten der bezettende mogendheid uit. De Fransche regeering verplicht zich, de bj de uit oefening van deze rechten uit te vaar digen regelingen en verordeningen met alle middelen te steunen en met behulp van het Fransche bestuur te doen uit voeren. Het ligt in het voornemen der Duit sche regeering de bezetting van de West kust na het staken van de vjandeljkhe- den met Engeland te beperken tot den onvoorwaardeljk vereischten omvang. Het is aan de Fransche regeering over gelaten den zetel van haar regeering in het onbezette gebied te kiezen, of wan neer zij dat wenscht, ook naar Parjs te verplaatsen. In dit geval belooft de Duit sche regeering de Franschei regeering en haar centrale autoriteiten alle noodige faciliteiten. 4. De Fransche weermacht te land, te water en in de lucht moet binnen een nog te bepalen termijn worden gedemo biliseerd en ontwapend. Hiervan zjn slechts uitgezonderd die eenheden, wel ke noodig zjn voor de bescherming van de binnenlandsche orde. Duitschland, respectievelijk Italië, bepajen haar sterk te en bewapening. 5. Als garantie voor het in acht ne men van den wapenstilstand kan worden geëischt de ongeschonden aflevering van al die stukken geschut, pantservechtwa- gens, pantserafweerwapens, militaire vliegtuigen, stukken luchtafweergeschut infanteriewapens, transportmiddelen en munitie van eenheden van de Fransche weermacht, welke in den strijd tegen Duitschland gebruikt werden, en die zich op het oogenblik van het van kracht worden van deze overeenkomst in het door Duitschland niet te bezetten gebied bevinden. Den omvang der uitleveringen bepaalt de Duitsche wapenstillstands- commissie. 6. De overbljvende wapenen, hoeveel heden munitie en oorlogstuig van alle soorten in het onbezette deel van Frank rijk moeten voor zoover zj niet vrj- gegeven worden voor de uitrusting van de veroorloofde Fransche eenheden onder Duitsche, resp. Italiaansche con trole opgeslagen, resp. beschermd wor den. Het bljft aan het Duitsche opper bevel voorbehouden daarbj last te ge ven tot al die maatregelen, welke noodig zjn om het onbevoegde gebruik van deze voorraden te verhinderen. Het vervaar digen van nieuw oorlogstuig moet in het onbezette gebied terstond worden ge staakt. 7. In het te bezetten gebied moeten alle land- en kustversterkingen met de wapens, de munitie en het oorlogstuig, de voorraden en de installaties van alle soorten, ongeschonden worden overge geven. De plannen van deze, evenals die van de door de Duitschei troepen reeds veroverde versterkingen, moeten worden uitgeleverd. Nauwkeurige opgaven om trent voorbereidende maatregelen voor het opblazen van bepaalde punten, aan gelegde versperringen van landmijnen, op tjd werkende ontploffingsmiddelen, gevechtsversperringen enz., moeten aan het Duitsche oppercommando worden gedaan. Deze hindernissen moeten op Duitsch verzoek door de Franschen op geruimd worden.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1940 | | pagina 1